Koloniën.
F IK AjTT IE E L.
Y i s s c li e r ij.
S c li e e p y a a r t.
Handel.
sten der kogels, die om de as in een gesloten
bus zoo liggen dat zij draaibaar zijn, welke kogels
van tanden voorzien zijn, in vei band staat, en
zoo de beweging door behulp van de op de
verschillende kogels zittende tanden overbrengt
op bet tweede konisch iad. De gearing richt
zich naar bet aantal tanden op de kogels.
De "kogels worden steeds kleiner en zijn zoo
gekozen, dat wanneer de pedaal een omwen
teling maakt, de bus en liet zich daaraan be
vindende rad dit twee of meermalen doet.
Terwijl het eerste konisch rad op de as los
zit, is bet tweede daarentegen met de bus,
welke als naaf voor bet rail dient, vast ver
bonden, zoodat met het konisch ind zich ook
bet rijwiel draaien en daardoor voortbewegen
moet. m
Blijkt de vinding in de praclijk even goed
aan alle eischen te voldoen als zulks in de
theorie het geval is, dan wordt een groote
krachtsbesparing en daardoor een grootere
snelheid verkregen. Beide voordeelen, die niet
genoeg op prijs gesteld kunnen worden.
Tien maanden op een "koraalrif.
In Augustus 1896 is in den Stillen Oceaan
de Noorsche bark Seladon op een rif gestooten
en onmiddellijk gezonken. De bemanning kon
zich in de beide booten redden, maar kon niet
meer dan een paar bussen levensmiddelen en
twee vaatjes water uit het schip bergen. Ook
een kaart en een kompas gingen mede, maar
ongelukkig werd in de haast de sextant ver
geten. Zoo was bet onmogelijk om de plaats
te bepalen, waar de booten zich bevonden en
moesten zij dus op goed geluk rondzwerven.
Elf dagen lang hadden zij op de wijde zee
gezwalkt toen een der booten verging. De stuur
man verdronk, maar de zeven anderen die met
hem waren, konden zwemmende de tweede boot
bereiken en werden daarin opgenomen. De eene
boot zette daarop mét zijn dubbelen last den
tocht in het onbekende voort.
Met den voorraad werd zoo zuinig mogelijk
omgesprongen. Tweemaal per dag kreeg elk
man van de veertien vier eetlepels water te
drinken en de niaalljjd bestond uit een sar
dientje en toch miuderde de voorraad reeds
onrustbarend. In den wijden omtrek was geen
land te bespeuren. In de brandende zon dreef
de boot maar voort, waarbeen wist men niet.
De tongen zwollen op, de kelen werden droog
en brandend, de lippen kleefden op elkander,
maar niemand vroeg om meer water dan zijn
deel was. Nu en dan greep een der mauen een
vliegenden visch en peuzelde deze lekkernij op.
De kapitein stierf van uitputting. Het was
kort na deri maaltijd, toen hij tot een bootsman
zeide»011sen, ik zal hef niet lang meer maken."
Hij vroeg wat water en na dit gedronken te
hebben, bleef hij dood liggen. Zijn lijk werd in
een mand gepakt die in de boot was. Naar
hun beste weten vierden de mannen den lijk
dienst; zij zongen een eenvoudig lied, gelijk
dat in hun vaderland gebruikelijk is bij een
sterfgeval, en legden daarop den overledene
ter ruste in de groote zee.
Toen gebruikten de overigen bun laatsten
maaltijd en zes dagen lang doolden zij rond,
terende op 8 lepels water per dag. Zij roeiden
en zagen uit zij zagen uit en roeiden in
wanhoop, maar zij leefden.
Op den negen en twintigsten dag na het
verlaten van het schip zeide de bootsman tot
den hofmeester: «Hofmeester, als je land ziet
voor vijf uur, roep mij dan. Als je niets ziet,
laat mij dan slapen."
«Wij zullen geen land meer zien", luidde
het antwoord.
«Zeker zullen wij", hernam de bootsman.
«Wij zullen nog varkensvleesch eten."
En ziet, een paar uur later kwam er land
in zicht en op den dertigsten morgen lieten
de schipbreukelingen, te uitgeput om een lid
te bewegen, de boot op een der vele koraal
eilanden van de Stille Zuidzee loopen.
