Ds Nestor tan let Parlementarisme.
51' jaargang.
Zondag 23 en Maandag 24 Januari 1898.
N°. 9533.
Ticeede Blad.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
FEUILLETON".
KOLONEL KEMBLE.
UITGEVER: H.~X~C. ROELANTS.
UIT 1) 12 PERS.
AsosKBarsHTSTBui voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
X omliggenda plaatsen, p. kwart 1.05
h franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke Dommereo.02
BUREAUBOTERSTKAAT ?0, Teleplioon Ho. 123.
Advehtektiepbhs: van 15 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
De eerwaardige Charles Pelham Villiers»
wiens dood, ondanks zijn 97-jarigen leeftijd»
nog vrij onverwacht is gekomen, was niet
alleen de deken, de »vader" van het Huis der
Gemeenten in Engeland. In hem is heengegaan
de oudste volksvertegenwoordiger der geheele
wereld, een wonder van hoogen politieken
ouderdom, waarschijnlijk voorbestemd een
eenling te blijven in de geschiedenis, ook al
moge het niet waar zijn, dat het parlemen
taire stelsel zooals sommigen beweren
zijn einde nadert.
Met Yiiliers gaat verloren een band aan het
verledene. Want reeds 63 jaren geleden, drie
jaren vóór de troonsbestijging van koningin
Victoria, deed hij zijn intrede in het Parlement,
waar hij sinds dien tijd onafgebroken hetzelfde
district, Wolverhampton, vertegenwoordigde.
Engeland, de bakermat der parlementaire
instellingen, is een land waar alles zich buiten
gewoon conserveert: oude ministers, oude ge
woonten en zeden, oude rechtsinstituten.
Maar zelfs Engeland heeft niet den gelijke
van Charles Pelham Villiers gekend, Palmer-
ston vertegenwoordigde één zelfde kiesdistrict
gedurende 58 jaren dat is zes jaar minder
dan het iecord van Villiers. En bovendien stierf
hij op jeugdigen leeftijd.
Hetzelfde kan gezegd worden van Christopher,
Talbot, den voorlaatsten Vader der Commons"
dien de Schotsche kiezers van Glamorgan
gedurende 59 jaren naar Westminster zonden.
Wat Gladstone betreft, men moge hem al
den grand old man noemen, hij is in leeftijd
acht jaren, in politieken ouderdom nog heel
wat meer jaren jonger dan wijlen Charles
Villiers, die, bang voor het stoutmoedige en
driftige radicalisme van den ijveraar voor home
rule, dezen tot aan zijn dood beschouwde als
jeen jeugdigen dwaas die nog zijn wilde haren
heeft."
De thans overleden nestor van het Lagerhuis,
een der laatste, zoo niet de laatste afstam
meling van Georges Villiers, hertog van Buc
kingham, was een jongere broeder van den ouden
Earl of Clarendon, die in het jaar 1870, eenige
maanden vóór het uitbreken ven den Fransch-
Duitschen oorlog, als minister van buitenlandsche
zaken in het toen regeerende ministerie-Glad-
stone stierf.
Hij was een Whig van den ouden stempel,
studeerde in de rechten en bekleedde gedurende
een reeks van jaren een half-rechterlijke be
trekking aan het oude kanselarij-gerechtshof.
Hij had met Macaulay te Cambridge gestudeerd.
Zijn politieken ïiaam heeft Charles Villiers
vooral te danken aan de beweging voor den
vrijhandel, waarvan hij de eerste voorvechter
in het Parlement is geweest.
De groote mannen, die de zaak van den
vrijen handel ter overwinning voerden, John
Bright, die met zijn machtig redenaarstalent
het volk overtuigde, Cobden, die de handelaars
Eene Amcrikaamche diavcnhislorio.
