51s<e jaargang.
r
Woensdag 13 October 1897.
N°. 9447.
FEUILLETON.
RAMUNTCHO.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
uitgever": h7j7c. roelants.
LOTIISO
IS ationale M1 i 1 ie.
Kennisgeving.
13)
MEMORIE TIN ANTWOORD
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
n omliggende plaatsen, p. kwart. 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers.o.02
BUREAU: BOTERSTRA IT ?0, Telephone ~So. 123.
Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe
grip van cene Courant. f 0.52
Iedere gewone rege) meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
t
VOOR DC
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
geven bij deze kennis, dat de LOTING der in het
loopend jaar voor de lichting der Rationale Militie
wor 1898 ingeschrevenen in deze gemeente, door den
heer Commissaris der Koningin in deze Provincie, bij
besluit van 18 September 1897, A, no. 2138 (2de
Afd.) Prov. Blad no. 58, is bepaald op
Zaterdag cn Maandag, den 23slen en
25sten October 1897,
telkens des voormiddags ten IO'/j ure.
De belanghebbenden woi den mitsdien opgeroepen om
op gemelde dagen te vei schijnen in het gebouw de
St. Joris Dode, aan het Doeleplein alhier, alwaar de
loting zal worden gehouden, en wel:
voor de lotelingen wier geslachtsn imen beginnen
met een der letteis A tot en met K, op ZATERDAG
23 OCTOBER, en
voor de lotelingen wier geslachtsnamen beginnen
met een der letters L tot en met Z, op MAANDAG
25 OCTOBER 1897.
Geduiende vijf dagen, te rekenen van den dag
waarop de loting heeft plaats gehad, kunnen tegen de
wijze, waarop zij is geschied, bij Gedeputeerde Staten
dezer Provincie bezwaren worden ingebracht door be
langhebbende lotelingen, of door hun vader of voogd,
bij verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend
door hem die de bezwaren inbrengt; welk verzoek
schrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester
dezer gemeente.
Voorts wordt ter kennis van de lotelingen gebracht,
dat op Zaterdag 20 en Maandag 22 November 1897,
telkens des voormiddags van 10 tot 12 ure, ten raad-
huize der gemeente, zitting zal worden gehouden tot
het opmaken van de getuigschriften, bedoeld bij alinea
2 en 3 van art. 53 der wet betrekkelijk de Nationale
Militie van 19 Augustus 1SGI {staatsblad na. 72), en
wel tot het opmaken van de getuigschriften ter beko
ming van vrijstelling wegens broederdienst op eerst-
gemelden dag en voor het opmaken van die ter beko
ming van vrijstelling als eenige wettige zoon op laatstge-
melden dag.
De betrokken lotelingen zullen tot dat einde moeten
verschijnen met twee ter goeder naam en faam staande
meerderjarige ingezetenen dezer gemeente, die de ver-
eisclite getuigenis kunnen afleggen en liet aldaar op
te rnaken getuigschrift kunnen onderteekenen.
Tevens worden de lotelingen er uitdrukkelijk op
gewezen, dat het. opgeven van de redenen van vrij
stelling bij gelegenheid der loting aan den Militie-Com
missaris, en het indienen \an de noodige bewijs
stukken aan den Burgemeester of ter secretarie, met
voldoende is om zich de vrijstelling te verzekeien, waai-
op zij meunen aanspraak te kunnen maken, maar
dat hun belang medebrengt om bovendien de vrijstel
ling te vragen in de eerste zitting van den militieraad,
die zitting zal houden in de maand December a.s
op een nader bekend te maken dag.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 12den October 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG,
De secretaris
VERNÈDE.
Roman door
Pierre Loti,
lid der «Académie Franjjaise",
liaar glimlach verdween bij deze woorden van
haar gelaat, en afgetrokken staarde zij met dien
blik rond, dien Rarountcho reeds zoo dikwijls had
opgemerkt. Strak keek zij voor zich, hoewel daar
niets was dan de kale weg zonder wandelaars, dan
de hoornen zonder bladeren, en dan de reusachtige
overhangende berg; maar men zou gezegd hebban,
dat Gracieuse bekoord was door het droefgeestige
van het tafereel, door dingen, die de oogen van
Ramuntcho niet opmerkten.
En terwijl beiden bleven stilzwijgen, begon de
angelus Ie kleppen, en wierp als 't ware nog meer
vrede over dit rustige dorp, dat door de winter
zon werd verwarmd.
Vervolgens, toen het klokgelui ophield, dat in
de Baskische dorpen het leven onderbreekt, gelijk
in het Oosten het gezang der Muzelmannen, zeide
Uamuntcho
Het jaagt mij vrees aan, Gracieuse, je altijd in
haar gezelschap te zien. Ik vraag mijzelven dikwijls
af, welke gedachten er toch in je hoofd omgaan.
