UIT I) K PÏÏlï S.
BUITENLAND.
Uit de Staatscourant.
Kunst en Wetenschap.
Gemengd Nieuws.
Zij is een devote volgelinge der orthodoxe
Russische Kerk. Gewoonlijk wordt voor haar
de dienst gehouden in een kleine Russische
kapel; inaar op grootc feestdagen bezoekt zij
de Russische kerk in de hoofdstad.
De Koning woont daarentegen steeds den
Luthqpsehen dienst in de koninklijke kapel bij.
De hofkapelaans zijn Duitsehers,
De prinsen en prinsessen zijn allen opge
voed in het Grieksdi-Katlmlïoke geloof.
Even verschillend is bet ook gesteld met de
talen die de leden dei koninküjkefamiliespreken.
De Koningin spi e 'kt niet vloeiend Deen.sch.
evenmin als de Konir g Russisch. Beiden spreken
evenwel gemakkelijk Duitseh, Fransch en En
gelse!).
In het gezin van den Kroonprins wordt
gewoonlijk Engelseh gesproken. Is de geheelc
vorstelijke familie bijeen, dan worden aan tafel
du gesprekken in bet Grickscb gevoerd; maar
bij andere gelegenheden meest in het Engelseh
ot Duitseh.
Gelukkig is de sympathie der Koningin voor
al wat Russisch is, niet overgegaan op haar
zoons.
Niet alleen beseffen zij het groote gevaar
dat Griekenland bedreigt door de vorderingen
van Rusland in het Oosten, maar zij voelen
ook volstrekt geen sympathie voor de politieke
ideeën en de staatsinrichting van liet Czarcnrijk.
Dit is vooral het geval met den Kroonprins,
die in de laatste jaren sterk geneigd is ten
gunste van Engeland en Engelsehe instellingen.
Dat koningin Olga een kiaehtige, trouwe,
eerlijke vrouw is, ligt op haar gelaat te lezen,
en blijkt ten overvloede uit haar werkdadig®
belangstelling in alle goede werken van liefda
digheid.
Maar ook spreekt dit uit de kinderen, die zij
ter wereld bracht, en wier opvoeding zij leidde.
Zes zijn er nog in leven: Konslantijn, hertog
van Sparta, lroon«opvolger, geboren in 18(18;
George, geboren in 1869; Nieolaas, geboren
in 1872; Marie, geboren in'1876; Andreas, ge
boren in 1882; Chrhtophel, geboren in 1888.
Nieolaas, de lieveling der gelieele familie,
is een gentleman en Engelseh in al zijn doen
en laten. De hartelijke flinke George is het
meest gezien bij bet volk, Ilij is sterk, vast
beraden, weinig geschikt voor fijne onderschei
ding, hartelijk en democratisch in zijn manieren,
en een geboren zeeman.
Geheel anders is zijn oudere broeder Kon-
stantijn, die langzaam in z'jn besluit, bedaard
en nadenkend van aard is. De Grieken houden
hem wel eens voor dom; maar zijn consciën-
tieuse bedachtzaamheid alleen brengt dien in
druk teweeg. In werkelijkheid is hij ernstig en
vast in zijn besluit. Heeft hij eerinaal een
plan opgevat, dan voert hij het ook flink en
handig uit.
Zoo is het succes der Olympische spelen in
1896 voor een groot deel te danken niet alleen
aan zijn persoonlijken invloed, maar ook aan
zijn talent tot organisatie en directie.
Zijn houding in den laatsten oorlog is zeer
verschillend gecommenteerdmaar wellicht
zullen de gedenkschriften, die hij zelf eens
aan die batige dagen zal wijden, de oplossing
geven voor het vele, wat thans nog weinig
begrijpelijk is.
Ér zijn dingen, waarover het nageslacht beter
en onpartijdiger kan oordcelen dan de tijd
genoot.
VRSJ-ANTI-REVOLUTION'N.\mF.N
De Standaardmelding makende van de
bekende vergadering te Utrecht, door ons in
een onzer vorige nummers medegedeeld, zegt
daar over
Met belangstelling namen ook wij konnis van
het feit, dat jongstleden Maandag, in een bijeen
komst van even twintig hoeren, te Onecht een
niomve politieke partij is opgericht.
Uit de Tweede Kamer waren op die vergadering
tegenwoordig «n werkten tot doze daad mede de
hoeren Van Bylandt, Van Dedem, Lobman en Van
Limburg Stiium.
