STADSNIEUWS. Kai'msen (mi.et waarschijnlijk zijn Harmsenj en zijn gewondMevr. Engelsman en een kind van den heer De Btnyn Kops, De JSf. li. C. ontving gistei en een lelegiam van haar correspondent te Batavia, waarin als gerucht werd medegedeeld dat ook Saparoea zou verwoest zijn. Saparoea is van de Oeliu-sers, de kleinegioep eilandjes ten Oosten van Amhoina. Onder de Compagnie weid hier bijna uitsluitend de nagel- cuhuur gedieven ook thans nog woideu van de Ocliasseis bijna evenveel kruidnagelen ver scheept als van Ainboinu, dat toch meer dan tweemaal zoo groot is. Saparoea, op liet eiland van dien naam, is de hoofdplaats van een afdee- ling. De !f-er O. F. de Bruyn Kops, wiens kind bij de tamp is omgekomen, is sedert _-c.pt. 1890 secretaris der residentie Amboina. Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid Door de vereeniging «Nat. tentoonstelling van Viouwerarbeid" werd Woensdag 12 Januari te 's-Giavenliage een druk bezochte ledenvergade- ling gehouden, waaromtrent het volgende kan worden medegedeeld. De presidente, Mevr. C. Goekoop de Jong van Beek en Donk, deelde den leden officieel mee, dat de aanbesteding van bet gebouw der tentoonstelling gegund is aan den laagsten inschrijver zij gaf een over zicht van den stand der geldmiddelen op dit oogenblik, waai uit blijkt, dat de veieeniging alle reden beeft om met vertrouwen voort te gaan op den ingeslagen weg, dank zij de meer en meer opkomende sympathie, doch tevens, dat nog zeer veel fmancieele steun verkregen moet vvoiden, wil zij in staat zijn liare plannen ten uitvoer te brengen op een wijze, zooals zij dit zou wenscheri. Flinke giften kwamen in, in verscheidene plaatsen vormdeu zich nieuwe comite's; veel hulp is echter nog noouig en de Vereeniging behoeft den steun van zoovelen, die nog bijdra gen zouden kunnen leveren, zij die bijdrage ook nog zoo klein. Als nieuwe commissie-leden werden gekozen voor de fmancieele commissie, mevr. Ilt-ineken Daurn, te Amsterdam, en mej. A, Hingst, te 's-Gravenhagévoor de regel inga commissie, mej. S. Hinlopen, jonkvr. J. Hoeulït. mevi. Mesdag Van Culear en mej. W. Wessels, alien te 's-Gravenhagevoor de uitnoodigings-eom- missie mevr. Van Nispen tot Sevenaer en jonkvr. De van der Seliueren, beiden te 's-Gra- venliage. G. Yas Visser. De lieer G. Vas Visser te Amsterdam, de grootmeester der orde van Vrijmetselaren in Nederland, vierde gisteren zijn 00e geboortedag. Het was duidelijk, dut de vrijmetselaarsloges in Nedeiland dezen dag niet onopgemei kt zou den laten vooi bijgaan. Reeds was den jubilaris Dinsdagavond in de loge »Nos Vinxit Libei tas" te Amsterdam, waarvan hij het voorzitterschap bekleedt, een ovatie gebracht en ter heiinnering aan dezen dag een bronzen beeid »Le Vain- queur" aangeboden. Gistermorgen ontving de jubilaris een deputatie uit de zes zusteiloges aldaar, die hem eveneens een brouzen beeld, »Le Travail", aanbood, vergezeld van een oor konde in een portefeuille. De Nederlandsche viijmetselaren vereerden bunnen grootmeester een monumentaal bloemstuk, als blijk van h'mne hulde. Den g-heelen dag door weid de groot meester overstelpt met brieven, kaartjes en telegrammen. Naar wij vernemen, is voor de vervulling der vacature van voorzitter van den Volksbond tegen drankmisbruik, door bet aftreden van mr. Goe- mau Borg-'sius ontstaan, aangewezen dr. Ruysch te s-Giavenliage, hoofdbestuurder van den Rond. (.zV, li. Ct) Ged. Staten van Gelderland hebben de be slissing omtrent de gemeentebegrooting van Zutphen voor 1898 verdaagd een gevolg van de wijziging, betrekkelijk het beheer der gas fabriek en watei leiding en ingevolge art. 211 der gemeentewet machtiging veilt-end, om uitgaven en ontvangsten te doen uit die posten, waartegen geene bedenking