Het vaartuig werd verbrijzeld maar de onge-
lukkigen kwamen allen behouden aan wal. Twee
eilanders kwamen naar hun toe, een mes en
een tomahawk zwaaiende, maar een hunner
verstond wat Engelsch en toen de bootsman
verlichting de geslachtslijst van David van
Hoogstraten werd ontvangen.
Waar had Van Hoogstraten zijn kennis uit
geput
David van Hoogstraten had de werken van
Hooft en Vondel gelezen en herlezen, al aan
tekeningen makende over de woordgeslachten.
Waar de koriefeeën het met elkaar eens waren,
was spoedig beslist. AI naar het gebruik bij
deze dichters was een zelfst. n.w. manuel. ot
vrouwel., met voorbijzien van de mogeliklteid,
dat beiden faalden. Maar was een woord bij
Vondel mank, bij Hooft vr., of omgekeerd, dan
moest een keuze gedaan worden. Sommige
dichters en schrijvers deden bet zus, andere
zo: daar de meeste zo'n tweeslachtig" woord
b. v. manl. gebiuikten, golden de meeste
stemmen; dus vastgesteld: mannelik. En zo
voort.
Dat zo'n nauwkeurigheid niet altijd betracht
kon worden, spreekt van zelf. In de regel was
dat ook niet te doen, dus besliste van H.zelf.
Men begrijpt, dat-ie er al een aardig gevoel
voor gekregen had, of gehoor.
't Woordeboek was klaar, en zo groot scheen
de behoefte te wezen er werden in de 18e
eeuw zeeën van inkt vermorst dat 't herhaal-
delik herdrukt werd. 't Spreekt van zelf, dat
er gedurig supplementen verschenen.
De zesde uitgave werd bewerkt door Adriaan
hem bad uitgelegd dat zij schipbreukelingen
waren, werden zij door de bewoners vriendelijk
ophenomen.
Het eiland was slechts twintig minuten in
omtrek. Er groeiden een paat' cacaobonnen en
bananen, verder waren er duiven. Tien maan
den lang brachten de zwervers hier door. levende
van de vogels die zij met de hand moesten
vangen en van de vruchten der hoornen, voordat
een schip in zicht kwam dat hun leekens
opmerkte.
Reeds tweemalen in dezen tijd was bij hun
de hoop gewekt dat zij uit hun ballingschap
verlost zouden worden, maar tweemalen waren
hun teekens niet gezien en tie hoop vervloog.
Eindelijk werden de schipbreukelingen opge-
genonien door de Clyde, een regeer ingsst oom boot
van de Fidsji-eilauden, die hen naar Suva bracht.
Van daar kwamen zij dezer dagen in Enge
land aan.
Bloedverwantschap tusschen de hoojdpersonen
en Wagner 's Nilelungen.
Het Weekblad voor Muziek haalt eene be
schouwing van Ernest Closson uit l'Eeho Musical
aan, die de volgende vermakelijke verhoudingen
vasisteld: Siegmund en Siglinde, die broer en
zuster zijn, huwen te zamen.
Hierdoor wordt Wotan, hun vader, de schoon
vader van beiden en hun zuster "Br'ünnhilie
wordt hun schoonzuster. Deze laatste wordt,
door Siegfried, den zoon haars broeders, te
trouwen, niet alleen de zuster, de schoonzuster,
de nicht en de schoondochter van beide partijen,
naar de nicht en de schoondochter van haar
vader wiens neef haar eigen man nu geworden
is.
Siegfried wordt, door de dochter van Wotan
te huwen, de schoonzoon van zijn grootvader.
De beid maakt de situatie nog ingewikkelder
door Gutrune te trouwen, want daardoor
wordt hij zijn eigen broeder; Gunther wordt
zijn zwager en deze wordt de zwager van
Biïmnhilde, daarenboven is Siegfried, daar hij
eerst de eehtgenoot der Walküre was, de zwager
van zijn tweede vrouw Gutrune.
(Wanneer de schrijver zijn denkbeeld nog
verder had uitgewerkt, zou hij dan niet hebben
kunnen bewijzen dat Siegfried zijn eigen groot
vader of ten minste zijn eigen vader was?)
