7~7sS5syiEüws:" ~YLAAI11>INGEN. Kunst en Wetenschap. Rechtzaken. Gemengd Nieuws. gelegenheid om in den vreemde de eer onzer natie hoog te houden." Schr., die tot verschillende voorname readers het verzoek tot deelname richtte, ontving tot antwoord slmlien de Nederlandsche Regeering ten opzichte van onze nijverheid vroeger ronds eene meer welwillende houding had aangenomen, zou er thans geen sprake var, zijn of tie Neder landsche Visscherij zou den ouden roem nog kunnen handhaven, in de gegeven omstandig heden is dit niet mogelijk." Als men bedenkt, aldus vervolgt de heer v. d. Ch. dat de Duitsche vissehersvloot, zich, dank zij den krachligen regeeringssteun flink ont wikkelt en dat wellicht de tijd niet ver meer zal zijn dat Duitscidand de invoerrechten op haring en andere visch zal verhoogen ter be- haitiging der nationale belangen, dan ligt de tijd niet meer ver, dat de vreemde vissehers vloot de onze zal overvleugelen. Slechts bij voortdurenden krachtigen steun, zoowel van regceringsvvege als van andere invloedrijke zijde in den lande, zal het mogelijk zijn, verdere tegenspoeden te weerstaan. Reorganisatie der verouderde vloot, het zoeken naar nieuwen afzet zijn noodzakelijke dingen. De oorspronkelijk voor Nederland gereser veerde plaats wordt thans door het kleine Dene marken ingenomen. De heer v. d. Chijs wanhoopt echter niet Met belangstelling zal bij de tentoonstelling volgen en nagaan boe andere landen partij trek ken van hunne veitegenwoordiging. O O O Uitsluiting- van Katholieken. In Do Tijd komt de klacht voor, dat geen enkel katholiek geneesheer is opgenomen in de commissie van geneesheeren, die zich ten doel stelt volkssanatoria voor teringlijders op te richten. Te meer betreurt bet blad dit, omdat de commissie aan het veel beter samengesteld A. C. Wertheim-comité heeft verzocht, de A. C. WerUieim-stiehting, waai toe ook allen zullen bijdragen, te doen worden het eerste Neder landsche sanatorium voor teringlij Iers." Als tegensttlling ook van het cenli aal comité voor de inhuldigingsfeesten te Utrecht, waaiin de katholieken niet of niet voldoende zijn ver tegenwoordigd, schrijft De Tijd: hebben bet A. C. Werlheim-comité goed samengesteld genoemd, en wij wijzen ook op dit comité als voorbeeld voor de vvij/e van samenstelling. In berichten en advertenties in de dagbladen van elke richting werden allen, die de voortreffelijke eigenschappen van A. C. Wertheim wilden huldigen, in een algemeene vergadering samengeroepen. Deze vergadering benoemde een comité uit de aanwezigen. Waren hier de Katholieken j weggebleven, zij zouden later niemand hebben* kunnen verwijten, dat men hen was voorbij gegaan. In zulk een bijeenkomst ontstaat, tenzij de meerderheid al te opzettelijk en openlijk uitsluiten wil, vanzelf een comité, waarin elke richting vertegenwoordigd is." De zaak Hoogerhnïs. In R. v. A. publiceert Tjeerd Stienstra, te Paterson (Noord-Amerika) den volgenden »Open Brief' aan den Minister van Justitie in Nederland;-1 sik gevoel mij gedrongen langs dezen weg u eenige opmerkingen te maken, naar aanleiding van uwe vei klaring in de Kamer in zake de Gebrs. Iloogerhuis waar gij daaiin beweert, dat er een grondig herhaald onderzoek in deze zaak is gehouden. Welnu, ik zal u aantoonen dat dit zoo niet is. Toen ik nl. na afzending van mijn beëedigde verklaring, waaiin ik te kennen gaf, dat wan neer ik in Holland was, ik veel er aan zou kun nen toevoegen, waar ik getuigen kon bijeen brengen, die wisten dat ik iri liet bezit was ge weest van de bewuste lantaarn, geen antwooul daaiop