BUITENLAND. «Zulk oen figuur gelijkt niet in het minst op het beeld, dut uit het Panama-proces blijkt. ClnirlGs de Lesseps heelt over de rol van baron Reinaeh in het beheer van het kanaal niet de waarheid ge/.ogd.'' Rouanet geeft dan nogeenige mededeeüngen over den politieken invloed, dien baron Reinaeh rechtstreeks uitoefende. Staatsraden dongen met succes naar rijn gunstmet zijn vriend CrRpi, den oud-minister- pre-idont van Italië, vatte hij het plan opeen algemeen Crédit Fourier te stichten, om daar door een toenadering tussehen Frankrijk en Italië tot stand te brengen. Zelfs overwoog hij het denkbeeld om aan de Engelschen de Fran- sehe aandeelen in het Suez-kanaal te verkoo- pen en daardoor het kanaal den Engelschen volkomen in handen ie spelen. Van huis uit had Reinaeh reeds van zijn vader een vermogen van 10 mill iaën francs ge ërfd, Natuurlijk deed hij dit nog toenemen, maar ten slotte moest hij in de Panama-zaak het gelag betalen metterdaad moet hij door zijn betalingen aan Cornelius llerz en anderen verscheiden millioonen verspeeld hebben. Terwijl dus baron Reinaeh in ieder geval een man van beteekenis was. is Cornelius llerz eenvoudig een geweteniooze zwendelaar, die met niets begon. De schets, die Rouanet van hem geeft, zal den eeuwigen zieke van Bourne mouth zeker eenige onaangename uurtjes heb ben bezorgt! jiCornelius fier/.," zegt Rouanet, «was het kind van zijn arbeid, het product van den strijd om het bestaan, waarin hij zich geworpen had als een avonturier, die voorioopig alieen brutali teit en een niet te buigen wil bezit. Hij, de zoon van Joodsche ouders, die eerst in Duitsch- land, daarna in Amerika, nog later in Italië woonden, had aanvankelijk met allerlei hinder palen te kampen, totdat hij eindelijk zich in de politieke en zakenwereld wist te dringen, waar zijn lang bedwongen hebzucht eindetijk de gelegenheid vond zich te verzadigen. «Het begin van zijn carrière was zeer be scheiden. Be toekomstige groot-officier van het Legioen van Eer. die eens Charles de Lesseps naar Mont-sous-Yaudrey vergezelde, om met president Grévy op de jacht te gaan, had dik wijls niet te eten, toen hij gedurende de laatste jaren van het keizerrijk in de straten van Parijs er van droomde, eens de Fransche hoofdstad te veroveren. «Toen hij in 186" van New-York naar Parijs terugkeerde was hij apothekersbediende bij Allorge, 114 rue de Rivoli. Daar liet hem ge lukte zich de gunst van zijn patroon te ver zekeren, verschafte deze hem de middelen om college's te volgen. «Toegelaten in het ziekenhuis van Quatre- mare. werd hij niet lang daarna wegens diefstal weggejaagd, in 1870 nam hij als officier van gezondheid deel aan den oorlog. Na den oorlog reisde hij terug naar Amerika, waar zijn ouders woonden. Yan 18701877 leefde hij te Chi cago en te San-Francisco van allerlei middelen, waardoor hij zich voorbereidde op den komen den strijd. «Nadat hij om dien tijd zich op bedriegelijke wijze verscheiden hooge bedragen had verschaft, vertrok hij heimelijk naar Fi-ankrijk, kwam te Parijs en vestigde zich in Montmartre. »Hij trad torn in betrekking tot Ilébrard (van do Temps) en Lebey, den directeur der A ge nee Muvas, en exploiteerde een patent- Wedermann, «Weldra had hij nu den voet in den stijg beugel en richtte hij de maatschappij y>Lumière éledrique" op, waarbij ook baron Reinaeh ge ïnteresseerd was. Eindelijk stichtte hij in Octo ber 1881 het Fransche electriciteits syndicaat. jiVijf jaar later was hij groot-officier van het Legioen van Eer, tot groote verbazing der bla den te San Francisco, die, zooais b. v. de Morning Call, de eer hun landgenoot bewezen, vierden door de bedriegerijen op te halen, die nog in ieders herinnering leefden." Aldus Rouanet, die van plan was aan den persoon van Herz nog een bijzonder rapport sWij moeten er een eind aan maken," zei de ingenieur, op het meisje toetredende. «Wees verstandig, kleine 1"' zeide hij tot haar. «Papa Zoek papa 1" antwoordde