In de vier weken, dat kolonel Kemble in de
stad woonde, was het hem gelukt, zich in een
aantal goede kringen te doen introduceeren en
overal had hij vrienden gemaakt. Vooral de dames
waren buitengewoon met hem ingenomen, trots
zijne witte baren. Maar niet bij de dames alleen,
ook bij de heeren stond hij goed aangeschreven,
als een der gezelligste menschen, die men zich
kon voorstellen. Kortom, men beschouwde hem als
eene aanwinst voor elk gezelschap.
Ik zelf had mij ook al heel spoedig sterk tot
hem aangetrokken gevoeld en geen dag ging voorbij
zonder dat ik een partij biljart met hem maakte,
die hij meesttijds verloor.
aEr is tegen u niet te spelen," zeide de kolonel
dan lachend rrenfin, eenmaal zal ik u toch wel
oens te pakken krijgen hoe, dat zullen we we)
zien. Maar ik waarschuw u wees op uwe hoede 1"
Ik lachte natuurlijk luid om die waarschuwing.
sMen krijgt mij niet zoo gemakkelijk te pakken",
zeide ik, a en vooral niet na miss Seacornhe's bruiloft
®WeI, zeide de kolonel, awat was dat dan met
die bruiloft?"
»Nu eigenlijk eene vervloekt onaangename
bekeerde, en sir Robert Peel, die aan het hoofd
der regeering de graanrechten afschaften, zij
allen hebben zich eerst verscheiden jaren na
Villiers onder het door hem opgeheven vaandel
geschaard, en zijn lang vóór hem na volbrachte
levenstaak ten grave gedaald.
Zelfs van zijn eigen partijgenooten, de oude
Whigs, stonden in den aanvang slechts weini
gen aan zijn zijde.
Lord Melbourne, de eerste premier der
Koningin, i% nooit vrijhandelaar geweest. Lord
Palmerston nam een koel en onverschillig stand
punt in tegenover het nieuwe dogma, en lord
John Russell behoorde tot hen, die eerst laat
bekeerd werden.
In geheel zijn politiek wezen was Villiers
een doctrinair man van den ouden Franschen
stempel, die niets hooren wilde van overeen
komsten, zooals Cobden uit practische redenen
met de handelsverdragen wilde bereiken.
"Waarschijnlijk heeft die neiging tot het abso
lute in de politiek ook zijn carrière hinderlijk
in den weg gestaan.
Slechts twee regeeringsambten heeft hij be
kleed, dat van Judge-Advocate-General in Schot
land, een ambt dat nu niet meer tot de poli
tieke behoort, en later onder lord Palmerston's
tweede ministerie het voorzitterschap van het
departement van armenzorg.
Toen in 1868 Gladstone de leiding der zaken
op zich nam, trok Villiers zich op den achter
grond terug.
De rustelooze aard van den grand old man,
zijn gave om geestdrift te wekken zonder dat
het mogelijk was de gevolgen te overzien,
waren Villiers onwelgevallig.
Hij zelf was een man van nuchter verstand
en een kalm spreker, met een helderen blik
en een duidelijke betoogtrant, sceptisch in zijn
opvattingen en niet zelden cynisch in zijn
woorden. Zijn scherpe tong werd gevreesd,
nog toen hij een grijsaard was.
Hij was een ernstig, ijverig en bestendig
werker, maar oordeelde het als niet tot den
bon ton behoorend, groote bedrijvigheid ten
toon te spreiden.
In gezelschap was hij beroemd om zijn
schitterend conversatie-talent en zijn geestelijke
frischheid tot zelfs in zijn allerlaatste levens
jaren. Weinigen zijner tijdgenooten, ook die een
grootere politieke rol hebben gespeeld, verheug
den zich in zulk een algemeene achting en zulk
een hooge vereering, in den ruimsten kring,
als de »Vader" van het Lagerhuis.
Reeds vóór bijna twintig jaren, toen hij zijn
tachtigste jaar naderde, had men te Wolver
hampton een gedenkteeken te zijner eere ge
sticht maar grooter eer dan dit gedenkteeken
is hem geweest de trouw zijner kiezers ge
durende meer dan zestig jaren.