bestaat. Socialisme en particulier Initiatief. Voor een flink bezette zaal trad gisteravond in sMusis Sacrum" op mr. A, Kerdijk, lid der Tweede Kamer, ter bespreking van het onder werp Socialisme en particulier initiatief De vergadering werd geopend door den lieer M. C. M. de Groot, voorzitter der kiesver- eeniging «Schiedam", die met een kort woord den spreker van dezen avond inleidde. Mr. A. Kerd ij k, met een hartelijk applaus begroet, begon hierop zijn lezing. Toen Proudhon, de Fransche geleerde, in 1848 voor eenig vergrijp voor den rechter stond, vroeg deze hem, wat eigenlijk socialisme was. „Elk streven tot verbetering der maatschappij,antwoordde Proud hon. „Dan zijn wij allen socialisten," antwoordde de rechter. „Zekerwas Proudhon's bescheid. Als socialisme is elk streven naar verbetering der maatschappij, dan is het een zinledige uitdrukking. Niet minder wordt aan de beteekenis van socialisme geweld aangedaan, indien zij zich socialisten blijven noemen die van geen enkel dwingend gezag willen weten, en die eigenlijk anarchisten moeten hceten. Tactisch is het van hen niet onverstandig zich sociaal-democraten te noemen, van wie zij in waarheid zoover mogelijk afstaan. Met hen gemeen hebben zij alleen het beginsel en het aanvankelijke doel, dat zij het persoonlijk eigen dom van de productiemiddelen als grondslag der maatschappij willen doen verdwijnen. Maar uenerzijds willen de anarchisten elk staats gezag vernietigen, anderzijds willen de socialisten het staatsgezag tot zijn hoogste ontwikkeling brengen. Anarchisten en socialisten zijn in sociaal-politieken zin ware tegenvoeters. Spr. herinnert er aan, lioe Pierre Leroux zeide in 1837 de uitdrukking „socialisme" uitgedacht te heb ben als tegenstelling tegen bet toen in zwang ko mende woord „individualisme." Moge nu de historische waarheid in twijfel te trekken zijn, voor het goed begrip van ..socialisme" is deze tegenstelling noodig. Taee stroomingeu zijn er in het maatschappelijk levensocialisme en individualisme, de strooming van het gezag en de strooming der vrij heid en vrije zelfbestemming. Die strooinen werken samen en vullen elkaar aan. Eeide hebben recht van bestaan. Een inenschelijke maatschappij zonder een van beide is onbestaanbaar. Terwijl de verhouding tusschen die twee stroo mingen wisselt cn wisselen moet, bestaat het groote politieke probleem hierin, tusschen gezag en vrijheid dio verhouding tc vinden, die past aan bepaald volk, onder bepaalde omstandigheden, in bepaalde tijden, naar de oogenblikkelijko behoeften. Een derde beginsel is er echter nog dat der vrij willige samenwerking, der associatie. Zij is, omdat ze v r ij w i 11 i g is, wel is waar slechts een zijstrooming van het individualisme. Maar zij speelt zulk een groote rol eu zal nog een zooveel grootere rol spelen, dat wij die strooming afzonder lijk mogen beschouwen. Vooral speelt de associatie .een groote rol bij het kapitaal. Daarentegen is de associatie bij de arbeiders, vooral in ons land, nog in haar kindsheid. De arbeider als eenling voelt tegenover den werk gever alle nadoelen der zwakheid. Maar anders wordt het wanneer die eenling kracht en sterkte zoekt door aaneensluiting zijner vakgenooten. Dan wordt op hen toepasselijk het beeld van den pijlbundel. Dat wapen kan gevaarlijk wezen wanneer het slecht wordt gebruikt; maar naarmate de werk lieden meer doordrongen worden van de kracht der associatie, naar die mate zullen zij kunnen slagen in hetgeen zij thans nog niet vermogen te bereiken. Een nog grootere rol is de associatie bestemd te spelen in den vorm van coöperatie. De hoogste vorm is daarin de productieve voort brenging, waarin niet langer arbeid ondergeschikt zal zijn aan kapitaal, waar voor geen strijd tusschen