ramüntchoT" 51"" jaargang. Woensdag 20 October 1897. N°. 9453. uitgever" h. j. c. roelants. FEUILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. BUITENLAND. Abo.vnkkkntspiujs roar Schiedam, per kwartaal f 0.90 r omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso,02 BUREAU: IKOTERSTRAAT ÏO, Telephoon Wo. 123. Advertentieprijs: van I6 gewone regels met inbe grip van cene Conrantf 0.62 Iedere gewone regel meer- oTo Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overzicht, Schiedam, 19 October '97. De algemeene verkiezingen in Frankrijk zijn aanstaande. Wie het niet wist, behoeft slecht» een blik te slaan in de Fransche bladen. Geen dag gaat voorbij, of Mijnheer Zoo, oud-minister, spreekt te A.Mijnheei deputete X., eDZ. Nu eens spreekt de minister Barthou hier, dan weder oreert Méline daar of steekt presi dent Faure in hoogsteigen persoon een speech af op een hem aangeboden gastmaal. Ditmaal sprak de oud-minister Léon Bour geois aan het hem ter eere gehouden banket der repubükeinsehe vereeniging te Chalons- sur-Marne, waar 500 personen, waaronder 40 afgevaardigden en senatoren, aanzaten. De groote man der radicalen hield daar een rede, waarin hy voor een deel een critiek leverde op de laatste ministerieele speechen. Voor een deel slechts. Want de buitenlandsche politiek kon Bour geois als goed patriot niet afkeuien. Het woord «Verbond" aldus sprak de oud-minister was te Petersburg door den Czaar en president Faure plechtig heihaald, en het gausche land was vervuld van diepe blijdschap, toen het zag, dat de overeenstem ming, waarop alle patriotien en alle trouwe vrienden van recht en billijkheid van den eer sten dag hun hoop hadden gevestigd, aldus geheiligd en bezegeld was. Spreker herinnerde er aan dat alle regeerin gen sedert 1890 (dus ook Bourgeois zelf) in gelijken zin aan dit gemeenschappelijk werk hadden geai beid, dat een onderpand voor de eendracht van alle goede burgers eri de kiem voor iedere rechtmatige ontwikkeling van de grootheid des vaderlands was. Was dus Bourgeois als braaf patriot het eens met de buitenlandsche politiek der regeering, Méiine's inwendige politiek werd scherp over den hekel gehaald. Bourgeois verweet de regeering, dat zij bang is voor de democratie en daardoor niet ageert, maar reageert. Het miuisierie wil alleen de ver kiezingen leiden en een Kamer laten kiezen, die de rechten der door het lot begunstigden handhaaft. Ook de Kerk, die zich onverdraagzaam toont in de inwendige politiek, en de geldmnnnen, die zulk een treurige rol in den oorlog in het Oosten en bij de stijging der graanprijzen heb ben gespeeld, kregen een duohtigen tik. Vervolgens zette Bourgeois zijn eigen pro gramma uiteen. Vrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit voor allen. «Wij willen gewetensvrijheid, vrijheid van arbeid en van de producten van den arbeid. Wij zyn besliste aanhangers van privaat eigen dom, van eene algemeene inkomstenbelasting en van herziening der grondwet. Roman door Pierre Loti, lid der «Académie F ra np ai se" 19) Ramuntcho kende niemand met dergelijke oogen, en hij bewonderde de leedere vrijmoedigheid er van. Lang voor hij man was geworden en zijne zinnen hem in hunne macht hadden gekregen, hadden deze oogen zich van zijn kinderziel meester gemaakt Vandaag speelden de kaatsers zeer afgetrokken, door de groep van jonge meisjes, de witie corsages en de roode corsages, en zij lachten er zeiven om, dat zij zoo slecht speelden. Boven de meisjes, die slechts een klein gedeelte van de oploopende banken innamen, verhieven zich rijen banken, ledig en half vergaandaarachter de huizen van Etcbézar zoo kalm afgescheiden ge bleven van de wereld; daarachter eindelijk de duisteie massa van de Gisune, den hemel vullende en zich verbindend met de zware wolken, tegen de hellingen. En in een opening tnsschen de bergen in, de maan, die het zilveren licht over de aarde begon uit te gieten, naar mate de dag viel. Zij speelden in de mooie schemering, tot de vleermuizen begonnen te komen en de