Sedert 24 jaar heeft hij zich niet onder zijn
kiezers vertoond sedert een dozijn jaren zag
men hem zelfs zelden in het Lagerhuis maar
toch kwam bij iedere verkiezing zijn naam met
een gemakkelijke overwinning uit de stembus.
In het Lagerhuis zelf was hij ook zeer ge
zien. Radicalen en socialisten betwistten aan
liberalen en conservatieven de eer, den negen
tigjarigen collega hun arm te mogen reiken,
historie. Ik introduceerde notabene een uitgeslapen
gauwdief, Scrooge heette hij, dien ik kort te voren
had verdedigd in een proces wegens inbraak en
dien ik niet weder herkende, geheel in den vorm
in hare familie; daar steelt de kerel een diamanten
rivière, en laat mij als dief oppakken
Kolonel Kemble lachte.
a Dat moet dan al een buitengewoon sluwe schurk
zijn geweest hoe zeidet ge ook dat hij heette
Scrooge, nietwaar
»Ja, Scrooge. Als ik dien kerel nog eens te
pakken krijg, zal ik het hem betaald zetten".
aHij zal wel zorgen zich buiten uw bereik te
houden".
aNu, dat denk ik ook wel. Apropos, daar wij
toch over een huwelijk spreken u zoudt mij
een groot genoegen kunnen doen, kolonel Kemble".
aMoet ik misschien eene vrouw voor u zoe
ken V'
sNeen", lachte ik, adaar heb ik zelf al voor ge
zorgd. Een beeldschoon meisje en zeer rijk, mijn
heer, ik verzeker u dat ik eene goede partij doe",
aDrommels I en wie is die schoons?"
»U kent haar wel. Miss Eüinor Rockefeld".
aHaha 1 Dit i3 de moeite waard 1 En wat moet
ik nu doer.
aU moest getuige zijn bij mijn huwelijk, kolonel,
wilt u
aAls uwe bruid het goed vindt, met alle genoe
gen, Maar ik waarschuw u voor mij I" en hij knipte
schelmsch met zijne oogen.
opdat hij daarop mocht steunen, wanneer hij
in de loboy, de ccuioir, ging stemmen tegen
de re\olutionnaire voorstellen van dien »kwó-
jongen van een Gladstone!"
Villiers was ongehuwd gebleven, woonde te
Londen en bezocht tot in de laatste jaren, hoe
ook gebogen door den ouderdom, toch opgeruimd
en welgemoed zijn clubs. Nog veertien dagen
geleden schreef hij aan zijn vrienden opgewekte
brievenwaarin bij zijn goede gezondheid
roemde.
Ruim een week geleden werd hij onwel.
Een spoedig verval van krachten trad inhet
oude hoofd vlijde zich ter ruste.
GESIEEÏSTE-ONDEUNnMIKGEN".
Het Sociaal Weekblad beantwoordt in een
eerste artikel thans de bedenkingen, die ge
opperd zijn tegen het bekende artikel van den
hoofdredacteur prof. Treub over de gemeente-
ondernemingen in veiband rnet de begrooiing.
Op den voorgrond stelt de redactie, dat zij
is misverstaanzij bedoelde met het pleidooi
voor het afzonderlijk houden van het beheer
van elke gemeentelijke onderneming geen plei
dooi voor het beheer door afzonderlijke raads-
commissién, en evenmin eischte zij, dat het
afgezonderd houden der administratie van elke
gemeente-onderneming het houden van even
zoovele afzonderlijke kassen met jaaiiijksche
overstorting bij den gemeente-ontvanger van
het saldo van elk der ondernemingen zou om
vatten.
Hierna gaat de schrijver de verschillende
punten na.
In de eerste plaats hot beheer door afzonderlijke
raadscommisden. De positie van die eommissien is
in de gemeentewet niet al te duidelijk geregeld.
Volgens art. 54 kan de raad, doch alleen op voor
dracht van buigemeester en wethouders, aan vaste
commissiën zijner leden opdragen, buigemeester
en wethouders in het beheer van bepaalde takken
van do huishouding der gemeente bij te staan."