Over den naam, dien deze partij zal voeron, ge
schiedde nog geen modedeebng, maar wel vernam
men, dat zij met een door haarzelve gesteld pro
gram zal optreden.
Dit laatste is correct.
Een partij die nieuw optieedt, han niet hot Pro
gram van eene anders partij als het nare procla-
meeren doch juist hiermee is de scheiding dan ook
voldongen.
Nog bij de stembus van velleden Juni dorsten
we de hoep koesteren, dat het tot zulk een schei
ding niet zon gekomen zijn cn we kunnen niet
andeis ooideolem, of het Centra»!-Comité en de
Deptitatenveigadoiing hadden breed en vast de buig
gelegd, waarover men elkaar had kunnen terug
vinden.
Zelfs meenen we ons te herinneren, dat zij, die
nu scheiden, zich destijds in zeer gunstigen zin
over ons Program van Actie hadden uitgelaten,
en erkenden, dat ook in het schrijven aan de Kies-
vereenigingeu juist gesproken was.
Iets waarop gewezen dient te worden, omdat in
allerlei courantenberichten de voorstelling is ge-
gegeven, alsof het motief voor deze scheiding en
nieuwe partijforuiatie uitfeluitend te zoeken ware
in ongezindheid, om genoegen te nemen met de
leiding van Dr. Kuyper.
Overmits nu deze leiding, voorzoovee! men daar
van spreken wil, in gemeld Program van Actie en
het dit Program begeleidend schrijven, geformu
leerd was, zou het schijnbaar tegenstiijdige, dat
hierin ligt, alleen verklaard kunnen worden uit
zekeren persoonlijken invloed, door Dr. Kuyper bij
de stembus uitgeoefend.
Nu staat het echter vast, en is bewijsbaar, dut
aan de overzijde evenzeer erkend is, hoe ook die
persoonlijke invloed van Dr. K. in saambindende
on verzoenende richting heeft gewei kt.
Bedoeld couranten beiicbt maakt uit dien hoofde
den induik van min juist te zijn geweest.
Iets wat wo te bever onderstellen, omdat liet loch
moeilijk is aan te nemen, dat, in wolk land ook,
oen politieke jiartij /nu optreden, die Irinr reien
van bestaan eeutglijk bezat in antipathie tegen
eemg potsoon.
Vei der schijnt liet besluit, om een eiivn jirogiam
op to stellen, dan ook aan te duiden, dat bot meer
tegon do door De. Kuyper hale leu en verdedigde
beginselen is, dat men andere beginselen wonscht
over to stellen.
En is deze laatste opvatting de waie, dan durven
we vertrouwen,dat de beiderzijds beleden beginselen
bij allo tegenstelling, toch nok vernunlschap ge
noeg zullen blijken te bezitten, om bij vooikomende
gp'egonbei 1 tot Ie leiattevo samenwerking te kunnen
leiden.
Op die wijs zou dan allo wortel dor bitterheid
zijn uitgerukt, do wederzijlUrhe verhouding elk
pijnlijk karakter vei liezen, en niet zelden toch liet
saam afgaan op eenzelldo duel mogelijk blijken.
Algemeen overElclit.
Schiedam, 9 October '97.
De aanstaande zitting van den Rijksdag geeft
reeds, nog voor het parlement is bijeen ge
komen, rijke stof tot besprekingen in de ver
schillende Duitsehe bladen.
Met name is dit het geval met de plannen
tot uitbreiding der marine van den Staatssecre
taris Yon Tirpitz.
Quasi officieel zegt de Ilannoversche rCourïer
thans, dat de staatssecretaris van marine er
niet aan denkt bij den Rijksdag een septen-
naat aan te vragen, zooals reeds voor het leger
is toegestaan, nl. een som, waarover de regee-
ring in een tijdsverloop van 7 jaren mag be
schikken, zonder telken jaro een begrooting te
behoeven in te dienen.
De heer Vort Tirpitz denkt er dus niet aan,
het beheer van zijn departement op die wijze,
onalhankelijk van de Volksvertegenwoordiging,
te voeren.
Maar dat hij daaraan niet denkt, vindt niet
zijn oorzaak in den eeibied, dien de staats
secretaris koestert voor het constitutioneel bur
gerrecht van den Rijksdag. Och neen, het
geschiedt doodeenvoudig uit opportuniteit.
Hij ontveinst zich volstrekt niet, dat een
heslist échec, te wachten zou zijn, wanneer bij
den Rijksdag, die toch al niet gunstig gestemd
is voor uitgaven ten behoeve der marine, een
zevenjarig budget werd aangevraagd.
