IG NA EX LA NI). YL A A KMX G EX. G e 111 e e n t e r a a cl. y it;ih1 li*niwi.it:maaaraM—adiai ga mmmam gestorven de eenige die nog leeft, is de door hem heftig mingevallen ex-keizerin Eugenie, die hij nog wel eens aan de Riviera zal ont moeten. Evenals do Npaatwche nunir.vhalk. wien men op zijn sterfbed vroeg zijn vijand' 11 te vergeven, kan ook Rodieturt zeggen: »li heb geen vijan den; ik heb ze allen onder den grond geleefd." lioeliefort is driemaal gehuwd geweest, en de avonturen zijns levens heet't hij in vijf deelen beschrevenhet laat Re eindigt met zijn terug keer naar l'arijs. Dat op het vijfde deel spoedig het zesde zal volgen, spreekt wel vanzelf, wan neer men bedenkt welk een groote rol hij nu weer speelt in de belangwekkende gebeurte nissen in Frankrijk. Verkiezing te Deventer. De vrijzinnige vereeniging nUeventeite De venter, heelt tot voorloojiige kandidaten voor de Tweede Kamer (vacatuVe-Stoflel) gesteld de heercn dr. .1. ,M, J. Hoog, uit Tervvaliie, en ,1. vim Loeuen Martinet, De ueeijns op gedistilleerd. in de ARolt. t't. vvoult in een ingezonden stuk er op gewezen, dat er, wegens een leernte in de aceijnswet op het gedistilleerd, in han den der neringdoenden in sterke di anken door loopend een bedrag blijft van ongeveer een milliotn gulden, dat in de schatkist thuis be hoort. De reden ligt hierin, dat bij uitslag van gedistilleeul 111 den regel niet terstond de accijns moet worden aangezuiverd, mum* vol gens de wet van 18i>2 degeen die het ontvangt de belasting kan betalen binneu 4 dagen na de:i inslag. Bij gebreke daarvan is de afzender verant woordelijk, doch eerst binnen 6 weken daarna en zonder dat de wet op de vertraging straf stelt, liet gevolg hiervan is, dat vele tappers zelf niet betalen, maar den accijns aan den afzender doen toekomen, waarvan liet gevolg is, dat het Rijk feitelijk ongeveer 2 maanden crediet verleent. Een slijter die 200 liter per week verkoopt, waarover de accijns ongeveer f 10U bedraagt, zendt eerst 11a 0 weken de f 000 aan Jen afzender, en heeft zoodoende geregeld van het rijk een voorschot van 1500 in handen. Ter wille der concurrentie wordt die gelegen heid door menigen fabrikant aan de slijters aan geboden en de andere fabrikanten moeten dat vooi beeld dan wel volgen. Alleen de slijters aan de grenzen kunnen van dat voordeel geen ge- bi uik maken, omdat de controle op hen scherper is. De inzender wijst er op, dat die toestand niet houdbaar is. vooral als de wetgever het misbruik van sterken diank wil tegengaan, en dat het tijd is er een eind aan te maken, nu de Regeering een ontwerp heelt ingediend om in andere opzichten ontduiking der accijns- wet tegen te gaan. Een eenvoudig middel ware het bedreigen van een boete van f3 bijv. bij uitblijven dei- betaling binnen 4 dagen, of nog beter liet voor schrift dat de accijns reeds bij den uitslag moet worden betaald, behalve bij verzending op entrepot, op doorloopend crediet of naar het buitenland. Bij de behandeling van het wetsontwerp verdienen deze opmerkingen zeker de aandacht van Regeering eu Kamer. Banda. De Crediet- en Handelsvereeniging Banda te Amsterdam ontving van haar agentschap te Jan Petter antwoordde daarop slechts: sflet past mij zeker niet met dominee te redetwisten maar ik ben de vader en bij is de zoon, en neem u in acht dat gij u niet tegen uw vader of uw moeder verzet of u boven hen verheft, zoo gij wilt, dat het u wél zal gaan zoo spreekt de lieer zelf." De dominee klopte Jan op den schouder, »AIs ge het maar nooit zult berouwen", zeide hij en daarmede ging hij heen. Na dien dag