Ut Tirtorei aai let Miciipieer. 51*'" jaargang. Zondag 5 en Maandag 6 September 1897. N°. 9415. Eersfe Blacl Ons Volksonderwijs. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FETJILXjETOtST. UITGEVER: II. J. C. IIOELANTS. B? HaSE ü5 igwijMtggno' jaojfKEMESTSPBüS voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAUBOTKKSTE5.4AT Tclephooa Ufo. 123. Advertentieprijs: ran 15 gewone regels met inbe grip van eene Conrantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. i. Aan zijne vruchten kent men den boom, zegt het Hollandsche spreekwoord, en zoo zal men ook aan de resultaten den toestand kun nen kennen van ons volksonderwijs. Welnu, die resultaten zijn, ondanks alles wat er door overheid en particulieren voor de bevordering van dit hooge volksbelang in deze eeuw is gedaan, hoogst onbevredigend. En zoo oordeelen niet bedillers, die nooit tevreden zijn en vijf pooten aan een schaap zouden wenschen, neen, het is de Neder- landsche regeering zelve, die sedert jaar en dag zoo klaagt. Sla slechts de officieele onder wijsverslagen op, die volgens de grondwet jaarlijks door de regeering aan de Staten- Generaal moeten worden uitgebracht, telkens zult gij daarin over den toestand van het lager onderwijs diezelfde klacht kunnen lezen. sin den toestand van het. lager onderwijs is in het tijdvak, waarover dit verslag zich uit strekt, weder vooruitgang merkbaar. Uiteraard kan die vooruitgang niet zeer belangrijk toe schijnen, wanneer men den toestand, zooals die was in 1891, vergelijkt met dien van het vorige jaar. Anders wordt dit evenwel wanneer men alle veranderingen over meerdere jaren samenvatToch blijft nog veel te wenschen over. Het veelvuldig schoolverzuim, het te vroeg verlaten der school en het hier en daar nog bestaande gebrek aan lokalen zijn wel de hoofd oorzaken, dat niet overal bevredigende resul taten van het onderwijs verkregen werden. De berichten omtrent het schoolverzuim in 1891 luiden nog even ongunstig ah die in vorige jaren." Schoolverslag over 1891/92). sKunnen de uitkomsten van het onderwijs niet be*>Iist gunstig genoemd worden, het school verzuim en het te vroeg verlaten der school moeten als de hoofdoorzaken daarvan worden aangemerkt. Gebrek aan schoolruimte deed zich hier en daar nog gevoelen, hetgeen aan eene tijdige toelating der leerlingen in den weg stondin de groote steden, waar dit kwaad 't ergst was, is in 1892 met kracht voortge- arbeid om daaraan tegemoet te komen. Ook de hulp in de school liet nog te wenschen over de beschikbare onderwijskrachten schenen niet voldoende om in de behoefte te voorzien. Op het einde van 1892 waren er, ondanks alle moeite door vele gemeentebesturen in het werk Naar Balduin Molliiausen. 5) Hoofdstuk II. nPaiker", kwam het fluisterend en met blijkbaren tegenzin van Charitas'lippen zoodra zij den vieemde- ling gewaar werd. Dan overwoog ze in hoeverre hij getuige van hare ontmoeting met den jongen stuurman geweest kon zijn; doch Parker, een grof- heenige, gekromde gestalte met een geel gezicht, pikzwart haar en baard en een paar üchtgiauwe onvaste oogen, gunde haar niet lang om te over leggen. tGod zegene uwe oogen) Charitas!" riep hij uit, «want wanneer ik ooit vreugde aan je beleefd heb, dan is het wei in dat oogenblik geweest, waarin je dien onbeschaaraden knaap zoo hebt af gewezen, dat hij voor den eersten tijd wel ver geten za! terug te komen." Charitas wist thans genoeg. Zij streek met een tip van haar voorschot over hare oogen, en terwijl zij op uitdagende wijze haar lip optrok, schreed zij kaarsrecht op den koopman toe. «Je hebt mij dus beluisterd?" vroeg zij verwijtend, terwijl zij hare hand aarzelend in die van den koopman legde. «God zegene je oogen, kind, ja dat deed ik", bevestigde hij lachend, en schuw trachtte hij dan de op hem gerichte ernstige blikken te ontwijken, »bij God, dat heb ik gedaan, en het scheelde weinig gesteld, nog onderscheidene plaatsen te ver vullen." (Schoolverslag over 1892/93). «De uitkomsten van het lager onderwijs waren niet overal dermate als de toestand van dat onderwijs had doen verwachten. De voor naamste oorzaken hiervan waren gemis van belangstelling van vele ouders; het schoolver