Engelsclie Mail.
Atjeli.
De Java Ot, behelst het volgende bericht:
Twintig Sept. kwamen twee patrouilles van
Kroeng Raba uitgerukt, bij Glé-Betoes en Mata-
Ajer in gevecht met vijandelijke benden.
Van de eerste patrouille, die den vijand ver
dreef, sneuvelden de gedetacheerde le luitenant
J. van Greuningen en de fuseliers Tuk, Winkelman,
Dissel en Sitnan.
De tweede patrouille, van uit Kroeng Raba
verstrekt, overnachtte na den vijand verdreven te
hebben, in het terrein. Totnogtoe is alleen bekend
dat do le luitenant C. F. A. Wagener en drie
minderen sneuvelden. Omtrent de verliezen van
den vijand werd nog geen bericht ontvangen.
De J.-B. schrijft naar aanleiding van bovenstaan
de tijding: «De 26jarige luitenant J. van Greunin
gen is weder een van het Nederlandsche leger ge
detacheerde officieren, die de vijand tot slachtoffers
schijnt uit te pikken. De le luitenant C. F. A.
Wagner was ai jaren achtereen in Atjeh, eerst te
Segli, later bij de marechaussee, bij welk korps
hij door zijn manmoedig gedrag zich de Militaire
Willemsorde verwierf. Deze werd hem eerst den
20en Sept. uitgereikt.
«Deze keurbende staat thans onder de bevelen
van den kapitein G. J' A. Webb, die er als luitenant
al bij ingedeeld is geweest en voor geen klein
geruchtje vervaard is."
Men is, volgens het blad, weder den put gaan
dempen nadat het kalf verdronken is.
«Had men na de verdrijving van Toekoe Oemar
uit Lhong die plaats bezet gehouden in stede van
zich te nestelen in Lepong, dat door den Glé
Loeda pas vee! bezwaarlijker te approviandeeren
is dan Lhong, dan ware aan Oemar de pas afge
sneden naar het tusschen beide plaatsen gelegen
dal van Lam Tih. Dit is een ware muizenval
Kluit, taal- en geschiedkundige, een man van
grote geleerdheid.
En weer werd liet woordeboek uitgebreid,
er waren noch zoveel gapingen, want onzijdige
woorden willen wel eens het lidwoord de aan
nemen, of omgekeerd, die met de nemen wel het
aan. Dan had zo'n woord twee geslachten. Manl.
en vr. tegelijk kwam niet voor, dat was te gek.
Kluit deed nog meer. Flij zocht naar regels,
door vergelijking van de woorden, wat bun be
tekenis en uitgangen betrof, en kwam zodoende
tot de schoonste rezultaten.
Je hadt maar te letten of op de betekenis,
of op de laatste letters. Nu gebeurde bet wel,
dat, zo'n regel eenmaal gevonden zijnde, bleek,
hoe er een aantal woorden waren, die 'm deden
falen. Dan werd het geslacht van die «uitzon
deringen" maar veranderd om de regel zoveel
te meer te bevestigen.
Er viel dan niets tegen in te brengen. Later
doken er weer uitzonderingen op, maar de regel
bad eenmaal burgerrecht in de spraakkunst
verkregen, het geslacht van die uitzonderingen
ook, dus dat bleef zo. Zeg 's, op welke regel
geen uitzondering is. Daar komt 't spreekwoord
noch van.
Daar er steeds een groot aantal woorden
overbleven, welke met alle verzonnen regels
spotten, bleef het woordeboek, even onmisbaar
als vóór Kluits uitvindingen.
een zeer smal pad tusschen wigvormig naar elkaar
toeloopende, stijle rotsen, vanwaar iedere troep
met plongeerend vuur weerloos vermoord kan wor
den. Kleinere afdeel'mgen zullen er steeds aan
Iriewangaanvallen blootstaan; cavalerie en grootere
afdeeiingen bieden den vijand een te groote schijf
on over de toppen heen is de vlugge, georiën
teerde en licht bewapende Atjeher ons altijd de
baas. Nu Oemar de positie bezel en versterkt heeft,
zitten majoor Wichers met 1 !/s bataljon te Lhong
en majoor Christari met 1 bataljon te Loknga,
van waaruit zij vermoedelijk niets zullen kunnen
ondernemen."