ontving, zond ik eenige maanden later aan uw voorganger een brief, waarin ik hem een en ander nogmaals onder de aandacht bracht. Ik ontving daarop weer geen antwoord. Ik had verwacht, dat men een hoofdgetuige, die zich vrijwillig aanbood de justitie ter hulpe te zijn in het vinden der waarheid, had uitge- noodigd te verschijnen. Men heeft dit niet gedaan. Men heeft evenmin gebruik gemaakt van het licht door mij ontstokeu, vfaartnede m. i. met weinig moeite de waarheid voor den dag ware gekomen. Mijne meening te dien opzichte wordt gedeeld door allen, die met mij medewerkten om deze zaak tot een goed einde te brengen en die bekend zijn met den inhoud mijner ver klaring. Waar ik tot mijn verbazing thans heb ver nomen, dat men in Holland nog geheel on kundig is met den inhoud mijner verklaring, behalve natuurlijk de Justitie, daar zal ik thans trachten de tweede verklaring te doen publi- ceeren. Ik acht dit noodig om vooial te makon, dat het publiek zooveel mogelijk worde inge licht, opdat het kan oordeelen, waar zeer zeker alleen de publieke opinie de hefboom zal zijn, waardoor men in deze zaak werkelijk recht zal doen. Ik breng bij dezen voor de derde maal onder uwe aandacht (althans onder de aandacht der Justitie) dat ik elk uur bereid ben om mijn ver klaring voor de Ned. rechtbank onder eede te bevestigen en te trachten die verklaring volle diger te maken door in Friesland getuigen op te sporen, die kunnen bevestigen wat ik daarin beweerde, en vooral wat thans voor mij zeer waarschijnlijk doch niet zeker is (nl. of de lan taarn de mijne is) te kunnen bevestigen dat de veel beruchte lantaarn sde mijne is,\ Een profest. Mr. D. Van Houten, advocaat te 's-Graven- hage, heeft, naar aanleiding cener in de Deut sche Reichsanzeiger voorkomende waarschuwing, waarin de Naarnlooze Vennootschap »DeFond- senbank" te 's-Gravenhage wordt verdacht ge maakt, de tiiS"-chenkomst ingeroepen van den Minister van Bïnnenlaudsche Zaken en dezen verzacht op intrekking van bedoelde, zijns inziens ongemotiveerde, waarschuwing aan te dringen, Mr. Van Ilouten legde bij dit verzoek een rapport over van den heer K. Rovers te Schie dam, die bij zijn onderzoek tot de volgende conclusie kwamjizonder daarmede de zaak (het uitgeven van certificaten op serie en pre- mieloten) in het algemeen aan te bevelen, kan ik echter met gerustheid verklaren, dat, voor zoover mij bij nauwlettend onderzoek gebleken is, bij meergenoemde instelling tot op dit oogen- blik, ten tijde van het uitbrengen van het rap port, niet iu sti ijd gehandeld is met de door haar op zich genomen verplichtingen, Bij Kon. besluit is benoemd tot commandeur in de .orde van den Nederlamiscben L«euw mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van State. Volgens het Ilaagsche Dagblad werd den benoemde deze onderscheiding medegedeeld tijdens het bal ten Hove Maandagavond dooi de Koningin-Regentes. Deze hooge onderscheiding heeft mr. Asser te danken aan zijn groote verdiensten als vooi zitter der Ilaagsche Conferentie van 1S93 en 1894 voor het iuternaiionale privaatrecht. Stemgerechtigde deelnemers der Nedeii. Han delmaatschappij hebben gekozen tot commissaris den heer S. P. van Eeghen, iu de plaats van wijlen den heer A. C. Wertheim te Amsterdam. OVERSCHIE, 5 Januari, Er zal zich uit do leden der Oer. Gemeente alhier, een sommissie vormen inet het doel gelden in te zamelen, ten einde tot den aankoop van een nieuw orgel te geraken. OVERSCHIE, 5 Januari. Gisterennacht zijn weder door den rijks- en den gemeenteveldwachter alhier vier Woudrichemsche