BINNENLAND. Op het bericht dat Toekoe Oemar met zijn henden Djantoi, op negen kilometers bezuiden Selimoen, aan de Atjeh-rivier bereikt had om door te trekken naar Pedir, zijn troepen daar heen gezonden. Toekoe Oemar had Djantoi verlaten, tot dekking achterlatende 180 man; dezen werden verdreven. Toekoe Oemar wordt vervolgd. Onzerzijds werd een militair zwaar en drie licht gewond. Uit de Staatscourant. STADSNIEUWS. oog, dat de waarheid in het midden ligtdat de mensch is èn individu èn gemeenschapswezen. Hij verliest uit het oog, dat de individueeie vrijheid ook op economisch gebied, in hot streven tiaar en beschikken over stoffelijke goe deren moet worden beperkt voor zoover het maatschappol ijk leven dat ei«cht. Als reactie tegen het individualisme, tegen het oud liberale stelsel np economisch gebied ontstond het socialisme. In het eeiste is 't economische leven een strijd tussclien individuen. In het tweede verdwijnt het individu en gunt op in do gemeenschap. Bride zijn dwalingen, wijl ze de samengestelde natuur van den mensch oen/ijdig opvatten. Dat het, zooals shijd waar de juiste middenweg gekozen moot worden, moeilijk is nok in dit gevnl om èn aan de individueeie vrijheid èn aan de be petkmg van deze ter wille der gemeenschap recht te doen wedei v.»ren niemand zal dit ontkennen. Maar die moeilijkheid ontslaat niet van de ver plichting van althans liet individualistische stand punt te veilatcn. G EM E EST EONB ER N' EMNG EN In liet Weekblad van Burgerlijke Admini stratie komt een artikel voor van de hand van den heer Tj. Humalda Tan Eysinga te Schiedam over de gemeenteoridernerningen in verband met de gemeentebegrooting. De schrijver meerit, dat de door den Minister ingeslagen weg meer een daad van macht dan van recht is en meent dat regelmatiger weg kan gevolgd worden. Als voorbeeld noemt de schr. het in 1886 gebeurde met de gemeentebegrooting van Bergen op Zoom, die niet goedgekeurd werd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, omdat er van gemeenteondernemingen geen gespecificeerde rekening voorkwam op de be- grooting; doch weike met-goedkeuring door de Kroon werd gecasseerd, op grond dat de be grooting wel degelijk volgens liet voorschrift van Gcd. Staten, gelijk de Gemeentewet beveelt, was ingericht. Om toch tot eene gespecificeerde opgave te geraken hebben toen Ged. Staten de voor schriften gewijzigd. Dit is dunkt ons do wpg zegt de schrijver die door het hooger administratief gezag in quaesties als deze moet wot den gevolgd. Immers de meening dat Gedeputeerde Staten en deKioon anders dan op grom' van de algemeens voorschriften betreffende de inrichting der begrooting of reke ning, bedoeld hij de artt. 206 en 115 der ge meentewet, do gemeenten zouden kunnen dwingen de begrootingsposten tot in bijzonderheden gespe cificeerd op de begrooting te brengen, is dunkt mij, niet vol te houden. Wel zegt art. 204 dat de begrooting der inkorn- ten vermeldt alle ontvangsten der gemeente van weiken aard ook en zooveel mogelijk liet bedrag, waai op elke post in het bijzonder wouit geraamd, maar dit artikel behoort o. i. zal het in zijn eonsequentien niet tot dwaasheden voeren ge lezen te wol den iu verband met da artt. 206 en 115, bepalende dat bij de begrooting der inkomsten en uitgaver, de rekening wordt ingericht naar voorschriften door Gedeputeeide Staten onder koninklijke goedkeuring te geven. De artt. 115 en 206 zijn even bindend voor de hoogere administratie als voor de gemeentebesturen. Voor zooverre de in die artikelen bedoelde voor schriften daarin niot voorzien, zijn de gemeente besturen ook volgens de vroegeie jurisprudentie volkomen bevoegd naar eigen goedvinden alleen het saldo, dan wel de délailposten van ontvangsten en uitgaven der gasfabriek in de begrooting op te nemen. Dit recht vlooit rechtstreeks