51"'" jaargang.
Zondag 16 en Maandag 17 Januari 1898.
N°. 9527.
«te
Tweede- Blad.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, AnTEiiTEKTrEriajsran 15 gewone regels met ihbo-
Kennisgeving.
FBTJILLETON.
HET GELOOF TAK EEK KIM).
Abosotkbhtsmojs toot Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
.Afzonderlijke nommers- 0.02
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
TWEE FINANCIERS.
Dat er op de wereld nog iets of iemand
anders bestaat dan Dreyfus en Estcrhazy, heeft
het Fransche volk in de laatste weken bijna
vergeten.
Zelfs de laatste acte in de droevige Panama
geschiedenis, waarin eens zoo groot belang
werd gesteld, is, bijna onopgemerkt door bet
groote publiek, afgespeeld. En niet alleen in
Frankrijk, maar ook daarbuiten.
Inderdaad, verwonderen mag dit niet. Het
Panama-schandaal is oud en versleten, en zelfs
de meeste bekende of beruchte figuren uit heel
deze geschiedenis kunnen met moeite nauw
eenige belangstelling wekken.
Toch is bet niet zonder belang eens een
oogenblik de aandacht te wijden aan het rap
port, dat de afgevaardigde Rouanet heeft uitge
bracht over de beschuldigingen van omkooping,
door den listigen Arton tal van dêputë's en
oud-tky/iriffs, senatoren en oud-senatoren, ja
zelfs oud-ministers voor de voeten geworpen.
Wat in dat rapport de aandacht vooral trekt,
is de beschouwing over den beruchlen baron
Reiuach en den nog meer beruchteri dr. Cor
nelius Ilerz, den zieke van Bournemouth, de
groote financieele leiders der Panama-onder
neming.
Afgezien van de persoonlijkheden van Reinach
en Uerz zeiven toch, geeft hun werken en
streven een eigenaardigen kijk op een stukje
van het Parijsehe leven.
Voorop sta evenwel, dat het rapport van
Rouanet niet gepubliceerd is. Hetgeen hier
volgt is dan ook ontleend aan wat de Libre
Parole er over wist mede te deelen.
Volgens de schetsen, die Rouanet van beide
financiers geeft, is Reinach in zekeren zin een
aantrekkelijke figuur. Hoor slechts, hoe deze
financieele paladijn wordt beschreven
sDank zij zijn buitengewone kennis van een
menigte zaken en zijn veelzijdige, uitgestrekte
politieke en financieele connecties in alle landen,
streefde Reinach naar de verwezenlijking van
de meest verscheiden, scherp uitgedachte, in
de kleinste bijzonderheden uitgewerkte en met
beleid voorbereide plannen. Even gemakkelijk
correspondeercnde in het Engelsch, het Duitsch,
het Italiaansch en het Spaan sch als in het
Fransch, was hij betrokken bij alle groote
financieele en industrieele operatie's van het
tijdvak van twaalf jaren, waarover zijn brief
wisseling loopt.
liet moet in het belang der waarheid erkend
worden, dat slechts zelden zijn handelwijze
aanleiding gaf tot protest. Rij do honderderlei
zaken, die wij nagegaan hebben, zegt Rouanet,
stuiten wij slechts op twee of drie geschillen,
en telkens stelde Reinach dan voor, het punt
in geschil door een scheidsgerecht te laten uit
maken. En daarbij zijn de aangelegenheden,
waarin hij betrokken was, legiohij neemt
het initiatief voor de kanalen van Korinthe en
Panama en voor de vele werken, door Engel-
sche maatschappijen in Siarn ter hand genomen.
«Wij zien hoe hij zich bezig houdt met het
koopen en verkoopen van spoorweglijnen in
Algeriü en Zuid-Frankrijk hoe hij zich bemoeit
met de monopoiiseering der lucifersfabricatie
door den Franschen Slaat; verder rnet den
aanleg van een onderaardsch buizennet in Por
tugaleen spoorweg in Venezuela; ten slotte
volgt hij met aandacht de schommelingen van
het grondbezit te Rome, waar hij een der
eerste voorstanders van liet sloopen van het
oude gedeelte der stad is.
