BÜITENLAm BIMENLAKD. nasiutn plachten te komen, dan vinden wij hier wel een voorbeeld van een jeugdig landsver dediger. Nog teeken ik hier aan, ten bewijze, hoe thans gelukkig een mildere geest over onze vroede vaderen vaardig geworden is, hoe in 1852 den hfcer Rodi, die 34 jaren lang lector in de wiskundige wetenschappen aan de La- tijnsche school was geweest, en die toen om eene chronische ziekte zijn ontslag vroeg, een pensioen van f100, waarom hij verzocht had, werd geweigerd. Wij zullen er de leden van den gemeente raad van dien tijd niet te hard om vallen een pensioen aan ambtenaren te verleenen, was zoo iets extra-ordinairs, dat zij daarop niet ge makkelijk ingingen. Daarbij bloeiend was het gymnasium niet; het sukkelde meestal met een getal leerlingen van beneden de tien, zoodat er aan minervalia nauwelijks f 500 in de stads kas vloeide. Telkens vinden wij vermeld, dat er niemand in de termen viel om tot acade mische lessen te worden bevorderd, waardoor de promotie's eerst ten huize van den rector, later in de St. Jacobskerk, vaak onnoodig waren. Niet onleuk was, wat er in 1859 geschiedde. Door den rector werd bij de promotie steeds eene redevoering gehouden, waarin hij q. q. de scheidende curatoren toesprak en de nieuwbe- noemden geluk wenschte. Maar in genoemd jaar »liet", gelijk het luidt, de heer mr. L. G. Greeve, nieuw benoemd curator >te vergeefs op zich wachten, zoodat de rector zijne toespraak tot hem nu in den derden persoon hield." Genoemde heer Greeve schijnt zich de beslom meringen van het curatorschap trouwens niet al te zeer te hebben aangetrokken, want ik vind opge teek end hoe in 1863 bij zijn aftre den, de rector hem willende toespreken, hij weder op zich liet wachten, zoodat tot het reeds genoemde middel de toevlucht moest genomen worden, en »ook nu de toespraak van den tweeden in den derden persoon veranderd werd." In 1869 overleed de rector, de heerBrilien- burg, die na jarenlang aan het hoofd gestaan te hebben van de Latijnsche school zich hier tal van vrienden had verworven. Zijn plaats werd voorloopig ingenomen door den heer A. E. J. Holwerda, candidaat in de letteren, terwijl de Latijnsche school werd overgebracht naar een zaal in de H. B. S. In het jaar 1870 had er eene niet onbe langrijke reorganisatie plaats. Besloten werd om als rector, op een salaris van f1800, een doctor in de letteren te benoemen, het schoolgeld tot f 60 te verhoogen, waarvoor de leerlingen aan de H. B. S. onderwijs in de levende talen zouden ontvangen, aan curatoren eervol ontslag te verleenen en de Commissie van Toezicht op het M. O. te benoemen tot Curatorium. Onder die gewijzigde omstandigheden werd den 20en Juli 1870 tot rector benoemd dr. K. W. M. Montyn, die in September van dat jaar zijne functie aanvaardde. In 1871 werd de publieke promotie der leerlingen, om de daaraan verbonden kosten afgeschaft, waartoe des te gereeder aanleiding was nu het uitreiken van prijzen was afge schaft. Niet lang zou de Latijnsche School, ondanks de betere regeling van 1870, aldus blijven voortbestaan. De zomer van 1878 kwam en daarmede was een gewichtige tijd voor de aloude jscole" aangebroken. Den 14en September van dat jaar werd een buitengewone vergadering gehouden van het Curatorium, waarin over haar wel en wee zoude beschikt worden. In tegenwoordigheid van den inspecteur der gymnasia werd toen besloten den gemeenteraad te adviseeren de Latijnsche school te vervor men tot een gymnasium, geheel ingericht vol gens de wet van 28 April 1876, welk advies de gemeenteraad volgende, besloten werd met den lsten September van het jaar 1879 te