7~7sS5syiEüws:"
~YLAAI11>INGEN.
Kunst en Wetenschap.
Rechtzaken.
Gemengd Nieuws.
gelegenheid om in den vreemde de eer onzer
natie hoog te houden."
Schr., die tot verschillende voorname readers
het verzoek tot deelname richtte, ontving tot
antwoord slmlien de Nederlandsche Regeering
ten opzichte van onze nijverheid vroeger ronds
eene meer welwillende houding had aangenomen,
zou er thans geen sprake var, zijn of tie Neder
landsche Visscherij zou den ouden roem nog
kunnen handhaven, in de gegeven omstandig
heden is dit niet mogelijk."
Als men bedenkt, aldus vervolgt de heer v.
d. Ch. dat de Duitsche vissehersvloot, zich, dank
zij den krachligen regeeringssteun flink ont
wikkelt en dat wellicht de tijd niet ver meer
zal zijn dat Duitscidand de invoerrechten op
haring en andere visch zal verhoogen ter be-
haitiging der nationale belangen, dan ligt de
tijd niet meer ver, dat de vreemde vissehers
vloot de onze zal overvleugelen.
Slechts bij voortdurenden krachtigen steun,
zoowel van regceringsvvege als van andere
invloedrijke zijde in den lande, zal het mogelijk
zijn, verdere tegenspoeden te weerstaan.
Reorganisatie der verouderde vloot, het zoeken
naar nieuwen afzet zijn noodzakelijke dingen.
De oorspronkelijk voor Nederland gereser
veerde plaats wordt thans door het kleine Dene
marken ingenomen.
De heer v. d. Chijs wanhoopt echter niet
Met belangstelling zal bij de tentoonstelling
volgen en nagaan boe andere landen partij trek
ken van hunne veitegenwoordiging.
O O O
Uitsluiting- van Katholieken.
In Do Tijd komt de klacht voor, dat geen
enkel katholiek geneesheer is opgenomen in de
commissie van geneesheeren, die zich ten doel
stelt volkssanatoria voor teringlijders op te
richten. Te meer betreurt bet blad dit, omdat
de commissie aan het veel beter samengesteld
A. C. Wertheim-comité heeft verzocht, de A. C.
WerUieim-stiehting, waai toe ook allen zullen
bijdragen, te doen worden het eerste Neder
landsche sanatorium voor teringlij Iers."
Als tegensttlling ook van het cenli aal comité
voor de inhuldigingsfeesten te Utrecht, waaiin
de katholieken niet of niet voldoende zijn ver
tegenwoordigd, schrijft De Tijd:
hebben bet A. C. Werlheim-comité
goed samengesteld genoemd, en wij wijzen ook
op dit comité als voorbeeld voor de vvij/e van
samenstelling. In berichten en advertenties in
de dagbladen van elke richting werden allen,
die de voortreffelijke eigenschappen van A. C.
Wertheim wilden huldigen, in een algemeene
vergadering samengeroepen.
Deze vergadering benoemde een comité uit
de aanwezigen. Waren hier de Katholieken j
weggebleven, zij zouden later niemand hebben*
kunnen verwijten, dat men hen was voorbij
gegaan. In zulk een bijeenkomst ontstaat, tenzij
de meerderheid al te opzettelijk en openlijk
uitsluiten wil, vanzelf een comité, waarin elke
richting vertegenwoordigd is."
De zaak Hoogerhnïs.
In R. v. A. publiceert Tjeerd Stienstra, te
Paterson (Noord-Amerika) den volgenden »Open
Brief' aan den Minister van Justitie in Nederland;-1
sik gevoel mij gedrongen langs dezen weg u
eenige opmerkingen te maken, naar aanleiding
van uwe vei klaring in de Kamer in zake de
Gebrs. Iloogerhuis waar gij daaiin beweert, dat
er een grondig herhaald onderzoek in deze zaak
is gehouden. Welnu, ik zal u aantoonen dat
dit zoo niet is.
Toen ik nl. na afzending van mijn beëedigde
verklaring, waaiin ik te kennen gaf, dat wan
neer ik in Holland was, ik veel er aan zou kun
nen toevoegen, waar ik getuigen kon bijeen
brengen, die wisten dat ik iri liet bezit was ge
weest van de bewuste lantaarn, geen antwooul
daaiop ontving, zond ik eenige maanden later
aan uw voorganger een brief, waarin ik hem
een en ander nogmaals onder de aandacht bracht.