die beide plaats zal zijn. Spr. twijfelt niet of daarvoor is een groote toe komst weggelegd. In ieder geval staat dit beginsel, hetzij in den vorm van vrijheid of van vrijwillige samenwerking, tegenover het socialisme. Zonderling is dat zelfs bij de schraudersten daar omtrent misverstand bestaat. Zoo noemde wijlen mr. Heemskerk de afschaffing van de artt. 414-418 der Code Pénal een socialistischen maatregel, terwijl juist die artikelen socialistisch zijn. Uit dit voorbeeld blijkt ook, dat socialistische maat regelen niet alleen strekken ten voordeele der mis- deeldeu. Integendeel levert de geschiedenis van het socialisme feiten op, die wij „averechtseh socialisme" zouden noemen. Bepalingen omtrent maximum-loon en minimum- arbeidsduur in Engeland, het gildenwezen bij ons te lande, sloegen het geheele oeconoinische leven in knellende banden. Daartegen kwam reactie in de vorige eeuw. Vrij heid werd de groote leus der wijsgeeren en der herboren volkshuishoudkunde, en van het individu alisme verwachtte men nu alles. Ook de oeconomiscke wetenschap deed dit. Zij leerde dat goed opgevat eigenbelang was in het algemeen belang. En dit leerde zij te goeder trouw. Toch heeft zij feitelijk de belangen der bezit tende klassen gediend, omdat haar leering een dwa ling was. Haar leer leidde tot onderdrukking der maatschappelijke zwakken, die niets hebben dan hun arbeidskracht en die in dienst m o c tn stellen van hen, die maatschappelijk sterker zijn. Üp deze dwaling te hebben gewezen, is de onver gankelijke eer der nieuwere oeconomie, waarin de groote mannen van het socialisme een eervolle plaats innemen. Zij hebben een kentering van denkbeelden teweeg gebracht, die de voorboden zijn van daden, ook bij ons te lande. Er is gekomen „verteedering des harten", maar uan den anderen kant is ook het inzicht ontstaan, dat socialisme niet is een afgerond stelsel, maar een beginsel dat wortelt in den menseh als levend orga nisme, een beginsel dat steeds wisselt en wisselen moet. Maar hoe dan met de sociaal-democratie? Onder scheidt haar niets van andere richtingen? Spr. waar schuwt er tegen, nooit een richting te beoordeclcn naar haar slechte vertegenwoordigers. Mogen sommige sociaal-democraten haat prediken, der sociaal-demo eratie aanwrijven mag men dit niet. De sociaal-democratie verdient eerbiediging als eenc overtuiging, nl. deze dat de maatschappij zal zien een toekomst met afschaffing van den persoonlijken eigendom der productiemiddelen. Afschaffing, want beperking van den eigendom bestaat reeds nu in onze wetten, vooral door bet onteigeningsrecht. Een heilig, onaantastbaar recht is dus het eigen domsrecht volgens onze wetgeving niet. En dat door onteigening het eigendomsrecht nog meer zal worden beperkt dan nu reeds geschiedt, mag als zeker worden beschouwd. Zoo ook zal beperkt worden het erfrecht. Spr. is overtuigd, dat de tijd zal komen, waarin ook de Staat een zeker erfrecht zal genieten, en iets juisters dan dit medeerfgenaamschap van den Staat acht hij niet goed denkbaar. Door zijn hulp toch is de Staat a. h. w. stille vennoot van iederen burger. Dat de afschaffing van persoonlijk eigendom zal kunnen geschieden, mag evenwel niet onmoge lijk worden geacht. „Wat de verre toekomst zal brengen, vermag geen menseh te zeggen", schreef 3pr. 12 jaar geleden in het Sociaal Weekblad. Spr.'s groote grief tegen de sociaal democratie is dan ook dat de leiders het denkbeeld bij tun volgers laten post vatten, dat de verwezenlijking van haar ideaal binnen een kort tijdsverloop mogelijk is. Hij gelooft echter dat de sociaal-democratie in Nederland allengs zal worden een hervormende partij, die zich plaatst op den bodem van het bestaande en aan de toekomst overlaat, waarheen die hervormingen