vooit uit de hun grondwettig toegekende autonomie. Atjeh. Aan het Departement van Koloniën werd heden het volgende telegram ontvangen De JV. B. Ct, ontving gisteren het volgende telegram: Tr.akoe Oemar is met 1000 van zijne partij gangers te Djantoi. zuidelijk van Selimoen, Luitenant-kolonel Krull is gisteren met 2000 man daarheen getrokken. Het blad teekent daarbij aan Uit dit telegram zou kunnen blijken, dat Oemar zich op de westkust machteloos gevoelt en zich langs de voetpaden, die van daar over het gebergte naar het diepste gedeelte der Atjeh-Tallei en naar het Pedirsche voeren, in verbinding gesteld heeft met Panglima Polim, wiens benden voor een paar weken te Reung- Reung ten oosten van Selimoen werden uit eengejaagd. Zonder steun van de hoofden zou hij zich daar bezwaarlijk kunnen staande houden, omdat hij er weinig invloed heeft op de be volking, daar hij geen geestelijk voorganger is. Wij hopen, dat de overste Krull, die zijn sporen reeds voor ettelijke jaren op het oor logsterrein in Atjeh verdiende, onzen lastigen vijand spoedig van daar zal weten te verdrijven. Dat is trouwens ook hoog noodig. Wij weten uit dure oudervinding, dat er niet met Oemar te spotten valt, als hij samenwerkt met de hoofden des lands en de geestelijke partij, die de bevolking tegen ons in het harnas jaagt. Met iederen dag, die hem rust wordt gegund en met ieder voordeel, dat hij behaalt, wint hij in kracht en invloed. Onverpoosd vervolgd en aanhoudend versiegen, verliest hij die weder even spoedig, vooral in een terrein, waar hij niet te huis behoort. Zijn inval is dus weder een krachtige aanma ning aan ons, om zoo spoedig mogelijk voort te gaan met het beteugelen der benden, die zich in het Pedirsche en Gighensche kunnen orga niseren eu tot nu toe daar een rustige retraite vinden. Hoe langer haar gelegenheid gegeten wordt zich te vereenigen en te versterken, hoe moeilijker het voor ons worden zal haar te ver slaan en haar invloed op de bevolking te breken. Het meester worden van den ring van verde digingswerken, die zij ons in den weg kunnen leggen, zou ons anders wellicht zooveel krachts- inspauning kunnen kosten, dat er weinig of niets overblijft om van de overwinning gebruik te maken en liet achtergelegen land aan ons gezag te onderwerpen. In grooten getale uitwijken, zooals vroeger de bevolking voor Groot-Atjeh deed, is voor de Pedirsche bevolking veel bezwaarlijker. Zij zal zich naar onze bevelen moeten schikken, als onze colonnes staan in haar land en de benden der geestdrijvers en der Kwaadwillige hoofden verdreven hebben, die haar tot nu toe beheei- schen. Doch die colonnes zullen dan nog krachtig genoeg moeten wezen tot het doen van groote rnarschen, want eerst dan begint het zwaarste gedeelte van haar taak. De aanleg van de tram naar Selimoen wijst er op, dat men bedacht is die krachten zooveel mogelijk te sparen. Maar die aanleg dient dan ook zoo spoedig doenlijk voltooid te worden, om te voorkomen, dal de krachten des vijands nog niet in sterker mate aangroeien dan de onze. Een Frnnseliman over onze Koningin! George Vanor, die onlangs in ons land voor verschillende afdeelingen van de Alliance Franpaise" gecauseerd heeft, geeft nu in den Oil Bias enkele aanteekeningen over Holland. Na een inleiding over de werken van Cornelis Troost, geeft hij enkele zeer eigenaardige bijzon derheden over Nederlandsche journalistiek en be gint dan plotseling een enthousiasten lof van koningin Wiihelmina. O, de iieve kleine koningin, die in alle Holland*che harten gekoesterd wordt! roept hij uit. Drie jarea geleden heb ik Haar be wonderd, bevallig en ernstig, met het lieve vooi komen van klein meisje, dat een groote koningin zal worden. En nu heb ik Haar terug gezien als een dame, die, o, zoo goed de waarde van een glimlach kent als er een