Ik ontving daarop weer geen antwoord.
Ik had verwacht, dat men een hoofdgetuige,
die zich vrijwillig aanbood de justitie ter hulpe
te zijn in het vinden der waarheid, had uitge-
noodigd te verschijnen. Men heeft dit niet gedaan.
Men heeft evenmin gebruik gemaakt van het
licht door mij ontstokeu, vfaartnede m. i. met
weinig moeite de waarheid voor den dag ware
gekomen. Mijne meening te dien opzichte wordt
gedeeld door allen, die met mij medewerkten
om deze zaak tot een goed einde te brengen en
die bekend zijn met den inhoud mijner ver
klaring.
Waar ik tot mijn verbazing thans heb ver
nomen, dat men in Holland nog geheel on
kundig is met den inhoud mijner verklaring,
behalve natuurlijk de Justitie, daar zal ik thans
trachten de tweede verklaring te doen publi-
ceeren. Ik acht dit noodig om vooial te makon,
dat het publiek zooveel mogelijk worde inge
licht, opdat het kan oordeelen, waar zeer zeker
alleen de publieke opinie de hefboom zal zijn,
waardoor men in deze zaak werkelijk recht
zal doen.
Ik breng bij dezen voor de derde maal onder
uwe aandacht (althans onder de aandacht der
Justitie) dat ik elk uur bereid ben om mijn ver
klaring voor de Ned. rechtbank onder eede te
bevestigen en te trachten die verklaring volle
diger te maken door in Friesland getuigen op te
sporen, die kunnen bevestigen wat ik daarin
beweerde, en vooral wat thans voor mij zeer
waarschijnlijk doch niet zeker is (nl. of de lan
taarn de mijne is) te kunnen bevestigen dat de
veel beruchte lantaarn sde mijne is,\
Een profest.
Mr. D. Van Houten, advocaat te 's-Graven-
hage, heeft, naar aanleiding cener in de Deut
sche Reichsanzeiger voorkomende waarschuwing,
waarin de Naarnlooze Vennootschap »DeFond-
senbank" te 's-Gravenhage wordt verdacht ge
maakt, de tiiS"-chenkomst ingeroepen van den
Minister van Bïnnenlaudsche Zaken en dezen
verzacht op intrekking van bedoelde, zijns inziens
ongemotiveerde, waarschuwing aan te dringen,
Mr. Van Ilouten legde bij dit verzoek een
rapport over van den heer K. Rovers te Schie
dam, die bij zijn onderzoek tot de volgende
conclusie kwamjizonder daarmede de zaak
(het uitgeven van certificaten op serie en pre-
mieloten) in het algemeen aan te bevelen, kan
ik echter met gerustheid verklaren, dat, voor
zoover mij bij nauwlettend onderzoek gebleken
is, bij meergenoemde instelling tot op dit oogen-
blik, ten tijde van het uitbrengen van het rap
port, niet iu sti ijd gehandeld is met de door
haar op zich genomen verplichtingen,
Bij Kon. besluit is benoemd tot commandeur
in de .orde van den Nederlamiscben L«euw
mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van
State.
Volgens het Ilaagsche Dagblad werd den
benoemde deze onderscheiding medegedeeld
tijdens het bal ten Hove Maandagavond dooi
de Koningin-Regentes.
Deze hooge onderscheiding heeft mr. Asser
te danken aan zijn groote verdiensten als
vooi zitter der Ilaagsche Conferentie van 1S93
en 1894 voor het iuternaiionale privaatrecht.
Stemgerechtigde deelnemers der Nedeii. Han
delmaatschappij hebben gekozen tot commissaris
den heer S. P. van Eeghen, iu de plaats van
wijlen den heer A. C. Wertheim te Amsterdam.
OVERSCHIE, 5 Januari, Er zal zich uit do leden
der Oer. Gemeente alhier, een sommissie vormen
inet het doel gelden in te zamelen, ten einde tot den
aankoop van een nieuw orgel te geraken.
OVERSCHIE, 5 Januari. Gisterennacht zijn weder
door den rijks- en den gemeenteveldwachter alhier
vier Woudrichemsche visscher» bekeurd wegens het
visschen met den zegen in de Dclftsche schie, zonder
vergunning.