zullen leiden. Het socialistisch beginsel is dus meer in het maat schappelijk leven doorgedrongen. Spr. is voorstander van staatsdwang op velerlei terreinmaar toch acht hij het individualisme in zijn schoonste niting door associatie hooger, want staatsdwang is de erkenning onzer zwakheid. Geen voorstander van staatsbemoeienis ziet ook voorbij het gevaar van mistastiag. Daarom duurt het ook zoo lang, eer eenige maatregel door de be hoefte geéLcht, door de wetgeving wordt in het leven geroepen. Als voorbeeld haalt spr. aan leerplicht. Ook acht niemand den Staat almachtig. Integen deel, vermag hij minder dan de vrijwillige samen werking. Wat niet wegneemt dat de Staat meer moet doen dan tot dusver, dat hij doen moet wat hij kan. Is het dan niet te vreezen dat de wettelijke dwang den prikkel van het particulier initiatief zal ver zwakken? AVare het zoo, spr. zou die schaduwzijde meenemen in den koop. Maar hij gelooft niet dat dit zal geschieden, maar dat juist het particulier initia tief in vrijwillige samenwerking zal komen tot schooner ontwikkeling. De wet moet dikwijls den weg effenen voor het particulier initiatief. Zoo is het niet bij machte iets te doen tot verbetering der volkshuisvesting in het centrum der groote steden. Daarvoor is verscherpt onteigeningsrecht noodig om den weg te banen. Maar de wet, als uiting van solidariteitsgevoel, heeft ook opvoedende kracht ook bij wie vroeger misbruik van macht maakten in vrijheid. En eindelijk, zijn zij die voor staatsbemoeiing ijveren, het juist die voorstanders zijn van ont wikkeling van particulier initiatief. En in de breedcre ontplooiing van het particulier initiatief én in de brcedere toepassing van het beginsel van staatsdwang ligt de verbetering der maatschap pelijke toestanden. in het begin dezer eeuw was demenschheidover moedig -toen volgde een tijdperk van moedeloosheid, waaraan wij ons thans ontworstelen in het denkbeeld dat wij het doorgangspunt zijn voor het nageslacht, dat wij voor hen den weg bereiden. AVelnu, aldus eindigde spreker, laat ons dan ar beiden zoo lang het dag is, ieder naar de mate zijner kracht, ieder naar zijn overtuiging, maar met eer biediging van de overtuiging vau anderen, dan zullen wij den dank verwerven van het nageslacht. Een warm applaus loonde den spieker voor zijne geestdriftige voordracht. Hierop weid gelegenheid gegeven tot debat. De lieer G. J. v. ff urmond vraagt of de lieer Kerdijk iider individu het recht om te leven toekent Wat zou hij dan antwoorden aan iemand, die wei ken wil en kan maarniet mag, omdat hij liet niet krijgt, eu die honger lijdt met do zijnen De heer J. Koorengevel heeft met instem ming gehoord, dat de lieer Kerdijk is voor leerplicht. Maar is hij ook voor kleed- en eel- plieht van staatswege? Want zonder dat zal leerplicht drukken, juist in de onderste lagen der maatschappij. Spr. is dan ook tegen leerplicht, indien niet de Staat ook zorgt voor Meeding en voeding. Nog meerit spr. dat niet alle sociaal-demo craten voor staatsdwang zijn. O. a. de lieer Domela Nieuwenhuis niet. De heer F. W. N. Huge n holt z meent dat het een quaestie is van min of meer, waar wij te kiezen hebben tusschen socialisme en individualisme. De heer Kerdijk helde meer over tot hi t laatste en heeft als middel tot verbete ring aangewezen vereeniging, coöperatie. Maar wanneer ai beiders gaan worden kapitalisten, dan zal men krijgen uitbreiding van kapita lisme. Dit berust op winstsysteem, pacht en interest. Interest nu is hetgeen het kapitaal toevloeit, zonder dat liet er voor heelt gearbeid. Spr. helt dan ook meer over tot socialisme, ook al wil hij liet individualisme niet geheel weg cijferen. De lieer Kerdijk noemde het socialisme een hoog staand ideaal, maar spr. meent