51'*° jaargang.
Zaterdag 4 December 1897.
N°. 9492.
FBTJILLBTOIsr.
DE JONGE WEDUWE.
Verschijnt dageiijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: II. J. C. ROELANTS.
KENNISGEVING.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs tooi Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. 1,30
Afzonderlijks nommersqqq
BUREAU: BOTERSTRAAT ?0, Telephnon Ufo. 123.
Ahvertentieprijb: van 15 gewone regels met inbe
grip van cene Courant0.52
Iedere gewone regel meer- o.lO
Bij abonnement wordt korting verleend.
Inrichtingen welke gevaar, schade oi
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op lieden
aan P. C. LA ROIJ en zijne reehtveikrijgenden ver
gunning verleend is tot oprichting van een varkens
slachterij in het pand aan de Groenelaan i.o 73,
kadaster sectie M no. 467.
Schiedam, den 2den December 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VLRSTELG,
De secretaris,
"VERNÈIJE.
Inrichtingen welke gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien hut \erzoek van P. VAN V1.1KT, oin ver
gunning tot oprichting van een hroodhakkerij in een
perceel aan het liroersveldno. 753 ens, kadaster
sectie B nrs. 860 en 859
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Doen te welen
dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secre
tarie der gemeente is ter visie gelegd -
dat op Donderdag den IGden December a.s., des na
middags ten L2 ure, ten laadlniize gelegenheid zal
woiden gegeven om bozwaien tegen liet toeslaan van
dat verzoek in te brengen en die mondeling of sein if-
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip hierboven
genoemd, op de secretarie der gemeente, van de
schiiftureri, die ter zake mochten zijn ingekomen,
kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 'iden December 1897
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 3 December '97.
De laatste berichten over de zaak-Dreyfus
zijn voor den verbannen ex-kapitein weinig
bemoedigend.
De Echo de Paris verzekert, dat generaal
de Peilieux gisterenmorgen zijn rapport heeft
overhandigd aan generaal Saussier. Ilij spreekt
daarin als zijn meening uit, dat er geen aan
leiding is voor revisie van het vonnis, en dat
Esteriiazy buiten de zaak staat.
De bladen keuren over 't algemeen het onder-
ROMAN DOOR
HANS WACHENIIUSEN.
10)
Een der eersten, die een condoleance-bezoek was
komen afleggen, was de jonge gezanlscliapsattnché
Von Rudorf, dezelfde vriend van haar man, dien
deze te Homburg had getroffen, zonder dat Alban
den tijd had haar zijn komst uiede te deelen.
Rudorf waè steeds een barer ijverigste bewonderaars
geweest.
Hij begroette haar ernstig, misschien nog afge-
tuetener, dan de treurige omstandigheden we! ge
boden Toen hij tegenover haar zal, bleef zijn blik
met een eigenaardige uitdrukking op haar rusten.
Hij bood baar zijn diensten aan gedurende de weinige
dagen dat he#t hem nog vergund was te Parijs te
vertoeven, en betreurde het, dat hij weg moest.
Hij was in de hooge kringen te Parijs zeer ge
zien, en in de club om zijn gezellige talenten
bemind; maar daar hij boven zijn krachten leefde,
hield men het er voor dat hij in schulden stak,
Alban moest hem belangrijke sommen hebben ge
leend, vermoedde men, en Rudorf had dus groote
verplichtingen aan hem gehad.
Maximum dankte hem voor zijn deelneming.
alk begrijp het nog altijd niet," sprak zij voor
zich uitstarende, «Egon een zelfinoordenaat U
kende hem onder al zijn vrienden het beste I Hij
zoek van tie Peilieux af', ook al gelooven zij
niet aan de inededeeüng der Echo.
De Figaro en de Aurora protesteeren krachtig
tegen de wijze waarop het onderzoek wordt
geleid, daar generaal de Peilieux noch het
borderel, de basis van het onderzoek, noch
welke akte ook uit het proces-Dreyt'us in handen
heeft gehad.
De Figaro loont nog op grond van verschil
lende interviews aan, dat Esterhazy zich ge
makkelijk alle in het borderel besproken docu
menten kan hebben verschaft.
Hoe het blad gekomen i.s aan de brieven au
Esteriiazy, die liet gepubliceerd heeft, verklaart
het aldus. I'd het proces, dat Esterhazy cn
mevrouw de Boulency in '1885 voerden, waren
de wederzijdsche brieven overgelegd zij zouden
tegen elkander worden ingeruild, maar geen
der partijen deed dezen stap.