Het Bal. A'bld. vreest, dat na al het voorgeval
lene Toekoe Oemar moeilijker dan ooit zal te be
reiken zijn.
»De oude kwaal, toch, heeft ons weer te pakken
gehad. Men was n.l. gewaarschuwdhad berich
ten van voorgenomen vijandelijkheden ontvangen
zoo althans de van verschillende zijden ont
vangen mededeelingen niet liegen doch stoor
de zich daaraan niet en zond patrouilles op groote
langs wegon, die er als voor geschapen zijn, om
den troep in een hinderlaag te doen vallen, Nu
zal men vermoedelijk weer zeer krachtig optreden
doch, zooals ik zei, het is te vreezen, dat Toekoe
Oemar en zijn benden dat optreden niet zullen
afwachten.
bIIij kent ons door en door en zal van de oude
onuitroeibare fout, die door onze beele geschiedenis
loopt, wel nu en dan op zijn manier profiteeren."
Volgens door de Dcli-Cl. uit Atjeh ontvangen
telegrafische berichten zijn den 24en September
drie compagnieën van het 12e bataljon over zee
naar Lhong vertrokken, eene nieuwe poging om
Toekoe Oemar den pas af te snijden die, als hij
dit verneemt, za! trachten naar zijn verblijfplaats
aldaar terug te keeren.
BESLUITEN EN BENOEMINGEN.
Militair Departement.
Benoemd: bij het wapen der inf. tot kapt. de le
luits. L. Hareal, W. Kramers (gedet. in Nederland)
en J. Spaan; tot le luit. de 2e luits. J. J. Mulder
(met yerlcf in Nederland), W, L. Einthoven, W. B.
Regenhart, G. E. Visscher en P. H. van der Linde;
tot milit commandt. der Lampongsche distr. de kapt.
der inf. J. II. Hartmnnn.
Ontslagen eerv., als inilit. command, d. Lampong
sche districten, de kapt. d. inf. \V. C. Schreijncr.
Faillissementen.
Uitgesproken:
Amsterdam, 22 October. B. Schöningli, koopman
in manufacturen. Rechter-commissaris mr. J. H. van
Goor, curator mr. Corn. Vis.
25 October. M. Witstijn, vroeger lid der op 5
October ontbonden firma Bloeme en Witstijn, thans
koekbakkersbediende Rechter-commissaris mr. Th. ,1.
Hoppe, curator mr. Eduard Philips.
1. M. R. Rodrigues Lopes, koopman en winkelier.
Rechter-commissaris mr. J, J. Ermerins, curator mr. J. E
Veltinan Hzn.
Assen, 25 October. B. Kokernoot, koopman in manu
facturen te Emmen. Rechter-commissaris mr. E. Pelinck,
curator mr. P. Oosting.
Breda, 20 October. C den Boer, metselaar te Ilooge-
Zwaluwe. Rechter-commissaris jhr. mr. A. J. Sasse
van Ysselt, curator mr. .1. W. G. Reigersman.
F. A. Scheliekens, loodgieter en zinkwerker, en
51. W. van der Pas, koopman, als hoofdelijk aanspra
kelijke vennooten van de handelsvennootschap onder
de firma W. van der Pas en Co. Rechter-commissaris
mr. A. P. L Nelissen, curator mr. P. C. E. van Wij men.
Woensdag 27 October. Johannes Cornells van Dorp,
kuiper te Vlaardingen. Rechter-commissaris mr. J. W.
Mulder, curator John Schell, candidaat-notaris te Vlaar
dingen.
Geëindigd:
de faillissementen van Th. J. Rijzen, winkelier in
garen en baud ie Dieda; J. E. Rokker, te Enschede,
en I. Coonen, wed van .T. üellewegen, koopvrouw te
Maastricht.
5IAASSLUIS, 27 October. Binnengekomen van de
haringvisscherij SCII 299 Meihrina Clasinasch. T.
Zuurmond, met 2(J MA 120 Koningin Wilhelmina,
sell. C. Smoor, met 17 last haring.
