51"" jaargang. aterdag 1, Zondag 2 en iVIaandag 3 Januari 1898. N°. 9515 Eerste Blad. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FBXTILLETOISr. DB JONGE WEDUWE. UITGEVER: H.T C. ROELANTS. Bericht. BUITENLAND. BINNENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BFREAÜlïOTERSTK 1.4T fO, Tclcplioon Tüo. 123. AD-trnTEXTrErnusran 1—5 gewone regels met inbe grip van eene Courant0.53 Icdi.re gewone ïegd meero.lO Bij abonnement wordt korting verleend. Het tweede en derde blad bij dit nummer behoorend verschijnt In den ochtend van 1 Januari. De Scliiedamsciie Courant verschijnt ln den avond van 1 Januari niet. Algemeen overzicht. Schiedam, 3! December '97. Naar een bericht uit Engelsche bron te oor- deelen, had het den schijn of Fi ank rijk het loopende jaar niet wilde eindigen, zonder zich ook te doen gelden in het Verre Oosten. Men wist te Shanghai te vertellen en terstond werd liet naar Londen overgeseind dat de Fransche admiraal op het eiland Hainan de tricolore had geheschen. Dit zou reeds een dag of twee geleden zijn geschied. .Tammer voor de zoo goed ingelichte Engel- schen dat de Agence Ilavas onmiddellijk op bevel van hooger hand deze tijding komt lo genstraffen. Trouwens, hoe sensationeel dit bericht ook prima vista moge lijken in de geg°ven om standigheden zou Hainan voor Frankrijk slechts betrekkelijk geiirige waarde bezitten. Immers, dit eiland, dat reeds in 1885 bijna door Frankrijk bij zijn Indo-Chineesehe bezit tingen was gevoegd, ligt te ver zuidelijk dan dat het bezit er van vergeleken kan worden met de jongste bezettingen door Rusland en Duitschiand. Uil- een koloniaal oogpunt alleen zou de in bezit neming van Hainan zeer zeker geen op zienbarende gebeurtenis zijn. Het eiland behoort reeds lang tot de Fransche invloedssfeer. Wat Engelan 1 betreft, is thans de bezetting van Chemulpo ategorisch tegengesproken. Bevestigd wordt daarentegen dat het Britsche eskader zich bjj Port-IIamiiton bevindt, schoon officieel verklaard wordt dat de Engelsche sche pen bezit hebben genomen van dit tusschen de zuidpunt van Korea en het eiland Quelpart gelegen eilandje. Men zegt te Londen dat dc vloot alleen, zooals lederen winter, in deze streken zich ophoudt. De belangrijkheid van Port-Hamilton is anders aan Engeland niet onbekend. Door zijn ligging beheerscht het de straat van Korea en den ingang der Japansche Zee, t terwijl het terzelfder tijd een zeer gunstig i gelegen uitgangspunt is voor een vlootdemon- S stratie in de golf van Petschili. Trouwens reeds eens is het door Engeland ROMAN DOOR HANS WACHENHUSEN. 32) De ontmoeting tusschen Hehrmann en Rudorf was zeer ceremonieel. De eerste bood zijn excuses aan, dat hij Rudorf moest lustig vallen; hij had hem den vorigen dag in het Kurhaus niet willen aanspreken. Hij wenschte hem in een delicate aangelegenheid, een familie-quaestie te spreken. «Het betreft de familie Afban," voegde hij er bij, dén ander scherp in de oogen ziende. »Ik ben zeer nauw verwant aan de Alban's. De moeder van den zoo ongelukkig om 't leven gekomen graaf was van geboorte een Hehrmann." «Zoo, zoo!" Rudorf scheen volstrekt niet aan genaam getroffen. »U herinnert u zeker dat sterfgeval, mijnheer von Rudorf? Te meer, daar u in dien tijd ook 'aan den Rijn was." «Wie zou het zich niet herinneren?" Rudorf antwoordde verstrooid en ontwijkend. «Do terugk er van graaf Egon's broeder brengt sïu die gebeurtenis opnieuw ter sprake. Hebt u het ochtendblad al gelezen Dat artikel zal sen- satis maken. Interesseert het e?" Rij wees op een bank, waar hij naast Rudorf plaats nam, en reikte dezen het blad* over. bezet, en wel in Mei '1887, na de sluiting van het verdrag tusschen Korea en Rusland, waarbij het laatste rijk Port Lazarew kreeg. Nadat