kaatsbal niet meer goed kon onderscheiden worden. Misschien voelden zij allen onbewust, dat het een zeldzaam, nimmer »De oude repubükeinsehe geest van '89, '48 en 77 zal triomfeeren en opnieuw leiden tol vooruitgang 1" Hei gerucht gaat, dat graaf Badeni zijn ont slag heeft aangeboden als vooizitter van den Oostenrijkschen ministerraad, en de Engelsche bladen geven dit allerminst onwaarschijnlijke gerucht weer. Indtui men zich ergens over verwondert, dan is het dat Badeni ondanks zijn opeenhooping van fouten, zijn onhandige politiek en de totale onmogelijkheid om zich uit de veilegenheid te redden, nog zoo lang aan het bewind is gebleven. Steeds wordt de toestand iri Oostenrijk ver warder. Waar eigenlijk een meerdeiheid voor de regeering moet gevonden wordenweet niemand. All'; partijen tegelijk moet Badeni zich van het lijf houden, en de zittingen der Kamer blij ven rumoerig, terwijl de voorzitter en de vice- voorzitter onmachtig zijn een weinig stilte te ktijgen voor een piactische discussie. Ue geheele vorige week heeft men verga derd, maar uitgevoerd is er niets. Men heeft de aanklacht tegen Badeni besproken of be schreeuwd, zooals men het noemen wil Badeni heeft tevergeefs beproefd als een trotsche eik het hoofd te bieden aan den storm, die uit den hoek der Duitschers blies; ten slotte heeft hij vrijwel toegegeven, dat de geheime instructies, door hem aan de autoriteiten in de provinciën gezonden, onwettig waren en zich alleen be klaagd over het gebruik maken van een schen ding van ambtsgeheim om een aanklacht tot hem te richten. Met obstructie en nutteloos geredekavel is weer een week zoek gebracht, en intusschen blijft het wetsontweip op de voorloopige her nieuwing van het vergelijk met Hongarije rusten, en wordt liet meer en meer de vraag of het wel ooit in stemming zal komen. De positie van het Kabinet is in één woord ellendig. Graaf Badeni bezit op dit oogenblik even weinig prestige als talent. Hij is een middelmatig spreker en heeft niet den minsten invloed op de Kamer. Hij is nog middelmatiger als staatsman, en is daardoor bij de politieke partijen weinig in tel. Daarom rekent men hem onherroepelijk veiloren, en verwacht men ieder oogenblik zijn aftreden. Zijn ontslag zal een oogenblik verademing geven. Maar ernstig en dreigend rijst daarbij onmiddellijk de alles beheerschende vraag; Wie zal hem vervangen «Belachelijk gering" noemt de Koln. Ztg, het aantal der slachtoffers van den Grieksch-Turk- schen oorlog, althans wat betreft de gevallenen in Thessalië. Inderdaad, vergeleken bij menscheuslachtin- gen als de Deensche, de Oostenrijksclie en de Fransch-Duitsche oorlogen, is het aantal gering. terugkeerend oogenblik was; daarom zetten zij hun spel zoolang mogelijk voort. Toen het geéindigd was, brachten allen Ie zamen aan Itchnua zijn Spaanschc stuivers. Men had ze in twee parten in een paar groote servetten ge bonden, die een jongen en een meisje vasthiolden en onder het zingen van «het lied van de spinster," ging men op weg. Wat was de schemering in deze Aprilmaand lang. Er waren reeds rozen en andere bloemen in de kleine tuinjes voor de huizen. Voor Gracieuse en Ramuntcho was het een van die heerlijke uien, die zij zich later, wanneer de smart zou komen, met een zoete weemoed zouden herinneren. Wie zal zeggen waarom er op aarde zulke heerlijke (enteavonden zijn, en zulke iieve meisjes- oogen en zoete lachjes en heeilijke geuren, opstijgend uit de tuinen, wanneer de Aprilnachten nederdalen. Is het als orfi ironisch te herinneren aan de uren van scheiding en den ufgcleefden ouderdom en den dood. Hoofdstuk XV. Den volgenden Vrijdag maakt men zich op om te vertrekken naar het dorp, waar den volgenden Zondag het feest zal plaats hebben. Het is ver weg, in een beschaduwde streek, bij een geweldige bergkloof, aan den voet van booge toppen. Arrochkoa is daar geboren en heeft daar de eerste maanden van zijn leven doorgebracht ten tijde, dat zijn vader daar als brigadier van de Fiansche douane woonde; maar hij is als kind van