»Dit belet hem echter niet zich bezig te
houden met militaire bedden, de Weinger-rem,
den stadsspoorweg, en groote balletten en zelfs
opera's te schrijven.
jiOnder zijn geschriften vinden wij een schrij
ven aan den uitgever Charpentier, dat van een
belangeloosheid getuigt, die bij geldmannen,
tevens liefhebbers der kunst, zelden wordt aan
getroffen hij ziet van zijn Salambö af, ten
gunste van den componist Reyer, wiens Salambö
hij Charpentier overhaalt aan te nemen.
«fin wn tl OnM A A», Va ti 4-
BUREAUBOTEBSTBAAT TO, Tcleplioon So. 123.
grip van eeno Conrantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
De Burgemeester van Schiedam,
Gezien de artt. II, t2 en 43 der kieswet,
Noodigt de mannelijke ingezetenen, dm den !5den
Mei a s den leeftijd v.m 25 jaar hebben bereikt, uit om
4o. wanneer zij in een andere gemeente over het
volle laatstverloopen dienstjaar in een der Rijks directe
belastingen zijn aangeslagen (wat de grondbelasting
betreft in een andere gemeente of in meer gemeen
ten te zamen tot een bedr: g van ten minste f I.
daarvan door overlegging van de gekwiteerde aan
slagbiljetten vóór 15 Februari a.s. ter gemeente
secretarie te doen blijken
2o. wanneer zij als mede-eigenaar or wegens eena
onverdeelde nalatenschap aandeel van minstens fi.
hebben in aanslagen in de grondbelasting, zonder dat
hun naam bij den aanslag is vermeld, daarvan over
eenkomstig het model, dat ter secretaiie veikiijgbaar
is, en onder overlegging der gevorderde bewijsstukken
mede vóór 15 Februaii a.s. ter gemeente-secretarie
aangifte te doen;
3o wanneer zij aanspraak ineenen te kunnen tnaken
om op de kiezerslijst geplaatst te worden krachtens
huur van een huis of gedeelte van een huis, krachtens
eigendom, vruchtgebruik of huur van een vairtuig,
wegens inkomsten uit dienstbetrekking of als inwo
nende zoon in het bedrijf of beroep der ouders wei k-
zaam, wegens pensioen, wegens inschrijving van ten
minste f 00.in de grootboeken der Nationale Schuld
of van ten minste f50.in de rijkspostspaarb nk,
of omdat 'zij hebben voldaan aan de eischen van be
kwaamheid door of krachtens de wet gesteld voor de
benoembaarheid tot eenig ambt, de vervulling van con
bettekking of de uitoefening van een bedrijf of be
roep, daarvan, mede overeenkomstig een der ter ge
meente-secretarie veikrijgbare modellen, voor zooveel
noodig, vóór 15 Februari a.s. aldaar aangifte te doen.
Voor hen, die krachtens vroeger gedane aangifte op
de loopende kiezerslijst dezer gemeente voorkomen, is
hernieuwde aangifte onnoodig, indien de plaatsing np
de kiezerslijst berustte op
lo bewoning van een huis of gedeelte van een huis
of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari alsnog
hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of
hetzelfde vaartuig bewonen;
2o. genot van pensioen;
3o, bezit van eene inschrijving in de Grootboeken
der Nationale Schuld of van een inleg in de Rijks
postspaarbank;
4o. aflegging van een examen.
Daarentegen is hernieuwde aangifte icèl noodig voor
hen wier plaatsing op de lijst berustte op;
lo. bewoning van een huis of gedeelte van een huis
of van een vaartuig, indien zij niet meer op 3d Januari
hetzeiTde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of
hetzelfde vaartuig bewonenof
2o. genot van inkomen in dienstbetrekking, of als
inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders
werkzaam, lietzij met ol Z' nder genot van pensioen.
Van de bepalingen der kieswet, die op het boven
staande betrekking hebben luidt
Artikel 1. De leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal worden gekozen door de mannelijke
ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den
leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, voor
zoover zij over het laatstveiloopen dienstjaar in eene
of meer der Ilijks directe belastingen zijn aangeslagen,
De Provinciale Groninger Courant bevatte eeni-
gen tijd geleden het volgende, aandoenlijke verhaal
Eiken morgen, als de bergwerkers van do Godes-
zegen-groeve zich verzamelden om naar beneden te
gaan, was een van de laatsten, Frits Jobst, een
kloeke, steeds welgemoede man, die een meisje
van een jaar of zeven, acht aan de hand hield.
