IG NA EX LA NI).
YL A A KMX G EX.
G e 111 e e n t e r a a cl.
y it;ih1 li*niwi.it:maaaraM—adiai ga mmmam
gestorven de eenige die nog leeft, is de door
hem heftig mingevallen ex-keizerin Eugenie,
die hij nog wel eens aan de Riviera zal ont
moeten.
Evenals do Npaatwche nunir.vhalk. wien men
op zijn sterfbed vroeg zijn vijand' 11 te vergeven,
kan ook Rodieturt zeggen: »li heb geen vijan
den; ik heb ze allen onder den grond geleefd."
lioeliefort is driemaal gehuwd geweest, en
de avonturen zijns levens heet't hij in vijf deelen
beschrevenhet laat Re eindigt met zijn terug
keer naar l'arijs. Dat op het vijfde deel spoedig
het zesde zal volgen, spreekt wel vanzelf, wan
neer men bedenkt welk een groote rol hij nu
weer speelt in de belangwekkende gebeurte
nissen in Frankrijk.
Verkiezing te Deventer.
De vrijzinnige vereeniging nUeventeite De
venter, heelt tot voorloojiige kandidaten voor
de Tweede Kamer (vacatuVe-Stoflel) gesteld de
heercn dr. .1. ,M, J. Hoog, uit Tervvaliie, en ,1.
vim Loeuen Martinet,
De ueeijns op gedistilleerd.
in de ARolt. t't. vvoult in een ingezonden
stuk er op gewezen, dat er, wegens een leernte
in de aceijnswet op het gedistilleerd, in han
den der neringdoenden in sterke di anken door
loopend een bedrag blijft van ongeveer een
milliotn gulden, dat in de schatkist thuis be
hoort.
De reden ligt hierin, dat bij uitslag van
gedistilleeul 111 den regel niet terstond de
accijns moet worden aangezuiverd, mum* vol
gens de wet van 18i>2 degeen die het ontvangt
de belasting kan betalen binneu 4 dagen na
de:i inslag.
Bij gebreke daarvan is de afzender verant
woordelijk, doch eerst binnen 6 weken daarna
en zonder dat de wet op de vertraging straf
stelt, liet gevolg hiervan is, dat vele tappers
zelf niet betalen, maar den accijns aan den
afzender doen toekomen, waarvan liet gevolg
is, dat het Rijk feitelijk ongeveer 2 maanden
crediet verleent.
Een slijter die 200 liter per week verkoopt,
waarover de accijns ongeveer f 10U bedraagt,
zendt eerst 11a 0 weken de f 000 aan Jen
afzender, en heeft zoodoende geregeld van het
rijk een voorschot van 1500 in handen.
Ter wille der concurrentie wordt die gelegen
heid door menigen fabrikant aan de slijters aan
geboden en de andere fabrikanten moeten dat
vooi beeld dan wel volgen. Alleen de slijters aan
de grenzen kunnen van dat voordeel geen ge-
bi uik maken, omdat de controle op hen scherper
is.
De inzender wijst er op, dat die toestand
niet houdbaar is. vooral als de wetgever het
misbruik van sterken diank wil tegengaan, en
dat het tijd is er een eind aan te maken, nu
de Regeering een ontwerp heelt ingediend
om in andere opzichten ontduiking der accijns-
wet tegen te gaan.
Een eenvoudig middel ware het bedreigen
van een boete van f3 bijv. bij uitblijven dei-
betaling binnen 4 dagen, of nog beter liet voor
schrift dat de accijns reeds bij den uitslag moet
worden betaald, behalve bij verzending op
entrepot, op doorloopend crediet of naar het
buitenland.
Bij de behandeling van het wetsontwerp
verdienen deze opmerkingen zeker de aandacht
van Regeering eu Kamer.
Banda.
De Crediet- en Handelsvereeniging Banda
te Amsterdam ontving van haar agentschap te
Jan Petter antwoordde daarop slechts: sflet
past mij zeker niet met dominee te redetwisten
maar ik ben de vader en bij is de zoon, en neem
u in acht dat gij u niet tegen uw vader of uw
moeder verzet of u boven hen verheft, zoo gij
wilt, dat het u wél zal gaan zoo spreekt de
lieer zelf."
De dominee klopte Jan op den schouder, »AIs
ge het maar nooit zult berouwen", zeide hij en
daarmede ging hij heen.