zuim, dat wel eenigszins beperkt werd, doch nog steeds van grooten omvang wasliet te vroeg verlaten der school en de bestaande schaarschte van onderwijzend personeel, waar door vacatures langer onvervuld bleven dan wenschelijk wasde niet te ruime bezoldiging van het personeel, vooral 'ten platten lande, en de daaruit voortvloeiende vele mutatién onder dat personeel. Gebrek aan schoolruimte deed zich, vooral in de groote steden, in meer dere of mindere mate nog gevoelen, hoewel kan worden getuigd, dat in 1893 er veel werd gedaan om dit euvel te bestrijden". School verslag over 1883/94). »In den toestand van het lager onderwijs is weinig verandering gekomen; bepaald gun stig kan die toestand niet worden genoemd. De uitkomsten l* i het lager onderwijs toch lieten, vooral tc. platten lande, over het alge meen nog veel te wenschen over. De voor naamste oorzaken daarvan waren dezelfde als die, welke de min gunstige uitkomsten in 1893 ten gevolge hadden en in het vorige verslag zijn medegedeeld, namelijkschoolverzuim, net te vroeg verlaten van de school, schaarschte van onderwijzend personeel, waardoor vacatures te lang onvervuld bleven, en de niet te ruime bezoldiging van het onderwijzend personeel, vooral ten platten lande, waaruit vele mutatiën onder dat personeel voortvloeiden. In de steden bestonden die oorzaken niet, of althans niet in die mate als ten platten lande, zoodat de resultaten van het onderwijs daar over het algemeen gunstiger waren. Vooral in de groote steden had men evenwel nog te kampen met gebrek aan schoolruimte, hoewel ook in 1894 wederom veel is gedaan om hierin te voorzien." (Schoolverslag over 1894 95.) «Wijzigingen van veel beteekenis in den toestand van het lager onderwijs kwamen in 1895 niet voor. Wel kan op eenigen voor uitgang gewezen woiden: er werden nieuwe schoollokalen gesticht, andere werden vernieuw of verbeterd, hier en daar werd het personeel voltalliger of werden bejaarde, minder krach tige onderwijzers door jeugdige, energieke krachten vervangenook werd. op enkele plaatsen flinker tegen het schoolverzuim opge treden, doch wat de resultaten van liet onderwijs betreft, valt er tussclien de jaren 1894 en 1895 niet veel verschil op te merken. De voornaamste oorzaken der min gunstige uitkomsten van het onderwijs waren hoofd zakelijk als die in de vorige jaren en in de of ik zou dien veiloopen bedelknaap den schedel hebben ingeslagen, toen je hem al zelf ontliep en mijn tusschenkomst overbodig maakte." «Ik bob je beschei raing niet noodig," antwoordde Charitas hooghartig, zen wel het minst tegenover een man als Frank, die precies weet hoe ver hij kan gaan." »Nu, nu, ik dacht maar zoo," antwoordde Parker, liet jonge meisje naar de bank geleidend en naast haar plaats nemend, «juist, kind, en dat is ook de reden, waarom ik mij verborgen heb gehouden. «Een gevaarlijke schurk, die Frank," en vijandig flikkerden de kleine grijze oogen onder de samen getrokken zware wenkbrauwen. «Hij wil den liandeldrijvenden Parker uit je hart verdringen, niet waar? Vervloekt! geen woord ging mij verloren! Maar je hebt hem goed te woord gestaan God zegene je oogen." sik heb hem volstrekt niet hard te woord ge staan", viel Charitas hartstochtelijk in, «want hij had er recht op mij te vragen of ik zijne vrouw zou willen woiden; en als ik hem afgeslagen heb, dan gebeurde dat alleen hierom, omdat ik in geen geval iemands vrouw en slavin zou willen wor den." «Goed geantwoord, kind, God zegene je lief hart," ging de koopman op zijne gewone kruipende wijze voort, «van geen man de slavin, maar de vrouw van den handelaar Parker ja, ja, dat begreep ik toen je hem dat alles hebt gezegd, toen hij van die zijden doeken en van die ringen spiak. Ha, ha, zuiver goud, kind, want wat jou toebehoort, behoort ook mij toe en omgekeerd, aldus is al sedert jaren tusschen mij en je oom af gesproken, en nu is de tijd gekomen, dat we ein delijk eens ernst maken. God zegene je oogen ik ga den handel er aan geven en dan koop ik mij hier vlak bij een stuk land, en dan zet ik verslagen over die jaren medegedeeld, namelijk te weinig belangstelling van vele ouders in het onderwijs hunner kinderen, blijkbaar uit