51*te jaargang.
Dinsdag 11 Januari 1S98.
N°. 9522.
DE VLUCHT.
Kennisgeving.
FEUILLETON.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVERThTj. C. ROELANTS.
Rationale M i 1 i t i
KENNISGEVING.
I"V ationale Mi 1 iti
GEMEENTE - GASFABRIEK
DRINKWATERLEIDING
BUITENLAND.
Jlbokneheotspbim vooi Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommera- 0.02
BUREAU BOTER STRA AT 70, Teleplmon Mo. 123.
ADVBR'>'EimEPmjs: ran 15 gewone regels met inbe
grip van eenc Con rantf 0.Ö2
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Burgbmeester en wethouders van Schiedam
gelet hebbende op art. 150 der wet betrekkelijk de
nationale militie, van 19 Augustus 1861 staatsblad
no 72), gewijzigd bij de wetten van 4 April 1892
'staatsblad rso 56) en 20 April 1895 {staatsblad, no 72);
roepen bij deze op alle lotelingen voor de lichting
van 1898, die bij de ZEEMILITIE wenschen te dienen,
oin daarvan vóór 1 Februari aanstaande ter gemeente
secretarie aangifte te doen.
Zij herinneren hierbij tevens aan den inhoud van
art. 129 der genoemde wet, luidende:
De bij de militie te land ingelijfden worden niet tot
het aangaan van eene verbintenis voor de buitenland-
sche zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toestem
ming van vvi/ge Onzen Minister van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet ge
weigerd aan de lotelingen, die reeds vóór hunne inlij
ving bii de militie hun beroep van de huitenlaudsche
zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 150
voor de zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij
niet hebben kunnen worden aangenomen.
Tevens wordt, naar aanleiding van de ci cul.iire van
den beer Commissaris des Komngs in deze provincie,
van 17 Februari 1881, (Provinciaal-blad no 15) ter
kennis van belanghebbenden gebracht, dat de keuze
uit de lotelingen, die zich voor de ZEEMILITIE opge
ven, door den Minister ven Marine wordt overgelaten
arm de officieren van de Marine, met de overneming
der zeemiliciens bela t, en mitsdien alle verzoeke»
om inlijving bij de ZEEMILITIE, tot het Departement
van Marine gericht, voortaan buiten beschikking zuilen
worden gehouden
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den lOden Januari 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen ter kennis van de Geestelijken en Bedienaren
van den Godsdienst bij de erkende kerkgenootschappen en
de studenten in de Godgeleerdheiddie daartoe aan
erkende inrichtingen van onderwijs worden opgeleid,
in deze gemeente voor de lictiting van 1898 voor de
militie hebben geioot cn voor don dienst, door den
militieraad zijn aangewezen of bereids in voorgaande
jaron bij de militie zijn ingelijfd, en krachtens art.
127 der wet van 19 Augustus 1861 {staatsblad no. 72),
voor éen jaar van den vverkelijken dienst zijn ontheven
dat zij, volgens art. 71 van het Koninklijk besluit
van 8 Mei 1802 (staatsblad 110. 46), gewijzigd bij bestuit
van 22 Juli 1892 staatsblad no. 179), tusschen 29
Januari en 1 Februari aanstaande, bij den Bur
gemeester dezer gemeente moeten indienen de 'an-
vragen om ontheffing van den vverkelijken dienst, in
DOOR
IDA BOY-ED.
1)
De man met den klinkenden naam spon met
breed welbehagen zijn thema uit, langzaam, helder
en goed verstaanbaar. Felix Dahlland zat op den
stoel naast de schrijftafel als np de bank der
beschuldigden on luisterde met het onbewuste idee,
dat hij niet de eerste was, tegen wien die rede
voering werd gehouden, hoewel de manier waarop
zij werd voorgedragen, den schijn moest wekken,
alsof ieder woord zoo juist eerst opgekomen en
goed overdacht was, zoodaf. het tegelijk het groote
voordeel had van oorspronkelijk en gepast to zijn.
Met zijn stoel zóo geschoven, dat de schrijftafel
aan zijn linkerhand was, 2at de dichter daar achter
overgeleund. Hot eene been was over het andere
geslagen, de ellebogen steunden op de armleuningen
van den stoel en de vingertoppen der opgeheven
banden werden tegen elkaar gedrukt.