stichten een gymnasium te Schiedam. Hierover zullen wij in een volgend artikel handelen. i) Van daar verhuisde men den lsten September 1879 naar het tegenwoordige gebouw aan het Oude Kerkhof. Algemeen overzicht. Schiedam, 31 Augustus '97. Uit Britsch-Indië komen nog steeds geen gunstiger tijdingen; voorloopig bepaalt de re- geeriug zicb tot het versterken van de troepen macht; van agressief optreden kan nog geen sprake zita. Dat de toestand thans echter ook in Enge land als zeer ernstig wordt beschouwd, blijkt wel uit een bericht in de Morning Post, waarin gezegd wordt, dat sedert den bekenden grootea opstand van de Sepoys in 1857 er niet zulke ernstige verwikkelingen in Britsch-Indié heb ben plaats gehad. Het gerucht, dat het fort Lundikotal, waar van wij de vorige week melding maakten, door verraad is gevallenwordt thans bevestigd. Midden in het gevecht werden plotseling de poorten geopend en konden de bestormende Afridi's binnentrekken. De recruten van Shim- vola, die zich tot dat oogenblik dapper hadden gedragen, namen toen de vlucht; het overige garnizoen verbroederde zich onmiddellijk met de rebellen. Het Engelsche gouvernement zit ondertus- schen niet stil. Zondag is eene colonne bestaande uit het 15de regiment Sikhs, liet 18de regiment Bengaalsche cavallerie, het 5de regiment infanterie van de Pendsjaab, het 3de regiment Gourka's, benevens lerlandsche fuseliers met vier kanonnen onder bevel van kolonel Richardson uitgerukt en heeft zich bij het aanbreken van den dag op weg begeven om de belegerden in de vallei van Kurrum hulp te brengen- Hoe het oproer zal eindigen, Iaat zich op dit oogenblik nog niet gissenin elk geval is de toestand hoogst hachelijk. Het Berl. Tagell. ontving uit Petersburg een schrijven omtrent den aard van het Russisch- Fransch verbond. De proclameering daarvan, heet het, heeft in diplomatieke kringen niemand verrast. Het verbond bestond reeds, en Frank rijk verlangde de afkondiging om de radicale en socialistische partijen een wapen uit de han den te nemen, terwijl Rusland het wilde, eens deels om aan het verlangen van Frankrijk te gemoet te komeu, ten andere ook om speciaal Russische belangen. Wanneer nu de Fransche pers beweert dat het verbond in een bepaalde richting werkt, dan heeft zij gelijk, doch de spits van de alliantie is niet tegen Duitschland gericht, maar tegen een andere Europeesche mogendheid, die op het oogenblik met Rusland, Duitschland en Frank rijk ook niet op goeden voet staat. Sommige Fransche bladen, welke beweren, dat het verdrag reeds onder Carnot opgesteld is, en thans uitgebreid met bepalingen, waar door onder zekere omstandigheden een gelijk tijdig optreden van beide mogendheden, zelfs offensief noodzakelijk zou worden, kunnen ook zeer goed gelyk hebben. Indien bijvoorbeeld Rusland in Azië of Frankrijk in Egypte in een oorlog gewikkeld zou worden, zou de andere bondgenoot, onverschillig of de verbonden staat aanvalt of aangevallen wordt, actief moeten optreden. Wat daarentegen betreft de verhouding tot het Drievoudig Verbond, daarover kon aan de woorden van den czaar geen twijfel bestaan. Hij heeft duidelijk de opmerking is nog altijd van het Berl. Tagebl. toespeling ge maakt op een coöperatie met het Drievoudig Verbond. Men mag bijna verzekerd zijn, dat de Czaar gedacht heeft aan een aaneensluiting van alle continentale groote mogendheden tegen over de aspiraties van een mogendheid, die zich met voorliefde heeft beschouwd als buiten het Europeesch concert staande. Onder deze omstandigheden krijgt ook de gissing, dat keizer Wilhelm van de bepalingen geweten heeft, meer grond, en