ROTTERDAM, 4 Jan. In de heden gehouden ver
gadering der Kamer vau Koophandel werd mot
nagenoeg algemeene stemmen de heer A Plate tot
voorzitter benoemd. Vicc-prcsident werd de heer
J. H. Veder.
W Naar wij vernemen heeft de heer Chr. Krijger
bedankt als directeur van de Gymnastiek- en
Scherm vereen igi hg »Olympia" alhier, wegens te
dtukke bezigheden.
Zeker zu len de leden van sOlympia" zoowel
als de oud-leden het betreuren dat hun be
kwame on ijverige directeur de leiding hunner
oefeningen uil handen geeft, hoezeer zij ook het
motief zullen moeten eerbiedigendat hem
daartoe aanleiding gaf.
De eeiste feestavond van wege de afdeeling
Schiedam van den .Ned, R.-K. Volksbond ter
viering van het zesde jaarfeest te geven, is op
Donderdag G Januari bepaald de volgende fee-t-
avonden zullen op Zondag 9 en op Zondag 16
Januari gegeven worden. (N. S. C't.)
BURGEULIJKESTAN D.
Geboren
3 Januari. Wilhelrnina Johanna, dochter van
D. Krabbendam on P. Geeriing, Lange Kerk
straat. Lucas Antonius Joannes, zoon van
G. H, J. Essenberg en M. M Biirltx, Roosbeek
Wilhelrnina Clara Johanna, dochter van II. J.
Allewelt en M. C. Reus, Lauronstraat.
4 Jannari. Adrianus, zoon van A.J.Noordijk
en M. F. T. Overziet-, IVestfr. laan.
In het jaar 1897 werd ouze gem»ente be
zocht door 2G stoomschepen waarvan 21 onder
Noorsche, 3 onder F.ngelsche, 1 onder Zweed-
sche en 1 onder Duitsche vlag. Deze stoom
schepen hadden een gezamenlijken inhoud van
11532 register tonnen, 23 ervan kwamen in de
haven. Zeilschepen kwamen tot een getal van
13 in de haven, daarvan waren 6 Nederland-
sche, 3 Denen, 1 Rus, 1 Zweed, '1 Noor en 1
Duitscher. Zij hadden een gezamen'ijken inhoud
van 2025 reg. ton.
B U R G E R L IJ K E STAND.
Geboren
2 Jan. Dirk Willem, zoon van J. Niestadt
en Mr van Marken, Schiedamsche weg.
5 Jan. Maria, dochter van A. Akkerman en
A. J. de Heer, Touwsteag.
«verleden
4 Jao. Maria Smalleberg, oud 79 jaren, echt-
genoote van Willem van Stuijverberg, Ooster
straat.
5 Jan. Levenloos aangegeven dochter van
A. Akkerman en A. J. de Heer, Touw steeg.
Jan D. Brouwer.
Gisteren is te Haarlem overleden de heer Jan D.
Brouwer, iemand in den boekhandel algemeen be
kend en die een vijf-en-twintig jaren geleden daarin
veel presteerde en eene eerste figuur genoemd kon
worden.
Hij begon zijn loopbaan in den boekhandel bij G.
Theod., Bom te Amsterdam en kwam later als ieer-
ling bij den heer J. A. Gebhard aldaar .Later richtte
hij zclt' in de Kal verst raat te Amsterdam een boek
handel op, waarin hij zich een naam als actief cn
voortvarend debitant wist te verwerven.
Een tijdlang is de heer Brouwer secretaris ge
weest van de Verccnigiug tot bevordering van de
belangen^ des Boekhandels, ten tijde dat de heer
A. C. Kruseman voorzitter was Toen de groote
tentoonstelling to Philadelphia werd gehouden in
1870, was het de heer Brouwer, die voor de inzen
ding van Nederland op hot gebied van den boek
handel vooral zorg droeg. Ook was hij o.a. bekend
als dc uitgever van Multapatior's geschriften.
In zijne latere levensjaren, toen hij zijn boekhandel
van de hand had gedaan, bleef hij in verschillende
betrekkingen op typographisch gebied werkzaam.
TIaarlC't.j
De uitgever van KI ml tl art datsch zal wegens de
indertijd inbcslaggcnomen prent, waar Napoleon,
Frederik de Groote, Leonidas en meer helden in den
hemel werden afgebeeld met genoegen keizer Wil-
helms redevoeringen lezende, gerechtelijk worden
vervolgd wegens hoogverraad.