Mevrouw de Boulency had de belangrijkste
brieven van Esterhazy doen photografeeren, en
van die photografieiin had de Figaro eenige
afdrukken gekocht. Een oordeel uitspreken over
mevrouw de Boulency wil het blad niet.
Het Journal des Débals acht het onwaar
schijnlijk dat generaal de Peilieux geweigerd
zou hebber de brieven vitn Esteriiazy door
experts te laten vergelijken met het borderel,
terwijl de beschuldiging tegen Drevfus juist
op die gelijkenis berustte.
Dat is het zwaartepunt der quaestie, vooral
wanneer het waar blijkt te zijn, dat het »ge-
heime stuk", waarop Dreyfus licet veroordeeld
te zijn, in werk olijk li eid nooit heeft bestaan.
Paul de Cassagnac loochent iri de Autorité
liet bestaan van dat geheime document en
publiceert daarbij een brief van me, Demunge,
Dreyfus' advocaat.
Deze ontkent ooit een poging te hebben
gedaan om den heer Scheurer-Kestncr voor
Dreyfus te winnen. Hij heeft slechts één stuk
tegen Dreyfus gekend, n.l, het door de deskun
digen onderzochte borderel.
Als er een tweede stuk bestaat, zooals in de
FJclair werd beweerd, dan heeft hij dat .titnans
nooit gezien.
sik herinner ten overvloede er aan,"eindigt
Demarige, »dat het artikel in de Eclair mede
deelde, dat dit tweede stuk aan den krijgsraad
was voorgelegd zonder dat Dreyfus noch diens
verdediger daarvan iets wisten, en ik beken u,
dat ik die bewering in twijfel heb getrokken,
want mijn eerbied voor de militaire recht
spraak verbiedt mij geloof te slaan aan zulk
een rechtsverkrachting."
De Eclair wil met zekerheid weten, dat een
interpellatie spoedig te wachten is in Kamer
of Senaat, waarsehijolijk in den laatste, waartoe
Scheurer-Kestner zelf dan liet initiatief zou
nemen. De regeering zou dan ter verantwoor
ding worden geroepen over de voorgekomen
onregelmatigheden en het weigeren van een
onderzoek, vooral over de vraag, waarom na de
formeele aanklacht van Matliieu Dreyfus, dat
Esterhazy de schrijver van het borderel is, het
kon we! dikwijls driftig en voortvarend in zijn
besluit zijn; maar d i t is ongeloofelijkVoorzoo-
ver ik weet, was er niets, dat hem tot zulk een
verschrikkelijk besluit kon drijven. En wat mij nog
wanhopiger maakt, is de gedachte, d it een op zich
zelf niets beteekenende ontmoeting met een vriend
mijner jeugd hem zóo kon hinderen, dat hij, wel
licht zeer boos op mij, van mij is heengegaan."
nJ.i, het was een dwaasheid, het was kinder
achtig 1" klonk de stem van haar moeder driftig,
die, met de eene hand leunend op de venstei bank,
in de andere een boulevard-blad, de Vie Ptirisicnnc
op de voorbijgangers in het park neet keek en zich
thans in het ge-prek mengde. «Alban's levensbe
schouwing is altijd anders geweest dan de mijne;
het niets beteekenende dispuut, dat ik trouwens,
niet mijn dochter, met hem had, was een goed
diplomaat niet waardig. Om zulke nestetijen berooft
een man van karakter zich r.iet van het leven, en
Maximinia doet even dsvaa®, wanneer zij zich ver
wijten maakt."
Rudotf zweeg; hij wist, niet wat te zeggen
ïSpteek dus de zotte geruchten tegen, die hier
in omloop worden gebracht; zij kunnen alleen den
goeden naam mijner dochter, dien tot nu toe nis
mand heeft durven aantasten, benadeelen. Haar
naam is gelukkig beter dan van zekere dames, die
tot don nieuwbakken hofadel behooren, en die,
zooals ik gisteren van prinses S. hoorde, nadat zij
met zulk een gehuichelde innige deelneming ons
een bezoek hadden gebracht, mijn dochter in de
pclil ccrcle bij de Keizerin waagde te belasteren.
En zelf doen zij dienst als modellen voor de schan
delijke moeurs du jour van Fransche modeschrij
vers, zooais FeyJeau cn anderen.
onderzoek niet tot dit document is uitgestrekt.
Meline of de minister van oorlog zou dan
de interpellatie beantwoorden.
De laat«te moet volgens de Matin in den
laatsten ministerraad hebben verklaard, dat
Dreyfus' onschuld niet aangetoond was en ook
niet kon worden.