kan aan den toost op Peterhof, dat hij den Czaar bij zijn streven den wereldvrede te behouden met alle macht ter zijde zal staan, meer waarde worden gehecht dan oorspronkelijk werd gedaan. In de Grieksche Kamer legde de eerste mi nister Ralii gisteren uit, dat men was bijeenge roepen voor het verleenen van twee voorloopige twaalfden op de begrooting en voor behandeling van de wet over de onteigening van een ge deelte van het overschot van den rozijnenoogst. Hij verklaarde, dat het ministerie behoefte heeft aan het vertrouwen der Kamer om aan het bewind te blijven. Wat de vredesonderhandelingen aangaat, daarover kan de minister geen mededeelingen doen, doch het land moet weten, dat de voor waarden drukkend zullen zijn. De heer Delyannis verklaarde dat zijn partij niet vergeet, dat het vaderland door den vijand met voeten is getreden. Alle scheuring van partijen zou noodlottig zijn, en daarom zou zijne partij de door de regeering voorgestelde maat regelen steunen. Onze stem zal zijn de stem van absoluut vertrouwen. Het ontwerp van de rozijnenwet werd in eerste lezing aangenomen. Van eene interpellatie, waarbij de quaestie van vertrouwen gesteld zou worden, schijnt dus geen sprake te zijn geweest. De oppositie 'zal eieren voor haar geld gekozen hebben. Gemengde Mededeelingen» Heden keert de President in Frankrijk terug. Te Duinberken is een ontzaggelijke menigte van heinde en verre samengestroomd. Te Chabanais is een standbeeld voor Carnot onthuld, De Spaansche ministerraad heeft gisteren beraadslaagd over de hervormingen, welke op Cuba en de Philippyen zullen moeten worden ingevoerd. Het voornemen bestaat om het invoeren der hervormingen zooveel mogelijk te be spoedigen. Te Londen in Hyde Park heeft een groote bijeenkomst plaats gehad ten gunste van den achturigen werkdag voor de arbeiders in de machinefabrieken. Acht tribunes waren opgericht, vanwaar sprekers tot de verzamelde menigte het woord riciitten. Een motie werd met algemeene stemmen aangenomen, waarin alle vakgenooten van alle landen worden uit- genoodigd de beweging te steunen. Onge regeldheden vielen niet voor. Zondag heeft te Bazel de eerste zitting plaats gehad van het congres der Sionisten. Het doel dezer bijeenkomst is om een bewe ging te krijgen ten gunste van een vaderland voor alle Israëlieten, die zich niet kunnen of willen voegen naar de omstandigheden, waarin zij thans verkeeren. Men heeft daarvoor het eerst het oog gericht op Palestina, in de hoop van den Sultan toestemming te erlangen. Hat aantal congresleden, waaronder uit ver schillende landen van Europa, uit Amerika en uit Palestina, is ongeveer 200. Er werden rapporten uitgebracht over den toestand der Joden te Parijs, Algiers en in Engeland. Als voorzitter treedt op de heer C. Herts, ais onder-voorzitters de heeren Nordan en dr. Salz. Aan den Sultan werd een adres gezonden van dankbetuiging voor de bescherming van de Joden in zijn rijk. Onderscheidingen. De Staatscourant van heden bevat als elk jaar op dezen dag, een lange lijst van Konink lijke onderscheidingen, die heden zijn verieend, al bevat ook de lijst minder namen dan de laatste jaren. Vooral ambtenaren hebben weder het leeuwendeel. Benoemd' zijn tot: Commandeur in de orde van den Neder- landschen Leeuw, De vice-admiraal G. Kruis, commandant der zee macht en chef van het departement der marine in Nederlandseh-Indië. Ridder in de Orde van den Neder landschen Leeuw. Mr. E. W- Guljé, raadsheer in den HoogenRaad; mr. E. Z- Ij. van der Kemp, officier van justitie bij de arr.-rechtb. te 's-Gravcnhage; jhr. mr. L. C. J. A. van Meeuwen, pres. van de arr.