daar weer vertrokken, zonder de minste her innering aan zijn geboortedorp te hebben behouden. Toch is het een treurige minachting van de waarde van menschenlevens, een verontrustend bewijs van den invloed van het militarisme, dat een groot orgaan ais de Eoln. Ztg. 408 dooden en 1604 gewonden een «belachelijk" gering getal duift noemen. Rekent men hierbij nog de officieren, die gedood en gewond zijn (bovengenoemde cijfers, aan de Akropolis ontleend, betreffen alleen de minderen), en de slachtoflers van den krijg in Epirus, dan is waarlijk het getal der verblinden groot genoeg, die als offers der roekelooze politiek der Grieksche regeering en der immo- reele besluiteloosheid van het Europeesch con cert zijn gevallen. De noodlottige invloeden, die in Griekenland zulk een groot aandeel hebben gehad in den rampzaligen loop der dingen, zijn nog niet tevreden. De Nihnike Hetaeria Is weer aan het stoken tegen den Koning, die ongenoegen zou hebben met den minister van ooi log. Deze bewering is echter van allen grond ontbloot. En ook Delyannis rust niet, maar bereidt zich voor, zoo spoedig mogelijk weer een poging te doen, om nogmaals aan het bewind te geraken. De Hemel beware er Griekenland voor Wat Kreta betreft, zullen de insurgenten nogmaals hun eischen formuleeren. Op uitnoodiging van Manousse Goudourio- tis, den leider van den eersten opstand, zijn de Kretenzer afgevaardigden naar Kastelü Milo- polamo, in de provincie Ilethymo, vertrokken, waar zij een piesident willen kiezen. Na hun terugkeer zullen zij aan de admiraals een memo randum overhandigen, hetwelk de beginselen bevat, waarop de autonomie volgens hun oordeel moet gebaseerd zijn. De admiraals hebben twintig naar Salonika verbannen Muzelmannen toegestaan naar Kanea terug te keeien. Den 27sten deza- maand zal de internationale commissie de Muzelmannen vonnissen, die aan geklaagd zijn van moorden te Tsikalaria. De Times verneemt uit Johannesburg de vol gende toelichting tot liet ook door ons gisteren medegedeelde bericht betreffende dr. Leyds. In den Tweeden Volksraad zou dr. Leyds gevraagd zijn naar de juistheid van kranten berichten, dat hij en de andere leden van de legeering een geldelijke toelage van dynamiet- naaatschappijen ontvangen. Dr. Leyds weigerde eerst te antwooiden, omdat de Tweede Volks raad onbevoegd was tot zulke vragen na een warm debat verklaarde hij echter, dat de be richten gelogen waren en de regeering de laste raars zou vervolgen. Hetzelfde blad verneemt, dat de Tweede Volksraad opnieuw heeft geweigerd wijzigingen in de goudmijnwet in overweging te nemen, ofschoon de regeering ze urgent noemde, en dat de regeering waarschijnlijk den Volksraad In het rijtuigje van de Detcharry's vertrekken te zamen de eigenaars, Gracieuse, Pantchito, en, een lange zweep in de hand, juffrouw Dargaignaratz, haar moeder, die zal mennenzij gaan naai de middagkerk, en zich vandaar direct bergafwaarts te begeven. Ramuntcho, Arrochkoa en Florentine, die te Saint-Jean-de Luz nog enkele.smokkelzaken te regelen hebben, nemen een groeten omweg om des nachts ta Erribiague te komen, langs den zijweg, die Bayonno met Bnrguetta vei bindt. Vandaag zijn ze zonder zorgen en gelukkig, alle drienooit hebben Baskische mutsen vroolijker mensehen getooid. De nacht valt, wanneer de kleine stoet zich van Burguetta op weg begeeft. De wagens zijn vol van een vroolijke menigte, in echte feeststemming, jonge meisjes met haar huifje van zwarte zijde, jonge mannen met katoenen baretten; alles lacht, zingt en juicht. Ondanks de invaiiende duisternis kon men nog goed de heggen onderscheiden, dis wit zijn van hagedoorn, en de boomen, glinsterend van accasia- bloesemin de open wagens dringt de zwoele, zoete lucht binnen, die de omgeving uitademt. En over die blanke Aprilbloesems, wegdonkerend in den nacht, doet do twin, die vooibijgaat, het refrein van een oud Navarreasch lied klinken, in het oneindige steeds weer aangevangen door de meisjes en knapen, begeleid door het geknars dei- wielen. ErribiagueAan de