Na dien dag spraken Jan en zijn zoon slechts
zeer weinig tezamen. Somtijds ging Janneman
nog eens niet vader uit vissollen en het scheen dat
hij daar langzamerhand meer rust bij vond. Maar
's avonds, nadat liot werk verricht was, ging hij
alleen zitten en las in de boeken die dominee hem
gegeven had en speelde op een groote harmonica
waarbij hij zong volgens noten die hij zichzelf'
geleerd had. Zijn vader was hij nu onderdanig als
een goed zoon, als die zeide «kom zoo kwam hij
en «gazoo ging hij.
Maar drie jaar na zijn aannemen geschiedde
het eens, toen zij samen op zee waren, dat hij niet
zoo krachtig werkte als zijn vader dat wilde. Hier
over werd deze driftig en vroeg of dat nu de
geleerdheid was die hij uit de boeken haalde waarin
hij zich zoo gaarne verdiepte. Misschien was
dominee ook wel van dat slag mensclien, die de
kinderen leerde bun ouders te minachten?
Janneman was den heelen dag onderdanig ge
weest, maar nu vloog hij op.
«Vader, vader!" riep hij woest, «spreek niet
zoo over den domineeNiet hij, maar gij zelf,
leert mij mijn vader te minachten."
Eerst was het alsof groote Jan hem wilde aan
vallen, ten minste, hij hief dreigend de hand op.
Daarop liet hij haar echter zinken, streek zich over
het voorhoofd, en zeide niets.
Hij sprak echter op den geiieelen tocht geen
woord meer.
Maar den volgenden dag bezocht hij den leeraar
Banda telegvaphisch liet belicht, dat de 'aard
beving op Banda geen schade heeft aangericht.
Lecfuur voor Indische soldaten,
Door dr. K. A. W. Snethlage, dr. Kiebigen
J. C'. i'apelard te Danteb Perak is in de Indische
bladeu de volgende oproeping gedaan
Nederlanders
Bij' de mindere rnilitaiien op de verschillende
posten, in de bivaks en iu de ziekeninnchtiiigen
op Atjeli eu Önderlioorigheden, bestaat groote
behoefte aan lectuur (vooral dagbladen, tijd
schriften en illustraties).
Ten einde daarin te vooizien, hebben zich
eenige ingezetenen van liota-Radja ouder het
motto «Lectuur" vereenigd, om daartoe het
noodige te verrichten. De vooizietiing iu lectuur
is echter alleen dan mogelijk, wanneer vele
ingezetenen van Nederlandsch Indiii en ook van
Nederland zich genegen toonen tot bovenge
noemd doel mede te werken, door dagbladen,
tijdschriften, illustraties enz. aan den gedele
geerde van liet slloode Kruis" te Atjeh geregeld
toe te zenden, door wieu voor de verdere ver
zending zal worden zorg gedragen.
Aangezien de mindere militairen hierdoor ten
zeei sle zouden worden gehaat hopen wij, dat
dit bproep op uwe welwillendheid niet te ver-
geels zal zijn.
Gaarne brengen vij deze oproeping ook onder
de oogen van het Nederlandsche publiek. Onze
wakkere mannen van het Indische leger ver
dienen zeker eenige ontspanning en lectuur kan
voor hen een weldaad zijn. Daarom zie ieder
zijn boekenkast eens na en zetide, wat hij te
missen heeft.
Naar aanleiding van liet bericht, dat de heer
J. Stoffel te Deventer tot herstel van gezond
heid in liet buitenland vertoeft, deelt liet Dev. D.
mede. dat hij reeds voor acht dagen, zoo goed
als hersteld aldaar is teruggekeerd.
Te 's-Gravenhage is overleden jlu*. air. E.
A. Berckmans de Weert, oud-secretaris van
het KabineL des Koning51, welke betrekking hij
van 1853 tot 1876 bekleedde.
In de laatste dagen is de toestand van prof.
A. G. van Hamel zoozeer vooruitgegaan, dat
de lioogleeraar het voornemen heeft reeds over
drie weken zijn colleges te hervatten.
Burgerlijke Stand van Overseliie.