vreemdeling voorbijgaat en van twee glimlachjes als die vreemdeling een Franschman is...! Vanor vertelt van Hare populariteit, Hij zag Haar beeltenis n alle winkels en op allerlei snuisterijen. Eu in den circus te Rotterdam heeft hij den bioscoop zien verloonen. Toen tenslotte het reusachtig portret van koningin Wiihelmina op het doek geworpen werd, brach ten de drieduizend bezoekers Haar een betooging, zóó innig-hartelijk, dat liet mij toeleek jen volk te zien tan Ruj3-B!a«, innig gehech' aan zijn Koningin. Hij heeft Haar gezien in het Haagscne boscli, mennend een vierspan met de zekerheid van een Romeinschen wagenvoerder. Haar rijtuigje rolde tussclien de boomen, hoog en slank als pilaren in een tempel, van dit kieine bosch, ontbladerd door den winter en een zachte zon beglansde de wegen als om een feest van het bezoek der koninginne te vieren. Voor de morgenwandelaars ging Zij heen als een belofte van geluk, als een zotineverschij- nifig, die zich verloor in de stille diepten van het woud; lachend visioen van een moderne Diana, die morgen gekroond wordt Vanor's Fransch hart is beklemd bij de ge dachte aan de mogelijkheid, dat een prins uit Duitschland het Doornroosje wekken zal!.. Inhnldigingsfceslen. Nu van meer dan dén kant de vraag is op geworpen, of de dag der inhuldiging van onze Koningin niet o»k een godsdienstig karakter behoort te dragen, stelt Be Stand, de vraag of niet de Landsregeering zelve zulk een bid dag heeft uit te schrijven. »De Koningin, de kroon aanvaard hebbende, moet er behoefte aan gevoelen, dat haar volk voor haar bidde, en het volk moet er behoefte aan hebben," om voor de troonsbestijging der Koningin te danken. »Aan die behoefte uiting gevende, zal de Landsregeering zich tot de onderscheidene gezindheden hebben te wenden, met verzoek, dat op den morgen van dien dag, of liever nog op een anderen dag, de gemeenten mochten worden saamgeroepen in haar bedehuizen. De inhuldiging cn de R.-K, onderwijzers. Wij lezen in de Katholieke School van gis teren onder de officieele berichten het volgende: Het Hoofdbestuur der Diocesaan-Vereeniging van R. K. Bijz. Onderwijzers in het Bisdom van Haarlem wenscht naar aanleiding van de om standigheid, dat de houding door de Nederland sche onderwijzers bij de op handen zijnde feesten aan te nemen een punt van bespreking beeft uitgemaakt, hiermede openlijk te verklaren, dat naar zijne meening die houding een bewijs moest zijn van eerbied voor het wettig gezag er. van hulde aan het Oranjehuis. Zijnerzijds heeft het reeds besloten de navol gende vraag op de algemeene vergadering der Diocesaan-Yereeriiging" te doen behandelen: 3>Wat kan de School doen, om bij de a. s. inhuldigingsfeesten den eerbied voor liet wettig gezag te versterken en de liefde voor ons Vorsten huis, in 't bijzonder voor onze geëerbiedigde Koningin, aan te wakkeren De s Veieenigingen van Hoofden van R. IC. Bijz. Scholen" in de bisdommen Haarlem en Utieclit, zoowel als de »R. K. Onderwijzers bonden" in de bisdommen 's Ilettogenbosch en Roermond, werden hiervan in kennis gesteld, en tevens uitgenoodigd dezelfde vraag, of auders een onderwerp van gelijke strekking, op hunne eerstvolgende algemeeene vergadering te be spreken. De sDiocesaan-Vereeniging" is overigens gaarne bereid, zoo mogelijk, samen te werken met elke on d er wijzers-ve reen iging, van welke belijdenis of richting zij ook zijn moge, die het initiatief nemen zal tot eene grootsche manifes tatie van Nederlands openbare en bijzondere onderwijzers, tot een schitterend huldebetoon van de School aan de Dynastie. Ten einde een dergelijk initiatief uit te lokken, althans om door algemeene bespreking de uit voering van het aangegeven plan voor te berei den en te verzekeren, gewordt hiermede aan de Pers, inzonderheid aan de onderwijsbladen, het beleefd verzoek het bovenstaande in zijn geheel over te nemen. Namens het Hoofdbestuur der Dioc. Ver. van R. IC. Bijz. Onderw. J. A. Mesker, le Secretaris. Rotterdam, 20 Januari 1S98. Ramp te Amboina. Blijkens een van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indiil ontvangen telegram zijn bij de onlangs op Amboina plaats gehad hebbende aardbeving omgekomen: De korporaal der artillerie O. v. derAa, no. 44292; de kanonniers: F. C. F. Romang, no. 37468 D. Janse, no. 38141, en R. Kok, no. 40109; en de fuselier M. Einögg, no. 46255. (St.