visscher» bekeurd wegens het visschen met den zegen in de Dclftsche schie, zonder vergunning. ROTTERDAM, 4 Jan. In de heden gehouden ver gadering der Kamer vau Koophandel werd mot nagenoeg algemeene stemmen de heer A Plate tot voorzitter benoemd. Vicc-prcsident werd de heer J. H. Veder. W Naar wij vernemen heeft de heer Chr. Krijger bedankt als directeur van de Gymnastiek- en Scherm vereen igi hg »Olympia" alhier, wegens te dtukke bezigheden. Zeker zu len de leden van sOlympia" zoowel als de oud-leden het betreuren dat hun be kwame on ijverige directeur de leiding hunner oefeningen uil handen geeft, hoezeer zij ook het motief zullen moeten eerbiedigendat hem daartoe aanleiding gaf. De eeiste feestavond van wege de afdeeling Schiedam van den .Ned, R.-K. Volksbond ter viering van het zesde jaarfeest te geven, is op Donderdag G Januari bepaald de volgende fee-t- avonden zullen op Zondag 9 en op Zondag 16 Januari gegeven worden. (N. S. C't.) BURGEULIJKESTAN D. Geboren 3 Januari. Wilhelrnina Johanna, dochter van D. Krabbendam on P. Geeriing, Lange Kerk straat. Lucas Antonius Joannes, zoon van G. H, J. Essenberg en M. M Biirltx, Roosbeek Wilhelrnina Clara Johanna, dochter van II. J. Allewelt en M. C. Reus, Lauronstraat. 4 Jannari. Adrianus, zoon van A.J.Noordijk en M. F. T. Overziet-, IVestfr. laan. In het jaar 1897 werd ouze gem»ente be zocht door 2G stoomschepen waarvan 21 onder Noorsche, 3 onder F.ngelsche, 1 onder Zweed- sche en 1 onder Duitsche vlag. Deze stoom schepen hadden een gezamenlijken inhoud van 11532 register tonnen, 23 ervan kwamen in de haven. Zeilschepen kwamen tot een getal van 13 in de haven, daarvan waren 6 Nederland- sche, 3 Denen, 1 Rus, 1 Zweed, '1 Noor en 1 Duitscher. Zij hadden een gezamen'ijken inhoud van 2025 reg. ton. B U R G E R L IJ K E STAND. Geboren 2 Jan. Dirk Willem, zoon van J. Niestadt en Mr van Marken, Schiedamsche weg. 5 Jan. Maria, dochter van A. Akkerman en A. J. de Heer, Touwsteag. «verleden 4 Jao. Maria Smalleberg, oud 79 jaren, echt- genoote van Willem van Stuijverberg, Ooster straat. 5 Jan. Levenloos aangegeven dochter van A. Akkerman en A. J. de Heer, Touw steeg. Jan D. Brouwer. Gisteren is te Haarlem overleden de heer Jan D. Brouwer, iemand in den boekhandel algemeen be kend en die een vijf-en-twintig jaren geleden daarin veel presteerde en eene eerste figuur genoemd kon worden. Hij begon zijn loopbaan in den boekhandel bij G. Theod., Bom te Amsterdam en kwam later als ieer- ling bij den heer J. A. Gebhard aldaar .Later richtte hij zclt' in de Kal verst raat te Amsterdam een boek handel op, waarin hij zich een naam als actief cn voortvarend debitant wist te verwerven. Een tijdlang is de heer Brouwer secretaris ge weest van de Verccnigiug tot bevordering van de belangen^ des Boekhandels, ten tijde dat de heer A. C. Kruseman voorzitter was Toen de groote tentoonstelling to Philadelphia werd gehouden in 1870, was het de heer Brouwer, die voor de inzen ding van Nederland op hot gebied van den boek handel vooral zorg droeg. Ook was hij o.a. bekend als dc uitgever van Multapatior's geschriften. In zijne latere levensjaren, toen hij zijn boekhandel van de hand had gedaan, bleef hij in verschillende betrekkingen op typographisch gebied werkzaam. TIaarlC't.j De uitgever van KI ml tl art datsch zal wegens de indertijd inbcslaggcnomen prent, waar Napoleon, Frederik de Groote, Leonidas en meer helden in den hemel werden afgebeeld met genoegen keizer Wil- helms redevoeringen lezende, gerechtelijk worden vervolgd wegens hoogverraad. Vonnissen van het