De regeering ziet dus van bet septennaat af,
en hoopt door die concessie den Rijksdag in
die mate te vermurwen, dat het aan te vragen
crediet van 60 millioen er ongedeerd doorge
haald kan werden.
Inderdaad is admiraal Tirpitz veel beschei
dener in zijn eischen dan zijn voorganger
Hollman. Toch heeft men er blijkbaar een hard
hoofd inimmers, de ofiicieuse bladen verkla
ren met nadruk, dat dit bedrag nu heusch het
allerminste is, waarmede de Keizer genoegen
kan nemen, en dat de gevolgen van een wei
gering door den Rijksdag zeer ernstig zouden
kunnen zijn.
De regeering ondervindt bovendien eenige
aanmoediging bij den ouden »mopperaar" van
Friedrichsruhe.
Vorst Bismarck moet zich n.l. tegenover den
correspondent van de Schlcsische Zcitung vrij
gunstig hebben uitgelaten over uitbreiding der
marine.
Wel blijft hij een tegenstander van een te
exclusivistische marine-politiek, maar hij geeft
toe, dat de laatste gebeurtenissen bewezen
hebben, dat de Duitsehe marine te klein is,
en dat in ieder geval verouderde schepen be
lmoren vervangen te worden.
De correspondent der Times te Weenen
deelt aan zijn blad eenige zeer piquante bij-
zonderbeden mede over het testament van den
voorganger van graaf MurawielT als minister
van buitenlandsche zaken, vorst Lobanoiï.
De overleden staatsman zou n.l. in zijn na
gelaten papieren Engeland en Duitschland heb
ben aangewezen als de mogendheden, die
Rusland het meeste aanleiding kunnen geven
tot bezorgdheid.
De vorst is van meening, dat Rusland zoo
veel mogelijk de voltooiing van zijn spoorwegnet
moet bespoedigen.
Zoodra de spoorwegen in Azië zijn gelegd,
moet een beslissende slag in Indië worden
geslagen.
Een gelukkige veldtocht in dit deel van het
Britsehe rijk zou het begin van Engeland's
ondergang beteekenen.
Bovendien achtte Lobanoff een verbond met
Frankrijk zeer gesvenscht, om Rusland te vrij
waren voor een aanval van Duitschland."
Deze mededeelingen van den cox-respondent
der Times winnen aan geloofwaardigheid omdat
hij tegelijk er op aandringt, dat Engeland het
eens moet zien te worden met Rnsland ovex
de punten van geschil in Azië.
Maar blijkt inderdaad de overleden staats
man zich aldus te hebben uitgesproken, dan
wordt eenerzijds daardoor de beteekenis van
het Fransch-Russisch verbond duidelijk, maar
valt anderzijds een eigenaardig licht op den voort-
varenden ijver van Rusland om T'erzië in zijn
geheele lengte het genot der moderne bescha
ving, met narne van den spoorweg, deelachtig
te doen worden.
Het schijnt, dat de betoogingen tereerevan
generaal Weyler te Havana, dien bescheiden
veldheer niet onverwacht zijn gekomen.
Men houdt het er n.l. algemeen voor, dat
die betoogingen door den generaal zelf zijn op
touw gezet, en dat de betoogers kooplieden
zijndie nogal eens wat leveren aan de
troepen te velde.
Het mocht niet baten. Gisteren heeft de
ministerraad tot zijn terugroeping besloten, en
waarschijnlijk is heden het koninklijk besluit
geteekend, dat maai'schalk Blanco in zijn plaats
Uit gouverneur van Cuba benoemt.
Wat de koloniën aan Spanje kosten, blijkt
uit een interessante statistiek, die de minister
van koloniën publiceert.
Van November 1893 tot Mei 1897, in ander
half jaar dus, zijn in het geheel 181,738 sol
daten, 6261 officieren, 40 generaals, 212,542
geweren, 320,406 Ko. kruit, 92,088,666 patro
nen, 16,712 sabels, 91 kanonnen, 12 snelvuur
kanonnen en 20,500 granaten naar Cuba
gezonden.
Naar de Philippijnen gingen in het geheel
27,766 minderen, 891 officieren, 9 generaals,
43,600 geweren, 24 kanonnen, 21900 Ko. kruit,
21,920,585 patronen en 30,604 granaten.
Wat de regeering zal antwoorden op de nota
van den Amerikaanschen gezant, is nog niet
met zekerheid bekend.