spraken Jan en zijn zoon slechts zeer weinig tezamen. Somtijds ging Janneman nog eens niet vader uit vissollen en het scheen dat hij daar langzamerhand meer rust bij vond. Maar 's avonds, nadat liot werk verricht was, ging hij alleen zitten en las in de boeken die dominee hem gegeven had en speelde op een groote harmonica waarbij hij zong volgens noten die hij zichzelf' geleerd had. Zijn vader was hij nu onderdanig als een goed zoon, als die zeide «kom zoo kwam hij en «gazoo ging hij. Maar drie jaar na zijn aannemen geschiedde het eens, toen zij samen op zee waren, dat hij niet zoo krachtig werkte als zijn vader dat wilde. Hier over werd deze driftig en vroeg of dat nu de geleerdheid was die hij uit de boeken haalde waarin hij zich zoo gaarne verdiepte. Misschien was dominee ook wel van dat slag mensclien, die de kinderen leerde bun ouders te minachten? Janneman was den heelen dag onderdanig ge weest, maar nu vloog hij op. «Vader, vader!" riep hij woest, «spreek niet zoo over den domineeNiet hij, maar gij zelf, leert mij mijn vader te minachten." Eerst was het alsof groote Jan hem wilde aan vallen, ten minste, hij hief dreigend de hand op. Daarop liet hij haar echter zinken, streek zich over het voorhoofd, en zeide niets. Hij sprak echter op den geiieelen tocht geen woord meer. Maar den volgenden dag bezocht hij den leeraar Banda telegvaphisch liet belicht, dat de 'aard beving op Banda geen schade heeft aangericht. Lecfuur voor Indische soldaten, Door dr. K. A. W. Snethlage, dr. Kiebigen J. C'. i'apelard te Danteb Perak is in de Indische bladeu de volgende oproeping gedaan Nederlanders Bij' de mindere rnilitaiien op de verschillende posten, in de bivaks en iu de ziekeninnchtiiigen op Atjeli eu Önderlioorigheden, bestaat groote behoefte aan lectuur (vooral dagbladen, tijd schriften en illustraties). Ten einde daarin te vooizien, hebben zich eenige ingezetenen van liota-Radja ouder het motto «Lectuur" vereenigd, om daartoe het noodige te verrichten. De vooizietiing iu lectuur is echter alleen dan mogelijk, wanneer vele ingezetenen van Nederlandsch Indiii en ook van Nederland zich genegen toonen tot bovenge noemd doel mede te werken, door dagbladen, tijdschriften, illustraties enz. aan den gedele geerde van liet slloode Kruis" te Atjeh geregeld toe te zenden, door wieu voor de verdere ver zending zal worden zorg gedragen. Aangezien de mindere militairen hierdoor ten zeei sle zouden worden gehaat hopen wij, dat dit bproep op uwe welwillendheid niet te ver- geels zal zijn. Gaarne brengen vij deze oproeping ook onder de oogen van het Nederlandsche publiek. Onze wakkere mannen van het Indische leger ver dienen zeker eenige ontspanning en lectuur kan voor hen een weldaad zijn. Daarom zie ieder zijn boekenkast eens na en zetide, wat hij te missen heeft. Naar aanleiding van liet bericht, dat de heer J. Stoffel te Deventer tot herstel van gezond heid in liet buitenland vertoeft, deelt liet Dev. D. mede. dat hij reeds voor acht dagen, zoo goed als hersteld aldaar is teruggekeerd. Te 's-Gravenhage is overleden jlu*. air. E. A. Berckmans de Weert, oud-secretaris van het KabineL des Koning51, welke betrekking hij van 1853 tot 1876 bekleedde. In de laatste dagen is de toestand van prof. A. G. van Hamel zoozeer vooruitgegaan, dat de lioogleeraar het voornemen heeft reeds over drie weken zijn colleges te hervatten. Burgerlijke Stand van Overseliie. Ondertrouwd: 21. A. Bremmer jm. 28 j. en C. Romc-ijn jd. 31 j. Geboren: Clasina Maria, d. v. J. L. Snijders en II. Kamps. Jacobus, z. v. W. van den Akker en J. 0. C. S. Olivier. 