51"e jaargang. -I Vrijdag, ,12 November 1897. N°. 9473. Eerste Blad RAMUNTCHO. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. St.-ISrXOOL^A.8. FETJILLETOISr. UITGEVER? H. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. -Ti'.tvy-Ui.nmfe: Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0 02 *'SSBga7araKj3catjuiiiUg53auu:»rU^ifwi.ii,taaga—mimi ,iiwmr BCKEAUBOTESÏSTKI.IT TO, Tclephoon Xo. 133. Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe grip wan cene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Mogen wij vandaag eens een kort pleidooi houden ten behoeve onzer winkeliers, dien nijveren stand, wiens welvaren voor elke stad van zoo groot gewicht is? En vooral tot onze lezeressen richten wij ons. Heeren lezers, wij zeggen het vooruit, mogen, zoo het hun lust, gerust deze woorden overslaan. Willen zij ze lezen, ons des te aangenamer. Onze stad, het is eigenlijk niet noodig het nog eens te vertellen, is in exceptioneele conditie. Vlak bij Rotterdam, de tweede stad des Rijks gelegeD, is zij te benijden boven vele harer zusters, die niet zoo in de buurt uitnemende concerten, goede opera's en uitlokkende comedie- voorstellingen hebben, om nog niet te spreken van zooveel andere aantrekkelijkheden maar de keerzijde der medaille is minder fraai, vraag dat onzen winkeliers maar eens. Dit voorjaar wist een inzender in ons blad er een tafereel van op te hangen, van die in Rotterdam winkelende dames, die zoo gemak kelijk, schier dag aan dag met het gewillige tramboekje naar Rotterdam gaan en daar, al lag het nu ook niet in het plan direct, van daag dit, en morgen dat koopen, wat natuurlijk dus niet in Schiedam gekocht werd. Dat kwaad nu op eenmaal uit te roeien, wij denken er niet aan, en het zou ook onmogelijk blijken, maar wij zouden zoo gaarne onzen lezeressen en lezers het volgende in overweging willen geven, nu het seizoen van oplevende kooplust en misschien ook koopkracht is aan gebroken: zou er, wilden wij vragen, zoo erg veel bezwaar bestaan, als er iu de winkels hier eens eerst werd rondgekeken, of dair niet te erlangen is, wat men wenscht, vooral met het oog op het St.-Nicolaasfeest Er zullen luxe-zaken moeten gekocht worden, die men hier of niet, of niet in voldoende ver scheidenheid vindt; zeker, men ga daarvoor naar Rotterdam maar zoo tien- en honderd tallen dingen zijn er toch ook nog, vooral door bescheidener indien wij dit onjuiste woord hier eens mogeri gebruiken beurzen begeerd, die even goed hier als elders zijn te krijgen. Indien wij nu van elke tien kooplustigen, die van plan zijn naar Rotterdam te gaan er maar één konden behouden voor onze stad, en als Roman door Pierre Loti, lid der «Académie F ran f ai se". 38) Als je eens wist, wat dat kleine klooster Amez- queta is; vier oude zusters en zij, ineen eenzaam liggend gebouw IIk heb een goed paard zooals je weet, dat hard kan loopen als we maar een maal haar in het rijtuig hebben, dan zou ik wel eens willen zien, wie je zou achterhalen. Dien avond besloten zij Itchoua in het geheim te nemen, daar hij een man was voor geen klein gerucht vervaard, handig, en voor geld bereid om alles te doen. De plaats, vanwaar zij dien nacht voor hunnen smoltkeltoeht zouden vei trekken, heette Landachkoa, een plaatsje gelegen in Frankrijk, tien minuten van do Spaansche grenzen. Als de duisternis is inge vallen, doet de herberg, die daar eenzaam en ver laten iigt, aan een moordenaarshol denken; op dit oogenblik, terwijl de smokkelaars er door een achterdeur uitgaan, wordt zij met Spaansche grens wachters gevuld, die om zich te ontspannen zonder gewetensbezwaar de grenzen zijn oveigegaan en thans onder een liedje hun wijn drinken. De waardin gewoon aan deze nachtelijke tafereslen, is juist vroolijk bij Itchoua gekomen en heeft hem in I het Ba-kisch ingefluisterd het gaat prachtig, ze nu eens iedereen dacht, laat ik die ééne zijn, en niet bij de negen anderen behooren, dan zouden wij al zoo goed op