Wat Esteriiazy aangaat, zou generaal Billot
verklaard hebben, dat het onderzoek nog geen
resultaat had opgeleverd, maar overigens, al
werden daardoor de inlichtingen bevestigd, die
de minister van oorlog zijn collega's over Ester-
hazy's moraliteit had gegeven, zou dit onder
zoek alleen liet verschil doen uitkomen tusschen
de zaak-Dreyfus en de zaak-Esterhazy, waar-
tusschen slechts schijnbaar verband bestaat.
De Dépêche de Toulouse deelt nog het vol
gende mede over de campagne, die tegen
generaal de Boisdeffre, den chef van den gene
rated staf, wordt gevoerd.
Volgens dit blad zijn de vrienden van Dreyfus
overtuigd, dat er geen revisie tan het vonnis
te verkrijgen is, zoolang de Boisdeffre aan het
hoofd van den generalen staf blijft.
Uiterst heftige tooneelen moeten zich
altijd volgens de Dépêche hebben afgespeeld
op het ministerie van oorlog tusschen gene
raal Billot en generaal de Boisdeffre.
Be Jour weet mede te deelen, dat Esterhazy,
zoodra het onderzoek is geëindigd, Mathieu
Dreyfus een proces zal aandoende groote
leiders der campagne tegen hem wil hij boven
dien uitdagen.
Of dc beweging vóór Dreyfus en tegen Ester
hazy plotseling een einde zal nemen, ook al
tracht het onderzoek van generaal de Peilieux
de zaak in den doofpot te stoppen, mag men
met den Porijzer correspondent der 'Times
betwijfelen.
Integendeel, het gevaar bestaat, dat, mocht
generaal Saussier met het onderzoek van de
Peilieux genoegen nemen, de regeering harde
dagen zal beleven.
Zoolang mannen als Scheurer-Ivestner en Zola
zich met den gloed der overtuiging voor een
zaak spannen, en te hunner beschikking vinden
oen blad als de Figaro, zal de publieke opinie
de regeering niet met rust laten.
liet ministerieele crisisje, door het aftreden
van den minister van justitie ontstaanis
inmiddels weer voorbij. Tot zijn opvolger is be
noemd Milliard, die de benoeming heeft aan
genomen.
De Figaro is over dezen afloop niet voldaan.
Het was beter geweest, meent het boulevard
blad door toevoeging van eenige jongere
krachten, liet kabinet te reorgantseeren.
liet blad hecht dan ook aan de oplossing
alleen de waarde van een uitweg, die weinig
vertrouwen voor de toekomst geeft.
Corrtély oordeelt in den Gaulois evenzoo. Voor
hem bestaat het ministerie eigenlijk uit Meline,
Barthou en Hanotaux, op zijn hoogst nog Lebon,
nik ben eens, toen Alban ik heb dat ver
moeden nooit van mij af kunnen zetten de kei
zerin zelf wist te bewegen dit huwelijk in de hand
te wei ken, zwak genoeg geweest, om mijn afkeer
van deze parvene's van het Tweede Keizerrijk te
overwinnen; dat vergeef ik mijzelf nooit, Minia
zal na de ervaring, die zij, de dochter van den
ouden iegitiemen adel, met hen beeft opgedaan,
er genoeg van hebben en hun den rug toekeeren.
Dat hoop ik ten minste en zij zal mijn raad
wel volgen. In Alban's positie kon zij zich niet
aan hen onttrekken; nu zou zij in het gunstigste
geval als jonge weduwe gevierd worden en een
punt van aantrekking voor die gunstelingen met
hun versch beschilderde wapenborden zijn. Zij zal
verstandig genoeg zijn, dat in te zien. Baarmoeder
zal haar natuurlijke beschermster zijn."
«Men zal het hier diep gevoelen, gravin Alban
te moeten verliezen,"
Rudorf liet zijn blik bij die woorden vrij rond
dwalen, maar toen da gravin uit het venster keek,
bleef zijn oog met een uitdrukking van hartstocht
op Maximinia rusten, zonder dat deze het bemerkte.
«Mag ik u misschien behulpzaam zijn bij het
regelen der nalatenschap on der papieren van mijn
diep betreurden vriend?" vroeg hij toen Maximinia
de oogen opsloeg. «Een kort uitstel van mijn reis
zal mij zeker worden toegestaan."
sik dank u." De jonge weduwe schudde droevig
het hoofd. iJlattia zal mij bij dien treurigen arbeid
wel helpen."
Rudorfs langdurig bijzijn scheen haar onaange
naam te zijn. Het binnentreden der dienstbode, die
baar op een zilveren blad een brief bracht, kwam
haar dan ook wolkom.
terwijl de andere leden gerust kunnen ver
dwijnen.