26. Wilkelmina Johanna, d. v. L. Hartog en L. Uitdenbogerd. Overleden: 23. A. van der Marei 4 m. 22. H. de Zwart 29 j. echtg. van P. Mahie. Burgerlijke Stand van Kethel en Spaland. Overleden: 15. C. G. Berkhout 9 ru. 20 M- Suijker wed. van J. Lansbergen 62 j. Zitting van den SS Januari, 's avonds 7 uur. Tegenwoordig zijn 13 leden. Afwezig de hoeren v. Linden van den Heuvel en TV. J. v. Dusseldorp. De Voorzitter opent de vergaderingen zegt daarna: Evenals vorige jaren, mijne kecren, wenseb ik ook nu in de eerste vergadering van dit jaar U een overzicht te geven van den invloed op onze gemeente van het afgcloopen jaar. Do bevolkings-teenaine was dit jaar gering. Er waren 616 geboorten, terwijl 673 personen zich van elders hier vestigdente zamen dus eene vermeerde ring van 1289. en sprak langen tijd met hem. En toen hij tehuis kwam, zeide hij langzaam en ernstig «Je kunt morgen naar Kristianssand reizi n om daar het seminarie te bezoeken en moge de Heer daar met u zijn." Janneman voelde zich op liet seminarium weldra geheel thuis. Hij las er beide, de boeken voor examens en schoolgebruik en andere. Iedeie week ontving zijn vader een brief vari hem, en deze borg ze zorgvuldig weg, den een na den ander. Zij lagen op een stapeltje in de kleerenkist, van af den eerste, die van den 3den Mei 1879 gedateerd was. Hij plaatste zijn zoon hooger, nu deze van hem weg was, en sprak mot anderen over hem, als een die het op den duur verder zou kunnen bren gen dan zijn vader. «Er steekt geen verdienste in," zeide groote Jan, »om beenen als een paard en een hals als een os te hebben, maar veel leeren kost moeite, en er zijn slechts weinigen die dat kunnen." Zelf bieef hi] met visschon den kost verdienen. Hij wierp herhaaldelijk zijn netten uit, want er waren er nu twee die gevoed en gekleed moesten worden. Gelukkig had hij nog eenig geld in de spaarbank, dus had dat vooreerst nog geen nood. Tegen het voorjaar echter viel de vischvangst tegen er daagden hevige stormen op, zoodat geen boot van wal kon steken Toen moest hij zijn toevlucht tot de spaarduivj emen, en zij verdwe nen haastiger dan hij eerst gedacht had. Op zekeren dag, toen het weder hevig stormde, ging Jan toch met de boot uit, want hij was het moede, zoo lang lui te buis te zitten. Maar dien dag ging het hem slecht. Hij had te strijden tegen hevige rukwinden, en met een geweldigen windstoot viel alle ballast naar één zijde, de boot kenterde en zonk. Jan Petter redde zich al zwemmende. Maar toen bij aan land kwam, viel hij in een flauwte, die heel lang duurde. Toen hij daaruit ontwaakte, was Daartegeuover waren 212 overledenen en 812 per sonen die de gemeente hebben verlaten, te samen 1024. in bet geheel dus ceu toename van 265. De bevolking bedroeg op 31 December 1897 15762 personen. De geringe toename is wel veroorzaakt door het groot aantal van hen die vertrokken zijn, een getal dat bijzonder groot is in vergelijking met andere jaren en dit was iu hoofdzaak het gevolg der ongunstige resultaten van de visscherij. Tegenover het constante cijfer van 4" der geboorten stond een zeer laag sterftecijfer, namelijk 1.3u/„, wat, over het geheel e land, bijzonder laag te noe men is. Ik sprak daar van do ongunstige resultaten van de visscherij. De goede wcusrkon. die van deze plaats het vorig jaar zijn uitgesproken, bleven onvervuld. De tinautieele resultaten zijn door de hooge prijzen misschien goed gemaakt, maar daarin deelden niet allen, niet zij, die alleen voordeel trekken uit de groote vangsten. Met groote zorg zagen wij dan ook dezen winter tegemoet, maar