zij. «Die is helaas dood." «Neen." Zij zeide dit «neen" zoo bepaald en met zoo veel overtuiging, dat het den ingenieur trof en deze haar daarom vroeg: «Waarom gelooft gij het niei «Wijl papa het mij zou hebben gezegd," ant woordde Roosje. «Arme kleine 1" mompelde da ingenieur en gaf de mannen een treken om haar weg te leiden. Daarop klemde zij zich als vertwijfelend aan hem vast en riep weeriend «Papa is niet dood Ik wil naar beneden 1 Ik wil hem zoeken." Men bracht baar weg en bij een medelijdend bergwerkersgezin. Een uur later was zij weer bij de schacht, viel de ingenieur om de hals en vleide «Laat mij mee naar beneden, ik za! hem vinden". De ingeneur had medelijden met haar. Hij nam haar op arm, stapte in den bak en gafhetteeken om neer te laten. Zij kromp huiverend ineen; hij voelde hoe bare bevende handen hem vaster om klemden, haar blond hoofdje zich angstvol aan hem vlijde en hare tranen op zijn wang vielen. Toen zij beneden waren aangekomen, maakte zij zich los, ijlde weg en riep luide«Papa Papa!" Twee uren achtereen doorliep zij de gangen, te wijden, dat zeker hoogst belangwekkend zal zijn. Maar nu reeds krijgt men een denkbeeld van de buitengewone onbeschaamdheid van dezen man. die een eisch tot schadevei geeding tegen de Fransche regeering heelt ,'ngesteid en dezer dagen bij het Amerikaansche depar- mont van buitenlandsche zaken ingediend. llerz beweert n.l. dat hij Amerikaan is, daar hij, toen hij drie jaar oud was, met zijn ouders vertrokken is naar de Vereenigde Staten, waar dezen het burgerschap verkregen. Be rechtsgeleerde raadsman van den dokter heeft thans het departement van buitenlandsche zaken verzocht bij de Fransche regeering een eisch te willen instellen tol vergoeding der schade, aan den naam en de gezondheid van Herz berokkend. En het departement heeft de zaak in overweging genomen In een brief aan president Faure heeft de zieke van Bournemouth indertijd een vergoe ding tan vijf millioen dollars gevraagd. Tusschen baron Reinaeh en dr. Cornelius llerz is de keuze niet moeilijk. Wel heeft Herz beweerd, dat baron Reinaeh een sluipmoorde naar had gehuurd om hem uit den weg te ruimenmaar wanneer men zoo bij de keel wordt gegrepen, als Herz dat Reinaeh heeft gedaan hij liet hem als het ware financieel dood bloeden, dan moet men toch met Reinaeh eenig medelijden gevoelen. In de wereld, waarin zij leefden, is men niet kieskeurig met de middelen om een doel te bereiken. Algemeen urerzicht. Schiedam, 15 Januari '98. De uitspraak van den krijgsraad, Esterbazy in eere herstellende, heeft allerminst een einde gemaakt aan de opgewondenheid, die Parijs en Frankrijk in twee kampen scheidt. De behandeling met gesloten deuren, de een parige eri besliste afwijzing van de aanklacht tegen Esterbazy. schoon zeker niet geheel on verwacht, heeft een oogenblik de strijders voor de zaak van Dreyfus doen verstommen. Maar als een trompetstoot, die het sein geeft tot verzamelen en het hervatten van den strijd, is de fiere beschuldiging van Emile Zola land- genooten en vreemdelingen in de ooren ge klonken. En reeds zijn er en 't zijn niet de slechtste krachten van Frankrijk die zich scharen om Zola, om met hem den strijd aan te binden. In de Aurore, welk blad thans is de vaste burcht der vrienden van Dreyfus, komt liet volgende protest voor «Wij ondergeteekenden, protest aanteeke- nende tegen de schending van het formeele recht bij het proces in '1894 en tegen de ge heimzinnigheid die de zaak-Esterhazy heeft omringd, blijven aandringen op revisie." Onder de handteekeningen vindt men die van Emile Zola, Anatole France. Duclaux (di recteur van het instituut-Pasteur), Jean Ajal- bert, Pierre de Sano, Lugné Poe, Gabriël Trarieux, Ferdinand Herold, Pierre QuilTiard, Féncon, voorts een dertigtal hoogleeraren en een aantal doctoren enz. In de Siècle is iemand aan het woord, die verborgen onder den naam Judex, de wensche- lijkheid van een revisie van het proces tegen Dreyfus betoogt. Of