Ondertrouwd: 21. A. Bremmer jm. 28 j. en
C. Romc-ijn jd. 31 j.
Geboren: Clasina Maria, d. v. J. L. Snijders
en II. Kamps. Jacobus, z. v. W. van den Akker en
J. 0. C. S. Olivier. 26. Wilkelmina Johanna, d. v.
L. Hartog en L. Uitdenbogerd.
Overleden: 23. A. van der Marei 4 m. 22. H.
de Zwart 29 j. echtg. van P. Mahie.
Burgerlijke Stand van Kethel en Spaland.
Overleden: 15. C. G. Berkhout 9 ru. 20 M-
Suijker wed. van J. Lansbergen 62 j.
Zitting van den SS Januari, 's avonds 7 uur.
Tegenwoordig zijn 13 leden. Afwezig de hoeren
v. Linden van den Heuvel en TV. J. v. Dusseldorp.
De Voorzitter opent de vergaderingen zegt daarna:
Evenals vorige jaren, mijne kecren, wenseb ik ook
nu in de eerste vergadering van dit jaar U een
overzicht te geven van den invloed op onze gemeente
van het afgcloopen jaar.
Do bevolkings-teenaine was dit jaar gering. Er
waren 616 geboorten, terwijl 673 personen zich van
elders hier vestigdente zamen dus eene vermeerde
ring van 1289.
en sprak langen tijd met hem. En toen hij tehuis
kwam, zeide hij langzaam en ernstig
«Je kunt morgen naar Kristianssand reizi n
om daar het seminarie te bezoeken en moge
de Heer daar met u zijn."
Janneman voelde zich op liet seminarium weldra
geheel thuis. Hij las er beide, de boeken voor
examens en schoolgebruik en andere. Iedeie week
ontving zijn vader een brief vari hem, en deze borg
ze zorgvuldig weg, den een na den ander. Zij
lagen op een stapeltje in de kleerenkist, van af den
eerste, die van den 3den Mei 1879 gedateerd was.
Hij plaatste zijn zoon hooger, nu deze van hem
weg was, en sprak mot anderen over hem, als
een die het op den duur verder zou kunnen bren
gen dan zijn vader.
«Er steekt geen verdienste in," zeide groote
Jan, »om beenen als een paard en een hals als
een os te hebben, maar veel leeren kost moeite,
en er zijn slechts weinigen die dat kunnen."
Zelf bieef hi] met visschon den kost verdienen.
Hij wierp herhaaldelijk zijn netten uit, want er
waren er nu twee die gevoed en gekleed moesten
worden. Gelukkig had hij nog eenig geld in de
spaarbank, dus had dat vooreerst nog geen nood.
Tegen het voorjaar echter viel de vischvangst
tegen er daagden hevige stormen op, zoodat geen
boot van wal kon steken Toen moest hij zijn
toevlucht tot de spaarduivj emen, en zij verdwe
nen haastiger dan hij eerst gedacht had.
Op zekeren dag, toen het weder hevig stormde,
ging Jan toch met de boot uit, want hij was het
moede, zoo lang lui te buis te zitten. Maar dien
dag ging het hem slecht.
Hij had te strijden tegen hevige rukwinden, en
met een geweldigen windstoot viel alle ballast
naar één zijde, de boot kenterde en zonk.
Jan Petter redde zich al zwemmende. Maar toen
bij aan land kwam, viel hij in een flauwte, die
heel lang duurde. Toen hij daaruit ontwaakte, was
Daartegeuover waren 212 overledenen en 812 per
sonen die de gemeente hebben verlaten, te samen
1024. in bet geheel dus ceu toename van 265.
De bevolking bedroeg op 31 December 1897
15762 personen.
De geringe toename is wel veroorzaakt door het
groot aantal van hen die vertrokken zijn, een getal
dat bijzonder groot is in vergelijking met andere jaren
en dit was iu hoofdzaak het gevolg der ongunstige
resultaten van de visscherij.
Tegenover het constante cijfer van 4" der geboorten
stond een zeer laag sterftecijfer, namelijk 1.3u/„,
wat, over het geheel e land, bijzonder laag te noe
men is.
Ik sprak daar van do ongunstige resultaten van
de visscherij. De goede wcusrkon. die van deze plaats
het vorig jaar zijn uitgesproken, bleven onvervuld.