dat individualisme in den reinen zin van liet woord, een veel meer verheven ideaai is. De heer Kerd ij k, de sprekers van antwoord dienende, meent dat juist de invoering van leerplicht het thans alleen voor den onderwijzer pijnlijke verschijnsel ook onder de oogen van allen zal brengen en liet particulier initiatief zal aansporen den nood te lenigen. En als dat niet toereikende is? Spr. heeft in den Amster- damscben Raad gesproken voor het verieenen van steun aan de vereeniging «Kindervoeding". Toch zou hij in deze den weg der staatsbe moeiing slechts bedachtzaam willen opgaau. Dat echter een onderwijzer niet van leerplicht wil hooien zonder kleed- en leerplicht, klinkt spr, vreemd in de ooien. Al zou de leerplicht het voor velen lijdelijk nog erger uaakeu dan voor anderen, zoo goed en zoo kwaad mogelijk moeten wij dien tijd zien door te komen, opdat een volgend geslacht beier gewapend zal zijn om zicii een plaats in het leven te veroveren. De vraag of hij erkent het recht otn te leven van den individu moet spr. ontkennend beantwoorden, wanneer men bedoelt de maat schappij aansprakelijk te stellen voor het leven van f.ïk individu. De maatschappij kan daarvoor niet aansprakelijk zijn, waar zij niet de macht heeft het ter wereld komen van den menseh te verhinderen. Maar indien men meent dat liet solidariteits gevoel ons moet aansporen, om den medemensch, nu hij eenmaal leeft, het leven mogelijk te makeD, dan aanvaardt spr. dien zedelijken plicht. Ook hij acht liet vraagstuk der werkloosheid een der schrijnendste vraagstukken. Als tijdelijk middel moet men armenzorg gebruiken, maar verbeterd, uitgaande van de burgerlijke ge meenschap. Door de aandacht te wijden aan de vraag, hoe werk te geven en hoe het werk het vrucht baarst te maken, en door verzekering tegen weikloosheid, is dat vraagstuk alleen op te lossen. Het beroep van den heer Koorengevei op den lieer Domela Nieuwenhuis wees spr. af met te herhalen dat er zijn, die zich sociaai-demoera- ten noemen, maar in waarheid anarchisten zijn, juist omdat zij van geen staatsdwang willen weten. Tegenover den heer Ilugenholtz zet de inlei der nader uiteen, dat in coöperatie, en wel by de productieve voortbreuging, de strijd tusschen kapitaal en arbeid opgelost zal ziyn. Interest is noodig, waar kapitaal geleend moet worden, want liet kapitaal doet dienst, en die dienst moet beloond worden. Ook zal coöperatie er toe leiden, dat ai beider en patroon samenwerken in eikaars belang. Spr, beioogt voorts, dat bij, schoon indivi dualisme als ideaal hooger stellende dan socia- iisme, meent dat in den tegen woordigeu toestand der maatschappij liet socialisme, liet dwingend staatsgezag meer op den vooigiond moet treden. Maar door een tijdperk van socialisme, ook door zijn opvoedende kracht, moet de maat schappij komen tot een tijd. waarin liet indivi dualisme zijn schoonste ontwikkeling kan vin den. (Applaus.) Met eeu woord van warmen dank aan den spreker, sloot de heer Ilugenholtz hierop de vergadering. Maar de lieer Kooren gevel werischte nog in liet midden te biengen, dat de lieer Domela Nieuwenhuis zichzelf herhaaldelijk so ciaal-democraat noemde, terwijl hij tocli tegen staatsgezag was. De heer IC e r d ij k repliceerde liiei op kort. Wanneer inen volhoudt dat de heer Domela Nituvvenhuis is sociaal democraat, dat men dan aantoone dat socialisme niet is wat spr, heeft bi 'oogd. Hierop ging de vergadering uiteen. M sOrpheus." 