Kantongerecht t c Schiedam. Zitting van 5 Januari 1898. Wegens overtreding der drankwet D. d. Z. te Viaardingen, tot f 20 boete snbs. 5 dagen hechtenis. Wegens politic-overtreding: A. v. d, T. to Schiedam, tot f 2 boete subs. 1 dag hechtenis. J. v. G. te Viaardingen, tot f 1 boete subs. 1 dag hechtenis. L. D. te Viaardingen, tot f0.50 boete subs. 1 dag hechtenis. A. v. d, V. te Viaar dingen, tot f3 boete subs. 2 dagen hechtenis. Wegens openbare dronkenschap en nachtrumoer K. d. L to Viaardingen, tot 2 maal f 5 boete subs. 2 maal 3 dagen hechtenis. Wegens openbare dronkenschap O. S- cu W. P., beiden te Schiedam, ieder tot f2 boete snbs. 3 dagen hechtenis. Wegens Politie-ovcrtrediug J. II., tot f -2 boete snbs. 1 dag hechtenis, P. G., tot f 1 boete snbs. 1 dag hechtenis, beiden te Schiedam. Wegens overtreding der arbeidswet J. V. te Viaardingen tot f3 boete subs. 1 dagen hechtenis; J. P. M. S. te Schiedam tot fö boete subs. 3 dagen hechtenis. Aanvaring Quintus. De Rotterdamsehc rechtbank zou heden vonnis wijzen in zake de aanvaring op de rivier de Maas tusscbcu dc stoomschepen Mdam en Quintus, waar bij de Helena schade bekwam aan den achtersteven. De rechtbank gelastte, dat indien door beide par tijen niet binnen 3 dagen eene keuze gedaan is uit de volgende deskundigen, t. w.: de hoeren 0. J. de Vricze, inspecteur van het Loodswezen, E. Deddes, directeur van het Zeemanshuis en oud-gezagvoerder, en Jb. Hits, expert, allen te Rotterdam, deze dooi de rechtbank zal worden benoemd om een nader des kundig onderzoek^ in te stellen en wel om na te gaan lo. of do Quintus in het onderhavige geval had moeten ankeren. 2o. of de Quintus in de mogelijk heid was om te ankereu, 3o. of de Helena goed gedaan heeft en haar gezagvoerder blijken van goede zee manschap heeft gegeven, door te trachten de Quint us voorbij te stoomen. De beslissing volgt later. Hendrik de Jong. Dc beruchte Hendrik de Jong.' geboren te Wecs- por-Carspei, 38 jaar oud, vroeger decoratie-schilder, thans zonder beroep cn gedetineerd te Arnhem, stond gisteren aldaar terecht ter zake van oplichting der weduwe S. geb. R., te Arnhem, hofmeesteres op do stoomboot Concordia, varende tussohen Rotterdam en Arnhem, en wegens diefstal van een portret cn eenige vellen postpapier en enkele enveloppen, resp. ten nadecle van den logementhouder B. en diens gast, den monteur P. Hit hetgeen breedvoerig in dc dagvaarding is ten laste gelegd, is gebleken, dat do misdrijven, waaraan bokl. zich na zijn ontslag uit de gevangenis tc Nicuwer-Arastel hooft schuldig gemaakt, dus tussohen 18 Augustus en 11 September 1897, eigenlijk een voortzetting vormden van zijn vroegere handelingen, zoo algemeen in den lande en zelfs daarbuiten bekend. Het waren dezelfde verschijnselen, zelfs tot iu de kleinste bijzonderheden, en, mocht bekl in uiterlijk er wat minder goed uitzien dan toen hij in 1893 tc Amsterdam werd veroordeeld, innerlijk was hij dezelfde gebleven. Even driest cn onverschillig was zijn houding als toon, en het mengsel van cynisme en lafheid in zijn wijze van doen niet minder verbazingwekkend èn tergend tevens. Het feit der oplichting komt hierop neer Uit de gevangenis te Amsterdam ontslagen, heeft bekl. na te Amsterdam onder zijn werkolijken naam tevergeefs getracht tc hebben logies in oen klein logement te verkrijgen zich naar Arnhem begeven en daar, na bij zijn broeder den neus ge- stooten te hebben, onder valschen naam onderdak bekomen in een logement voor den kleinen burger stand. Volgens bekl. moest hij wel een valschen naam aannemen, omdat zijn