De tinautieele resultaten zijn door de hooge prijzen
misschien goed gemaakt, maar daarin deelden niet
allen, niet zij, die alleen voordeel trekken uit de
groote vangsten. Met groote zorg zagen wij dan ook
dezen winter tegemoet, maar ecu gelukkige wending
al was het ook laat kwam nog, zoodat geen
buitengewone middeleu noodig bleken.
Die minder ruime vangst had geen uoemeus-
waardigen invloed op do beweging in de haven. In
1896 bedroeg het aantal loggers dat de lurven be
zocht 652 en dat der bommen 608 tegen 657 loggers
cu 615 bommen in 1897, terwijl die cijfers bij de
vcrsch-visscberij bedroegen iu '96 S5 loggers cu
97 bommen en in '97 12S loggers en 72 bommen.
De scheepvaart over bet algemeen is vrij stabiel
gebleven waar dit betreft de vaartuigen die de Delf-
laudsche sluizen passeerden n 1. 2"lü tegen 2601 in
bet vorig jaar. Grooter verschil in dc cijfers vertoont
zich bij de schepen die den havetlinoud binnen
kwamen. Waar dit iu 1896 bedroeg -1720 daalde dit
in 1897 tot 3580 maar vermoedelijk is dü oorzaak
daarvan voor ecu gedeelte dat bet aantal abonne
menten aanmerkelijk vermeerderd is: dat getal is
n.l. gestegen van 46 tot 177. De uitbreiding der
gemeente overigens is regelmatig voortgegaan.
Het aantal nieuw gebouwde wouingen dat in
1897 bedroeg 89, was in 1896 130. Het aantal ver
gunningen ingevolge de z.g. hinderwet steeg van
16 tot '24.
De opbrengst der belastingen, uitgezonderd den
hoofdelijken omslag, bedroeg t'7u000. dat is föOOO
of 8 pet. meer dan in 1896, terwijl zij 7 pet. meer
opbracht dan de raming. Evenwel, ui laat bet zich
aanzien, dat die opbrengst zal bestendigd worden,
toeh zal bet noodig blijken om dc gewone middelen
te versterken.
De uitgaven, tengevolge van aanleg van straten,
sekoolbouw, kosten van onderhoud der gebouwen,
aanleg der nieuwe havenwerken en andere gcmcente-
werkeu bereiken ecu cijfer, waartegen onze tegen
woordige middelen niet bestand zijn.
liet is goed deze waarheid tijdig ondm de oogen
te zien eu do vraag boe daarin te voorzien is een
vraag, die, met andere gewichtige onderwerpen, u
zal worden voorgelegd.
Ik hoop, mijne keeren, dat daarbij dezelfde aange
name van onderlinge waardeering getuigende ver
houding zal blijven bestaan, zooals die bier tot lieden
beeft geheerselit. Boveudien spreek ik den wensch
uit dat 1898 u gezondheid moge scheuken, veel liefs,
on voordeelig moge zijn voor de ingezetenen (applaus).
De beer Moerman dankt den voorzitter voor
bet overzicht dat deze van den toestand der gemeente
beeft gegeven. Mogen er daarbij vele schaduwzijden
aangetoond zijn, gelukkig waren er evenzeer licht
punten te ontdekken. De havenwerken ziju in het
afgcloopen jaar gereed gekomen en, naar wij hopen
eu vertrouwen, zal daardoor de aigemeene welvaart
worden verhoogd. Spr. eindigt met de beste wenscben
uit te spreken voor het welzijn van der. Burgemeester
en dieus gezin en voor den bloei der gemeente
(applaus).
De beer Versteeve eveneens zegt dank voor
de woorden des Voorzitters en spreekt den wensch
uit dat hij, wiens plaats hij thans inneemt (de heer
v. Linden van den Heuvel) spoedig weer zoo ver
zal zijn hersteld dat hij zelf zijn plaats weer zal
kunnen innemen; dat kec den Voorzitter moge ge
geven zijn met dezelfde tact en energie nog vele
jaren den voorzittcrszetel in te nemen. (Applaus.)
De notulen worden vervolgeus, na eene wijziging
door den heer Schippers, vastgesteld.
Ingekomen zijn: Van Gedep. Staten, de goedge-
gekeurde gemeentc-begrooting.
Idetn, toezending der beschikking van den Minister
van Biunenl. Zaken op het adres van den beer
Adr. IJzermans c. s., houdende bezwaar tegen de
benoeming van leden ia de Plaatselijke Scboolcom-
het avond, en toen hij met moeite tehuis kwam,
voelde riij, dat hij riiet meer dezelfdo was van
vroeger. Alle kracht had hem begeven en hij knikte
in de knieën als een oud man.