-rechtb. te 's-Herto- genbosch; mr. D. L. de Leao Laguna, secr. van het college van regenten over dc gev. te Amsterdam; mr. J, P. Moltzer, lid van den Raad van State; mr. A. H. M. van Berekel, lid van de Tweede Kamer en van Gedep. Staten van Utrecht; A. Plate, lid van de Tweede Kamer; mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der Koningin in Noord-Bra bant; mr. A, Brandts, griffier der Staten van Gel derland; mr. 3. J. Foekema Andreae, hoogleeraar te Leiden; dr. A. P. Fokker, hoogleeraar te Groningen; mr. G. A. van Hamel, hoogleeraar te Amsterdam; J. C. Fabius, inspecteur van het lager onderwijs in de 2e inspectie; Taco Mesdag, Nederl. regeerings- comm. van de intern, tentoonstelling te Brussel; dr. G. Th. A. Wblterbeek Muller, geneesheer te 's-Gra- venhage, secr. der 's-Gravenhaagsche ver. voor koe pokinenting; de kapitein ter zee D. Stolp; de hoofd ingenieur der marine G. Turk; L. B. Uyttenhoven, directeur der dir. bel. te Botterdam; S, H. Kink, hypotheekbew. te Tiel; T. van Hiele, referendaris bij het dep. van financiën; de majoor F. H. A. Sabron, van den generalen staf, hootd der 2e afdeeling van het departement van oorlog; de kolonels J. L. de Boek en P. J. In de Betou, commandanten van het 7e reg. infanterie en het 4c reg. vesting-artillerie; G. A. Esscher, hoofd-ing. 2e kl. van den rijks- waterst. te Leeuwarden; H. W. E. Struve, insp. van den arbeid te 's Gravenhage; dr. II. F. Kuyper, idem te Breda; A. D. P. V. van Loeben Seis, idem te Arnhem; M. G. de Bloeme, adm. bij het hoofdbest. der post. en tel. te 's Gravenhagejhr. mr. C. van Eysinga, voors. van het Friesche RundvecBtamb. en van het paardenstamb. te Leeuwarden; A. Laan, oudste lid der firma Wessanen en Laan teWormer- veer; C. H. Stramphler, dir. der Nederl. Fabriek van Werkt, en Spoorwegmat. te Amsterdammr. A, D. H. Heringa, alg. secr. van het gonv. in Ned.-Inö.; mr. W. C. Veenstra, proc.-gen. bij het hoogger. van Ned.-Ind.; 0. H. R. Bakhnijzen van den Brink, dir. van financiënP. C. Arends, direct, van binnenl. best.; jhr. O. van der Wijek, dir. van ouderw. enz.; J, A. Ament, res. van Djokjakarta; H. W. vau Bavenwaaij, res. van Soerabaja; H. J.Hooghwinkel, hoofdinspect. voor de opiumaaugel. in Ned.-Ind.; J. J. van Oosterzee, pres. van de Wees- en Boedel kamer te Samarang, luit.-kol.-comm. der schutterij aldaarD. Ph. Bonman, gep. kol. der inf. v. h. leger in Ned.-Ind.J. Gosalings, kol. chef over den milit, geneesk. dienst in Ned.-Ind.; P. W. H. van Oor schot, kol. der genie v. b. leger in Ned-Indie. Officier in de Orde van Oranje-Nassau. N. J. Ticdeman, «onsnl-generaal der Nederlanden te Genua; jhr. D. Rutgers van Rozenburg, secr. van den Hoogen Raad van AdelA. J. Flament, rijksarch. in Limburg; dr. A. Th. Moll, geneesh.-dir. van het krankz.gest. te Utrecht; Louis Couperus, letterkun dige; de kapt.-ter-zee J. J. de Bruyne; de kapt.- luit.-ter-zee J. C. Jeekel; de kapt-luit-tcr-zee I. van den Bosch; de luit.-ter-zee le kl. G. F. Tydeman; mr. R. J. C. Baron van Pallandt, burgem. van Rosen- daai (Geld); de luit.-kol.-kwartierm. L. E. Mulder; de kolonels J. C. van Schermbeek en jhr. A.W. van der Wijck, comm. van het 6e reg. inf, en van het 2e reg. huz.; de maj. H- A. H. Smeding, van het le reg. huz.; de maj. M. J. Telchuya, van den staf der art.; de maj. C. J. Polvliet, cerstaanw. ing. te 's Gravenhage; A. W. M. van dor Upwieh, dir. van het postk. te Amsterdam; J. J. Beyerman, chef van het goederenvervoer bij de Maatseb. tot Expl. van S.S. te Utrecht; T. C. J. Kroesen, gep. O.-I. hoofd ambt., voorz. dor alg. verpondings-comm. in N.