Flare zwarte oogen op hem vestigende, antwoordde
zij met zacht verwijt:
van Burgemeester en Wethouders op
het verslag van het onderzoek
der gemeente-begr ooting voor
1898 in de afdeelingen uit
den gemeenteraad.
UITGAVEN.
Hoofdstuk I.
Afdeeüng I.
Volgn. 64. Jaarwedden van de bouwkundi
gen en van de opzichters der gebouwen, der
wegen en dergelijke.
Aangenaam is het ons in het verslag van liet
onderzoek vermeld te zien, dat ons voorste! om
de jaarwedde van den Directeur der gemeente
werken te verhoogen, in alle afdeeüng met
algemeene stemmen is aangenomen. Wij zouden
de jaarwedde van dien ambtenaar wenschen
vast te stellen op een aanvangstractement van
f2500.met opklimming, bij gebleken be
kwaamheid en geschiktheid, tot f3000.
Ten aanzien van den tegenwoordigen titularis,
wiens werkzaamheden, sedert zijne in funclie-
treding, aanzienlijk vermeel derd zijn, door het
ontwerpen van de plannen tot uitbreiding der
gemeente, en die zich met ijver en bekwaam
heid van zijn taak kwijt, ligt het iu onze be
doeling diens jaarwedde, aan te vangen met
1898, jaarlijks met f 100.te verhoogen, tot
dat deze het maximum van f 3000.zal hebben
bereikt.
Een daartoe strekkend voorstel zullen wy den
Raad indienen.
In de instructie van dien ambtenaar zouden
wij de bepaling wenschen te zien opgenomen,
dat het hem verboden is particulier werk te
verrichten, tenzij ons college van oordeel is, dat
de aard van eenig werk medebrengt, dat de
gemeente er direct of indirect belang bij heeft
dat dit onder zijn leiding en toezicht wordt
uitgevoerd.
Een voorstel om de instructie in dien zin te
wijzigen, hopen we u weidia aan te bieden.
Volgn. 65. Jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden der gemeente-secretaiie.
Met genoegen hebben we er kennis van ge
nomen, dat ons voorstel, om de jaarwedde van
den commies van afd. A, met flOO. te ver
hoogen, in alle afdeelingen met algemeene stem
men is aangenomen.
Volgn. 73. Jaarweddeo van de sluiswachters,
bruggenophalers en dergelijke.
Het gegeven antwoord door den Voorzitter
der 2de afdeeüng, op de hier tot lietn gerichte
vraag omtrent te verleenen hulp aan den brug-
en sluiswachter bij de Varkenssluis, wordt door
ons bevestigd.
Afdeeling II.
Volgn. Slbis. Het verheugt ons dat ons
voorstel om eeu post: «kosten van inrichting
en onderhoud van het gemeente-archief" in te
lasschen en voor dien post f500.uit te
trekken, in alle afdeelingen eenstemmig aange
nomen is.
En jij spreekt aldus tot mij, na hetgeen wij
Zondagavond samen hebban afgepraatIndien ik
je kwam te verliezen, ja dan, misschien stellig
zelfs maar tct zoolang, neen wees maar
gerust, Ramuntcho.
Lang staarde hij baar aan en langzamerhand
kwam het heerlijke vertrouwen in hom terug en
bij eindigde met haar kinderlijk toe te lachen en
te zeggen vergeef mij ik zeg dikwijls zulke
dwaasheden, weet je.
Ja, dat schijnt zoo.
Toen hoorde men hun lach weerklinken met de
blijheid der jeugd, totdat Ramuntcho plotseling en
met bevalligheid, die hem eigen was zijn baret
afnam en zonder eenig ander afscheid vertrok,
omdat bij Dolores in da verte zag aankomen.
Hoofdstuk VIII.
Middernacht, een zwarte winternacht, met veel
regen en wind.
Aan don oever van de Bidassoa, te raidden van
ren woesten chaos, schrijden mannen voort roet
kisten op hunne schouders, tot aan hun heupen
in het water loopend, en weipan hun last in een
duistere holte, die een schip moet zijn, een ver
dacht schip, zonder lantaarn, vastgemeerd aan den
kant.
liet is de troep van Itchoua, die thans baar
fortuin op de rivier beproeft. Men had, geheel
gekleed eenige oogenblikken geslapen, in bet huis
van een heler van hun smokkelwaren, die dicht bij
de rivier woondeop het gewenschte uur had
Itchoua, die steeds slechts met een oog gesloten
slaapt, zijne mannen opgeroepen vervolgens was
Vindt het denkbeeld hetwelk bij ons bestaat,
en dat we binnen koit in een voorstel hopen
te belichamen, om het oude gymnasiumgebouw
gedeeltelijk voor «Archief' te bestemmen, bij
u een even gunstig onthaal, dan zal spoedig
een aanvang worden gemaakt met het in orde
brengen van liet oude archief en vleien we ons,
dat de gemeente zicli binnen enkele jaren zal
kunnen verheugen in het bezit van een archief,
hater waardig.