Niemand noemde hem na dien dag meer den
steilten Jan. Want toen hij een maand daarna
weer op de been kwam, waren zijn schouders
smal gewaden, en zijn geheele lichaam was zoo
vermagerd, dat zijn vroegere kleedei'en hem niet
meer pasten. Zijn haar was klam en dun geworden
en in zijn baard waren enkele witte haren zicht
baar.
Op dien dag kwam Janneman van Kristians
sand. Groote Jan bad iedereen verzocht niets van
het ongeval te schrijven maar hij was toch het
ongeluk te weten gekomen.
Hij ging naast vaders stoel zitten, vatte zijn
hand en zag hem lang in de oogen.
«Kom je nu a! terug?" was het eenige wal
groote Jan zeide.
«Ja, om te blijven."
Dat was alles wat zij tegen elkander zeiden.
En Janneman bleef bij zijn vader dag na dag
en week na week,
«Je inoet toch ook aan jezelf denken," zeide
groote Jan, «daar zou je me pleizier mee doen
jij bent jong, weet je, en ik ben maar een oude
man."
«Dat heb ik gedaan ik heb met den dominee
gesproken, en die heeft mij zoo half en half hier
een plaats beloofd."
Het was waar wat Janneman zeide. Hij had er
met den ieeraar over gesproken om hulponder
wijzer te worden, en beiden meenden dat dat wel
zou gaan. Maar het lukte niet. Eerst kwam er één
opdagen en toen meerderen, die hun examen ge
daan hadden, en dominee kon er niets tegen
doen.
Toen huurde Janneman een boot en ging weer
op de vischvangst.
missie. De Minister verklaart daarbij dat er geen
termen aanwezig zijn voor een xassehenkomst der
regeering.
Idem, mededeeliug van de verdaging der beschik
king op het besluit vau deu Raad, betreffende de
aanwijzing der plaats waar tijdelijk lager ouderwijs
zal gegeven worden.
Idem goedkeuring der uitgiften van gemeente
grond in erfpacht.
Idem goedkeuring der verordening voor de
plaatselijke belasting.
Werden allen voor kenuisgev mg aangenomen.
Van 11. en W. proces-verbaal der kasopname bij
deu gemeente-ontvanger waaruit blijkt dat iu kas
aanwezig was f 08666.661/5.
Aan de orde is de benoeming- van 7 leden iu de
plaatselijke schoolcommissie.
De beer IJzcrmiins meent dat de stoimuin»
moest plaats bobben in 3 gedeelten omdat de datum
vau aftrediug verschilt.
Dc Voorzitter stemt dit toe.
De beer II 0 0 g e 11 d ij k gaf in overweging de
demissiouuaire commissie nogmaals uit te noodigen
bun ontslagaanvrage in te trekken. Hij meende dat,
waar die leden gezien hadden, hoeveel moeite bet
kostte om een nieuwe commissie sameu te stellen,
z;j nu daartoe bereid zullen bevonden worden.
Do beer Schippers meent dat dit nu niet
meer kan, daar de aftreding feitelijk beeft plaats
gehad.
De beer van der Brugge meent, dat het
prestige en de onafhankelijkheid van den Raad tegen
over de commissie daardoor verloren zou gaan. Wil
men dezelfde ledeu weer zien zitting uemcu, men
schrijve eenvoudig hunue namen op het stembiljet.
De beer IJ z e r in a n s bad liever gezien dat de
Iieeiüc geen ontslag hadden genomen, maar nu dit
eenmaal is geschied en roods twee maal andere
beeren ziju benoemd, acht bij bet te laat 0111 de
aanvrage in te t' aken. Bovendien kan spr. bet
denkbeeld niet steunen om voor de tweede maal bij
de commissie aan te komen met eeu verzoek dat zij
reeds eenmaal weigerde.
Het voorstel-lloogcuuijk wordt daarop verworpen
met 6 tegen 5 stemmen; 2 stemmen blanco.
De altredende commissieleden worden daarna allen
herbenoemd met 7 stemmen, terwijl do beer v. d.
Brugge bij de eerste 5 benoemingen 6 stemmen cu
bij de beide laatste a en 4 stemmen verkreeg.