De Heraldo meent, dat in het antwoord
der Spaansche regeering opgemerkt wordt, dat
wanneer de Vereenigde Staten door den oorlog
op Cuba schade lijden, de opstand aan den
anderen kant door steun uit de Vereenigde
Staten kunnen handhaven.
De Spaansche regeering vertrouwt, dat de
nieuwe koloniale politiek van Spanje een ver
anderde houding der Vereenigde Staten mede
zal brengen.
Weinig beautwoorden aan dat vertrouwen
de berichten uit New-York.
Er zou nl. groote bedrijvigheid heersellen in
de arsenalen der Vereenigde Staten, terwijl de
minister van marine een crediet van l'/s mil
lioen dollar bij het Congres zal aanvragen ter
uitbreiding en vei-betering van het materiaal
der marine.
In marine-kringen is men evenwel overtuigd,
dat de Vereenigde Staten geen agressieve rol
kunnen spelen.
Generaal Sancheu Mira, die generaal Azcarx-a-
gua had uitgedaagd en daarom kamerarrest
had gekregen, is van zijn straf ontheven.
De Grieksehe regeering zal geen directe
onderdandelingen aanknoopen over een ieening,
die Griekenland in staat stelt de oorlogsschat
ting te betalen
De regeering aclit het van meer belang,
allereerst de quaestie der controle en de schik
king met de oude schuldeischers tot een goed
einde te brengen.
Zijn die twee zaken geregeld, dan komt de
leening vanzelfwant men wanhoopt er niet
aan, dat de mogendheden gezamenlijk die lee
ning zullen waarborgen.
Op dit oogenblik vinden alleen besprekingen
plaats met sir Edgar Vincent, den directeur der
Ottomaansclie Bank, die te Athene vertoeft.
Sir Edgar verklaai-de den minister van finan
ciën Streit, dat geen enkel voorstel kon worden
gedaan, voordat de internationale finaneieele
commissie x-apport had uitgebracht.
Bovendien mei-kte hij op, dat de Porte finan-
cieelen steun behoeft, en dat de ontruiming
van Thessalië voor een groot deel afhangt van
haar vertrouwen in het betalen der oorlogs
schatting.
Wat den inwendigen toestand van Grieken
land betieft, zijn zoowel Delyannis als Ralli
thans geheel in miscrediet.
Delyannis acht men voor goed dood als
politiek persoon. Alle personen zeggen de
Atheensche bladen die bij de laatste crisis
door den Koning werden geraadpleegd, waren
van meening, dat de terugkeer van Delyannis
aan het bewind voor Griekenland de ernstigste
gevolgen zou hebben.
Ook Ralli wordt door velen zijner aanhangers
verlaten, en de Asti, het door de regeeidng
gepubliceerde Wetboek besprekende, verwijt
hem, dat er geen gehooi- is gegeven aan den
raad van Hanotaux, den Franscixen minister
van buitenlandsche zaken, die de Grieksehe
regeering had aanbevolen zich te verstaan met
de oude schuldeischers om Duitschland te ont
wapenen.
Daarentegen neemt de meerderheid van het
nieuwe ministerie steeds toe.
De Sultan heeft intusschen zijn ininistex-s be
volen, nogmaals een nota te i-ichten tot de mo
gendheden, om aan te dringen op een spoedige
regeling van den toestand van Kreta.
Wat vaderlijke bezorgdheid
Gemengde Mededeelingen.
Na zijn bezoek aan Darmstadt gaat de
Koning van Siam naar Parijs om de reeds
begonnen besprekingen met president Faure
en minister Hanotaux ten einde te brengen.
Turksche censuur!
De Porte heeft beslag doen leggen op de
nummers van de Indépendance Beige en van
de Standard, waarin bericht werd, dat de
gezondheidstoestand van den Sultan slecht was.
Naar uit Lagos wordt bericht is een Fransche
expeditie van 500 soldaten met 2000 dragers
vertrokken naar Portonovo (Dahomey) rnet
bestemming naar Nikki en het achterland
van Lagos.
Het Engelsehe ministerie van koloniën heeft
degelijke stappen gedaan om te beletten, dat
door de Franschen inbreuk gemaakt zou wor-
den op Britsch territorium het heeft de in
boorlingen van Lagos en Cauves gedwongen
tot deelneming aan eene expeditie.
Volgens berichten uit Kaapstad is Cecil
Rhodes ex-nstig ziek, en is dr. Jameson van
plan zich candidaat te stellen voor het Knapsche
parlement.