Dat meisje was zijn dochter.
Alvorens den bak te betreden, waarin hij met
2'jne makkers in de duistere diepte zou afdalen,
hiel hij dan het kind op, drukte het een kus op beide
wangen en zette bet daarna weer op den grond.
Het kind riep dannAdieu, papa 1" wierp den
vader kushandjes toe en hield niet op met tpapa"
te roepen, vóór het zeker wist, dat hij haar niet
neer kon hoorendan ging het naar school
En als het avond werd, was Roosje de eerste
Wj de schacht en Frits Jobst in den regel bij da
eersten, die naar boven kwamen. Evenals des
morgens begroette hij dan zijn kind met innige
liefde, terwijl Roosje zich tegen hem aan vlijde en
vol teederheid »papa" zeide, waarbij hare reine
vreugde zich in blik en lach afspiegelde.
De bergwerkers, die allen van het kind hielden,
boorden het woord spapa" zoo dikwijls, en waren
zoo doordrongen van den indruk der hartstoehte-
het te dier zake verschuldigde voor of op den lsten
Maart voldaan hebben, en
a over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aan
geslagen in de grondbelasting voor een bedrag van ten
minste een gulden, in de vermogensbelasting, in de
belasting op bediijfs- en andere inkomsten of naar een
of meer der vijf eerste grondslagen van de personeele
belasting, zooals die is geregeld bij do wet van "16
April lapG 'Staatsblad no 72); of
b. indien zij niet overeenkomstig liet bepaalde sub
a zijn aangeslagen, voldoen aan eene der volgende
voorwaarden
lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen
wonende poisonen op den Sisten Januari sedert den
lsten Augustus van het voiige jaar hebben bewoond,
krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde ge
meente niet meer dan twee huizen of gedeelten van
huizen, voor elk waarvan, met of zonder by behoor enden
grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning
bestemd, de vveikeüjke huurprijs, per week berekend,
ten minste heeft bediagen de som, voor de gemeente
of liet gedeelte der gemeente, waar het huis gelegen
is, vermeid in de bij deze wet gevoegde tabel.il.75)
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik ofhuur, een
zelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke Meter;
2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten
Januari van het laatstverloopen jaar bij dezelfde per
soon, onderneming, openbare of bijzondere instelling
in dienstbetrekking of ais inwonend zoon in liet be
drijf of beroep der ouders werkzaam zijn en ais zoo
danig over dat jaar een inkomen hebben genoten als
voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar
zij wonen, is vermeld in de bij deze wet gevoegde
tabel(f 450.
of dat zij op den lsten Februari in het genot zijn
van een door eene openbare instelling vei leend pen
sioen van gelijk bedrag;
met dien verstande dat voor hen, die in beide ge
vallen verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het
vereischte bedrag, het inkomen en het pensioen worden
samengeteld
3o. dat zij op den lsten Februari sedert een jaar
den eigendom met recht van vrije beschikking hebben
van ten minste f 400 (nominaal), ingeschreven in de
Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste
f50, ingelegd in de Rijkspostspaarbank;
4o. dat zij hebben voldaan aan de eischen van be
kwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de
benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling
van eenige betrekking of voor de uitoefening van eenig
bedrijf of beroep.
Art. 2. Onder hen, die den leeftijd van vijf cn
twintig jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen,
die dien leeftijd hebben bereikt vóór of op den
I5den Mei.
De aanslag der vrouw in de Rijks directe belastingen
geldt voor haren mandie van minderjarige kinderen
wegens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot
heeft, voor hunnen vader.
Aanslagen in de grondbelasting wegens onroerende
goederen eener onverdeelde nalatenschap gelden ook
voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den
aanslag in het kohier is vermeld, mits zijn aandeel
in dien aanslag ten minste cén gulden bediaagt.
Door den aanslag in de grondbelasting, in art. 1
vermeld, worden do hoofdsom en de Ryks-e peen ten
verstaan.