bet schoolverzuim en het te vroeg verlaten der school, schaarschte van onderwijzend personeel waardoor vacatures te lang onvervuld bleven vooral ten platten lande, waar de te geringe bezoldiging de aanvulling van het personeel of de vervulling der opengevallen plaatsen boven dien nog bemoeilijkte. In de steden, waar men reeds lang met gebrek aan schoolruimte hatl te kampen, is door de gemeentebesturen veel gedaan om daarin te gernopt te komen. Het onderwijs in de steden en de resultaten daar van mogen dan ook over het geheel bevredigend genoemd worden." (Schoolverslag over i895/96, het laatste dat 't licht gezien heeft en 30 December II. bij de Kamer werd ingezonden.) De laatste zinsnede is de eenige, waarin van «bevredigende" resultaten sprake is, maar voor 't overige worden in deze bloemlezing, die ge makkelijk nog ware uit te breiden geweest met bedroevende eentonigheid de klachten her haald over de ongunstige uitkomsten van het lager onderwijs. En waaraan het zoo al hapert, 't blijft «ook van jaar tot jaar ongeveer het zelfde wel vermindert van lieverlede het ge brek aan schoolruimte, al is ook in de groote steden de toestand ten deze nog volstrekt niet zoo gunstig als de regeering in het laatste verslag dien voorstelt maar het school verzuim, het gebrek aan onderwijzend perso neel en hunne veelal onvoldoende bezoldiging zijn en blijven de hoofdoorzaken der ongunstige resultaten van het volksonderwijs. Zoo deelt bet laatste schoolverslag mede, dat er op 1 Juli 1895 aan de openbare lagere scholen ontbraken 439 onderwijzers, terwijl het tekort aan de bijzondere scholen naar verhouding veel grooter isimmers het bij art. 24 der wet ook voor gesubsidieerde bijzondere scholen voor geschreven minimum onderwijzers behoort Zoo b. v. blijkt uit de desbetreffende tabel, opge- noman in het Verslag der Comm. v. Toezicht op bet Lag. Ond. tc Rotterdam over 18t)G, dat m de be schikbare schoolruimte op 31 December van dat jaar plaats ontbrak voor 815 leerlingen, die voor een deel wel ter school gingen, omdat zij opgenomen waren boven bet voor de school aangenomen maximum leerlingen, maar waarvan toch verreweg dc meesten geen plaats konden vinden. Alleen in een officieel verslag kan zulk een toestand „bevredigend" ge noemd worden; in 't dagelijksch leven zou men dien zonder overdrijving onvoldoende kunnen heeten. Te Amsterdam en vooral te 's-Gravcnhagc is, gelijk bekend, de toestand niet beter; men denkc slechts, wat de residentie betreft, aan de noodsckolen in de avonduren, waartoe het gemeentebestuur zijn toe vlucht wilde nemen. een boerderij op, zooals ar geen een mooier is in het geheele woud." «Om door je invloed mijn oom nog ongelukkiger te maken dan hij al is vroeg Charitas driftig, sof geloof je, dat het mijn aandacht is ontgaan, dat je hem heimelijk van dat vloeibare vergif voorziet, om hem gunstig tegenover je te stemmen Wie echter zich van zulke middelen bedient om zich bj de raenschen in te dringen, die kan het allerminst op mijn vriendschappelijke gezindheid aanspraak maken, om er nog niet eens over te spreken zij bleef steken, een vlammende gloed bedekte haar gelaat en hare donkere wenkbrauwen samentrekkend, keek zij somber naar de plaats waar eeist voor weinige minuten Frank van baar afscheid had genomen. «God zegene, je oogen, Charitas," begon do koopman weer vleiend, «wanneer ik den goeden luim van je oom van tijd tot tijd dooreen fleschje wat opwek, dan is dat al evenmin een misdaad als wanneer ik je zelf een zijden halsdoek omknoopte of je een gouden ring aan de vinger stak. En als alles maar eens eerst in orde is gekomen, dan ben ik de man er wel naar om don oude die slechte gewoonte wel af te leeren. Verduiveld, meisje, wat bij zich zeldzaam herhalende bezoeken goed is, past niet voor het dagelijksche verkeer. Ha, haliaGod zegene je oogen lief, als ik je heb, zou het mij toch toch slecht uitkomen je eiken morgen met een nieuwe halsdoek te verrassen." sik heb nooit het minste van je verlangd," antwoordde Charitas, terwijl zij baar toornig fonkelen den blik vast op den koopman gericht hield, sen had ik kunnen vermoeden, wat ge met zulke ge schenken voorhad, ik zou ze nimmer hebben