ecu gelukkige wending al was het ook laat kwam nog, zoodat geen buitengewone middeleu noodig bleken. Die minder ruime vangst had geen uoemeus- waardigen invloed op do beweging in de haven. In 1896 bedroeg het aantal loggers dat de lurven be zocht 652 en dat der bommen 608 tegen 657 loggers cu 615 bommen in 1897, terwijl die cijfers bij de vcrsch-visscberij bedroegen iu '96 S5 loggers cu 97 bommen en in '97 12S loggers en 72 bommen. De scheepvaart over bet algemeen is vrij stabiel gebleven waar dit betreft de vaartuigen die de Delf- laudsche sluizen passeerden n 1. 2"lü tegen 2601 in bet vorig jaar. Grooter verschil in dc cijfers vertoont zich bij de schepen die den havetlinoud binnen kwamen. Waar dit iu 1896 bedroeg -1720 daalde dit in 1897 tot 3580 maar vermoedelijk is dü oorzaak daarvan voor ecu gedeelte dat bet aantal abonne menten aanmerkelijk vermeerderd is: dat getal is n.l. gestegen van 46 tot 177. De uitbreiding der gemeente overigens is regelmatig voortgegaan. Het aantal nieuw gebouwde wouingen dat in 1897 bedroeg 89, was in 1896 130. Het aantal ver gunningen ingevolge de z.g. hinderwet steeg van 16 tot '24. De opbrengst der belastingen, uitgezonderd den hoofdelijken omslag, bedroeg t'7u000. dat is föOOO of 8 pet. meer dan in 1896, terwijl zij 7 pet. meer opbracht dan de raming. Evenwel, ui laat bet zich aanzien, dat die opbrengst zal bestendigd worden, toeh zal bet noodig blijken om dc gewone middelen te versterken. De uitgaven, tengevolge van aanleg van straten, sekoolbouw, kosten van onderhoud der gebouwen, aanleg der nieuwe havenwerken en andere gcmcente- werkeu bereiken ecu cijfer, waartegen onze tegen woordige middelen niet bestand zijn. liet is goed deze waarheid tijdig ondm de oogen te zien eu do vraag boe daarin te voorzien is een vraag, die, met andere gewichtige onderwerpen, u zal worden voorgelegd. Ik hoop, mijne keeren, dat daarbij dezelfde aange name van onderlinge waardeering getuigende ver houding zal blijven bestaan, zooals die bier tot lieden beeft geheerselit. Boveudien spreek ik den wensch uit dat 1898 u gezondheid moge scheuken, veel liefs, on voordeelig moge zijn voor de ingezetenen (applaus). De beer Moerman dankt den voorzitter voor bet overzicht dat deze van den toestand der gemeente beeft gegeven. Mogen er daarbij vele schaduwzijden aangetoond zijn, gelukkig waren er evenzeer licht punten te ontdekken. De havenwerken ziju in het afgcloopen jaar gereed gekomen en, naar wij hopen eu vertrouwen, zal daardoor de aigemeene welvaart worden verhoogd. Spr. eindigt met de beste wenscben uit te spreken voor het welzijn van der. Burgemeester en dieus gezin en voor den bloei der gemeente (applaus). De beer Versteeve eveneens zegt dank voor de woorden des Voorzitters en spreekt den wensch uit dat hij, wiens plaats hij thans inneemt (de heer v. Linden van den Heuvel) spoedig weer zoo ver zal zijn hersteld dat hij zelf zijn plaats weer zal kunnen innemen; dat kec den Voorzitter moge ge geven zijn met dezelfde tact en energie nog vele jaren den voorzittcrszetel in te nemen. (Applaus.) De notulen worden vervolgeus, na eene wijziging door den heer Schippers, vastgesteld. Ingekomen zijn: Van Gedep. Staten, de goedge- gekeurde gemeentc-begrooting. Idetn, toezending der beschikking van den Minister van Biunenl. Zaken op het adres van den beer Adr. IJzermans c. s., houdende bezwaar tegen de benoeming van leden ia de Plaatselijke Scboolcom- het avond, en toen hij met moeite tehuis kwam, voelde riij, dat hij riiet meer dezelfdo was van vroeger. Alle kracht had hem begeven en hij