Achtereenvolgens werd daarna op voorstel van
B. eu W. besloten tot
lo. aankoop van eeu liuis met erf bij bet Raad
huis voor eeu som van f5300;
2o. tot toekenning eener remissie groot f8.aan
W. Hoogerboord op de pacht van de opbrengst van
het poutgeld over 1897
3o. tot wijziging der erfpachtsvoorwaarden van
•J. en P. .4. van Deventer
•lo. tot uitgifte van gemeentegrond in erfpacht
aan dcnzelfdcn;
5o. tot verbetering van den toestand der sloot
langs de Vettenoordkado
60. tot het toekennen van remissie op de landpacht.
7o. tot vaststelling van het 2e aanvullingskohier
vau den hoofdelijken omslag dienst 1897.
Ten slotte kwam in behandeling het voorstel van
B. en W. tot bet aangaan eener Lening groot f7000
voor de nieuwe bestrating met Quenastkeien op de
Westhavenkade over een oppervlak van 750 M- en
op de Oostbaveukade 500 M2, beuevens voor een
nieuwe bestrating op dc Breede Havenstraat.
Een discussie die ongeveer een uur duurde, gaf
verschillenden sprekers gelegenheid om hun standpunt
iu deze materie aan te duiden en te verdedigen.
De heer J. van Dusseldorp kan zich ver
eenigen met het voorstel van B. en W. nuts daar
worden afgetrokken een bedrag van f900.ver
tegenwoordigende do kosten voor de nieuwe bestrating
op de Breede Havenstraat. Naar spr's oordeel is dit
slechts een gewone reparatie en behoort deze dus uit
de gewone ontvangsten te worden bestreden.
De Voorzitter verklaart, dat, wanneer hij zich
verzet tegen dit voorstelbij dit niet doet inet
het oog op bet bedrag; het geldt hier het begin
sel. De vraag of voor eenig werk geleend mag
worden, hangt hiermede samen of dat werk is een
buitengewoon werk en ook of do leouing, waarmede
de uitgaven van zulk werk vroeger werden gedekt
reeds is afgelost. Waar liet bier nu is een geheel
nieuwe bestrating daar mag zeker wel gesproken
worden van een buitengewoon werk. De vorige be
strating is uit de gewone inkomsten bestreden dus
een restant leening kan biervan niet meer ziju. Spr.
ziet dan ook geen onkel beletsel om voor dit werk
te leenen.
Dat zou hij maar voortzetten, zoide hij, tot
vader weer beter was.
Maar groote Jan werd niet weer beter. De
ziekte wilde niet wijken. liet zat hem altijd op
de borst en in de keel, en de hoest hield niet op.
Hij had ei' al lang tegen gestreden, liet was
duidelijk te zien, dat zijn gezondheid sinds langen
tijd niet meer als vroeger was,
Toen kwam er een dag, dat dominee en een
der ouderlingen naar Janneman gingen en zeiden:
«Je moet terng naar de school, Jan
sik kan vader niet alleen laten."
«Wij zullen zoolang voor je vader zorgen."
«Neen, duizendmaal dank Maar zoolang als
Jan Petter leeft, zal zijn zoon voor hem zorgen,
elk uur dat hij vrij heeft."
Zoo kwam het dat Janneman steeds uit vissclien
ging. Hij pakte zich daarbij geducht aan, sterker
dan hij dacht dat hij konde. En eiken dag ging
hij met de handkar den weg op naar de stad en riep:
«Kabeljauw en levende aal!" «Kabeljauw en
levende aal!"
Schoolmeester werd hij niet; hij had ook maar
weinig tijd om gedrukte boeken te lezenhet was
echter dikwijls merkwaardig genoeg hem te hooren
vertellen van wat hij in het groote boek der natuur
las. Hij zeide altijd: «Het groote boek der natuur,
waarin God met eigen vinger schrijft".
Zie, dat was nu de storm, die van verre dreigde
en nn op kwam zetten en de bladeren van den
herfst neerzweepte en de zee, die de visschen, die
daar op den grond sliepen, in zijn schoot verborg.
Maar het vreemdst van alles waren de golven,
die altijd maar tegen den rots sloegen en in alle
eeuwigheid hun klaaglied zongen. En die zeiden
altijd tot een die treurde «hsch, wees stil, hsch,
hseh