-I.; dr. W. van LingeD, waarn. pred. teBandong; H. C. Soeters, pres. van de factory der Ned. Handelsm. te Batavia; G, B. Lowe, dir. off. van gez. le kl. bij het leger in Ned.-Indië. Ridder in de orde van Oranje-Nassau. Dr. A. W. baron Schimmelpenninck van der Oye, gezantsehapsr. te Londen; B. B. Haagsma, consul der Ned. te San Louis; J. M. A. Eckmann, consul der Ned. te KielP. van Aeker, consul der Ned. te Gent; A. E. P. Ledieu Dupasx, consul der Ned. te Rijsscl; C. G. Heiseke, consul der Ned. te Aseun- cion; J. B. Kramer, vice-consul der Ned. te Bergen F. C. H. A. CrulL vice-consul der Ned. teWismar; P. van Maurïk, vice-consul der Ned. te Stockholm; jbr. H. H. F. van Panhuys, vice-consul der Ned. te Frankfort a/M,S. Reynders Bisdom te Antwerpen; F. G. Mueller Beeck, consul van Duitschland te NagasakiJ. Barozzi raadsheer-bijzitter in het hof van appèl dcr Nederlanden te Constantinopeldr. Ph. Demecb, Ned. gedel. in den gezondheidsr. te AlexandriaA. Nierstrnsz, secr. van het coll. van reg. over de gev. te Maastricht; A. J. Abels, em.-predikant bij dc geref. gemeente te Zuidwol- de; G. de Nijs, deken cn pastoor te Oosterhout; E. Smulders, burgem. van OostelbeersTh. J. Waller, burgem. van Anna Polowna; M. Henriquez Pimentel, adviseur voor de levensvexz. bij het Dep. van binnenl. zaken; J. H. Everts, kap.-comm. der dd. schutterij te Zalt-BommelA. van der Voort Arm, leeraar aan de H. B. S. te Haarlem, secr. van den Volksbond „Vereeniging tegen drankmisbruik"; J. Straub, hoofd eener O. L. S. te 's-GravonhagcH, Bijievelt, dir. eoner bijz. kweekseh, voor onderwijzers en onder wijzeressen te Amsterdam; dr. J. H. Gyrath, ge neesheer te ValkenswaardM. J. Hengeveld G,Jz., districts-veearts te HaarlemW. J. Conturier, the saurier van wijlen H. K. H. de groothertogin van Saxen-Weimar-Eisenach; mej. Cornelie van Oosterzee, componiste te Berlijn; de luit. t. zue lekl. F. C. E. L. Koster, de luit. t. zee le kl. G. P. van Hecking- Colenbrander; do luit. t. zee Xe kl. M. W. L. Olivier; de luit. t. zee le kl. G. O. D. baron van Harden- broek; J. H. Roosmale Nepveu, rentm. der domeinen in het rentambt Breda mr. A. van Rijckevorsel, onder-voorz. d. Nederi. Heidemaatschappij tc Boxtel; de kapt. A. Breeman, comm. van het alg. depot van disciplineG. A. Buhlman van het reg. gren. eu jag. en B. IV. Mensing, dir. der mil. school; deleluit.- adj. W. C. Schoenstedt van het reg. gren. en jag.; de kapt. F. van Hasselt v. d. staf der art.; de off. v. gez. le kl. dr. B. Halbertsma; C. B. Schuurman, ing. le kl. v. d. Rijkswaterstaat te Dordrecht; J. Ouwenbroek, dir. van het ielegraafk. te Groningen; H. A. van Vassen, stat.chef bij de H. IJ. S. M. te Amsterdam; mr. E. de Ras, voorz. van het hoofdbest. der ver. tot bev. van tuin- en landb. in Limburg te Maastricht; I. B. M. van Beaouw, lid der firma G. van Bcsouw IBz. te Goirle; W. J. Bliidenstein, lid der firma Blijdeastein en Co., te Enschedé; H. E. Suyver, lid der firma H. en J.Snyver te Amsterdam; F. Smith, eerste-iuit der art. ged. bij de landm. in West-Indié; H- K. H. Wilkens, oud-transl. voor de Javaansche taal, lid van den residentier. te Soera- karta; A. L. Rh. Welter, arch, ter alg. secr. van N. 1.P. D. G.al„ waarn. dir. van 's lands gov. voor Eur. te Samarang; C. M. Herekenrath, adm. van de Deli Spoorwegmaatschappij te Hedan; Z.H. Kamer ling, voorz. dcr K. v. K. te Padang, dir. der Pa- dangsche handclm.G. C. F. W. Mundt. dir. der Cultuurmaatschappij „Parakan Salak" te Soekaboe- mi; jhr. W. D. van Nispen, landhuurder, tev. direc teur dcr Cultuurm. „Kebonrowo" te Soerakarta; dr. C. Maats, oogheelb. te ArnhemJ, J. A. Muller, kapitein der genie, met verl. in Europa, M. C. van Rouveroy van Nieuwaal. kap. d. genie in N.