Hoofdstuk II.
Volgn. 100, Onderhoud van wandelplaatsen
en plantsoenen.
Wij verklaren ons gaarne bereid bij de Hol-
landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij pogingen
in het weik te stellen om haar te bewegen het
hier bedoelde tuintje eenige verfraaiing te doen
ondeigaan.
Ook zullen we trachten verbetering te doen
brengen in den toestand van de sloot langs de
Spoorstraat.
Volgn. '103. Onderhoud van havens, vaarten,
kaaimuren, sluizen en andere waterwerken.
Voorstellen betreffende den reinigingsdienst
zullen u spoedig bereiken.
Met betrekking tot het uitdiepen der Scliie
wenschen we ons van het doen van eenig
voorstel te onthouden, totdat wij van heeren
Gedeputeerde Staten bericht zullen hebben
ontvangen op ons tot hun College gerichte
vraag, of zij bereid zijn hunne medewerking te
verleenen, genoemd werk voor rekening der
provincie te doen uitvoeren.
In verband hiermede moeten we in ieder
geval ontraden voor dit werk reeds nu een
post op de begrooting uit te trekken,
Volgn. 404. Kosten der waterverrersching.
Zooals den Raad bekend zal zijn, werd ten
aanzien van het geamendeerde plan-Beijerman
tot waterverversching dezer gemeente (zie pag.
15 van het gedrukt verslag van de raadszitting
van 3 Januari 1893) in diezelfde raadszitting
(zie pag. 10) de volgende motie aangenomen
»De Raad, van oordeel, dat de uitvoering
«van liet plan, heden in hoofdtrekken aange-
«geven door de Commissie, krachtens art. 57
«der gemeentewet op den 26sten Febr. 1891
«benoemd, een belangrijke, zoo geen afdoende
«verbetering van het water in de binnenstad
«ten gevolge zal hebben en de draagkracht der
«gemeente niet zal te boven gaan, zelfs niet
«al is een stel keerdeuren noodzakelijk;
«draagt aan genoemde Commissie op te onder-
«handelen met de autoriteiten en met de heem-
«raadschappen en zoo spoedig mogelijk aan den
«Raad bepaalde ontwerp-overeenkomsten met
«bestek en kosten-begiooting in te dienen, blij-
veude de gemeente-architect als deskundige
«ter beschikking van de commissie."
De ouderhandelingen door de Commissie ge
voerd hebben niet tot den gewenschten uitslag
geleid.
Wij verwijzen daartoe naar het gedrukt rap
port dier Commissie ingediend in de raadszitting
van 5 September 1893 (Zie t. a. p. bladz. 47,
48, 55, 56 en 58).
men met versnelden pas in de duisternis verdwenen
onder een stortvloed, die hun onderneming gunstig
was.
En thans op weg, aan de riemen, naar de
Spaansche grens, waarvan do wachtvuren reeds
uit de verte zichtbaar zijn. ilet is noodweer de
mannon zijn doornat en de wind blaast om hunne
ooren. Toch, dank zij de sterkte hunner armen
gaat het in de duisternis snel voort tot dat eens
klaps in de duisternis voor hunne oogen iets op
rijst, ais een monster, dat over het water glijdende
zich voortbeweegt. Een lastig geval
Het is het vaaituig van de grenswachters op de
gewone ronde. In haast moet men nu van richting
veranderen en aldus een kostbaren tijd gebruiken,
terwijl men zich reeds veriaat heeft.
Eindelijk gelukt het hun zonder letsel de Spaansche
grens te naderen, te midden van groote visschers-
schuiten. Het is een moeieltjk oogenblik. Gelukkig
blijft de regen hun trouwe bondgenoot, die in
stroomen blijft nedervallen.
In hun bark nedergehurkt, zonder een woord
te spreken, slaan zij zoo krachtig mogelijk hunne
riemen in het water, en langzaam naderen zij do
plaats, waar het groote gevaar geweken is.
Thans liggen zij vlak naast een van de groote
schuiten, diebt bij den wal. Dit is de overeenge
komen plaats, waar hun kameraden uit het andere
land hun kisten moeten in ontvangst nemen om
ze naar de plaats te brengen, waar het geheelde
goed geborgen wordt. Er is echter niemand. Waar
zijn zij 7 De eerste oogenblikken blijven zij met ge
spannen oor spiedend rondkijken, hunna oogen
staan wijd open, hunne ooren zijn gestrekt, zij
Mocht de Raad wenschen, dat door ons Col
lege worde beproefd, wat de genoemde Com
missie destijds niet is mogen gelukken, dan
vei klaren we ons reeds nu bereid pogingen
daartoe in het werk te stellen.