Vonnissen van het Kantongerecht
t c Schiedam.
Zitting van 5 Januari 1898.
Wegens overtreding der drankwet
D. d. Z. te Viaardingen, tot f 20 boete snbs. 5
dagen hechtenis.
Wegens politic-overtreding:
A. v. d, T. to Schiedam, tot f 2 boete subs. 1 dag
hechtenis. J. v. G. te Viaardingen, tot f 1 boete subs.
1 dag hechtenis. L. D. te Viaardingen, tot f0.50
boete subs. 1 dag hechtenis. A. v. d, V. te Viaar
dingen, tot f3 boete subs. 2 dagen hechtenis.
Wegens openbare dronkenschap en nachtrumoer
K. d. L to Viaardingen, tot 2 maal f 5 boete subs.
2 maal 3 dagen hechtenis.
Wegens openbare dronkenschap
O. S- cu W. P., beiden te Schiedam, ieder tot f2
boete snbs. 3 dagen hechtenis.
Wegens Politie-ovcrtrediug
J. II., tot f -2 boete snbs. 1 dag hechtenis, P. G.,
tot f 1 boete snbs. 1 dag hechtenis, beiden te Schiedam.
Wegens overtreding der arbeidswet
J. V. te Viaardingen tot f3 boete subs. 1 dagen
hechtenis; J. P. M. S. te Schiedam tot fö boete
subs. 3 dagen hechtenis.
Aanvaring Quintus.
De Rotterdamsehc rechtbank zou heden vonnis
wijzen in zake de aanvaring op de rivier de Maas
tusscbcu dc stoomschepen Mdam en Quintus, waar
bij de Helena schade bekwam aan den achtersteven.
De rechtbank gelastte, dat indien door beide par
tijen niet binnen 3 dagen eene keuze gedaan is uit
de volgende deskundigen, t. w.: de hoeren 0. J. de
Vricze, inspecteur van het Loodswezen, E. Deddes,
directeur van het Zeemanshuis en oud-gezagvoerder,
en Jb. Hits, expert, allen te Rotterdam, deze dooi
de rechtbank zal worden benoemd om een nader des
kundig onderzoek^ in te stellen en wel om na te gaan
lo. of do Quintus in het onderhavige geval had
moeten ankeren. 2o. of de Quintus in de mogelijk
heid was om te ankereu, 3o. of de Helena goed gedaan
heeft en haar gezagvoerder blijken van goede zee
manschap heeft gegeven, door te trachten de Quint us
voorbij te stoomen.
De beslissing volgt later.
Hendrik de Jong.
Dc beruchte Hendrik de Jong.' geboren te Wecs-
por-Carspei, 38 jaar oud, vroeger decoratie-schilder,
thans zonder beroep cn gedetineerd te Arnhem, stond
gisteren aldaar terecht ter zake van oplichting der
weduwe S. geb. R., te Arnhem, hofmeesteres op do
stoomboot Concordia, varende tussohen Rotterdam
en Arnhem, en wegens diefstal van een portret cn
eenige vellen postpapier en enkele enveloppen, resp.
ten nadecle van den logementhouder B. en diens gast,
den monteur P.
Hit hetgeen breedvoerig in dc dagvaarding is ten
laste gelegd, is gebleken, dat do misdrijven, waaraan
bokl. zich na zijn ontslag uit de gevangenis tc
Nicuwer-Arastel hooft schuldig gemaakt, dus tussohen
18 Augustus en 11 September 1897, eigenlijk een
voortzetting vormden van zijn vroegere handelingen,
zoo algemeen in den lande en zelfs daarbuiten bekend.
Het waren dezelfde verschijnselen, zelfs tot iu de
kleinste bijzonderheden, en, mocht bekl in uiterlijk
er wat minder goed uitzien dan toen hij in 1893
tc Amsterdam werd veroordeeld, innerlijk was hij
dezelfde gebleven.
Even driest cn onverschillig was zijn houding als
toon, en het mengsel van cynisme en lafheid in zijn
wijze van doen niet minder verbazingwekkend èn
tergend tevens.
Het feit der oplichting komt hierop neer
Uit de gevangenis te Amsterdam ontslagen, heeft
bekl. na te Amsterdam onder zijn werkolijken
naam tevergeefs getracht tc hebben logies in oen
klein logement te verkrijgen zich naar Arnhem
begeven en daar, na bij zijn broeder den neus ge-
stooten te hebben, onder valschen naam onderdak
bekomen in een logement voor den kleinen burger
stand.