liever, niet de wenschelijkheid, maar de noodzakelijkheid. Immers, zegt »Judex", het proces is blijkbaar op onwettige wijze gevoerd, daar een bewijsstuk niet ter kennis van den beklaagde is gebracht. «Judex" meent, dat dit stuk is de zgn, brief van kolonel Schwartzkoppen, den Duitschen militairen attaché, aan zijn Italiaanscheri collega, welke brief op bevel van generaal Mercier, destijds minister van oorlog, aan de rechters zou zijn voorgelegd. Die gebeurtenis, zegt de anonyme schrijver verder, is door Mercier noch aan zijn mede leden van het Kabinet noch aan den toenma- ondervroeg de mannen, die zij kende, sloeg met hare vuistjes tegen de zwarte wanden, legde het oor er tegen, keek in alle hoeken, bevoelde die met de handen en riep «Papapapa De ingeneur, zelf vader van een gezin, die haar slechts met moeite had kunnen volgen, werd het eindelijk moede, om haar duidelijk te maken, wat hij haar reeds zoo dikwijls verklaard had, hoe en waar de ontploffing had plaats gevonden en wat er al gedaan was om de slachtoffers te vinden en te redden. Het kind riep maar aldoor«Hij is niet dood Ik wil hem zoeken!" Toen zij weder aan de uitgangsschacbt geko men waren, zou zij het nog weder drie dagen hebben uitgehouden, als de ingenieur haar niet met geweld had opgenomen en met haar opge stegen was. Hij gaf bevel haar weg te brengen, goed op haar te passen en als zij toch mocht ontsnappen en terugkomen, niet toe te laten, dat zij mee naar be fen ging. Den volgenden dag, toen hij in het ge niet aan haar dacht en beneden in de mijn inspectie hield, voelde hij zich eensklaps bij zijn jas vasthouden. «Juffertje papa" was er weer. Andermaal was zij aan het toezicht ontsnapt, had zich, daar niemand op haar smeeken inging, in een ledig naar beneden gaanden kolenwagen verborgen en was op die wijze in de diepte aangeland, zoo vertelde zij snikkend; men vergaf bet haar en vijf minuten later was zij weer aan het zoeken. Met onwrikbaar geloof deed zij, wat zij den vorigen iigert president der Republiek, Casimir Périer, medegedeeld, pDaftr liet rapport-Ravary", gaat «Judex" dan voort, «verklaart dat op het ministerie van oorlog een photografie is gestolen, dient men noodzakelijk te weten, wie dien brief heeft gestolen. Wanneer men geen onderzoek in het volle licht wil doen geschieden, dan zullen wij zeggen, wie dien brief' heeft ontvreemd, wie hem aan Esterbazy heeft gegeven, en wie er verscheiden afschriften van heeft nagemaakt." sYoor de gezworenen zullen de verklaringen hierover in volle openbaarheid worden afgelegd. Ten slotte zegt de schrijver, dat de andere bewering van Ravary. als zou kolonel Picquart met den advocaat Leblois dit stuk hebben ge zien, onjuist is. Intusschen blijft men van de overzijde het antwoord niet schuldig. In een open brief in de Libre Parole, even- cens gericht tot den President der Republiek, geeft Eduard Drumonl, de groote .loden-lmter, als zijn meening te kennen, dat het syndicaat elk gevoel van moraliteit moet verloren hebben door den heer Faure in de zaak-Dreyfus te wil len mengen, terwijl reeds zooveel generaals met slijk zijn gegooid. Als voorbeeld wijst Drumont op Zola dien hij natuurlijk niet kun nalaten met Reinaeh, Matlueu Dreyfus en ine. Leblois, den vertrouw den raadsman van kolonel Picquard, van ver raad te beschuldigen. Dat Drumont ten slotte nog eens al zijn gal uitstort op liet «syndicaat" en de Joden, behoeft wel niet bijzonder vermeld te worden. Iloe oordeelen intusschen de bladen over den gespierden brief van Zola Er zijn bladen die van een «verkeerde daad" spreken, zooals het Journal, waarin nog wel Zola's Paris als feuilleton het licht ziet. Dit blad acht het ook mogelijk, dat Zoia reeds in het eind dezer maand zal terechtstaan. De Aurore, de Rappel, de Radical en de Siècle wenschen Méiine ironisch geluk on bedanken hem voor de vervolging tegen Zola, die hij aan de Kamer heeft beloofdwant nu zal de waarheid aan het licht komen. De Echo de