evenwel Rusland afstand had gedaan van dit verdrag en China geruststellende ver klaringen had afgelegd, kreeg de Britsche ad miraal Dowel bevel Port-Hamilton te ontruimen. Op bet oogenblik nu is het eiland wel niet door de Engelschen bezet, maai ue Britsche schepen kruisen er toch in de buurt. Intusschen verzekert men te Peking, dat de Engelsche regeering haar 'olie aandacht wijdt aan de vervanging van den Mc. Leavy Brown als inspecteur der Koreaansehe douane door den Rus Alexiüf. In de Chineesche keizerstad moet het bericht zijn ontvangen, dat vier EngeKche oorlogs schepen naar Chemulpo zijn vertiokken. Ualziel bericht bovendien uit Shanghai, dat de Engelsche regeering eenige schepen der Canadian Pacific Mij, waarover zij in oorlogs tijd mag beschikken, heeft gerequireerd. Het zouden zijn de Empress of China, de Empress of India en de Empress of Japan. Ook de quaestie der door China te sluiten leening is nog niet opgelost. Rusland verlangt als garantie het monopolie van de spoorwegen en der mijnen in Noord- China, alsmede den afstand eener ijsvrije haven. Bovendien wil het, dat het beheer der Chineesche douane aan een Rus wordt toevertrouwd. In de Engelsche kolonie hoopt men nog op het tot stand komen eener Engelsche leening. De Britsche gezant heeft eenige dagen uitstel gevraagd om met zijn regeering te kunnen raadplegen, Inmiddels heerscht in Japan, dat zeker het meeste belang heeft bij den gang van zaken in liet Verre Oosten, zekere opgewondenheid. De militaire partij, die daar te lande zeer machtig is, laat zich krachtig hooren en vraagt met luider stemme om een energiek optreden der regeering. Voor het oogenblik verlamt de ministerieele crisis de activiteit van Japan. Onmiddellijk na de opening der Kamer, is deze door den Mikado ontbonden, omdat terecht werd gevreesd voor een conflict tusschen de ministers en de volksvertegenwoordigers. Daarop zijn de minister-president en diens collega van marine heengegaan, en na een mislukte poging tot reconstructie van hei Ka binet, hebben alle ministers hun ontslag aan geboden. De vraag is nu, wie de portefeuilles uit de handen der aftredende ministers zullen aan vaarden. Men spreekt er van, dat graaf Ito, die ook gedurende den oorlog met China premier was, een nieuw kabinet zal vormen, waarin graaf Okouma belast zal worden met Buitenlandsche Zaken. Is dit zoo, dan mag inderdaad verwacht worden, dat Japan zijn werkelijke of vermeende rechten krachtig zal doen gelden. Waar van feitelijk bezit geen sprake kan zijn, daar trachten toch steeds de groote mogendheden hun invloed te doen gelden op de kleinere of zwakkere staten. In ruime mate geldt dit van den Balkan, waar met name Ruslaud en Oostenrijk de eersten aan bod zijn. Wat Servië betreft, rekenen zij daar echter buiten den waard, die hier koning Milan heet. Aan de Temps werd uit Belgrado het zon derlinge bericht gezonden, dat Milan, onder Voor wendsel van bij gravin Zichy ter jacht te gaan. plot-eling de Servische hoofdstad heeft verlaten om een overeenkomst tot stand te brengen, die tegen belangrijke persoonlijke voordeden voor Milan, Servie definitief in het Ilongaar- sche kielzog stuurt. Het Fremdcnblatt vindt in dit bericht aan het officieuze Fransche blad aanleiding om de positie van Oostenrijk-Ilongarije ten opzichte van Servië aan een onderzoek te onderwerpen. Het blad meent dat dergelijke gpruchten alleen beoogen de goede verstandhouding tus schen Oostenrijk-Ilongarije en Rusland te ver storen. Oostenrijk-Ilongarije wil een zelfstandige, vreedzame ontwikkeling der Balkan-Staten zon der inmenging van buitenaf. Zoo is er ook ir. Servië noch een partij noch zelfs een persoon van naam, die zich zou kunnen beroepen op den steun der Oostenrijksch-Hon- gaarsche