N°. 9421. Be Tirtoren aai let MiÉipaeer. 51 jaargang. Zondag 12 en Maandag 13 September 1897. Eerste Blad Ons Volksonderwijs. FETjrr ;r bton. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J.'ITrÖELANTS. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso.02 BUREAU: BOTERSTRAAT 70, Telephoon No. 123. Advertentiefiujs van 15 gewone regels met inbe grip van ecno Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. li. )>Ten aanr.ien van het schoolverzuim kan hier slechts herhaald, hetgeen reeds zoo dikwijls in vorige verslagen werd opgemerkt. Hoewel daar mede (de gewone middelen tot bestrijding van het schoolverzuim) ook in 1895 hier en daar, voornamelijk in steden, bevredigende uitkom sten werden verkregen, is opnieuw gebleken, dat die middelen over het algemeen weinig tegen het schoolverzuim vermogen; de over het schoolverzuim ontvangen berichten luiden al even ongunstig als in vorige jaren. Het aantal gemeenten waar verbodsbepalingen tegen het arbeiden van kinderen beneden de twaalf jaren bestonden, verminderde met drie (143 tegen 140 in 1894). Aan de bestaande verbods bepalingen werd meestal niet of onvoldoende de hand gehouden." Zoo schreef de regeering in het jongste School- verslag, en niemand voorzeker zal 't bemoedi gend noemen, dat ondanks de «bevredigende uitkomsten» met de bestrijding van het school verzuim in enkele steden verkregen, toch »de over het schoolverzuim ontvangen berichten al even ongunstig als in vorige jaren" bleven luiden. Dat gemeentelijke verbodsbepalingen met be trekking tot den veldarbeid van kinderen be neden 12 jaar, weinig of niets baten, is zeker niets nieuws en trouwens verklaarbaarde ge meentelijke wetgever is vaak zelf belanghebben de of vreest voor zich zelf de gevolgen van den veelal impopulairen maatregel, en als 't daarmee al ernst is, dan werkt het verbod slechts binnen de gemeentelijke grenzen. Neen, er is slechts één doeltreffend middel om deze belangrijkste oorzaak van de onbevredigende uitkomsten van ons volks onderwijs weg te nemen en dit middel is de invoering van den wettelijken leerplicht. "Wie twijfelen mocht aan de noodzakelijkheid om tot dezen uitersten maatregel over te gaan, kan, indien hij geheel vreemdeling mocht wezen in de schoolwereld, ook uit de officieele school- verslagen reeds voldoende bewijzen putten voor de rechtvaardigheid der van jaar tot jaar herhaalde klacht, dat wat het schoolverzuim en het te vroeg verlaten der school betreft, de toestand voortdurend hoogst bedroevend blijft. Daarbij hebben wij niet zoozeer op 'toog de jaarlijks in 't verslag opgenomen statistiek Naar Balduin Móllhausen. 11) HOOFDSTUK IV. De kapitein van de Koningin van het Westen had goed voorspeld. Den tweeden dag na deze geheimzinnige, nachtelijke samenkomst ontlastte zich een van het Oosten komend onwedar, een sterk afgekoelde atmospheer achter zich latend als ook een loodkleurige hemel, die in zulke hoeveelheden regen deed nederdalen, als moest het in maanden niet ophouden. Daarbij begon het uit het Oosten te waaien, zoodat de opgezweepte golven van het Michiganrneer zich aardig begonnen te verheffen en het vlakke strand tot aan den steilen oever be dekten met schuim en hun spatten we! twintig voet naar boven deden spuiten. Desniettegenstaande had de Koningin van het Westen met volle lading haar ankerplaats verlaten en bei was een genot om te zien hoe zij onder Fiank's krachtige handen tegen de golven opstoom- de en eerst daar waar de zeeen met een zekere regelmatigheid begonnen te loopen, naar bet Noorden koers zette. Om den vuurtoren dezelfde regendezelfde scherpe blies. Het was een dag, ais geschapen om bij een volia bokaal de geheeie wereld te vergeten der kinderen tan G tot 12 jaar, die op don 'ln Januari van het het jaar, waarover het verslag loopt, geen school- noch huisonderwijs genoten, omdat dit cijfer geen juiste voorstel ling geeft van het zoogenaamde absolute schoolverzuim, d. w. z. van het aantal