- Ct.) Katholieken dagen. Door de R. IC. kiesvereeniging, te Haarlem, is de volgende motie aangenomen De R. K. kiesvereeniging, te Haarlem, over tuigd van de wenscheüjkheid van het houden van Katholieken dagen, betuigt hare volkomen instemming met de motie, den 6den Januari 1898 in de R: IC. kiesvereeniging 1ste district, te 's-Gravenhage, aangenomen, en besluit van deze adhaesie-betuiging kennis te geven aan de R, IC, Kamerleden, aan genoemde kiesvereeni- giog, te 's-Gravenhage, en aan de R. IC. pers." Volgens een hier te lande bij de familie ont vangen telegrafisch bericht is op Atjeh over leden de kapitein der infanterie bij het O.-I. leger P. A. J. Veerman. De heer Veerman werd in Dec. 188L benoemd tot 2e luitenant, in 1887 volgde zyne bevordering tot le luitenant en in October 1894 die tot kapitein. Hij bereikte den leeftijd van 38 jaren. (W, v. d. B.) De heer Van der Myle te Smilde deelt mede, dat gistervoormiddag het getal onderteekenaars van het telegram aan Zola reeds tot 500 was geklommen. Uit verschillende berichten blijkt ons dat uit heel wat plaatsen in ons land adressen aan Zola worden verzonden. Bij Kon. Besl. is benoemd tot griffier bij het kan tongerecht te Geldermalsen mt. J. C. baron Creutz, advocaat en procureur te Arnhem, tevens werkzaam op het parket van den officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank aldaar. Bij Kon Boil, is aan den luitenant ter zee 2e klasse C. W. F. baron Mackay, op zijn verzoek, met 1 Februari eervol ontslag verleend uit don zeedienst. Do rechtbnnk te Leeuwarden heeft opgemaakt do volgende alpbabetische lijst van aanbeveling voor de vervulling der vacature van kantonrechter te Dokkum: mr. L. P. J. Hoeffelman, griffier bij bet kantongerecht te Heerenvecn, mr. L. Offerhous Jz., commies chef van de eerste afdeeling ter provinciale griffie van Drente en mr. J. A. Schaaf, griffier bij het kantongerecht te Den Helder. Gemeenteraad. De agenda voor de zitting van den gemeente raad op Dinsdag a.s. bestaat uit 1. Vaststelling der notulen vaa de zitting van 28 December jl. 2. Mededeeling der ingekomen stukken, 3. Benoeming van <z. Een lid der Commissie voor het Burgerlijk- armbestuur, wegens periodieke aftreding van den heer J. M. van der Schalk Jr. Aanbevolen zijn de heerer,1 J. M. van der Schalk Jr.; 2 P. Loopujjt. b. Een regentes van het St. Jacobs-gasthuis, ter vervulling der vacature, ontstaan door het verleende eervol ontslag aan mevr. C. I. P. van der Schalk, geb. Maas. Aanbevolen zijn: 1. Mevr. G. BakkerCool, 2. Mevr. G. C. VisserBelBaere. c. Een hoofdopzichter bïj de gemeente-reini ging. Op de aanbeveling zijn geplaatst: 1. D. J. Hallink, opzichter bij de gemeentereiniging le Meppel, 2. F. Stalfoort, id. id. te Woerden. 4. Voorstellen van B. en W, tot wijziging der gemeentebegrootingen voor 1897 en 1898* en in verband daarmede, voorstel tot bepalin» van het heffings-percentage voor de pi. dir. belasting naar het inkomen, voor het dienst jaar 1898/9. 5. Het 2e suppletoir kohier der pi. dir. be lasting, dienst 1897. 6. Bezwaarschriften van L. de Munnik e. a, tegen hun aanslag in de pi. dir. belasting naar hot inkomen, dienst 1897/8. 7. Verzoek van J. W. Boer om teruggaaf van te veel betaalde pi. dir. belasting naar het inkomen, dienst 1897/8. 