regeering. Dit is al sedert jaren zoo, maar vooral thans, nu de houding van Oosten- rij k-Hongarije op grond van een loyale uit eenzetting met Rusland overeenstemt met Rusland's gedragslijn tegenover den Balkan. En de/.e overeenstemming wordt niet alleen gesteund door de openbare meening in beide landen, maar wordt ook door gansch Europa als een kostbaren waarborg voor den vrede met blijdschap begroet. De politici van kleine staten, aldus eindigt het blad, moeten zich afwennen, voor hun plannen en intriges de groote mogendheden, vooral Oostenrij k-Hongarije en Rusland, tegen elkaar op te hitsen. demengdc jffcdedecilngen. Rudoif's oog viel terstond op het opzienbarende opschrift, maar geen spier van zijn gelaat vertrok onder het lezen. sik herinner mij inderdaad die bijzonderheden uit de bladen," zeide hij, waarbij zijr. stem kwa lijk verborgen ontroering verried. sin dat artikel wordt gesproken van de getui gen, die medegewerkt hebben tot dit moordend duel," ging Hehrman voort. «Algemeen werd aan zelfmoord geloofd", merkte Rudorf onverschillig op. «Geloofde daar ook aan?" Rudorf haaide de schouders op. «Zooals ik hoorde, was mijn neef uw intiemste vriend te Parijs. Oordeelde u hem tot zulk een daad in staat?" Rudorf draaide met zijn antwoord. «Als zijn vriend mocht en kon ik het zeker niet gelooven. Ik hield het voor een zielkundig raadsel. Ilij was vaak overijld in zijn besluiten", «En wanneer nu overtuigende bewijzen bestaan, die deze opzettelijk uitgestrooide geruchten logen straffen en het bewijs leveren, dat er een duel heeft plaats gevonden, wanneer om kort te gaan wel geen b e w ij s voorhanden is, dat u juist om dien tijd ter plaatse aanwezig was, maar dat allo aanwijzingen er voor spreken, dat u als Egon's vertrouwdste vriend als getuige bij dit duel is tegenwoordig geweest..." Uit Rudorf's gelaat was alle kleur geweken. Hij zag Hehrmann met kouden blik aan. «Dan spijt het mij, baron, dat ik u op zulk een vraag het antwoord moet weigeren." Hij stond op, nam koel den hoed af en sloeg de laan naar de stad in. ïDat verwondert mij nietmompelde Hebr Hanotaux heeft gisteren een gala-diner ge geven ter eere van den vertrekkenden Russischen gezant, baron Mohrenheim. In een warme toast herinnerde de minister aan den onverbreekbar.-- band tusschen beide volken tot heil der gansche wereld. Baron Mohrenheim dankte zeer ontroerd Parijs en Frankrijk, terwijl hij eindigde met den uitroep »Ik hef mijn glas even hoog op als mijn mann, «Misschien daagt hij mij nu uit. Maar de bom barst nu toch 1" Rudorf had zich intusschen met haastige schre den verwijderd. «Juist zooals ik voorzien had," dacht hij bij zichzelf, «Ik heb vooruit gewaarschuwd! Mijn eeiewoord dwong mij... Maar thans kan ik haar niet ontzien Hij ging naar een kiosk, kocht het ochtendblad en ging naar de leeszaal van het «Konversations- haus". Daar couverteerde hij het blad, schreef het adies er op en liet het door een commissionnair wegbrengen. «Dat icopt onvermijdelijk op een duel uit!" Ovei leggend, wat hem te doen stond, liep hij in i et paik heen en weer. «Misschien zou het beter zijn ais ik hier niet was. Maar men heeft mij reeds gezien en zou mij dus van lafheid beschuldigen. Ik blijf." Hij zette zich aan een der tafeltjes en ging ontbijten, Onderwijl zag hij om zich heen naar de andere gasten, als wilde hij nagaan welken indruk het sensationeelo nieuws had teweeggebracht, Maar bij bemerkte niets. XXI. Na een bijna slapeloozen nacht was Maxirainia reeds vroeg opgestaan en trad op het balkon naar buiten. Maar noch de frissche morgenlucht, noch liet gezang der vogels stemde haar opgewekt. Zij kon het in de kamer niet meer uithouden. In een eenvoudige huisjapon, het hoofd gedekt door een stroohoed, ging ztj, gevolgd