weg zijndan zouden onze winkeliers dankbaar zijnen niet de onaangename ervaring opdoen met hunne artikelen te blijven zitten, terwijl zij toch stellig weten, dat er wel soortgelijke gekocht zij n, maar elders. Wij moeten wat doen voor onze stad en er hart voor krijgen hoe beter het Schiedam gaat, hoe grooter de liefde er voor zal worden. Wij lijden hier door een soort absenteisme van koopers en koopstersdaardoor floreert onze winkelstand niet als, zij dat kon doen daardoor zullen misschien sommige magazijnen minder goed gesorteerd zijn, dan indien dat absenteisme niet bestond. Nu heeft ieder in zijn hand er een steentje toe bij te dragen, dat dit bezwaar gaat ver vallen het is een geringe opoffering, en als men liet tijdig vraagt, zal ieder winkelier hier tot den eigen prijs van Rotterdam kunnen leve ren, wat men verlangt. Met onze opmerking gelooven wij niet te laat te zijn n o g moet het meeste aangekocht worden, waarmede op den goeden St. Nicolaas- avond overal blijde gezichten zullen gewekt worden. Laat dan ook onze winkelstand, voor wien de St. Nicolaasmaand lange weken van slapte moet goedmaken, met erkentelijkheid op dat feest terug kunnen zien. "Van elke tien dus één, en ieder die één, die helpt 1 Algemeen uvenirlit. Schiedam, 11 November '97. Den hoofdinhoud van de redevoering, door lord Salisbury in Guildhall uitgesproken, deel den wij reeds gisteren mede. Men was ditmaal bijzonder benieuwd inEnge- land naar hetgeen Harer Majesteits eerste- minister zou zeggen over de verhouding tot Frankrijk. Welnu, de verklaring, dat er grenzen zijn, buiten welke Engeland niet mag gaan in zijn toegevendheid bij de onderhandelingen, daar het anders eigen vaststaande rechten zou prijs geven. werd met bijval ontvangen en beant woordde volkomen aan de verwachting. Evenwel, deze verklaring maakt den toestand niet beter. Aan wiens zijde het recht is, valt vooralsnog moeilijk te beslissen maar dit is zeker, wan neer men in Londen zegt, dat Engelands geduld is uitgeput, dan zal men zich te Parijs, waar de minister van buitenlandsche zaken een zijn bijna dronken, en je kunt direct naar buiten gaan. Naar buiten gaan! dat is gemakkelijker ge zegd dan gedaan! Het druipt er van den legen en men glijdt uit in het slijk der voetpaden on danks de hulp van de met ijzer beslagen stokken. Men kan er geen hand voor oogen zien en kan elkaar niet onderscheidenals blinden gaan de gezellen voort op den tast, met het geluid naast zich van den nederstroomenden regen die hun doof maakt. Ramuntcho, die voor het eerst van zijn leven deze streek bezoekt, kan zich geen voorstelling maken van de wegen waarlangs men gaat en telkens stoot hij met zijn last tegen zwarte voor werpen, die blijken takken van beukeboomen te zijn, of hij glijdt met beide voeten uit, en staat, met zijn borgslok in de aardo stootende, weder op. Arrochkoa en Ramuntcho, de bende op het gehoor af volgende, sluiten den stoet, terwijl de anderen, die vooruit loopen met hunne bergschoenen nauwe lijks zooveel geluid maken als wolven in het bosch. Allen te zamen zijn er vijftien smokkelaars, zich bewegende over een afstand ven vijftien meter, in den duisteren nacht onder het onophoudelijk neer vallen van den stortregen over de bergpaden voort schrijdend zij dragen kisten vol kleinoodién, horloges, kettingen, rozektansen, of wel balen Fransche zijde in wasdoek gewikkeldvóór allen uit, beladen met koopwaar van minder waarde, loopen twee mannen, die hun verspieders zijn, en die zoo dit geschiedt de kogels uit de geweren der Spaan«che grenswachters naar zich toe zullen lokken en die dan de vlucht zullen nemen, alles op den grond werpend. Men spreekt slechts met gedempte stem tot elkaar, die echter door de ge krachtige, ovei tuigde koloniale partij achter zich heeft, daardoor volstrekt niet laten influen- ceeren. Vooral niet, omdat men niet gaarne het succes, dat de koloniale troepen, die sedert tal van jaren de Fransche ving vertoonen in