De bevoegdheid van dergelijke comrnissién van
bijsLnd steun, rechtstreeks op het reglement, dat
de gemeenteraad, volgens art. 55 der gemeentewet,
voor elke zoodanige commissie vaststelt; daarover
is ieder het eens. De vraag is echter, of de raad
bij het vaststellen van zulk een reglement zoo ver
kan gaan, van het beheer van een gemeentelijke
onderneming aan zulk eene commissie als zelf
standig collego op te dragen.
Wij meenen. dat de laad eene zóó ver gaande
bevoegdheid niet heeft en deolen in het gevoelen
door rar. Oppenheim in zijn Nederlandsch Gemeente
recht uitgesproken, dat uit heel den geest der
gemeentewet volgt, dat het geheele dagelijksth
bestuur der gemeente handen van het college
van burgemeester en wi thonders is gesteld, dat
dit college daarvoor de verem. oordelijkheid heeft
en dus ook over alle zaken, ot dat dagelijksch
bestuur behtoiendp, bij verschil van opvatting, de
beslissing bij burgemeester en wethouders behoort
te zijn en te blijven.
De raadscommissien zijn comrnissién van bijstand
als zij ten minste, zooals wij ze ten stadlmize
te Amsterdam wel eens hoorden betitelen, geen
eommissien van tegenstand zijn in het beheer,
Ik lachte weder. aDat is dus afgesproken
vroeg ik.
aAfgesproken".
En zoo sprak men in die dagen van niets anders
dan van mijn huwelijk met miss Rockefeld en het
feit dat kolonel Kemble getuige zou zijn bij mijn
huwelijk.
Den volgenden morgen snelde ik mr. Kemble's
woning binnen.
aMr. Kemble."
als bezig zich te kleeden."
aDat doet er niet toe, ik moet hem spreken,
ik moet 1"
aMr. Kemble verzoekt u nog eenigen tijd geduld
te hebben."
allollah I" riep deze. aWat is er dan Je huwe
lijk is toch niet afgesprongen
«Neen.... maar lees eens, lees 1" riep ik en
hield hem een brief voor.
aDen Weledelgestr. Heer Wel ley, advocaat alhier",
las hij.
aGeachte Heer
Met het meeste genoegen vernam ik het bericht
van uw voorgenomen huwelijk. Ofschoon U, naar
het schijnt, hebt vergeten mij uit te noodigen
evenals bij miss Seacombe's bruiloft, zal ik U dit
verzuim niet ten kwade duiden en kunt U beslist
op mijne tegenwoordigheid rekenen.
Met vriendelijken groet
Uw toegenegen
Scrooge,"
dat bij burgemeester en wethouders berust en waar
voor dezpn, door de aanwezigheid van die eommis
sien, van de verantwoordelijkheid niet worden ont
slagen.
Is dit zoo en het schijnt ons moeilijk be
twistbaar, dat bet zoo is dan volgt hieruit, dat
het niet alleen wettelijk niet gewenscht, maar voor
den goeden gang van zaken beslist afkenrenswrardig
is, de leglementen voor die eommissien van bijstand
zoodanig m te richten, dat twijfel kan geboren
worden, bij wie, als het er op aankomt, de verant
woordelijkheid berust bij burgemeester en wethou-
deis of bij de commissie van bijstand.
liet besluit van de commissie kan en zal aan
burgemeester en wethouders zedelijken steun geven
èn tegenover don raad èn tegenover de gemeente
naren hen ontheffen van hun verantwoordelijkheid
mag het niet. Bij eene uitgebreide administratie,
als die onzer grootere steden, vvolke verdeeld is in
tal van takken en onderdeelen van takken, is het
een eerste vereischte dat, van den hoogste tot den
laagste, elks veiantwoordelijkheid zoo scherp moge
lijk zij afgebakend.