Aanslag in de vermogens- of in de bedrijfsbelastings
geeft geene aanspraak op kiesrecht, indien hij het
gevolg is van eene met de waarheid strijdige aangifte.
By de berekening van den vveikelijkeu huutptijs
wordt maamihmir tot weekhuur herleid door dceiing
met 4, jaarhimr door deeling met 50.
Bij de berekening van het inkomen, bedoeld in
art. t J, 2oeoiste lid, worden vrije woning of inwo
ning en viije kost en inwoning gerekend op het be
drag, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente,
waar zij genoten worden, vermeld in de bij deze wet
gevoegde tabel; enkel vrije kost op het bedrag, ver-
lijke liefde, die er zich in uitsprak, dat zij het meisje
niet bij haar werkelijker! naam noemden, maar
schertsenderwijze «juffertje papa". En die bijnaam
was gepast. Beiden schenen slechts voor elkander
te loven. De moeder van Roosje was reeds vroeg
gestorven, zij herinnerde zich harot' nauwelijks;
slechts haar vader kende zijhij vervulde geheel
hare kindsheid. Voor haar waren zijne harde werk
handen zacht, voor haar toonde zijn verweerd
gelaat steeds een vriendelijken lachvoor haar
omvatte de vadernaam alles.
O, hoe voelde hij. dat zij hem liefhad, als zij
hem in de gapendo diepte zag verdwijnen, in do
haar onbekende onderwereld.
Een van de bergwerkers had eens de aardigheid
gehad, de kleine tot aan den rand van de schacht
te leiden en haar daar vast te honden, zoodat zij
in den donkeren afgrond kon zien; mot huivering
was zij achteruitgesprongen. Een uitroep van schrik
was over hare lippen gekomen en zij dacht: sPapa
gaat daar naar beneden, als hij eens niet terug
kwam 1"
En sinds dien dag klemde zij zich bij het af
scheid sterker dan vroeger om zijn hals en fluis
terde dikwerf met bevende lippen»Papa, gij
komt immers terug?"
»Zeker, net als altijd, kleintje", antwoordde hij
dan lachend.
sis het erg akelig daar beneden? Zeg het mij,
papa 1"
«Natuurlijk niet, lieve!"
Kan men daar beneden ook dood gaan?"
me d in de laatste kolom, verminderd met dat, ver
meld m de voorlaatste kolom dier tabel. Overigens
komt alleen geld in aanmerking, (viije woning of
inwoning f87.50; vrije kost en inwoning f300.)
Indien bet inkomen, bedoeld in ait. 4 5, 2o., als
vast week-, veertiemlangsch-, maand- of jaarloon is
genoten en dit ioon wegens ziekte of verwonding ge
durende ten hoogste twee maanden niet of niet ten
volte is ontvangen, wordt liet geacht tot het normale
bedrag te /ij» genoten.
indien gedeelten eener gemeente in de bij deze
wet gevoegde tabel afzondei lijk worden genoemd, wordt
de giens tussclien die gedeelten dooi One, Gedepu
teerde St iton gehoon), bepaald on wanneer vetandering
van omstandigheden daai toe aanleiding geeft, gevvij/igd.
Van deze besluiten wordt mededeeling gedaan m du
Staatscourantmet bijvoeging van de adviezen van
Gcdcputecide Staten, voor zoover hij do besluiten van
die adviezen is afgeweken.
Art. 3. Van de uitoefening van het kiesrecht zijn
uitgesloten
zij, uien het kiesieeht ontzegd is bij eene onher
roepelijk gewoiden rechterlijke uitspraak:
zij, die in gevangenschap of hechtenis zijn;
zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uit
spraak de beschikking of liet beiieer over hunne goe
deren hebben veiloren;
zij, die m het burgerlijk jaar voorafgaande aan de
vaststelling der kiezerslijsten onderstand van eene in
stelling van weldadigheid of van een gemeentebestuur
hebben genoten.