aan genomen. Maar ik hield je voor een vriend van mijn oom en ik was een kind; maar nu is het uit." »Dat zullen we nog eens zien, mompelde Parker eerst bereikt te zijn op 1 Januari '1899, en reeds tweemalen zijn, ingevolge het gebrek aan bevoegd personeel, de cijfers waarmede het in de school aanwezige personeel tot dien datum geleidelijk moest opklimmendoor de regeering verlaagd. Bij dat artikel 24 is o. a. bepaalddat bet hoofd der school door 1 onderwijzer moet worden bijgestaan, «zoodra het aantal schoolgaande kinderen meer dan veertig bedraagt"; weiuu, up 1 Januari 1896 waren er niet minder nog dan 114 hoof den van openbare scholen, die zonder bjjstand van onderwijzers in scholen met meer dan 40 leerlingen werkzaam waren. Ja zelfs waren er, terwijl de wet voor 91 leerlingen den bijstand van 2 onderwijzers vordert, onder die scholen 3 met eene bevolking tusschen 90 en 100, en C met eerie bevolking van meer dan 100 leer lingen 1 Er is zeker geen groot voorstellings vermogen toe noodig om zich een denkbeeld te vormen van de uitkomsten van het onderwijs, door één man aan zoovele kinderen van ver schillenden leeftijd en ontwikkeling gegeven. Het is moeilijk te ontkennen, dat het gebrek aan onderwijzend personeel verband houdt met de vaak te geringe bezoldiging, vooral ten platten lande, waarover in de sehoolverslagen geregeld geklaagd wordt en waardoor mutatiën en langdurige vacatures worden in de hand gewerkt. Immers, waar de zekerheid ontbreekt dat de akte van bevoegdheid een voldoend be staan voor den bezitter oplevert, daar zullen velen voor de betrekkelijk moeilijke studie ter verkrijging van die akte terugdeinzen, terwijl door de geringe bezoldiging dikwijls goede krachten voor de school verloren gaan, die in een anderen werkkring een beter beloonden arbeid vinden. Deze oorzaak van de onvoldoende uitkomsten van ons volksonderwijs is gemakke lijk weg te nemen, omdat zij onvermijdelijk voortvloeit uit het wettelijk voorschrift, hetwelk voor het geheele land als minimum-bezoldiging vaststelt f400 voor den onderwijzer en f700, met vrije woning of vergoeding wegens gemis daarvan, voor het hoofd der school. De regoc- ring is niet verantwoord met van jaar tot jaar het feit te constateeren, dat door zoovele ge meentebesturen de jaarwedden voor het onder wijzend personeel te laag gesteld zijn, maar is verplicht deze oorzaak van de min gunstige uitkomsten \an het onderwijs weg te nemen, dat immers volgens de grondwet het voorwerp nijdig, terwij! hij snel op zijn pak toeliep en hot op het grasveld begon open te maken, «bracht ik je vroeger een zijden doekje, vandaag is het een kleed van het fijnste Schotsch blauw en rood, zooals het past bij je blond haar en je blauwe oogen God zegene je hart, Charitas een waar bruidskleed." «Doe je pak maar niet los!" viel Charitas heftig in, en met vastbesloten houding ti ad zij op den koopman toe, «want ik zweer je, ook nog geen snipper neem ik aan zonder te betalen. Het schijnt dat je meent door je geschenken een soort recht op mij gekregen te hebben, en dat wil ik je eens int ja hoofd praten". Parker, de beide tippen van het omhulsel van het pak in zijn handen nemend, zag verwonderd naar het jonge meisje. Een eigenaardige uitdrukking van ingehouden woede en wild bewustzijn van dc zege lag er op zijn geel gelaat. «Neen, Charitas," sprak hij langzaam, als woog hij zijne woorden precies af, sda geschenken gaven ma geen recht op je, maar omdat ik door de toe stemming van je oom aanspraak op je kreeg, had ik die ook niet noodig." «Dus meen je werkelijk dat iemand me zou kunnen dwingen je viouw te worden," zeide zij met klitnmenden hartstocht; «doch opdat je daar- omtient niet langer in twijfel bent," voegde zij er van toorn bevend bij, terwij! zij naar huis ijlde en met een kistje terugkeerde, dat ze naast het pak op den grond zette «hier zijn je ringen en doeken teiug, niets mankeert er aan; neem alles maar weer mee en beproef je geluk bij anderen. Want ik hei haal, wat je ook met mijn oom moogt hebben afgesproken, dat ik mijn eigen vrijen wil heb en dat ik dien tot mijn laatsie adem tocht za! bewaren." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1