Volgn. 108. Kosten van aanleg en onder
hond der algemeene begraafplaats.
Op de begraafplaats is een wachtlokaal dat
aan alle redelijke eischen voldoet.
De meening, dat zulk een lokaal niet zou
bestaan, berust blijkbaar op eene vergissing.
Hoofdstuk V.
Volgn. 12 Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting,
Op de vraag of bij de raming van dezen post
gerekend is op het verlichten van de grootere
straten, die daarvan thans nog verstoken zijn,
geven wij een bevestigend antwoord. Jaarlijks
wordt het aantal lantaarns uitgebreid. Het thans
genoemde getal van 540 stuks, bedraagt 14
meer dan dat, hetwelk voor 1897 werd begroot.
Hooidstuk VIL
Niet te ontkennen valt het, dat, zooals bij dit
Hoofdstuk (onderwijs) werd opgemerkt, menige
school hinder ondervindt van het geraas van
voorbij rijdende wagens.
Wij zullen overwegen op welke wijze het
ongerief is weg te nemen of aan bet bezwaar
althans eenigszins is tegemoet te komen, zonder
te groote financieele offers van de gemeente te
eischen.
Het nemen van eene proef met houtbestra
ting moeten we ontraden, daar deze soort van
bestrating zeer kostbaar is.
Volgn. 443. Kosten van schoolboeken en
sehoolbehoeften.
Het denkbeeld om dezen post met een klein
bedrag te verhoogen, om de leerlingen die
gratis tot de Burger-avondschool worden toe
gelaten, ook gratis de noodige leermiddelen te
verstrekken, heeft bij de meerderheid van on3
College sterke bestrijding gevonden.
Mag die meerderheid niet nalaten te wijzen
op het feit, dat sedert het bestaan dier school,
hetwelk van het jaar 1869 dateert, dit jaar
voor het eerst aanvragen zijn ingekomen om
de benoodigde leermiddelen gratis van de ge
meente te mogen ontvangen, waaruit gereedeiijk
valt af te leiden, dat óf de aanschaffing dier
leermiddelen niet zeer kostbaar is, óf onver
mogende ouders zich langs anderen weg, b. v.
door hulp van particulieren, die middelen tot
dusverre voor hunr.e kinderen hebben weten
aan te schaffen, diezelfde meerderheid in ons
College meent ook niet te mogen verzwijgen,
dat indien aan den hier uitgesproken wensch
werd gevolg gegeven, de billijkheid zou mede
brengen, dat ook aan hen, die giatis de Hoogere
Burgerschool en liet Gymnasium bezoeken, de
benoodigde leermiddelen voor rekening der ge
meente worden verstrekt.
Om de belangrijke kosten die hierdoor van
de gemeente zouden worden geëischt, moeten
we ons tegen het denkbeeld verklaren.
waken onder het nederruischen van den regen. Maar
waar zijn ze dan, hunne makkers uit Spanje 7 Zon
der twijfel is men te iaat gekomen wegens die
vervloekte ronde, die hun geheele plan in wanorde
heeft gebracht, en tneenende dat ditmaal de kans
verkeken is, zijn zij van plan terug to keeren.
Minuten gaan nog voorbij onder dezelfde bewe
gelijkheid, onder dezelfde stilte. Rondom ziet men
de groote, logge barken, als cadavers van dieren,
die op het water drijven en verder duistere
massa's, die aan den oever liggen. Zonder een
beweging te maken of een woord uit te sprekon,
wachten zij daar. Men zou wanen, dat het de
bootslieden van een spookschip waren aan de
landingsplaats van een doode stad.
Langzamerhand ontspannen zich hunne zenuwen,
en groote uitputting en slaap overvalt hen zij
zouden daar geslapen hebben zelfs onder het val
len van den regen, indien de plaats niet zoo ge
vaarlijk was geweest.
Toen hield Itchoua raad met zijn beide oudste
gezellen en men besloot een vermetele poging te
wagen. Omdat de anderen niet komen, moeten
wij maar beproeven bun de waren in huis te
brengenbet is we! gewaagd, maar een ander
middel blijft niet over.
Jij zeide Itchoua tot Ramuntcho, op zijne ge
wone wijze, die geen tegenspraak toeliet, zult de
baik bewaken, omdat je nog nooit den weg, dien
wij nu moeten gaan, te voren hebt betreden je
moet de schuit vlak tegen den wal leggen, maar
met een touw, dat je zoo kunt losgooien, opdat we on-
middellijk kunnen afvaren wanneer wij terugkomen.
Wordt vervolgd.)