kinderen dat in Nederland van alle onderwijs verstoken blijft. Daaronder toch zijn o. a. ook begrepen die op 1 Januari wei voor de school aangemeld of ingeschreven, maar nog niet geplaatst waren, dus allicht in den loop van het jaar plaatsing zullen vinden; die, niet ingeschreven of aan gemeld, de bewaarschool nog bezoekendie naar bet oordeel der ouders te weinig ontwikkeld of nog te jong zijn; die reeds een school voor middelbaar of ho iger onderwijs bezoekendie opgenomen zijn in gestichten voor doofstommen, blinden, spraakgebrekkigen of idiotendie de school vóór het 12e jaar reeds hebben ver laten, enz. enz. al welke categorien natuur lijk van het totaal-cijfer der kinderen tusschen 6 en 12 jaar, die op een bepaald tijdstip niet ter school gaan, zouden moeten worden afge trokken, wilde men zich een beeld vormen van het absolute schoolverzuim in Nederland. En dan nog zou het cijfer, dat men op die wijze zou krijgen, van het aantal kinderen dat zon der eenig onderwijs opgroeit, geen zuivere voorstelling geven, omdat er nog tal van oor zaken van tijdelijken aard zijn, waarom juist op 1 Januari zeker aantal kinderen op de school- lijsten niet voorkomen. Zoo geeft de tabel in het jongste school ver slag als op 1 Januari 189G school- noch huis onderwijs genietend aan 6054G kinderen tusschen G en 12 jaar, of ongeveer 9 pCt. van het ge heeie aantal kinderen in die jaren (643018). Trekt men daarvan de bovengenoemde, in de tabel afzonderlijk genoemde categorieën af, dan zou men tot een cijfer van 31554 kin deren tusschen 6 en 12 jaar komen, die in 't geheel geen onderwijs genieten. Ofschoon niemand het juiste cijfer weet, kan men toch veilig zeggen dat dit cijfer ongetwijfeld veel te hoog is. Met grooter juistheid waarschijnlijk is het absolute schoolverzuim bij benadering te bepalen, als men tot grondslag neemt het aantal li-jarige kinderen, die in alle gemeenten te zamen opgegeven werden als nooit lager onder wijs te hebben genotenop 1 Januari 1896 bedroeg dit 626 en, onderstellende dat dit cijfer tamelijk constant is, dan komt men tot 375G kinderen tusschen 6 en 12 jaar die geheel zonder onderwijs opgroeien. en langzamerhand te verzinken in een droomiooze bedwelming. Zoo luidde ten minste het oordeel van den ouden Cartridge, toen Charitas alle moeite deed om zijn zucht naar sterken drank tot een bepaalde maat te beperken. Hoe heviger het woei en hoe dichter de regen nederviel, des te droger werd zijn verhemelte en des te moeilijker kon hij zich be wegen, maar ook des te onomwondener sprak hij tot Charitas' heimelijken angst zijn verdriet over Pedlar's woordbreuk uit, welken hij thans reeds bijna een week vergeefs wachtte. Onaangenaam werd des namiddags zijne stemming toen een bode binnentrad en hem tegelijk met een verzegelde flesch eer. brief van Pedlar overhan digde in dezen verontschuldigde hij tot Charitas' bevreemding zijn niet komen, tevens belovende den volgenden dag tot het regelen van een tus schen hen aanhangige qnaestïe tot hein te zuilen overkomen. Ondanks de hem gedane uitnoodiging wenschte de bode den nacht met over te blijven. Nauwelijks echter had hij zich verwijderd of Cartridge vloog den torentrap op naar boven en ontkurkte de flesch, terwijl hij zich nederzette in een leuning stoel. Charitas, in hare bezorgdlioid voor een onder houd van Pedlar met haren oom, waagde het niet zich er tegen te verzetten. Toen zij echter een uur later weder bij hem binnentrad, vond zij den ouden sergeant van het vierde in een toestand van bewusteloosheid, gelijk zij zich niet herinnerde, dat hij daarin ooit in die mate had verkeerd. Tieurig en met klimmende woede tegen Pedlar, dien ze als den boozen geest van haren oom be- Bchouwde, nam zij uit de slappe handen van den Ten einde niet te worden misverstaan, her halen wij dat dit cijfer niet juist is, maar dat het ver boneden de waarheid zou zijn, gelooven wij niet. En nu is het zeer zeker bedroevend, dat er zoovele jonge