-I.: L. J. Hoogkamer, mil. paardenarts le kl. in N.-I.; J. J. D. Milder, le-luit. der art. directeur van de bus- kruitmolen tc N-gawi; P. A, H. Heidens, le-luit. der inf. in N.-I.; Eerc-medaille der orde van Oranje-Nassau. In goud. Mej. A. C. Manden, adj -dir. van het gem. zieken huis te 's-Gravenhagede lichtw. op Ameland, Jacob Visserde comm. van de scheepmakers bij 's Rijks werf te Amsterdam, H. J. van den BorgP. D. Beijer, opz. macb. bij de Ncderlandache C. S. M. te Utrecht; J. J. van der Linden, modelmaker le kl., bij den constructiewinkel te Soerabaja; J. P- Moor, adj.-onderoff. meester geweerm. le kl. in Nederiandseb- Indiede hoofdopz, van fortification C. R. van Ruij- ven; den adj.-onderoff. E. A. Limperg, adm. v. h. garnizoensnachtl.-mag. te Arnhem In zilver. J. J. van Keijzerswaard, adj.-onderoff. bij do d. d. schutt. to 's-HertogenbosehAtze Gramsma, adj.-on deroff. bij de d.d. schutt. te Leeuwarden; J. I. Mi- chon, adj.-onderoff bij het Korps Koninlijke scherp schutters te s'-GravenhageL. M. Verheijdt, concierge bij 'sRijks Museum te Amsterdam; K. de Boer, hoofdopz. bij de Rijks-Universiteits gebouwen te Leiden de oppersch. in het vaste korps onderof. der zeem. E. D. Zv, aande opperst, in dat korps H. J. J. Kress de serg.-maj-. schr. bij het korps mar. A. Wildeboet de ïoodsch. le kl. C. Duinker.Janz; de meesterkn. bij 's Rijks werf te Willemsoord J. Steinrathde comm. der ernstvuurwerkers te Hellevoetsluis A. C. van Kampen de onderkapelm. F. S. Ogier van het reg. gren. en jag., de adj.-onderoff. A. Steketee van het 3de, en L. W. Borstel van het 7de reg. inf., de staf-tromp, ad. onderoff.-tit. H. Kareis van het 1ste en de adj.- onderoff. J. C. Heynen van het 2e reg. huz.; de cond. der art. van dc le kl. tc Naarden L. van der Bureb; de serg.-maj. tit. C. de Koning, v. h le reg. vest.-art.; de adj.-onderoff. E. C. Lambert, van het korps pontonniers: de opper-schipp. le kl. H. G. Koster, van het korps torpedisten; de waehtm. G. Veldhuis, van de 4e div. Koninkl. Mar., de serg.- maj. vuurw. A. L, van der Endt, van de K. M. A.; do gep. oppervv. der cavalerieT. M. van Erp, oud-lid van het hoofdbest. der Vereeniging van gep- onderoff. en minderen van het Ned. leger W. Bakker Wzn., haventn. bij het Noordli. kanaal te Nieuwediep; O. A. Jansen, hoofdbrievenbest. te Maastricht; G. Wouters, lijnwachter der telegr. te Rotterdam; J. Tijnaut, hoofdcond. hij de S.S. te EmmerikJ. D. Botterop, verantw. machinist bij de H. IJ. S. M. te Deuticbem; J. Hartevelt, meester knecht bij de firma J. J. Krantz en Zonen te Leiden W. L. Mahae, gezagv. van den baggermolen aan het iaarine-etabl. te Soorabaija; H. C. Beck, adj. off. bij de mil. strafgev. P. J. Koemans te Tjimahi, Berg.-maj. Btafhoornbl. in Ned.-Indië. P. C. de Vos, cond. 1ste kl. adj.-onderoff-tit. in W.-I. G. J. Lintz, adj. onderoff.-port. bij het Kon. koloniaal mil. In validenhuis op Bronbeek; H. M. Schoonebeek,voorz. der Kon. vereeniging van Ned.-Indischc oudstrijders „Jo Maintiendrar' te Rotterdam. In brons. I. C, Oostdijk, hoofdagent van pol. te Maastricht H. Bodaan, hoofdag, van pol. 2de kl. te 's-Graven- hage; M. de Vries, brig.-tit. der Rijksveldw. te Groningen; de lichtw. te Goedereede J. Troost Jz.: do grenadier S. A. H. Heltzel, van het reg. gren. en jag., de korp.-tamb. J. P. A. Nuijten van het 3de, de korp.-kleerm. A. T. van Erp. van het 4de, de élève-muz. P. J. A. Smeels, van het 5de, en de serg. J. Lokotte, van het 6de reg. inf.de soldaat

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2