portieren roept men dezen naam, die allen doet opspringen. De zingende stoet is al uitgestegen en laat hen bijna alleen in den stil geworden trein. Door de booge bergen was het zeer donker geweest zij sliepen bijna. een matige verlaging van de spoorwegu-achten voor materiaal voor de goudmijnen alsmede een kleine verlaging van den dynamietprijs zal aan bevelen. Zulke concession worden ten zeerste onbevredigend genoemd. Gemengilc Mededeel! ngen. Er hebben geruchten geloopen, dat lord Salisbury om gezondheidsredenen zou willen aftreden. Het blijkt evenwel, dat die geruchteu onge grond zijn. Gisteren is te Wiesbaden in tegenwoordig heid van keizer Wilhelm, de Keizerin en de prinsjes, een standbeeld onthuld vcor keizer Friedrich, De Parijsche gemeenteraad heelt den wensch uitgesproken, dat de graanrechten met 4 francs zullen verminderd worden. Uit Lissabon werd gemeld, dat de gezant te Madrid, graaf Macedo, de portefeuille van bui tenlandsche zaken zou overnemen. üe Correio da Nollehot regeeringsorgaan, spreekt evenwel dit bericht tegen. liet blad verzekert, dat, als een wijziging in het minis terie zal plaats hebben, deze niet op de aan gekondigde wijze zal geschieden. De ministers van buitenlandsche zaken, oor log en koloniën te Madrid hebben een lang durige conferentie gehouden over Cuba en de gedragslijn tegenover de Vereenigde Staten. Maarschalk Blanco's instructies zijn vastge steld. De Regentes heeft de benoeming van Leon y Castilho tot gezant te Parijs geteekend. De socialisten zetten een beweging op touw ten gunste van dienstplicht. De geruchten van het invoeren van wapenen door de Carlisten ondervinden tegenspraak. Een Carlistisch afgevaardigde heeft verklaard, dat zoolang Spanje gevaar loopt verminkt te worden, de Carlisten niet naar de wapenen zullen grijpen. Te Florence zijn Zondagmiddag bij de begra fenis van een sociaal-democraat diens partij- genooten in botsing gekomen met de politie. Zekere Mancini werd dermate gewond, dat hy spoedig daarop stierf. Keizer Frans Jozef ontving gisteren een dele gatie der stad Buda-Pest, die den Keizer kwam bedanken voor zijn vorstelijke gift voor de op richting van standbeelden van groote Hongaren. De Keizer sprak de delegatie zeer vriendelijk toe. Dr. Nansen is naar Amerika vertrokken om daar lezingen te houden. Uit Kaj (Britsch-Indiê) wordt bericht, dat liet grootste deel der divisie van generaal Yeat- man een sterke troep opstandelingen boven Verschrikt sprongen zij op den grond, te midden van een duisternis, waarin zelfs de oogen van de smokkelaars niets kunnen onderscheiden. Ternau wernood schittert heel hoog eene enkele ster, zoo zeer is de hemel door de ovei hangende bergen verborgen. Waar is het dorp vragen zij aan een man, die daar alleen aanwezig is om hen in ont vangst te nemen. Een kwartier gaans van hier, aan den rechteikant. En nu beginnen zij iets grijsachtigs te onder scheiden, een weg, m de duisternis geheel verloren. En in groote stilte, in de koele frischheid van deze beschaduwde valleien, begaven zij zich op weg zonder sprekenhun vroolijkheiJ wat gedempt door de majestieuze donkerheid van de bergtoppen, die bier de grenzen beheerschen. Daar is eert oude brug over een bergstroom gelegd verder ligt het dorp, zonder een enkel licht. De herberg, van waar wat mat schijnsel uitstraalt, is vlak bij, tegen den berg aan, van onderen door den bergstroom bespoeld. Eerst brengt men hen naar hun kleine kamertjes, die er netjes uitzien, ondanks de oudheid der meu bels zij zijn laag, met reusachtige balken en ga- witkalkte muren; platen hangen tegen de wanden. Men gaat weder naar beneden om het avondeten te nuttigen; in de gelagkamer zitten als altijd een paar stamgasten in hun eigenaardig costuum, met wijde geplooide blouse en breede ceintuur. En Arrochkoa, trotsch op zijn atkomst, houdt niet af met hen te vragen, of zij Detcharry niet gekend hebben, die hier brigadier bij de grenswacht is geweest, een achttien jaren geleden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1