Art. 0. Voor de bevoegdheid tot het kiezen van leden
der Provinciale Staten gelden dezelfde regelen, alsdio
welke in artt. i— 5 voor de bevoegdheid tot het kiezen
van leden der Tweede K uner der Stalen-Genaiaal zijn
gesteld, met dien verstande, dat men bovendien inge
zeten der provincie moet zijn
Art. 7. Voo1- de bevoegdheid tot het kiezen van
leden van den gemeenteraad gelden dezelfde regelen,
als die, welke in de artt. 45 voor de bevoegdheid tot
het kiezen van leden van de 1 weede Kamer der Staten-
Generaal zijn gesteld, met dien verstande, dat men
bovendien ingezeten der gemeente moet zijn, en dat
zij, die niet vallen onder art- 4a, over bet volle laatst
verloopen dienstjaar in de gemeente moeten zijn aan
geslagen in eene plaatselijke directe belasting tot ten
minste het bedrag, voor de gemeente of het gedeelte
der gemeente, waar zij wonen, vermeld in de tweede
kolom der sub art. IA, 1", bedoelde tabel en hun
aanslag in die belasting op den lsten Maart ten volle
moeten hebben voldaan.
Sc Si ie dam, den loden Januari 4S98.
De burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
«Wees maar kalm, kindlief," zoo troostte Jobst
haar dan. sik zal niet dood gaan zonder het je
te zeggen I"
sAdieu, papa!"
Wat haar vader zeide, was voor haar een evan
gelie, en geruster dan anders ging zij naar school
Maar de herinnering aan den duisteren afgrond,
waatin da bergwerker haar een blik bad laten
werpen, keerde toch telkens terug, en zij was eiken
morgen bezorgd; zij vreesde steeds dat haar goede
lieve papa eenmaal niet weer terug zou komen uit
den schoot der aarde.
Op zekeren dag verspreidde zich in het dorp het
gerucht, dat in de Godes-zegengroeve eene mijn-
gasontploffing had plaats gehad.
In een oogenblik vloog alles, opgewonden en
verschrikt, op de hoofdschacht toe. Hoe groot was
liet onheil, wie zou men niet levend terugzien
Ouk Roosje ijlde met de anderen naar de groeve.
Liet haar hing heur in den wind los om het hoofd
en aldoor riep zij: «Papa! papa! papal"
Er waren daar meer, die om hun vader riepen,
maar geen met zulk eene uitdrukking van ver
twijfeling. De anderen lieten zich terugwijzen, zij
echter niet. Het arme kind liep van den eenen
doode naar den andere, staarde ze dikwijls lang
aan, alsof zij in een van die misvormde gezichten
den een herkennen kon, dien zij zochtmaar haar
vader was niet onder de dooden. De hoop keerde
in hare ziel terug; zij werd kalmer en zocht den
vermiste onder de levenden. Doch niemand had
haar vader gezien.
Van de zestig bergwerkers, die des morgens
waren neergedaald, werden vijf en veertig levend,
veertien dood naar boven gobracht. Een werd
vermist; bet was Frits Jobst, Men vertelde haar
ditzij begreep hot on sloeg de kloino handen
ineon, alsof zij wilde zoggen: Gij zult hem weer
zien." En zij verwachtte werkelijk hem terug te
zien. Had hij vroeger niet tot haar gezegdsik
zal niet sterven, zonder het jo to zeggen
Men lette weinig op haar. Veertig uren hadden
de redders gedaan, wat zij konden. Zonder twijfel
was er iets vreemds in de verdwijning van Jobst;
zij hadden hem toch levend of dood moeten vindon
en zij hadden hem niet gevonden. De hoofd-inge-
nier zeif had met den platten grond der mijn
gangen in de hand, het reddingswerk geleid. Zorg
vuldig was zelfs de kleinste hoek der gangen onder
zocht. Allon waren van meening, dat Jobst bij de
vreeselijke ontploffing ergens geheel bedolven moest
zijn geworden.
Acht en veertig uren had »juffertje papa" koorts
achtig gewacltt, zonder vermoeid te worden, Eiken
keer dat or een menschelijk lichaam naar boven
werd gebracht, stond zij op, om daarna, wanneor
zij haar vader niet herkende, weer met een diepen
zucht te gaan zilten. Men trachtte haar weg te
leiden; maar dan weende zij zoo hartverscheurend,
dat men haar liet waar zij was. Men dacht ook,
dat de vermoeidheid haar eindelijk wel zon over
weldigen.
Den derden dag was het kind nog altijd bij
den mond van de schacht.