Volgens bekl. moest hij wel een valschen naam
aannemen, omdat zijn werkelijke naam in Nederland
zoo bezoedeld was, dat hij nergens terecht kon.
Van uit Arnhem maakte hij eenige reisjes, o. a.
naar Rotterdam, Vlissingen, Emmerik enz.
Op een dier tochtjes maakte hij op de stoomboot
Concordia kennis met de hofmeesteres, een weduwe
van middelbaren leeftijd; zijn oude neigingen kwamen
toen weer hoven en hoe onverklaarbaar ook bij
deze zeer weinig imposante persoonlijkheid hij
had weder 't zelfde succes als vroeger; zijn voor
spiegelingen, dat hij een vermogend man .was met
wel 2 ton in de wereld, dat hij" machine fabrikant
te Utrecht was (compagnon der firma Smulders zei
hij bij andere gelegenheid), dat hij eigen huizen be
zat, dat zijn papa en mama onlangs gestorven waren
cn hij nu een vrouw zocht, enz. enz. zijn belofte,
dat hij do weduwe, op wie hij zeide dol verliefd te
zijn, zou Iromven en met haar kalmpjes op een
villatje bij Arnhem zou gaan wonen. Dat alles had
een magisehen invloed op de eenvoudige weduwe,
die duizelde van al dat toekomstig geluk.
Evenals vroeger voegde hij 't woord bij de daad
hij ging met zijn aanstaande vrouw villa's zien te
Arnhem, Velp en Oosterbcek een huur van f1200
was hem zelfs niet te duur confereerde met make
laars en huiseigenaren en onder dat alles nam de
verstandhouding in intimiteit toe; H. de J. en de
weduwe leefden reeds als waren zij getrouwde
lieden.
H. de J., maar zoo heette hij niet voor de weduwo;
zijn naam was August Filtz voor haar en hij, de
rijke fabrikant, was een ongeluksvogel; hij had zijn
porteinonmiic verloren op de boot cn daarom leende
hij nu successievelijk tot een bedrag van f 18 van
haar. Maarhij gaf haar in ruil een gouden ring
cadeau, voor hem wel f 100 waard, volgens een des
kundige echter niet meer dan f9.
Ten slotte kreeg de weduwe door ecu aaneen
schakeling van dingen, dio haar wel wat zonderling
voorkwamen, maar vooral door een telegram, dat
hij haar toonde en op haar den indruk maakte van
valsch te zijn, argwaan.
Zij ging sti! op informatie uit te Utrecht, en het
bedrog, waarvan zij de dupe was, kwam uit.
Aangifte werd gedaan en in het logement van
G. werd de slimme vogel geknipt met het bekende
gevolg.
Bij de toen gevolgde inbeslagname van hekl.'s
bed en de verdere instuctic kwam het tweede feit
aan 't licht, de diefstal. Het bewuste portret be
weerde bekl. van de vrouw van den logementhouder
gekregen te hebben; zij had hem de beeltenis van
een harer vriendinnen te Amerongen gegeven, omdat
hij oen vrouw zocht; het adres had zij ook opge
geven; hij zou aan het meisje schrijven en zij zou
ook per brief een goed woordje voor hem doen.
De velletjes papier en de enveloppen had zij hem
ook gegeven om brieven te schrijven. De vrouw en
haar min getuigden echter, dat bekl. dit alles had
weggenomen zonder vergunning en het papier aan
een der logés toebehoorde.
Behalve deze beide getuigen traden er 15 in dit
geding op, die allen de in dc dagvaarding ten laste
gelegde feiten en nog veel meer min of meer uit
voerig toelichtten en bevestigden.
Bekl. zelf, even driest en onverschillig als vroeger
die op ieder verhoor van een getuige wat te vragen
of te zeggen had met grooten omhaal van woorden,
ontkende ten decle; hij had geen gcid geleend van
de weduwe en alle vertering op de boot betaald.
De voorspiegelingen en beloften noemde hij nu
eens flauwe grappen en onzin, dan weer hield hij
met klem vol, dat zij verwezenlijkt zouden zijn en
dat hij nog met de weduwe zou willen huwen indien
zij hem au nog zoo liefhad als toen.