Elke regeling, welke ruimte laat voor verschil
van gevoelen over de veiantwoordelijkheid voor
fouten of ongerechtigheden, draagt in zulk eene
uitgebreide administratie een niet te onderschatten
gevaar in zich. Komt er bij zulk eene legelmg eene
fout aan het licht, dan heeft ieder de gelegenheid,
de veiantwoordelijkheid van zich af te schuiven.
Wij meenon daarom, dat het èn minder wettig
èn in hooge mate onpractisch, is het beheer van
eene gemeente-onderneming aan eene speciaal
daartoe aangewezen raadscommissie op te dragen.
De eommissien van bijstand moeten burgemeester
en wethouders steunen met hun op speciale ervaring
gegiond advies. Zulk een advies zal, indien de
commissie werkelijk deskundig is te achten, door
het college van burgemeester en wethouders in
den regel worden gevolgd, maar de verantwoordelijk
heid voor het al dan niet volgen daarvan worde
aan dat college niet van de schouders genomen.
Zelfstandige eommissien van beheer van ge
meentezaken kent de wet niet maar al kende de
wet ze wèi, dan zou men ze nog niet moeten
instellen, tenzij men haar tevens de volle verant
woordelijkheid voor haar tak van beheer kon op
dragen.
Zij die meenden, dat wij ijveren voor decentra
lisatie van het gemeentebestuur, zullen thans wel
erkennen dat zij dwaalden.
Men scheide in zijne organisatie de verschillende
takken van dienst in hunne werkzaamheden zoo
scherp mogelijk; men stelle voor alle ambtenaren
hun taak voor de lagere hun verantwoordelijk
heid direct aan de boven hen gestelden, en indirect
aan burgemeester en wethouders, voor de hoofd
ambtenaren hun directe verantwoordelijkheid san
laatstgenoemd college zoo duidelijk mogelijk vast;
doch de verantwoordelijkheid voor het dagelijksch
bestuur der gemeente in geheel z.jn omvang tegen-
over den gemeenteraad late men onverdeeld daar,
waar zij behoortbij burgemeester en wethouders.
Men schuive tusschen dit college en den raad
geene commissién in, die meer doen dan bijstand
verleonen met hun advies, geene eommissien, m.
a. w. met onbestemde taak en onbestemde verant
woordelijkheid. Zulk eene inschuiving is in strijd
met een der eerste grondregelen van elke admi
nistratieve organisatiegedeelde verantwoordelijk
heid is geen verantwoordelijkheid.
aWat zegt u daarvan?" riep ik ontsteld,
aDat het een staaltje van onbeschaamde bruta
liteit is, zooals ik nog nimmer heb ontmoet,"
antwoordde Kemble. aEn denkt ge dat hij zal
komen 1"
aNaar ik den kerel ken, ben ik er van overtuigd
dat bij het zal doen."
aNu," meende de kolonel, aik zou er toch nog
geen eed op willen doen. In elk geval moet ge
uwe maatregelen nemen, opdat hij u geen poets
kan bakken."
aDat spreekt vanzelf en daarbij reken ik op u."
aOp mij
»Ja, op u. U moet mij helpen kolonel, ik moet
op u kunnen rekenen. Ik kan op mijn huwelijksdag
geen detective-bureau in het huis van mijn schoon
vader inrichten 1 En bovendien mag hij van deze
beele historie niets weten, evenmin als Ellinor. Zij
zou in staat zijn, mij uit vrees voor den inbreker
mijn congé te geven."
aEn dat beteekent voor u het verlies van een
paar roiiiioen
a en het lieftailigste meisje dat men zich
kan voorstellen."
aNu, goed dan, ik wil de zaak op mij nemen,
het interesseert mij eveneens dien vent, dien
Scrooge, te leeron kennen en reken op mijmij zal
niets ontguan wat do kerel misschien wil uitvoeren.
Een prar detectives zal ik evenwel noodig hebben,
u moet mij dus toestaan die binnen te smokkelen."
a Maar geheel toevallig."