werkelijke naam in Nederland zoo bezoedeld was, dat hij nergens terecht kon. Van uit Arnhem maakte hij eenige reisjes, o. a. naar Rotterdam, Vlissingen, Emmerik enz. Op een dier tochtjes maakte hij op de stoomboot Concordia kennis met de hofmeesteres, een weduwe van middelbaren leeftijd; zijn oude neigingen kwamen toen weer hoven en hoe onverklaarbaar ook bij deze zeer weinig imposante persoonlijkheid hij had weder 't zelfde succes als vroeger; zijn voor spiegelingen, dat hij een vermogend man .was met wel 2 ton in de wereld, dat hij" machine fabrikant te Utrecht was (compagnon der firma Smulders zei hij bij andere gelegenheid), dat hij eigen huizen be zat, dat zijn papa en mama onlangs gestorven waren cn hij nu een vrouw zocht, enz. enz. zijn belofte, dat hij do weduwe, op wie hij zeide dol verliefd te zijn, zou Iromven en met haar kalmpjes op een villatje bij Arnhem zou gaan wonen. Dat alles had een magisehen invloed op de eenvoudige weduwe, die duizelde van al dat toekomstig geluk. Evenals vroeger voegde hij 't woord bij de daad hij ging met zijn aanstaande vrouw villa's zien te Arnhem, Velp en Oosterbcek een huur van f1200 was hem zelfs niet te duur confereerde met make laars en huiseigenaren en onder dat alles nam de verstandhouding in intimiteit toe; H. de J. en de weduwe leefden reeds als waren zij getrouwde lieden. H. de J., maar zoo heette hij niet voor de weduwo; zijn naam was August Filtz voor haar en hij, de rijke fabrikant, was een ongeluksvogel; hij had zijn porteinonmiic verloren op de boot cn daarom leende hij nu successievelijk tot een bedrag van f 18 van haar. Maarhij gaf haar in ruil een gouden ring cadeau, voor hem wel f 100 waard, volgens een des kundige echter niet meer dan f9. Ten slotte kreeg de weduwe door ecu aaneen schakeling van dingen, dio haar wel wat zonderling voorkwamen, maar vooral door een telegram, dat hij haar toonde en op haar den indruk maakte van valsch te zijn, argwaan. Zij ging sti! op informatie uit te Utrecht, en het bedrog, waarvan zij de dupe was, kwam uit. Aangifte werd gedaan en in het logement van G. werd de slimme vogel geknipt met het bekende gevolg. Bij de toen gevolgde inbeslagname van hekl.'s bed en de verdere instuctic kwam het tweede feit aan 't licht, de diefstal. Het bewuste portret be weerde bekl. van de vrouw van den logementhouder gekregen te hebben; zij had hem de beeltenis van een harer vriendinnen te Amerongen gegeven, omdat hij oen vrouw zocht; het adres had zij ook opge geven; hij zou aan het meisje schrijven en zij zou ook per brief een goed woordje voor hem doen. De velletjes papier en de enveloppen had zij hem ook gegeven om brieven te schrijven. De vrouw en haar min getuigden echter, dat bekl. dit alles had weggenomen zonder vergunning en het papier aan een der logés toebehoorde. Behalve deze beide getuigen traden er 15 in dit geding op, die allen de in dc dagvaarding ten laste gelegde feiten en nog veel meer min of meer uit voerig toelichtten en bevestigden. Bekl. zelf, even driest en onverschillig als vroeger die op ieder verhoor van een getuige wat te vragen of te zeggen had met grooten omhaal van woorden, ontkende ten decle; hij had geen gcid geleend van de weduwe en alle vertering op de boot betaald. De voorspiegelingen en beloften noemde hij nu eens flauwe grappen en onzin, dan weer hield hij met klem vol, dat zij verwezenlijkt zouden zijn en dat hij nog met de weduwe zou willen huwen indien zij hem au nog zoo liefhad als toen. Wat hij doen of laten wilde ging noch den rech ters noch iemand anders aan; hij