8. Voorstel van B. eu~W. tot het toekennen van een gratificatie aan eenige agenten van politie, op mond van art. 68 der verordenin» op de brandweer. 9. Voorstel van B. en W. tot verhoogin» van de jaarwedde van den leeraar aan het Gymnasium en aan de II. B. S,, C. W. B. In- genhoes, op grond van letter b van art. 2 der verordening, regelende de jaarwedden van de leeraren bij hooger en middelbaar onderwijs. 10. Voorstel van B. en W. tot verhoogin" van de jaarwedde van den concierge van het Gymnasium. 11. Voorstel van B. en W. tot verhuring van een strookje gemeentegrond van het West havenhoofd aan H. P. S. Engering. 12. Voorstel van B. en W. tot oriderhandsclie verhuring aan M. van den Berg en H. van der Most, van de perceelen weiland gelegen in West-Frankenland, onlange aangekocht van de Wed. E. C Papenhuizen. 13. Voorstel van B. en W. tot wijziging van art. 26 der verordening op de heffing eener plaatse), dir. belast, n/h. inkomen. 14. Ontwerp-verordening bevattende be palingen voor den dienst der gemeentereiniging. 15. Praeadvies van B. en W. op het adres van II. van der Drift e. a., allen eigenaars van perceelen gelegen aan de Groenelaan, om de aan hunne panden grenzende sloot, loopende langs die laan, van gemeentewege te doen dem pen en bestratenalsmede om vergunning om iiur.ne panden aan het gemeenteriool te mogen aansluiten. 16. Voorstel van B. en W. omhunhetnoo- dige ciediet le verleenen tot het maken van voorzieningen tot behoud van de oevers der nieuw gegraven haven, waarvan de kosten wor den geraamd op f 2600. (Ligt voor de leden ter visie). 17. Voorstel van B. en W. tot het aangaan van eene overeenkomst met de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, Kantongerecht. Gedurende het jaar 1897 stonden voor het kantongerecht alhier terecht 16G3 personen, waarvan 290 wegens overtr. van verschil!, artt. wetb. van strafr. openbare dronkenschap, overtr. van de jachtwet. van het 332 65 75 304 170 427 van de ijkwet. van andere wetten en Kon. besl. van prov. verord, en water schapskeuren, van politieverordeningen, In de heden gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken is tot Commissaris der Beurs, tevens lid der Commissie voor den Graanhandel, herbenoemd de heer II. R. M. A. van Gent. De Vereeniging tot bevordering van de be langen der Nederlandsch Hervormde Kerk zal den 3fsten Januari a.s. den 250-jarigen ge denkdag van den Munsterschen vrede vieren door een feestvergadering in het Verenigings lokaal. De heer L. Vogalesang, hoofd der Koningin- Emmasehool te Amsterdam, zal daar spreken over »Bc wieg, het kruis en de kroon van onzen worstelstrijd." Het Fanfare-corps, onder leiding van den heer Abr. Jordaans, zal eenige vaderlandsche liederen ten gehoore brengen. Ten gevolge van een reparatie aan het brug getje over het Kleinwatertje wordt daar heden de communicatie onderhouden door een dubbele plank. Een bejaarde man, met een kruiwagen, die dezen weg voor hem iets te gevaarlijk achtte, vond in een jongen die denzeifden weg moest gaan, en den kruiwagen voor hem zou over brengen, een reddenden engel. I'e reddende engel moest echter zijn wel willendheid bekoopen met een nat pak, want juist toen de kruiwagen op den overkant stond, verloor de jongen het evenwicht en viel te water. Hij weid er natuurlijk weer dadelijk uitge haald, maar aangenaam vond hij deze soort belooning voor zijn goede daad toch niet. Gisterennamiddag te 5 uur ruim viel een verversjongen, in dienst van den heer A. D. Scholte cn werkzaam in het in aanbouw zijnde huis in de Hoogstraat tegenover den Korten Dam, over een stapel marmer naar omlaag met het gevolg dat hij een arm brak. Hij werd naar zijn woning gebracht waar de arm gezet werd. Gisterenavond werd aan de vischmarkt aan-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2