burgers in onwetendheid zouden opgroeien, maar dit cijfer zou toch alleen de invoering van wettelijken leerplicht niet rechtvaardigen, te minder daar zeer velen daarvan toch niet door eene wet op den leer plicht bereikt zouden kunnen worden, zooals b.v. een deel der schipperskinderen, kinderen van kermisreizigers en andere zwervers, enz. Een ontegenzeglijk veel grooter kwaad is het zoogenaamde schoolverzuim, d. i. het on geregeld bezoeken en het te vroeg verlaten der school. Omtrent het eerste bestaat er geen algemeene statistiek voor het gelieele rijk, maar toch is er van den omvang van dit euvel wel zooveel bekend, dat men ziende blind zou moeten wezen, wilde men het bestaan van het kwaad loochenen. In verreweg de meeste scholen wor den de absentielijsten geregeld bijgehouden, terwijl daarvan in vele gemeenten en in enkele arrondissementen jaarlijks een tabel wordt opge maakt, zoadat men daar van den toestand volkomen op de hoogte is. Het behoefde voor zeker weinig moeite te kosten om van al die tabellen één verzamelstaat te maken en in cijfers vast te stellen, hoe groot het school verzuim arrondissements- en provincies-ge wijze is. Maar die cijfers, zelfs met de grootste zorg verzameld, zouden van het kwaad, hetwelk door hel schoolverzuim wordt aangericht, toch nog geen juiste voorstelling geven. Indien men b.v. voor eene gemeente of voor een school komt tot een schoolverzuim van 5 pet. per jaar, dan zal ieder dit een betrekkelijk zeer gunstige verhouding noemen en toch is 't mo gelijk, ja in de meeste gevallen zeer waarschijn lijk, dat in die gemeente of in die school toch de uitkomsten van het onderwijs zeer onbevre digend zijn, zoo namelijk dat schoolverzuim, wat meestentijds 't geval is, bijna geheel wordt aan getroffen in de hoogste klassen, die gedurende weken achtereen voor een deel worden ontvolkt. Komen nu de verzuimers terug, dan kunnen zij niet meer mee met de leerlingen die trouw ter school gekomen zijn, zoodat ook dezen weer achteruit moeten en gewoonlijk nog verder dan het punt. waarop de klasse gekomen was, toen de vvinterklanten begonnen weg te blijven, omdat door dezen tengevolge van hun langdurig ver zuim veel van het vroeger geleerde weder ver geten werd. Zoo werkt het betrekkelijk school- ouden man de ledige fleschtreurig en toch weder met roerende zorgzaamheid schikte zij de gereed liggende kussens om hem heendan trad zij naar buiten op den omgang. De regen was opgehouden, maar nog altijd om sluierden voortjagende wolkenmassa's den hemel. Het woud ruischte, terwijl krachtige windstooton de van regen druipende boomtoppen heen en weder schudden en zware droppels naar beneden vielen. Scherp floot de wind om den koepel van den toren alles werd echter overstemd door het doffe, onop houdelijke geloei waarmede de golven in zware branding tegen het strand aamolden. Angstig, als uit iiet middenpunt der aarde drong een somber gedreun naar boven, ais het knagen van vijandige machten aan de fundamenten van den toien. Over Charitas' gemoed kwam een somber en dreigend voorgevoelbang zweefden hare blikken over het Michiganrneer, dat op zijn duistere oppervlakte de sombere kleuren van den looden hemel weerkaat ste, en' uit de verre verte de inet witte schuim- kammen getooide golven deed aanrollen om ze dan te verpletteren. Onwillekeurig hield zich hare fantasie bezig met Frank. Zij zag hem voor zich met gebroken levens moed uit zijne houding, uit zijn neergeslagen blikken sprak een bittere afstand van de hoop op alle levensgeluk. En in haar macht was het geweest hem van geluk te doen jubelen in plaats hiervan had zij hem met harde woorden terug- gestootenniet eens had zij hem met zachte en vriendelijke woorden van zich laten gaan. Ernstig en bewegingloos keek zij naar builen naar de wild bewogen watervlakte en zij liet de storm vrij door hare iokken spelen. Reeds dikwijls verzuim niet slechts muleelig voor de verzuimden zei ven, maar ook voor het onderwijs