door haar kame nier, naar beneden, den beschaduwden tuin van het hotel in. T'.Een dor bedienden, dien zij op weg daarheen ontmoette, deelde haar op haar vraag mede dat hart voor <le regeering der republiek erx voor geheel Frankrijk." ZooaN reeds werd verwacht, zijn alle aan geklaagden in het Panama-proces vrijgesproken. nYive la Répubfiquo!'" riepen alle aanwe zigen bij het hooren der uitspraak. Ook de beschuldiging tegen Naquet wordt niet volgehouden. Tant de bruit enz. Tegen Mathieu Dreyfus is een instructie ge opend wegens een poging tot omkooping van wijlen kolonel Sandher. Op zijn beurt heeft Mathieu Dreyfus, in verceniging met den schoonvader van den «ver rader" Dreyfus, den heer H.ulaman, een aan klacht ingesteld tegen Esterhazy. wegens be- leediging en bedreiging in een brief. In zijn protest tegen de Boodschap van Mc. Kirfioy zegt Woyler te zijn vereerd door de beschuldigingen door den President van de Ver- eenigde Staten tegen hem ingebrachtwant zijn gedrag is altijd een soldaat waardig on vol eer en vaderlandsliefde geweest. Maar hij vindt de Boodschap beleedigend voor het leger en meent zich tot den troon te moeten wenden om er legen op te komen. Niet het voorloopig vergelijk, maar de be grooting is voor den. tijd van zes maanden bij besluit van keizer Frans Jozef krachtens art. 14 der grondwet vastgesteld. De Porie heeft aan liet Russisch gezantschap kennis gegeven, dat zij binnen enkele dagen zal antwoorden op de nota betreffende de achter stallige oorlogsschatting. De spoedige betaling van een half milüoen ponden Turksch werd daarbij toegezegd. Do Christenen op Kreta beginnen, naar uit Kanea wordt bericht, het eiland te verlaten. Men vreest voor een algemeenen uittocht. Te Kassaia is bericht ontvangen dat Osobro, de belangrijkste post tusschen Kassaia en Khar toum, na een belegering van zes dagen door de Engelsch-Egyptische troepen is genomen. Te Port-au-Prince (Haïti) zijn door brand 800 huizen, een hotel en een kerk vernield. Tot overmaat van ramp deed den dag daarop een hevige aardschok alle beschadigde huizen instorten. Drie duizend personen zijn dakloos. Hofberichten. De voorstellings-audientie van officieren en civiele heeren ten Ilove was gisteren druk bezocht. Tot de officieren behoorden die van alle wapenen, eenige van het O.-I. leger en van de Kon. Nederl. Marine. Onder de voorgestelden de prins nog niet was opgestaan, en dat antwoord stelde haar bijna gerust, want haar hart begon sneller te kloppen als zij er aan dacht, hoe zij alleen met hem zou kunnen zijn. Wel een half uur wandelde zij in den tuin. Mevrouw von Zirkow was reods haar morgen wandeling aan 't maken, ®en haar moeder sliep altijd lang, Toen zij op haar kamer terugkeerde vond zij op de ontbijttafel een brief, waarvan het handschrift haar bekend voorkwam. Zij opende liet couvert en wnd er alleen een courant in. Een voorgevoel van wat er komen zou deed haar de kamenier wegzenden. Toen ging zij zitten en las al dadelijk de gespatieerde woorden «Een huiveringwekkende gebeur- t e n i s." Haar gelaat werd bleeker en blaeker; haar han den trildener lag een floers voor haar oogen, en nog had zij niet ten einde toe gelezen, toen zij met een angstkreet achterover viel in haar stoel. «Vreeselijksteunde zij, de handen voor het gelaat slaande «Maar mama Ik moet naar haar toe!" Zij stak het ongelukbrengende blad bij zich en ging met knikkende knieën naar boven, naar haar moeder. Deze was juist aan haar toilet bezig en zag wrevelig haar dochter aan. »Lees, mama... Het is iets ontzettends! Dat heeft men mij zooeven zeker met boosaardige be doelingen gezonden." Zij reikte haar moeder de courant toe en zonk verplet op den sofa neer. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1