De gematigd-republikeinscbe bladen, zooals
de Matin en de Eclairzijn tevreden over de
oplossing der crisis. Bij de spanning, die er op
liet oogenblik bestaat, zou ziclt iederen dag
een gevaarlijk incident voor het kabinet kunnen
voordoen.
Waarschijnlijk is dit ook wel voor Meline
een aanleiding geweest om de crisis te be
zweren, want in de regeering zouden dau
elementen komen, die tot nu toe de brandende
quaestie der oplossing van de zaak-Esterhazy
niet uit een officieel oogpunt hebben bezien.
In dc Ilongaarsche Kamer is gisteren door
Franz Kossuth tot de regeering de vraag ge
richt, wat zij met het oog op den tegenwoor
dige!! toestand denkt te doen.
Waarschijnlijk zal baron Banfly Maandag
op deze interpellatie antwoorden.
De Oosteni'ijksche delegatie heeft gisteren de
gemeenschappelijke begroeting van buiten-
landsche zaken afgehandeld en aangenomen.
Zij vond daarbij gelegenheid haar vertrouwen
irt den minister Goluchowski uit te spreken.
Te Weetien heeft men intusschen eerst
gistermorgen bijzonderheden gekregen over de
onlusten te Praag.
Een aanzienlijke menigte begaf zich Maan
dagavond naar de wijk, waar de Israëlieten en
de Duitschers wonen. Zij plunderde de maga
zijnen wierp de koopwaren op straat. Dc maga
zijnen met Duitsche op-chriften zijn voor het
meerendeel vernield. In de buitenwijk Ziszkow
en in de voorsteden Wanderyen en Lieben is de
menigte bijzonder ruw te werk gegaan. Vele
fabrieken en magazijnen, die door den troep
bestormd werden, zijn zwaar beschadigd. Een
der beloogers schoot met een revolver op de
militairen, die eer. charge maakten met de
sabel. 38 personen werden gekwetst.
De vreemdelingen gaven er de voorkeur aan
de stad te verlaten.
De betoogingen der Czecliische bevolking
tegen de Israëlieten, raakten enkel de Duitsche
joden.
Volgens een bulletin zijn er 4 dooden en
150 ernstig gewonden gevallen.
Gisteren was de stad kalm, maar er Hepen
patrouilles door de straten.
De proclamatie, waarbij de staat van beleg
wordt afgekondigd, is overal in de stad aan
geplakt.
Cacmcngde Medcdcellngcn.
Bij den Duitschen Rijksdag is een wetsont-
werij ingediend over de schadevergoeding te
verleenen aan personen die na herziening van
een strafvonnis zijn vrijgesproken.
Gisteren werd te Madrid ministerraad ge
houden, die gepresideerd werd door de Koningin-
«Tijding uit Duitschhmd sprak zij zacht, als
voor zich zelf. Wellicht is het toch nog gelukt,
den sluier van dit droevig geheim op te lichten
U permitteert
Aarzelende opende zij het couvert van een amb
telijk schrijven, dat zij doorlas. Rudorf was intus
schen, blijkbaar niet op zijn gemak, opgestaan en
ging naar de gravin.
«Onbegrijpelijk 1 Nietswat opheldering kan
geven!" riep Maximinia uit. «De politie staakt haar
nasporingen en hoopt, dat het toeval eenig licht
over het gebeurde zal verspreiden."
Rudorf trad naar haar toe en nam het schrijven
uit haar hand aan. Toen verzocht hij, om van
het onderwerp af te stappen, nog een afscheidsbe
zoek te mogen brengen. Terwijl do gravin hem
haar hand reikte, sloeg zij het van nature bleeke
gelaat van den jongen mar. scherp gade. Toen hij
vertrokken was, liet zij zich den brief geven.
«Domoots 1" fluisterde zij. «Apropos, Minia",
sprak zij daarop, den brief neerleggend, «eenige
dagen geleden hoorde ik, dat die bleeke ridder
een van je vurigste bewonderaars is. Ik heb hem
er eens goed op aangekeken. Hij schijnt zeer harts
tochtelijk te zijneen gezantschapspost in een koud
klimaat zou wei goed voor hem wezen!" Een
sarcastisch glimlachje vloog over haar scherpe
trekken.
Max minia antwoordde niet, en ging naar haar
boudoir. De brief had haar ontroerdhaar oogen
werden vochtig, zij wilde dit voor haar moeder
verbergen.
(Wordt vervolgd.)