SCHEVENINGEN, 27 October. Gisterenavond en
heden werd alhier aangevoerd circa 500 mand versche
visch Taibot gold f 1 tot t '1.50, tongen 20 tot 40 c.
per stuk, kleinseho! fl.50 tot f2.50, scharren f 1.50
tot 2 75 en zeehanen f 1.75 tot 2.25 per mand.
Van de Scheveningsche vloot zijn in het laatste etmaal
De taalgeleerde Weiland narn de arbeid van
zijn beide voorgangers over. Niet minder dan
twaalf jaren werkte hij aan een groot Neder
lands woordeboek, en wederom werd het ver
rijkt met een groot getal woorden, wier geslach
ten weer ontdekt waren.
Ons hedendaags woordeboek nu steunt geheel
op Kluit en Weiland. De voor een groot deel
willekeurige geslachtsregeling werd overgeno
men, ofschoon men overtuigd was, dat van al
die fraaiigheden in de levende tast! weinig of
niets meer bestond. Dat bewezen De Vries en
Te Winkel zelf door te bepalen, dat nieuwe
woorden vrouwelik of onzijdig zouden zijn, in
overeenstemming met de beschaafde spreektaal,
't Beginsel was volmaakt juist, de toepassing
echter even dwaas. Immers men dacht alleen
aan de lidwoorden de-het, maar niet aan de
pers. voornaamwoorden, want is het waar, dat
men steeds van de trem, de fiets spreekt, even
waar is bet, dat men die dingen nimmer door
zij zal aanduiden. Wal deze voornaamwoorden
betreft, zijn die woorden mannelik. Maar 't werd
gedekreteerd. Hebt ge dus zin in een nieuwe
fiets, probeer dan eerst de oude op te ruimen.
Ge verkoopt "haar echter zo duur mogelik. Wie
zou zo iets zeggen Van dingen zeggen we
immers hemof eigelik'm en d'r, 'r.
«Wanneer vertrekt de trem zult ge vragen.
En ieder zal U antwoordenzHij gaat om de
binnengekomen de loggers Eendracht IV, reeder C.
Pronk Cz., met 20 iast en Maria, reeder J. den Duik
Gzmet 19 last haring; en de bomschuiten De Jonge
Keeltje, reeder S. van Leeuwen, met 23 last en De
Vrouw Maria, reeder P. Knoester, met 20 last pekel-
haring.
In vetkoop kwamen lieden 200 kantjes steurharing
die f 11.50 tot f 12 50 per kantje opbrachten.
IIMUIDEN, 27 October. Heden waren hier 0 kotters
en 48 schuitjes aan de mm kt met 80150 longen
enkele groote en kleine taibot griet, iO16 manden
midd. schol, 20 35 manden kl schol, 46 manden
schar, de schuitjes brachten enkele groote tongen
1030 kl tongen, 310 manden schol en schar,
enkele rog. Er werden de volgende prijzen besteed:
groote tongen 40 a 00 c., middel tongen 20 a 30 c.
kleine tongen 10 a 15 c., groote tarbot f5 a 7,50
kleine tarbot griet f1.60 a 1.90, rog 40 a 70 c.alles
per stuk middel schol f 2.95 a 3.10, kleine schol f 1.40
a 1.05, schar f 1.10 a 1.35, alles por mand.
Oorlogsvaartuigen.
Stbl. no, 200 bevat het besluit van den 18den Octo
ber 1897, houdende vaststelling van de kenteekeaen
van een Nederlandsch oorlogsvaartuig en van onder
scheidingsteekenen, welke uitsluitend door Nederland
sche oorlogsvaartuigen mogen worden gevoerd.
Artikel 1 luidt: Als Nederiaiidsch oorlogsvaartuig
zullen worden beschouwd alle rijks- en particuliere in
dienst van het rijk zijnde vaartuigen, die staan onder
het bevel van een militair gezaghebber en die geheel
of gedeeltelijk door militairen zijn bemand.
Aitikel 2 luidt: Een Nederlandsch oorlogsvaartuig
onderscheidt zich van alle andere onder Nederlandsche
vlag varende vaartuigen door het voeren van een wim
pel, of van een commando-vlag of een standaard.