Het grijzende haar week ver terug van zijn
breed voorhoofd en viel in onverzorgde lokken
neer op den kraag van zijn jas. Het lichte oog
zag den jongen man levendig en scherp in het
gelaat; om de baardelooze onderste helft van zijn
gezicht speelde bevrediging in breede lijnen. Het
daglicht drong in pijnlijke volheid de katner binnen
door het breede venster, waarvoor de platte schrijf
tafel stond. Aan de vensterkozijnen hingen smalle,
groene damast gordijnen.
het aangehaalde wetsartikel vermeld, onder overlegging
van de bewijsstukken, omschreven in art. 69 en vast
gesteld bij art. 70 van genoemd Koninklijk besluit
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet be-
hooit, den lOden Januaii 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG,
De secretaris,
VERNÈDE.
EN
TE
SCHIER A n.
Zijdie aan bovengenoemde inrichtingen
gedurende het jaar 1897 iets geleverd of daar
voor werkzaamheden verricht hebben, worden
verzocht hunne rekeningen daarvan vóór
25 Januari 1898 in te leveren aan het
kantoor der Gasfabriek.
De Directeur,
JAN J. ROELANTS.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 10 Januari '98.
De kronkelpaden der politiek van John Buil
zijn ondoorgrondelijk.
Dit blijkt weder duidelijk uit de beschouwing
die het Journal des Débats, een blad dat met
ernst wordt geredigeerd, wijdt aan Egypte.
Waarschijnlijk is de aanleiding, die den redac
teur tot die beschouwing bewoog, gelegen in
den brandenden naijver van de Franschen op elk
voordeel, door Engeland behaald, met name in
Egypte.
Maar tegelijk werpt het een eigenaardig licht
op Engeland's houding tegenover de jongste
gebeurtenissen.
Het scherpzinnig artikel zegt dan, dat Enge
land het leger in Egypte op een effectief brengt
van 18.000 man, terwijl het daartoe onbekom
merd troepen ontbiedt van Malta, Gibraltar, En
geland zelf en Indië. Anderzijds zendt het naar
China geen enkel schip.
Welke conclusie trekt nu het blad uit deze
feiten
Ten eerste, dat Engeland zich gereed maakt
tot een expeditie naar Soudan die, te oordeelen
naar de voorbereiding, veel ernstiger is dan
een bloot defensieve expeditie. Ilct doel is
Khartoum, misschien wel het geheele Boven-
Nijldal.
Ten tweede, dat Engeland volkomen gerust
is over China. Anders zou het zich thans niet
wagen aan een oorlog in Soudan.
En, indien Engeland gerust is over het Verre
Oosten, dan kan dit zijn óf oindat het van
Duitschland bevredigende beloften heeft ge-
Aan gene zijde van het raam was het beeld
der buitenwereld het ingesneden, met uitspringende
dakvenstertjes, gedraaide schoorsteenen en pannen
in verschillende kleuren opgetooide dak van een
monumenteel gebouw, de bovenste helft van een
rij boogvensters der bovenste verdieping van dit
gebouw en daarachter de wit-grauwe hemel.
Van de schrijftafel uit kon de blik zich steeds
rechtuit op dit grillige, groote dak vestigen, welks
nabijheid op don bezoeker een indruk van hoog te
zijn maakte tenminste Felix kreeg een gevoel,
als zat hij in het kamertje van een torenwachter,
ver boven alle woonhuizen.
Rondom aan de wanden van het vertrek stonden
boekenkasten op den achtergrond was een deur,
waarvoor een gordijn hing van verbleekt groen
damast. Het geheel had iets kloosterlijks, iets
afgezonderds.
Op het bruine leer van de schrijftafel, vlak voor
een grooten zilveren inktkoker, die het wapen en
een inscriptie van een vorstelijken gever droeg, lag
een manuscript.
Felix, ofschoon hij, zonder te knipoogen, be
proefde den sprekende voortdurend flink aan te
zien, zag toch steeds ook dit manuscriptwit en
hoekig, vormde het een storend punt in zijn ge
zichtsveld.
ïU mecht niet eens van u zelf zeggen, dat u
alle geestelijke kinderziekten heeft doorleefd, dat u
allen no idzakelijken, innerlijken strijd der jeugd
heeft doorstaan, wanneer u zulk een poging niet
had gewaagd", zeide Stephan Alius, het eind van
zijn betoog naderend. »Die poging op zichzelf is
dus iets volkomen natuurlijks, want, mijn beste
jonge vriend, het is liet karakter van onzen tijd
die onbestemde treurigheid, die nog meer onbe
stemde ontevredenheid, dat zoekend streven naar
kregen of wel omdat het Duitschland carte
blanche heeft gegeven aan de Iüautschau-baai
in ruil voor Duitschland's welwillende neutra
liteit in Egypte en Soudan.
Een derde mogelijkheid is, dat Engeland een
verbond of minstens een overeenkomst heeft
gesloten met Japan als de meest geïnteresseerde
en de machtigste mogendheid in het Yerre
Oosten.