knikte in de knieën als een oud man. Niemand noemde hem na dien dag meer den steilten Jan. Want toen hij een maand daarna weer op de been kwam, waren zijn schouders smal gewaden, en zijn geheele lichaam was zoo vermagerd, dat zijn vroegere kleedei'en hem niet meer pasten. Zijn haar was klam en dun geworden en in zijn baard waren enkele witte haren zicht baar. Op dien dag kwam Janneman van Kristians sand. Groote Jan bad iedereen verzocht niets van het ongeval te schrijven maar hij was toch het ongeluk te weten gekomen. Hij ging naast vaders stoel zitten, vatte zijn hand en zag hem lang in de oogen. «Kom je nu a! terug?" was het eenige wal groote Jan zeide. «Ja, om te blijven." Dat was alles wat zij tegen elkander zeiden. En Janneman bleef bij zijn vader dag na dag en week na week, «Je inoet toch ook aan jezelf denken," zeide groote Jan, «daar zou je me pleizier mee doen jij bent jong, weet je, en ik ben maar een oude man." «Dat heb ik gedaan ik heb met den dominee gesproken, en die heeft mij zoo half en half hier een plaats beloofd." Het was waar wat Janneman zeide. Hij had er met den ieeraar over gesproken om hulponder wijzer te worden, en beiden meenden dat dat wel zou gaan. Maar het lukte niet. Eerst kwam er één opdagen en toen meerderen, die hun examen ge daan hadden, en dominee kon er niets tegen doen. Toen huurde Janneman een boot en ging weer op de vischvangst. missie. De Minister verklaart daarbij dat er geen termen aanwezig zijn voor een xassehenkomst der regeering. Idem, mededeeliug van de verdaging der beschik king op het besluit vau deu Raad, betreffende de aanwijzing der plaats waar tijdelijk lager ouderwijs zal gegeven worden. Idem goedkeuring der uitgiften van gemeente grond in erfpacht. Idem goedkeuring der verordening voor de plaatselijke belasting. Werden allen voor kenuisgev mg aangenomen. Van 11. en W. proces-verbaal der kasopname bij deu gemeente-ontvanger waaruit blijkt dat iu kas aanwezig was f 08666.661/5. Aan de orde is de benoeming- van 7 leden iu de plaatselijke schoolcommissie. De beer IJzcrmiins meent dat de stoimuin» moest plaats bobben in 3 gedeelten omdat de datum vau aftrediug verschilt. Dc Voorzitter stemt dit toe. De beer II 0 0 g e 11 d ij k gaf in overweging de demissiouuaire commissie nogmaals uit te noodigen bun ontslagaanvrage in te trekken. Hij meende dat, waar die leden gezien hadden, hoeveel moeite bet kostte om een nieuwe commissie sameu te stellen, z;j nu daartoe bereid zullen bevonden worden. Do beer Schippers meent dat dit nu niet meer kan, daar de aftreding feitelijk beeft plaats gehad. De beer van der Brugge meent, dat het prestige en de onafhankelijkheid van den Raad tegen over de commissie daardoor verloren zou gaan. Wil men dezelfde ledeu weer zien zitting uemcu, men schrijve eenvoudig hunue namen op het stembiljet. De beer IJ z e r in a n s bad liever gezien dat de Iieeiüc geen ontslag hadden genomen, maar nu dit eenmaal is geschied en roods twee maal andere beeren ziju benoemd, acht bij bet te laat 0111 de aanvrage in te t' aken. Bovendien kan spr. bet denkbeeld niet steunen om voor de tweede maal bij de commissie aan te komen met eeu verzoek dat zij reeds eenmaal weigerde. Het voorstel-lloogcuuijk wordt daarop verworpen met 6 tegen 5 stemmen; 2 stemmen blanco. De altredende commissieleden worden daarna allen herbenoemd met 7 stemmen, terwijl do beer v. d. Brugge bij de eerste 5 benoemingen 6 stemmen cu bij de beide laatste a en 4 stemmen verkreeg. Achtereenvolgens werd daarna op voorstel van B. eu W. besloten tot lo. aankoop van eeu liuis met erf bij bet Raad huis voor eeu som van f5300; 2o. tot toekenning eener remissie groot f8.aan W. Hoogerboord op de pacht van de opbrengst van het poutgeld over 1897 3o. tot wijziging der erfpachtsvoorwaarden van •J. en P. .4. van Deventer •lo. tot uitgifte van gemeentegrond in erfpacht aan dcnzelfdcn; 5o. tot verbetering van den toestand der sloot langs de Vettenoordkado 60. tot het toekennen van remissie op de landpacht. 