Paris wil weten, dat het parket onmiddellijk de zaak-Zola heeft ter hand ge nomen. De beroemde schrijver zal terechtstaan wegens smaad en lasterlijke aantijging. Men gelooft, dat de door hem beschuldigde officieren gemachtigd zullen worden zich civiele partij te stellen. De rechter van instructie Ber- tulus zal de voorloopige instructie voeren. De Matin zegt dat liet Openbaar Ministerie zich riet tot Zola zal bepalen, maar alle po gingen, strekkende tot het verkrijgen der revisie van het vonnis tegen Dreyfus, in het bereik van zijn onderzoek zal trekken. Ook heette liet dat binnen vier en twintig uur een opzienbare arrestatie zou geschieden. Van juridische zijde wordt aan hetzelfde blad geschreven, dat Zola vervolgd moet worden, dat de directeur uer Aurore als medeschuldige zal terechtstaan, dat Zola niet in voorloopige hechtenis kan worden genomen en dat hij wat zeer belangrijk is tot het bewijs dei- waarheid van het te laste gelegde moet worden toegelaten. [Hetzelfde voorschrift is in onze wet geving neergelegd in art. 263, 23 AVb. van Sr.] De Jour deelt mede dat generaal Biilot gis termorgen een langdurige conferentie heeft gehad op het Elysée met president Faure over de zaak Dreyfus-Esterhazy. Hetzelfde blad zegt met zekerheid, dat bij de Kamer een aanvrage zal inkomen, om Joseph Reinaeh te vervolgen. Gistermorgen hebben eenige honderdtallen studenten te Parijs een manifestatie gehouden tegen Zola en de Aurore. De politie joeg de betoogers uiteen. Gisteravond werd weder een betooging van studenten verstrooid. De politie bewaakt het huis van Sclieurer- Ivestner. dag gedaan had en keerde twintig maal op de zelfde plaatsen terug zonder vermoeienis. De bergwerkers let'en nauwelijks meer opbaar, zagen slechts medelijdend baar aan en zeiden: «Arm, klein ding!" Het arme, kleine ding zocht maar aldoor. Eens klaps zag noen haar komen aanrennen. «Daar is hij 1" riep zij buiten adem. «Daar is papa!" «Waar dan?" vroegen de mannen. sik heb zijn blouse gezien «Och onzin! Waar dan?" Aanvankelijk kon zij de plek niet terugvinden. Alle blokken kool zagen er eender uitalle hoeken waren even zwart, alie gangen gelijk. En toch was zij zeker van hare zaakzij had eene schemering van een blouse gezien. Men ging met haar zoeken, maar gaf dit spoedig als nutteloos weder op, over tuigd, dat smart en koortsachtige opgewondenheid het kind in de war hadden gebracht. Nauwelijks echter hadden de mannen hun werk weer opge vat, of zij hoorden Roosje luide roepen «PapapapaIk heb hem 1 Ik heb hem 1" Zij had de hand in een spleet van den wand gestoken en toen men goed toezag, bleek het, dat zij een slip van een blauwe blouse vasthield. Zou de vermiste hier te vinden zijn De mannen gingen dadelijk aan het werk en arbeidden met alle kracht en spoed. In korten tijd was de wand doorbroken en in eene diepe uit holling zagen zij een menschelijk lichaam uitgestrekt liggen, het was Frits Jobst! Drie dagen en Ook de Daily Mail geeft thans de onwaar schijnlijke lezing ten beste, dat Rusland r!e mogendheid is, waarmede de «verrader" betrek kingen heeft onderhouden. liet blad voegt er bij, dat daarom baron Mohrenheim het raadzaam heeft geacht thans als gezant van Rusland af te treden. De Fransche regeering van haar kant heeft alles gedaan om de zaak Dreyliis in 't geheim te behandelen en zal dit geheim bewaren, zoo lang het Fransch-Russisch A'erbond duurt. Om den Rolan-pas in handen te krijgen, den kortste» weg van Britseh-Indiü naar Zuid- Afghanistan, heeft de Indische vegeering den Khan van Ketta een verdrag opgedrongen, waar door deze tegen eon jaargeld van .60.000 t-upita dezen belangrijken bergpas en het recht om in de hoofdstad een garnizoen van Indische troepen te houden afstond aan den ondcr-komn" van Indië. De Britsch-Indische regeering zal dus zeker alle krachten inspannen om in dit gewichtk' punt te handhaven. Te begrijpen is het dat deze overval te Lon den levendige ontroering heeft teweeggebracht. Uit