kon ruim genoeg leven, daartoe had hij middelen en kanalen iu overvloed. liet O. M., waargenomen door mr. Poel Huddingh, achtte de geploegde feiten voldoende bewezen. Deze bekldie door allerlei kunstgrepen en een samen weefsel van verdichtingen reeds meermalen eenvou dige lieden heeft opgelicht en daarvoor reeds twee maal is veroordeeld, is een gevaarlijk sujet en moet daarom in 't belang der maatschappij ernstig gestraft worden. Daarom eischte Z.Ed.Achtb. wegens oplichting bij recidive en diefstal, tweemalen gepleegd, eene ge vangenisstraf van 4 jaren. Mr. P. N. Aberson, ambtshalve als verdediger op tredende, wees iu zijn scherpzinnig pleidooi er op, dat de rechtbank deze zaak op zichzelf heeft te beschouwen, absoluut afgescheiden van de antece denten van den bekl. en de openbare nieening om trent hem. Belast met de taak der verdediging zou pl. echter toch het ton laste gelegde ontzenuwen, en zoo kwam hij tot de conclusie, dat noch de oplichting noch de diefstal zijn bewezen en vroeg hij derhalve met overtuiging vrijspraak en ontslag uit de veel to langdurige voorloopige hechtenis. Dit verzoek werd door de rechtbank geweigerd en dc uitspraak bepaald op Dinsdag II Januari. Een karaktertrek van Koningin Wilhelrnina. - Uit Den Haag wordt ons geschreven van gisteren Dagelijks staan tusschen drie en vier uur een paar hondeid rnenschen voor liet Paleis om de teiugkomst van den rijtoer af te wachten der Koningin, die, meestal vergezeld van de Regentes, zelfs bij ongunstig weer in open victoria haar namiddagtoertje riiet verzuimt. De wacht hebbende politie-agent is aliijd zoo beleefd om den voorbijgangers welwillend te antwoorden op luiune informatie, of de Koningin »al thuis is", en eiken dag is uilrijden en t'huiskomen een sightseeing. Van daag waren de Vorstinnen al vroeg van den rit terug. Reeds even over half drie kwam de voorrijdende lakei het Heulstraatje uit en het Nooideinde in, gevolgd door de victoria met Hare Majesteiten. Luttel verkeer was er voor het Paleis. Hoogstens een tiental pesonen bleven staan en groetten eerbiedig. Onder hen uw correspondent. De rijknecht maaakte ft out voor het Paleis. De victoria reed voor den ingaug. De Regentes stapte uit en ging de stoep op. De Koningin volgde uit het rijtuig. Toen zag ik een tooneeltje dat eigenlijk niets om liet lijf heeft, maar dat meldenswaardig is omdat 't gaarne gelezen wordt, 't Liefst hoort men van de Koningin zulke intieme kleinig heden, die haar doen kennen als wars van pose, ook in liet openbaar. De Koningin dan ging niet dadelijk de stoep op. Zij trad naar de paarden voor de victoria, gaf den edelen dieren vriendelijke cajolaties, be loonde ieder voor de vermoeienis met een lek ker hapje, liep naar het paard van den voor rijder, gunde 'took zijn deel in zachte tikjes en lekkers, en snelde toen vlug terug, de stoep op, naar binnen. Bewaar 't voor een Ilaagsch allerlei," zegt mijn vrouw die achter me staat, terwijl ik schrijf. sNeen," zeg ik, »dan is de actualiteit er af, want ze hebben pas een groote allerlei en dan duurt 't te laDg." Tien tegen een dat er menschen zijn die zoo'n bericht sgek" vinden. Voor dezen is 't niet geschreven. (Tel.) Het jaartal 1898, Het intreden van een nieuw jaar is voor rekenmeesters gewoonlijk een aanleiding om uit de cijfers waarmee het wordt geschreven allerlei merkwaardigheden te halen. Zoo ook met 18''8. Dit viereijferig getal heeft deze merk wan. digheid dat het door 13 deelbaar is en eveneens de som zijner cijfers (26.) Dat is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2