Wat hij doen of laten wilde ging noch den rech
ters noch iemand anders aan; hij kon ruim genoeg
leven, daartoe had hij middelen en kanalen iu overvloed.
liet O. M., waargenomen door mr. Poel Huddingh,
achtte de geploegde feiten voldoende bewezen. Deze
bekldie door allerlei kunstgrepen en een samen
weefsel van verdichtingen reeds meermalen eenvou
dige lieden heeft opgelicht en daarvoor reeds twee
maal is veroordeeld, is een gevaarlijk sujet en moet
daarom in 't belang der maatschappij ernstig gestraft
worden.
Daarom eischte Z.Ed.Achtb. wegens oplichting bij
recidive en diefstal, tweemalen gepleegd, eene ge
vangenisstraf van 4 jaren.
Mr. P. N. Aberson, ambtshalve als verdediger op
tredende, wees iu zijn scherpzinnig pleidooi er op,
dat de rechtbank deze zaak op zichzelf heeft te
beschouwen, absoluut afgescheiden van de antece
denten van den bekl. en de openbare nieening om
trent hem.
Belast met de taak der verdediging zou pl. echter
toch het ton laste gelegde ontzenuwen, en zoo kwam
hij tot de conclusie, dat noch de oplichting noch de
diefstal zijn bewezen en vroeg hij derhalve met
overtuiging vrijspraak en ontslag uit de veel to
langdurige voorloopige hechtenis.
Dit verzoek werd door de rechtbank geweigerd
en dc uitspraak bepaald op Dinsdag II Januari.
Een karaktertrek van Koningin Wilhelrnina.
- Uit Den Haag wordt ons geschreven van
gisteren
Dagelijks staan tusschen drie en vier uur
een paar hondeid rnenschen voor liet Paleis
om de teiugkomst van den rijtoer af te wachten
der Koningin, die, meestal vergezeld van de
Regentes, zelfs bij ongunstig weer in open victoria
haar namiddagtoertje riiet verzuimt. De wacht
hebbende politie-agent is aliijd zoo beleefd om
den voorbijgangers welwillend te antwoorden
op luiune informatie, of de Koningin »al thuis
is", en eiken dag is uilrijden en t'huiskomen
een sightseeing.
Van daag waren de Vorstinnen al vroeg van
den rit terug. Reeds even over half drie kwam
de voorrijdende lakei het Heulstraatje uit en het
Nooideinde in, gevolgd door de victoria met
Hare Majesteiten. Luttel verkeer was er voor
het Paleis. Hoogstens een tiental pesonen bleven
staan en groetten eerbiedig. Onder hen uw
correspondent. De rijknecht maaakte ft out voor
het Paleis. De victoria reed voor den ingaug.
De Regentes stapte uit en ging de stoep op.
De Koningin volgde uit het rijtuig.
Toen zag ik een tooneeltje dat eigenlijk niets
om liet lijf heeft, maar dat meldenswaardig is
omdat 't gaarne gelezen wordt, 't Liefst hoort
men van de Koningin zulke intieme kleinig
heden, die haar doen kennen als wars van pose,
ook in liet openbaar.
De Koningin dan ging niet dadelijk de stoep
op. Zij trad naar de paarden voor de victoria,
gaf den edelen dieren vriendelijke cajolaties, be
loonde ieder voor de vermoeienis met een lek
ker hapje, liep naar het paard van den voor
rijder, gunde 'took zijn deel in zachte tikjes
en lekkers, en snelde toen vlug terug, de stoep
op, naar binnen.
Bewaar 't voor een Ilaagsch allerlei," zegt
mijn vrouw die achter me staat, terwijl ik schrijf.
sNeen," zeg ik, »dan is de actualiteit er af,
want ze hebben pas een groote allerlei en dan
duurt 't te laDg."
Tien tegen een dat er menschen zijn die zoo'n
bericht sgek" vinden.
Voor dezen is 't niet geschreven. (Tel.)
Het jaartal 1898,
Het intreden van een nieuw jaar is voor
rekenmeesters gewoonlijk een aanleiding om
uit de cijfers waarmee het wordt geschreven
allerlei merkwaardigheden te halen. Zoo ook
met 18''8. Dit viereijferig getal heeft deze
merk wan. digheid dat het door 13 deelbaar is
en eveneens de som zijner cijfers (26.) Dat is