Bombay wordt bovendien nog meldin« gemaakt van onlusten, die te Boriavi bij Na- diad, in het district Guchdarad. zijn uitgebroken. Yijf sipoy's werden gedood en een Britsch ambtenaar ernstig gewond. Ook daarheen zijn troepen gezonden. Te Madrid uit Havanna ontvangen telegram men bevestigen de mededeelingen uit New-York over de onlusten in de hoofdslad van Cuba. De Hcmldo voegt er nog aan toe, dat voor het paleis van den kapitein-generaal betoogin gen plaats hadden, waarbij de kreet«Leve Spanje Leve generaal Weyler het wacht woord was. De cavallerie verstrooide de menigte. Volgens de laatste berichten is het rustig in de stad. De Ainerikaansche consul te Havanna, Lee, verzekert dat de Yereenigde Staten niets zullen doen tegen de belangen en de rechten van Spanje. In een rapport aan zijn regeering spreekt hij over de onlusten, die evenwel zonder het leger kunnen bedwongen worden. Hij acht echter de heerschende ellende een verontrustenden factor het aantal nooddruftigen schat hij op 200.000, waarvan 20 pet. bestemd schijnen van honger om te komen. Intusschen heeft de Amerikaansche Senaat een motie aangenomen, strekkende om presi dent Mc. Kinley uit te noodigen, zoodra het noodig zal blijken, mededeeling te doen van de maatregelen, die getroffen zijn, om liet leven, de vrijheid en de goederen van Amerikaansche burgers op Cuba en in de naburige wateren te beschermen. Daar zal wel weer een hartig woordje over vallen in de Spaansche bladen. Mme. de Boulancy, aan wien Esterhazy de voor een officier zoo schandelijke brieven heeft geschreven, heeft tot generaal Pellieux een schrijven gericht. Naar aanleiding van diens vriendschappelijken brief aan Esterhazy verzoekt zij den generaal haar, met liet reclit dit openbaar te maken, uitdrukkelijk te bekrachtigen, dat Esterhazy alle brieven als van hem afkomstig heeft erkend op één na, en dat die eene door den generaal verzegeld is met de belofte, dat liet zegel alleen in haar bijzijn zal worden verbroken. Zij klaagt dat men haar beschuldigt, Ester- hazy's handschrift in dien éenen brief te hebben nagemaakt. Engeland is al zeer onfortuinlijk in Indië. Na den opstand der stammen aan de Afghaansche grens die nog verre van bedwongen is, na de vreeselijke rampen aangericht door de pest, die opnieuw het hoofd opsteekt, is thans weer een wetenschappelijk-militaire expeditie in Beloedsjistan overvallen. Kapitein Burns, de aanvoerder der expeditie, had zijn hoofdkwartier opgeslagen in het kust district Mekran en deed van daar uit verken- drie nachten had hij hier gelegen. Van alie kanten hoorde men opgewonden uitroepingen. Doordringen der echter dan alle an-Jere was de kreet, die van de lippen van het kleine meisje kwam. Zij wierp zich op den bewustelooze, sloeg hare armen om hem heen, weende en riep aldoor: «Papa, papa! Frits Jobst leefde en was niet gekwetst; maar gebrek aan voedsel en frissche lucht hadden hem geheel uitgeput en nadat hij eenige oogenblikken tot zichzelf was gekomen, verloor hij het bewustzijn weer. «Juffertje papa" had de waarheid gesproken: haar geliefde papa leefde en meer dan iets anders had de gedachte aan zijn kind hem in zijn ver- schrikkelijken toestand gesterkt en behouden doen blijven. Een maand later was hij weer hersteld, nog wel zwak en mager, maar toch in staat om weer aan het werk te gaan. Des avor.ds, voordat hij weder naar boneden zou gaan, werd door alle bergwerkers van de Godes-zegen-rnijn ter eere van zijn kind een feestmaal gegeven. De kleine heldin zat op de eeroplaats. Met gejuich begroette n>en haar, toen zij aan haars vaders hand de zaal binnentrad I Vele kussen en omarmingen vielen haar ten deel en menige toost werd op de koningin van het fepst uitgebracht. Velen van deze ruwe man nen, anders niet gewoon tranen te vergieten, werden de oogen bij deze gelegenheid vochtig en menigeen dacht bij het zien van het kind «Uvi geloof heeft u behouden." A.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 6