De Dëbals wil dan ook dat men Engeland
goed op de vingers zal zien.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan!
Intussehen schijnt metterdaad in het Yerre
Oosten zekere kalmte te zijn ingetreden.
Er wordt natuurlijk nog genoeg over ge
schreven in de bladen der verschillende landen,
maar de eerst vaak. heftige of aanmatigende
toon is thans meer bezadigd en platonisch ge
worden.
Belangrijke incidenten komen er dan ook
niet meer voor.
Men zegt dit, men beweert datmaar ten
slotte blijken die dit's en dat's vrij wel uit de
lucht gegrepen.
Zoo werd weder in de Londensche avond
bladen van Zaterdag j.l. een telegram uit
Shanghai gepubliceerd, dat een eigenaardige
bevestiging schijnt te bevatten van het laatst
genoemde vermoeden van het Journal des Débats
Een Japansche vloot, samengesteld uit 3
pantserschepen, 10 kruisers en een aantal
kleinere schepen, benevens een torpedo-flotille,
zou bevel hebben gekregen zich ter beschik
king te stellen van den Britschen vice-admiraal.
Volgens de St. James Gazette wordt te
Portsmouth een vliegend eskader gereed ge
maakt niet bestemming naar het Verre Oosten.
Aan de Daily Mail wordt uit Weenen be
richt, dat ook Oostenrijk schepen naar China
zal zenden, evenals Italië, zooals de Essercito
meent te weten.
Over de vraag, of Duitschland vóór de bezet
ting van Kiautschau zich met Rusland heeft ver
staan, geeft de Daily Graphic een verklaring
ten beste, die door de Kóln. Ztg,, de aandacht
waard wordt genoemd.
Volgens de Graphic zou de Japansche gezant
te St. Petersburg aan zijn regeering hebben
bericht dat, naar een uitlating van den Duit-
schen gezant, de Duitsehe regeering Ruriand
alleen vriendschappelijk zou hebben kennis ge
geven van haar plan om de baai te bezetten,
zonder dat evenwel tusschen beide regeeringen
O O
daarover van gedachten is gewisseld.
liet blad voegt er bij, dat de Duitsehe Keizer
bij zijn bezoek te Petersburg den Czaar kennis
had gegeven van de mogelijkheid, dat Duitsch
land Kiautschau zou bezetten.
Aan de Osl-Asialische Lloyd worde inmid
dels ontleend, dat negen Chineezen als schuldig
aan den moord op de Duitsehe zendelingen zijn
gepakt.
hoogere, vrijere bestaansvormen, waarvan onze
jongelingschap is vervuld, wordt door haar voor
kunst gehouden. Een ieder voelt zich belangwekkend
en zou ook graag door heel de wereld voor een
belangwekkend mensch worden aangezien.
sPersoonlijkc beieekenis te verwerven, schijnt
liet gemakkelijkst op den weg der kunst. Zoo is
de neiging, om zich artistiek te uiten, bijna een
epidemische ziekte der jeugd geworden. Gij vijl
allen thyrsus-dragers geworden. Maar de bogaafden
zijn thans even zeldzaam als vroeger. Gij hebt
een vol hart, en omdat het vol is, gelooft gij
jongeren, dat ge het moet verlichten. Mijn beste,
jonge vriend zoolang het alleen vol is van on
bestemdheden hebt ge geen recht het uit te storten.
Verschaft u eerst een doel en zoekt het dan te
beroiken. Maar zoeken zonder doel is spotten met
het aandeel van krachten dat in u is. Want iets
is er in iederOnderzoekt maar in den levens
strijd, wat liet is, en waarheen het wil. Maar ver
wisselt niet het troebele met kunst, niet het ver
langen met het recht, andere verlangendon iets te
zeggen
ilk begrijp de behoefte van het onbepaalde ge
voel van ongelukkig-zijn om zich bekend en ver
staanbaar te maken aan gelijkgestemden. Maar ik
kan die enkele behoefte niet erkennen als een
voldoenden grond voor letterkundigen arbeid, wan
neer ik geen talent zie. En u, beste Dahlland,
heeft geen talent. Gedachtig aan de schoone uren
die ik bij uw moeder... waailijk, het is reeds
twintig jaar geleden hij streek zich over de
kale kruin, utoen had ik nog mijn donker haar."
Hij zuchtte, keek strak naar het dak, en nadat
een menigte herinneringen aan zijn geest voorbij
waren gegaan, ging hij voort, alsof niets hem
onderbroken had
De tot onderkoning van Szetschuan benoemde
gouverneur Li-ping-heng heeft bei el gekregen
Shantung niet te verlaten, voordat er voldoe
ning is gegeven voor de vermoording dier
zendelingen.