Hij verklaax-t een voorstander te zijn van
een Zuid-Afrikaansehen Statenbond.
Generaal Lockhort heeft aan de Afridi's en
Orakzai's in Tirah bekend gemaakt, dat de
expeditie zal voortrukken wegens het schenden
van de bij verdrag vastgestelde ovei*eenkoinst.
Men wil te Tokio weten, dat de Koning
van Korea den keizerstitel heeft aangenomen.
Volgens een door den Braziliaanschen gezant
te Londen van zijn regeering ontvangen tele
gram is de dweeper Conseilhei-o, die den opstand
in Brazilië leidde, bij de inneming van Canudos
gesneuveld.
Gedurende den geheelen veldtocht zijn 3000
officieren en soldaten gedood, gewond of ver
minkt.
Met de Bmziliaansche financiën is het zeer
slecht gesteld. Er zou een deficit van 5 a 6
millioen p. st. zijn.
Hij Kon flesluit is benoemd tot directeur van liet
post- en telegraafkantoor te Barneveld, J. E. A. Post
Uiterweer, thans dir. van liet postk. aldaar.
In het begin van het volgende jaar zal te Delft
een nieuw dagblad verschijnen, dat, zoo men ver
luidt, onder leiding zal staan van den heer J. C.
van Marken Jr. te Hof van Delft.
Er schijnt nu toch weer iets leven te komen in het
verlangen om een Sweclinck-monument te stichten.
Het Kotterdamsche sub-comité heeft te Rotterdam
en Schiedam waar geen sub-comité is inteeken-
culaires rond doen gaan.
Geen moord.
De aangehouden knaap W. A. Claris, giste
ren van Overschie vreder naar het politiebureau
in de Lange Toreus'raat gebracht, bekende
eindelijk in den laten Avond, dat zijn geheele
muonhei haal een verzin., ri was. Als beweeg
reden gaf hij op, dat hij zijn naam bekend en
berucht wilde maken, evenals de moordenaar
Müller.
Het is nu maar te hopen, dat dit beste
ventje zoo gestraft woidt, dat dergelijke kuren
uit zijn hoofd gaan. Wegens h"t doen van
valsche aangifte ontloopt bij den strafrechter
niet.
Moord ie Botterdam.
In zake den dubbelen moord, gep'eegd in de
Schoterboschstraat te Rotterdam door G. C. F.
Muller, is de instructie geopend door den rech-
ter-coinmisaris mr. Telingen. Acht getuigen zijn
gedagvaard.
Schipbreuk.
Meu meldt ons van Texel
Gisteren ontmoette de Texelsche blazerschuit
T. X. 152, schipper C. Duinker, 4 uren uit
den wal, Z.Z.O. van den vuurtoren van Eier-
land, de Belgische stoomtrawler O. JE. 204,
met de noodvlag op. Terstond zeilde schipper
Duinker er heen en vernam, dat wegens het
breken der machine den bodem van het vaar
tuig zoo lek was geslagen, dat men het niet
kon bijhouden met de pompen.
Er stond toen drie voet water in het schip.
Duinker bleef zoolang op zijde, lot het vaartuig
op 't punt van zinken was, nam toen de 10
opvarenden aan boord en zeilde snel weg. Toen
verdween eerst het achterschip van den stoom
trawler onder water, waarbij de voorsteven
eenige voeten uit de zee werd opgeheven.
Daarna verdween de trawler geheel onder de
zeeoppervlakte.
Schipper Duinker verzorgde de gereddenzoo
goed hy kon en bracht hen den volgenden
nacht te Nieuwediep binnen.
Zonder zijn hulp zou 't er met de Belgische
visschers slecht hebben uitgezien, omdat ze
geen ander reddingsmiddel tot hun beschikking
hadden, dan een zeer lekke roeiboot.
(N. B. Ct.)
Ben kloek man
De 70-jarige schipper van de reddingboot op
West-Terschelling, Willem van Keulen, her
denkt 12 dezer-den dag waarop hij voor 25 jaar
in zijn betrekking werd aangesteld. Zesmaal
heeft hij in dien tijd met de reddingboot de
ter dood gedoemde equipages gered; zevenmaal
deed hij dat met zijn eigen vaartuig, als de red
dingboot het wrak uiet kon naderen; vijftien
maal deed hij vergeefsche tochten met die boot
en tweemaal weigerde de bemanning het schip
te verlaten, schoon men ze later van de zeezijde
moest redden.
Meer dan 60 menscheu heeft hij helpen be
houden. De Duitsehe regeering vereerde hem