het achterland van Lagos en Dahoinev, hebben behaald, voor de oogen van het naijverige patriotisme zou laten vallen, na eerst die ver kregen uitkomsten voortdurend te hebben opgehemeld. Daarom is het te hopen, dat er spoedig een overeenkomst tusschen de beide landen moge tot stand komen, die ieder bet zijne geeft. De Standard ziet in de redevoering van lord Salisbury een ernstige waarschuwing aan het adres der Fransche regeering. Mag een tweede waarschuwing niet noodig zijn door eene spoedige oplossing dezer kolo niale quaestie. De Duitsche bladen deelen ons mede, dat de Bondsraad definitief het wetsontwerp tot hervorming der militaire strafvordeiing heeft aangenomen. Men mag dus als vaststaand aai-iernen, dat dit ontwerp een der eerste onderwerpen van behandeling in den Rijksdag zal uitmaken. Mag men de loopende geruchten vertrouwen schenken, dan zou de Bondsraad zich ten slotte vereenigd hebben met een ingrijpende reorga nisatie der militaire rechtbanken, zoodat de belofte, door vorst Hohenlohe verleden jaar aan den Rijksdag gedaan, spoedig in vervulling zou gaan. Zoo althans is de lezing van dr. Lieber, het hoofd der clericale Beieische groep in den Rijksdag, die dezer dagen een onderhoud met den Rijkskanselier had. Volgens de Germania wordt in hetregeerings- ontwerp voorgesteld openbaarheid der terecht zittingen. Aan het verzet van Beieren tegen één hooggerechtshof voor het gansche rijk zou in dezer voege zijn tegemoetgekomen, dat voor Beieren een afzonderlijk hooggerechtshof blijft bestaan naast dat voor het overige Duitsche rijk. In bijzondere gevallen, rakende de organisatie van het leger, zouden dan beide hoven in gemeenschappelijke zitting gezamenlijk één uitspraak kunnen vellen. Dat de regeering aldus toegegeven heeft aan den drang van Beiersch-clericale zijde, mag wellicht zijn oorzaak vinden in de begeerte, om den Rijksdag gunstig te stemmen voor de vlootplannen der regeering. Ook die zullen wel spoedig aan de orde komen; het is thans vrij zeker, dat de nieuw benoemde staatssecretaris voor marine, admiraal Von Tirpitz, die achtereenvolgens bezoeken heeft gebracht aan de verschillende Duitsche hoven, niet nagelaten heeft daar de plannen tot ver sterking der vloot ter sprake te brengen. Behalve deze twee belangrijke quaesties, is zeilen ondanks het vallen van den regen, wel verstaan weidt. De man die vlak voor Ramuntcho uitloopt, draait zich om, om hem te waarschuwen Vlak voor ons is een bergstroom, daar moeten wij over. Hoe kunnen wij dat doen Moeten wij zwemmen? Noen, de stroom is te steik; volg ons op den voet, er ligt een boomstam dwars over. Op liet gevoel tastend, vindt Ramuntcho inder daad den voclitigen, gladden stam Hij gaat vooruit, steeds met zijn zwaien last op den rug, terwijl onder hem de bergstroom voortschiet. En bij komt er over, hoe weet hij niet, te midden van de ondoor dringbare duisternis en het koken van het water beneden heat. Op den anderen oever moet men de voorzorgen verdubbelen en een diep stilzwijgen bewaren. Eens klaps zijn de bergpaden en de begroeide hellingen, waarop men telkens uitgleed, geëindigd; men is op een open vlakte gekomen, die door het water doorweekt is en waarin de voeten diep wegzinken de bergschoenen, roet koorden aan de voeten vast gebonden, klapperen in de waterplassen. De oogen van de smokkelaars, oogen als van katten, die zich in de duisternis verwijden, bemerkten dat er rondom een open ruimte is. Zij herademen en met regelmatige stappen gaan zij kalm verder. Plotseling doet het geblaf van honden, zeer ver van ben af in de diepte, hen stil staan. Gedurende een kwartier wachten zij zonder te spreken of zich te bewegen het zweet lekt hen van het voorhoofd en vermengt zich met hat hemelwater, dat langs hunne halskragen tot aan hun gordel neerdruipt. Scherp luisterend, hooren zij het suizen van hunne eigen ooren en het kloppen van hun bloed in er nog een andere, van hoog-t onaangenamen aard, waarvan de Rijksdag