7o. tot vaststelling van het 2e aanvullingskohier vau den hoofdelijken omslag dienst 1897. Ten slotte kwam in behandeling het voorstel van B. en W. tot bet aangaan eener Lening groot f7000 voor de nieuwe bestrating met Quenastkeien op de Westhavenkade over een oppervlak van 750 M- en op de Oostbaveukade 500 M2, beuevens voor een nieuwe bestrating op dc Breede Havenstraat. Een discussie die ongeveer een uur duurde, gaf verschillenden sprekers gelegenheid om hun standpunt iu deze materie aan te duiden en te verdedigen. De heer J. van Dusseldorp kan zich ver eenigen met het voorstel van B. en W. nuts daar worden afgetrokken een bedrag van f900.ver tegenwoordigende do kosten voor de nieuwe bestrating op de Breede Havenstraat. Naar spr's oordeel is dit slechts een gewone reparatie en behoort deze dus uit de gewone ontvangsten te worden bestreden. De Voorzitter verklaart, dat, wanneer hij zich verzet tegen dit voorstelbij dit niet doet inet het oog op bet bedrag; het geldt hier het begin sel. De vraag of voor eenig werk geleend mag worden, hangt hiermede samen of dat werk is een buitengewoon werk en ook of do leouing, waarmede de uitgaven van zulk werk vroeger werden gedekt reeds is afgelost. Waar liet bier nu is een geheel nieuwe bestrating daar mag zeker wel gesproken worden van een buitengewoon werk. De vorige be strating is uit de gewone inkomsten bestreden dus een restant leening kan biervan niet meer ziju. Spr. ziet dan ook geen onkel beletsel om voor dit werk te leenen. Dat zou hij maar voortzetten, zoide hij, tot vader weer beter was. Maar groote Jan werd niet weer beter. De ziekte wilde niet wijken. liet zat hem altijd op de borst en in de keel, en de hoest hield niet op. Hij had ei' al lang tegen gestreden, liet was duidelijk te zien, dat zijn gezondheid sinds langen tijd niet meer als vroeger was, Toen kwam er een dag, dat dominee en een der ouderlingen naar Janneman gingen en zeiden: «Je moet terng naar de school, Jan sik kan vader niet alleen laten." «Wij zullen zoolang voor je vader zorgen." «Neen, duizendmaal dank Maar zoolang als Jan Petter leeft, zal zijn zoon voor hem zorgen, elk uur dat hij vrij heeft." Zoo kwam het dat Janneman steeds uit vissclien ging. Hij pakte zich daarbij geducht aan, sterker dan hij dacht dat hij konde. En eiken dag ging hij met de handkar den weg op naar de stad en riep: «Kabeljauw en levende aal!" «Kabeljauw en levende aal!" Schoolmeester werd hij niet; hij had ook maar weinig tijd om gedrukte boeken te lezenhet was echter dikwijls merkwaardig genoeg hem te hooren vertellen van wat hij in het groote boek der natuur las. Hij zeide altijd: «Het groote boek der natuur, waarin God met eigen vinger schrijft". Zie, dat was nu de storm, die van verre dreigde en nn op kwam zetten en de bladeren van den herfst neerzweepte en de zee, die de visschen, die daar op den grond sliepen, in zijn schoot verborg. Maar het vreemdst van alles waren de golven, die altijd maar tegen den rots sloegen en in alle eeuwigheid hun klaaglied zongen. En die zeiden altijd tot een die treurde «hsch, wees stil, hsch, hseh

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 6