9 Het is ei ne in aile opzichten geslaagde uit voering geweest gisterenavond; een concert onder een zekere feestelijke, bijna enthousiaste stemming. Een goed idee was liet, deze maal af te wijken vau de gewoonte om liet concert in liet zaaltje van Mu-is te geven men had anders de horderden, die opgekomen waren, niet kunnen bergen; de ruime lialle der Oifi- ciereu-Vereeniging was flink bezet. Feestelijk stonden de vaandels van «Orpheus" en de »Rotterdamsclie Liedei tafel" ter weers zij den van liet tooneel opgesteld, behangen met de onvergankelijke bewijsstukken van even zoovele overwinningen; «Orpheus'" banier ver sierd o-^k met den eersten prijs kort geleden gewonnen in den Amslerdamsehen Zangersknjg, waarvan men dezen avond de echo zou ver nemen. Op iiet tooneel verzamelden zich de leden van beide broeder-corpsen iri feestelijke stem ming, van hunne kracht zich bewust. Als eerste nummer werd »Morgenhymne" van A. Dietricli aangeheven, een lied vau hulde en tevens een bede gericht tot Apoilo. Kou ooit een concert onder betere auspiciën beginnen? De indruk, dien wij van de ïRotteniair.sclie Liedertafel" ontvingen, was zeer gunstig, al moet deze vereeniging voor DOrplieus" de vlag strij ken. «Lentelied" van Verhulst achten wij geen gelukkige keuze. Dl'. Beve's lier is hier bij groote uitzondering onbeduidend en Heeft Verhuist niet kunnen inspireeren; de muziek vari «Lentelied" zegt al even weinig als de tekst. Toch kunnen wij ons verklaren dat de «Rotter- damsche Liedertafel" met dat lied eer heeft ingeoogst. Het stelt ml, geen geringe eischen aan het koor. Bij het p. p. waarmede het aan vangt is detoneeren moeilijk te vermijden, welke klip de Rotterdammers glansrijk omzeilden; vandaar wellicht de derde prijs. Ook het volgend nummer »Les martyrs aux arènes" werd zeer goed gezongen. Prachtig klonk liet Césarl ceux qui vont mourir te saluent! De sRotterdamsche Liedertafel" was in hare dramatische opvatting van deze com positie bijzonder gelukkig. Als soliste betrad Mevr. A. Kraft van Ermei het tooneei. In den aanvang was hare stem niet geheel vrij, tengevolge-waarvan liet geluid in de hoogere registers eenigszins scherp klonk. De liederen weike zij ten gehoore bracht, be wezen dat hare stem zeer omvangrijk is, zoodat het ons niet verwonderen zou dat Mevr. Kraft even goed in staat zou zijn eike mezzo sopraan partij te vervullen. Bovendien is hare stem krachtig en tevens in de lagere registers ge voelvol en week. Mevrouw Kraft zal tevreden zijn over haar succes en beloonde de hulde van liet publiek met een ntoegiftje", een mooi lied op Duitscben tekst, sWie du noch jung", van Georg Rijken. Na de pauze vooral klonk de stem van Mevr. Kraft helder en krachtig en met meer weekheid in het bovenregister. Vol sentiment en glansrijk zweelde haar stem boven het mannenkoor uit in de fraaie compositie wn Heinze nEuterpi.',' waarmede de zangeres een groot succes verwierf. Met groote belangstelling werd daarop vOrpheus" gevolgd bij de voordracht der liede ren waarmede het buiten onze pooi ten de eer van Schiedam op kustgebied had weten hoog te houden. De uitvoering van beide compositie» («Saui's Lierzang" van den Belgischen componist F. A. Gevaert en «Sur les rernparts" van A. Sainlis) kon de strengste eischen van zuiverheid en vooi dracht bevredigen en ook de uitspraak van het Fransch viel zeer te roemen. Bij de midden- strophe van laatst genoemde compositie (si ie sormneil, ma belle) maakte de zachte bege leiding der bassi een prachtig effect. Het concert eindigde, passende aan de plaats, waar het gegeven werd iu krijgshaftige geestdrift behalve »Sur les rernparts" werd nog ten ge hoore gebracht het «Soldalenkoor" met de feestcantate door Richard Hoi gecomponeerd voor de inwijding van het gedenkteeken van den siag bij Heiligeriee en ten slotte het be kende «Gloire immortelle" het soidatenkoor uit de Faust-muziek van Gounod. Resumeerende, komen wij tot de slotsom, dat de uitvoering van gisterenavond in één woord

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2