van alle leerlingen, en is liet daardoor de hoofdoorzaak der van jaar tot jaar herhaalde officieele klacht, dat het lager onderwijs in 't algemeen slechts onbevredigende resultaten oplevert. Tot die uitspraak rechtvaardigt ook de statis tick, welke sedert 1892 in de officieele scliool- verslagen is opgenomen van het aantal kinderen, die de school verlaten, zonder het leerplan ge heel te hebben afgeloopen en zonder verder onderwijs te genieten. Het onderwijs, dat de gewone lagere school op den leeftijd van G tot 12 jaren kan geven, is als voorbereiding tot het leven in onze hedendaagsche maatschappij, alléén niet voldoendehet geleerde moet wor den onderhouden en aangevuld, er moet op den in de lagere school gelegden grondslag noodzakelijk worden voortgebouwd, zal het doel der staatszorg voor het volksonderwijs worden bereikt, de vorming van eene natie van ont wikkelde en voor don maatschappelijken arbeid met de vereischte kennis toegeruste burgers. En als men nu in het jongste schoolvcrslag ziet, dat, op ceue gemiddelde schoolbevolking van G23.550 leerlingen in liet jaar 1895, 50.316 de school verlieten zonder alle klassen te heb ben doorloopen (in vorige jaren was de ver houding volstrekt niet gunstigerdat het herhaüngsondcrvvijs in 't algemeen weinig be langstelling vindt, zoowel bij de gemeentebe sturen als bij de onderwijzers: dat eerst in de laatste jaren eenige zorg der regeering voor het handworks- en landbouwonderwijs voor de vroegere verwaarloozing dezer onmisbare hulp middelen ter bevordering der intellectueele en practische ontwikkeling des volks heeft plaats gemaakt, dan moet het voor ieder duidelijk wezen, dat wij in Nederland nog zeer ver verwijderd zijn van het doel der staatszorg voor het volksonderwijs. Wettelijke leerplicht, »ook voor voortgezet of herhalingsondervvijs", zooals op het urgentie program der Liberale Unie terecht daarbij ge voegd werd, is natuurlijk geen universeel ge neesmiddel, maar he' is 't begin, waardoor de grondslag moet worden gelegd, waarop kan worden voortgebouwd. Zoolang de uitkomsten van het gewoon lager onderwijs, dat voor lederen burger in onze maatschappij onontbeerlijk is, onbevredigd blijven, zoolang ontbreekt liet fun dament voor eeno algemeene volksontwikkeling. Daarom mag met de invoering van wettelijken leerplicht niet worden gedraald, en wij hebben bij zwaar weder had zij van haren hoogen wacht toren af do Koningin van het Westen bespied, hoe deze door zekere hand gestuurd moedig haren weg door de brandende golven vervolgde, reeds dikwijls zonder dat er eenige gedachte aan gevaar bij haar was opgekomen. Nadat haar echter door Frank zeiven het be richt over de onbetrouwbaarheid van het slechte vaartuig was gebracht, wilde de angst niet meer van haar wijken. Vergeefs herhaalde zij bij zich zelve, dat de jonge stuurman haar niet nader stond dan ieder ander stervelingvergeefsch trachtte zij zich zelve te overreden, dat de Koningin van het Westen op t een veilig oord het bedaren van den storm zou afwachten. Zij kende Fiank voldoende om te weten dat bij, vooral m de stemming waarin hij van haar gescheiden was, nooit ter wille van een storm door overdreven voorzichtigheid gebrek aan zelfvertrouwen van zich zou doen koesteren. Steeds weder zweefden hare blikken naar de door de ïegenvlagen bijna uitgewischte lijn van den bonzon. Nergens ontdekte zij een zeil, nergens de zwarte rookpluim van een stoomschip. Dan zag zij weder bezorgd naar den hemel, die een ondoor dringbaar zwarte nacht aankondigde. Er was iets in de gansche natuur, dat den mensch ais het ware vijandig was. Plotseling schrikte de helle klank van de klok, die tot waarschuwingsteeken tusschen het woon huis en den toren diende haar uit hare sombere overpeinzingen op. Onbemerkt door haar was de schemering ingevallen en eer cr een half uur ver- loopen was, kwam de nacht donkerzwart door den duisteren hemel, Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 5