Artikel 3 luidt: Onder wimpel wordt in het alge
meen verstaan eene lange, platte en zeer smalle ge
spleten of ongespleten scheepsvaan van vlaggendoek of
ander doek, welke over de gansche lengte nagenoeg
dezelfde breedte heeft.
De wimpel wordt gevoerd op oorlogsvaartuigen met
meer dan één mast aan den top van den grooten mast
en op oorlogsvaartuigen met slechts één mast aan den
top van dien mast.
De in artikel 2 bedoelde commando-vlag is eeno
Nedarlandsche vlag, die in het roode doek aan de
broeking-zijde voorzien is van 4, 3 of 2 sterren van
wit doek. Zij wordt gevoerd aan den grooten-, den
voor- of den kruistop.
De in artikel 2 bedoelde standaard is een Neder
landsche standaard en wordt gevoerd aan den grooten top.
Hooswater te Schiedam.
Oct 29 v.m. 6 01 n.m. 0.22
30 j> 6.52 7.14
Hoog te
in M. f N. A. P. van het Hoogw. te Hoek-van-IIolland,
Oct. 29 v.m. 1.14 M.n.m. 1.15 M.
30 1.04 ii 1.08
Kon en Haan.
Zonsopgang Oct. 29 6.50 v.m ondergang 4 36 n.m.
306.52 4.34
Eersie kwartier 1 Nov.
Volle Maan 9 Nov.
BERLIJN, 27 October.
Spiritus. Loco 39.50.
PARIJS, 27 October.
Tarwe. Loopende maand fr 2X.90, Nov. fr. 28.75,
Nov./Dec. fr 28.65, 4 maanden van Nov. fr. 28.75, 4
eerste maanden fr. 28.40, zwak.
Rogge. Loopende maand fr 17.75, Nov. fr. 17.50,
Nov./Dec fr. 17.50, 4 maanden van Nov. fr 17.75, 4
eerste maanden fr. 17.75, kalm.
HAMBURG, 27 October.
Petroleum loco 4.75, brief, dito -.geld. Spiritus
per Oct./Nov. 20%, Dec./Jan. 20%. Stemming: kalm.
BUDAPEST, 27 October.
Tarwe onveranderd prijshoudend
LONDEN, 27 October
Granen. Aanvoer van Eng. Tarwe 400 qrs., vreemde
17,000 qrs., Eng. Gerst 700 qrs, vreemde 18.900 qis.
Granen vast. Gerst kalm.
Ameriknauscite Goederenmarkt.
NEW-YORK, 27 October.
Tarwe
Oct.
Nov.
Dec.
Jan.
Febr.
27 Oct.
98%
98%
98%
98%
26
97%.
97%
97 '4
97%
25
97%
97
96%
M a a.
Oct.
Nov.
Dec.
Jan.
Maart
27 Oct.
30 %3
29%
307/a
20 i
30%
25 j
29%
30%
Mei.
94%
93%
93%
Mei.
34%
34%
34%
20 minuten." En ook: «daargaat-iekomt-ie
daar heb je'm."
Ondanks de 39 geslachtregels uit een zeer
bekende spraakkunst stoort de spreektaal zich
aan zulk geknutsel niet.
Van een koe zegt men in boeketaal zij. Op
de vraag: «Hoeveel zou die koe wel kosten?"
antwoordt menyiJIij zal zowat enz." Ook
«Die merrie heeft z'n ('r) poot gebroken. De
teef heeft zich van z'n ketting losgerukt. Waar
is die nieuwe leeuwin vandaan gekomen Ze
hebben 'm in Hamburg gekocht. Waar is de
kat? Ze (hij) loopt buiten,"
Van levenloze dingen meest hij, soms ook zij-
Van melkze is zuur" van wgn »«e smaakt
goed," of: «hoe vind-je 'm, hoe vind-je ge"
Eenstemmigheid is in dezen niet te eisen
zonder de taal geweld aan te doen. Die een
ding met hij aanduidt, schrijve het, al zegt
men in Braband of Gelderland zij.
Is er ooit door de voorstanders der gebruike-
like schrijfwijze over geklaagd, dat men nu eens
de, dan weer den man schrijft? s
Braband cn niet Brabant. We zeggen immers:
Brabanders,