wel kennis zal moeten nemen. Volgens de Yorwarts is te Wilhelmshaven het volgende gebeurd. Het sociaal-democratisch lid van den Rijks dag Bebel vvenschte aldaar de keizerlijke werf te bezoeken, en de door een partijgenoot bij de politie aangevraagde vergunning was ver leend om een bezoek te brengen aan de werf, de werkplaatsen en een schip, de Dcutschland. Toen men later op het politic-bureau hoorde dat een der bezoekers Bebel was, werd bevel gegeven het verlof tot een bezoek aan de werk plaatsen te schrappen. Men had daarvoor bijzondere gronden, werd op het protest daartegen geantwoord. Bebel stelde de beambten niet verantwoordelijk, daar zij op bepaalde bevelen handelden. Een interpellatie in den Rijksdag, wellicht een rumoerige zitting, zal nu wel volgen. Gemengde MetledccJIngcn. Ook ten opzichte der derde aanklacht tegen het ministerie is het Huis van Afgevaardigden onder zeer rumoerige scènes tot de orde jvan den dag overgegaan. In de Ilongaarsche Kamer inlerpelleert Frans Kossuth de regeering over de verklaringen van den Oostenrijkschen minister van financiën Bilinski voor de begrootingscommissie en vraagt wat de houding van de Hongaarsche regeering zal zijn indien de Oostenrijksche regeering artikel veertien toepast. Op het Vaticaan zou men, naar uit Rome wordt gemeld, bericht hebben ontvangen, dat een algemeene opstand der Carlisten aanstaande is en dat er tusschen de Europeesche Kabi netten van gedachten wordt gewisseld over den politieken toestand van Spanje. Er zijn thans twaalf artikelen van het vre desverdrag tusschen Griekenland en Turkije geteekeud. Ook over de schadeloosstelling aan particulieren verwacht men het spoedig eens te zijn. Acht en dertig Grieksche boeren uit den omtrek van Preveza zijn tot den strop veroor deeld wegens liet verschaffen van inlichtingen aan de Grieksche troepen. Tot nog toe heeft de Porte de verlangde berate aan Bulgaarsche bisschoppen niet ver leend. Een verkenningstocht naar de Saransar in het Maidan dal is de Britsch-Indische troepen op ernstige verliezen te staan gekomen. Toen de troepen den bergrug bereikten, von den ze het kamp van den vijand ontruimd, maar toen de Engelschen terugtrokken, om zwermden de inboorlingen ze, en dank zij het rotsachtig terrein, konden ze van nabij op de terugtrekkende troepen vuren. De Engelschen hunne aderen. Deze spanning der zenuwen is het in hun bedrijf, waar zij boven alles van houden zij verschaft hun een soort van bijna dierlijke vreugde, zij verdubbelt de werking der spieren bij deze mannen, die wezens zijn ais uit een ver vlogen tijdpetk; zij is een herinnering aan de meest primitieve tnenschehjke indi ukken in de wouden of moerassen van de allereerste eeuwen er zullen nog eeuwen van beschaving noodig zijn om den smaak naar dergelijke gevaarlijke onder nemingen te onderdrukken, een smaak, die de kinderen aanzet om verstoppertje te spelen, een deel der mannen tot vochtpartijen, oorlog of smokkelbedrijf. Ondertusschen hebben de honden opgehouden te blaffen, gerustgesteld of door iets anders thans be zig gehouden. De eentonige stilte is teruggekeetd, we! minder veilig thans en ieder oogenblik gereed om verbroken te worden, omdat daaiginds de bonden waken. Op een zacht bavel van Itchoua beginnen de smokkelaars een vertraagden pas aan te nemen zij verspreiden zich een weinig en door hun instinct geleid gaan zij in gebukte houding voort, scherp naar alle zijden uitziend. Het blijkt, dat zij thans vlak hij de Nivelle zijn, men kan het riviertje niet zien, omdat het rondom stikdonker is, maar men hoort het voor tstroomtn, en thans schuren hunne lichamen bij het voortgaan langs lange buigzame dingen de rozenstruiken die langs de oevers staan. Hier is de Nivelle, die de grensscheiding vormtzij moeten die over gaan, over gladde rotsen, springende van da eenen steen op den anderen ondanks den zware last dien zij op de schouders dragen. Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1