Generaal Weyler's wagentje loopt toch niet
op zoo'n efferi pad als het eerst wel den
schijn had.
Het Hoog Militair Gerechtshof had een voor
den generaal gunstig oordeel geveld, en de
minister van oorlog zou naar aanleiding daar
van wellicht aftreden.
Maar het blijkt thans dat de zaken geheel
anders staan.
In den Zaterdagavond gehouden ministerraad
deelde de minister van oorlog de beslissing van
het Hof mede.
De minister meende niet dat Weyler zich
had schuldig gemaakt aan een misdrijf togen
het gemeene recht.
Maar er zijn toch weinig correcte hande
lingen geschied, waarover een enquête dient
geopend te worden.
De ministerraad heeft zulk een enquête gelast
en de zaak zal opnieuw voor het Hof komen.
Vrees voor een ministerieele crisis heeft dus
geen reden van bestaan meer.
Een telegram uit Madrid zegt bovendien dat
in strijd met vroegere onjuiste berichten liet
Hoog Militair Gerechtshof wel degelijk erkend
heeft dat in de daden van generaal Weyler
een strafbaar feit is gelegen. Het Hof gelastte
een gerechtelijk onderzoek om den generaal
voor een krijgsraad te doen verschijnen.
Een ander telegram voegt er aan toe, dat
het Hof, door den kapitein-generaal te gelasten,
een instructie tegen generaal Weyler te openen,
zich het recht heeft voorbehouden de zaak
nog nader te onderzoeken.
Bijgevolg heeft het Hof een militair procu
reur en een generaal aangewezen om de
enquête voor te bereiden, ten einde generaal
Weyler voor den krijgsraad te doen verschijnen.
Dit besluit, met eenparigheid van stemmen
en in overeenstemming met het rapport van
den procureur-generaal genomen, heeft een
goeden indruk gemaakt.
Generaal Weyler zal zich dus toch nog te
verantwoorden hebben.
Voor den banneling van het Duivelseiland,
den ex-kapitein Dreyfus, is de dag van heden
een zeer gewichtige.
De krijgsraad die heden te Parijs bijeenkomt,
zal te beslissen hebben of de beschuldiging,
tegen Esterhazy ingebracht, waar is, of het
borderel doorzijn, en mitsdien niet door Dreyfus'
hand is geschreven.
Blijkt inderdaad Esterhazy de schrijver te
zijn van het borderel, dan moet het vonnis
tegen Dreyius herzien worden, want uit de in
de Siècle epubliceerde akte van beschuldiging
iGedachtig aan uw lieve moeder heb ik mij da
moeite gegeven u dat te zeggen."
Felix Dahlland was zeer bleek. Een oogenblik
drukte hij zijn koude band vast tegen zijn voor
hoofd als iemand, die heftige hoofdpijn heeft. Zijn
donkera oogen schitterden koortsachtig. Op het
jonge, edel gevormde gelaat waren de sporen van
diepe smart ingeprent.
eBij mij is het geen onbepaald gevoel van onge
lukkig-zijn," zeide hij snel. ulk voer oen harden
strijd om bet bestaan do vroegtijdige dood mijner
ouders, do weinige middelen die mij overbleven,
hebben mij genoopt tot een beroep, waarvoor tk
geen aanleg, waarin ik in ieder geval geen lust
heb, en waarin, zeker ten gevolge van dien ont-
brekendon aanleg, het geluk mij in den steek heeft
gelaten. Al wat u heeft gezegd, is waarmaar
op mij is het niet geheel toepasselijk. Want behalve
de brandendeaandnft, om mijn zielsnood om le zetten
in een verlossende kunstenaarsuiting, werkt in mij
ook de bittere noodzakelijkheid om oen middel van
bestaan te vinden. Vroeger werden mijn kinderlijke
verzen bij feestelijke gelegenheden in mijn familie
geprezen op school bejammerde mijn onderwijzer
het om mijn opstellen dat mij do middelen ont
braken om te sludeeren
Stephan Alius glimlachte medelijdend. Dat was
hem, sedert hij oen beroemden naam droeg, wel
reeds honderdmaal geschreven of gezegi. Bijna
altijd hetzelfde.
Die glimlach deed Felix verstommen. Hij voelde
zelf, dat hij een alledaagsch geschiedenisje vertelde.
iMaar wanneer dat ailedaagsche ongeluk nu juist
mtjn ongeluk is, dan is het voor mij niet meer
aiiedaagsch", dacht hij bitter.
Wordt vervolgd.)