UIT DE PEKS.
BINNENLAND.
Staten-Generaal.
STADSNIEUWS.
YLAARPINGEN.
in goud of in zilver, verworpen met 482 tegen
432 stemmen,
Naar de agent der Hudson-baai-rnaalschappij
te Fort Simpson, aan de Maekenzie-rivier, be
richt, is er een rijke goudader ontdekt aan
de Lizard, dicht bij de plaats waar deze rivier
in de Mackenzie valt.
Deze plaats ligt in het noordwestelijke deel
van Canada, op tamelijk grooten afstand ten
oosten van Klondike.
Katholiek Socialisme.
Mr. van Houten noemt het een tweede hoofi-
dwaling van de Encycliek, dat ter bepaling der
aanspraken van den ai beider op ioon, slechts aan
bun behoeften, niet aan de waarde van het arbeids
product aanknooping wordt gezocht.
In zijn zesde artikel in het Centrum zegt dr. W.
II. Nolens, dat het zijns inziens meer met den
inhoud der Encycliek overeenkomt te zeggen
«Ook aan de bestemming van den ai beid en aan
de natuur van da personen, die handenarbeid ver
richten, wordt aanknouping gezocht."
Immers hetgeen onmiddellijk np de geciteerde
woorden in de Encycliek volgt, heeft betrekking
niet op het inkomen maar op de arbeidsvoor
waarden.
De arboi 1 óok beschouwd met het oog op het
doel waai toe hij als middel dient, en met het oog
op den eigen aard van bet arbeid verrichtend
wezen: in de Encycliek wordt d.t nitdiukkehjk iet-
sprake gebracht bij het loon impiicito gaat ze
daarvan uit bij de aibeidsvoorwaarden.
Ze erkent een doel, eene bestemming van den
arbeid en van de stoffelijke goederen met betrekking
tot den mensch.
Mr. Van Houten, schrijver van das Causaliiats-
gesetz in der Socialwissenschaft, et kent slechts
feiten en toestanden nis gevolgen van oorzaken.
Dr. Nolens geeft nu de algemeene beginselen
aan, onder wier licht doze economische zaken in
de christelijke opvatting beschouwd worden.
De Encycliek of liever de Christelijke opvatting,
waarvan zij slechts de uitdrukking is, leidt daaruit
af, dat ook do loonarbeider door zijnen arbeid in
liet bezit van het noodige moot komen en dat bij
het verrichten van dien arbeid rekening gehouden
moet worden met zijne menschelijke natuur
altijd waar die arbeid verricht kan worden, en
waar die arbeid dat gevolg kan hebben.
In dezen zin is het volgens de Encycliek «eisch
der natuuilijka gerechtigheid, dat namelijk het loon
niet ontoereikend mag zijn om een spaarzaam, eer
zaam werkman levensonderhoud te verschaffen"
maar ook, dat de ai beidwoorwaarden niet strijden
met de natuur van den mensch, hem de vervulling
van hoogor plichten niet onmogelijk maken.
De mensch, ook de gewone loonarbeider, dient
niet beschouwd le woiden alleen als drager van
arbeidskrachten, als middel, als factor van vooit-
brenging van economischen rijkdom, maar ook als
doel, waarvoor de producten van die voortbrenging
bestemd zijn.
Aan deze eLchen van de natuurlijken gerechtig
beid moeten de feitelijke toestanden zooveel moge
lijk beantwoorden.
Dat daartoe staatstusschenkomst niet het eerst
en niet het eenige middel is, wie onzerzijds
zal dit ontkennen Daartoe is in de eerste plaats
noodig dat economisch leven weer beheerscht worde
door de zedenleer.
Blaar in beginsel ligt bet op den weg van den
staat, als oi/aan van het recht, om waar dit
noodig is en doelmatig blijkt, daaitoo inee le
werken.
En om na beden niet van het inkomen van den
arbeid in verband óok met zijn behoefte te spre
ken de Encycliek zegt, voor dat ze over het
loon spreekt
«De rechten van wie ook moeten zorgvuldig
geërbiedigd worden, en de openbare macht moet
zorgen, dat ieder hut zijne behoude, door onre:ht
tegen te gaan en te wreken. Nochtans moet zij
bij het beschermen van de rechten der burgers
zich bijzonder de geringen en armen aantrekken."
Daarna ontwikkelt zij die eischen ten opzichte van
Zondagsrust, arbeidsduur, arbeid van vrouwen en
kinderen.
Al slaat hierop niet rechtstreeks de vraag van
den heer Van Houten Wie zal het betalen ook
hier geldtWat in de eenmaal bestaando onder
linge concurrentie voor afzonderlijke ondernemers,
gesteld zij zouden aan dat alles beantwoorden
willen, niet mogelijk is het wordt mogelijk
door algemeene regeling.
En waar dan nog het bezwaar voor de inter
nationale concurrentie blijft bestaan, dan volgt
daaruit, dat, zooals ook thans daarnaar gestreefd
wordt, deze zaken zoo mogelijk internationaal ge
regeld moeten worden.
En bovendien zijn in de Encycliek zelf de be-
pm kingen aangegeven.
Ook wie geen rekening wil houden met de
Christelijke leer over de rangverhouding van indi
vidn, huisgezin en slaat, kan weten dat, in ver
band met deze Encycliek, zelfs in beginsel van
toekennen van te groote bevoegdheid aan den Staat
geen sprake zal zijn.
Daarbij zal men in de toepassing rekening moeten
houden met de practische bezwaren, met de doel
matigheid der voorgestelde maatregelen. Blaar aan
het beginsel doet dat alles geen afbreuk.
Persoonlijke dienstplicht.
Bij de Tweede Kamer is thans ingediend
door de ministers van oorlog, vau marine en
van binnenlandsche zaken het wetsontwerp tot
wijziging der militiewet, in dien zin, dat de
bevoegdheid tot het stellen van plaatsvervangers
en nummerverwisselaars uit de wet verdwyne.
Het ontwerp heeft ten doel het vaststellen
en in toepassing brengen van het beginsel van
den persoonlijken dienstplicht en behelst geen
andere wijzigingen dan die, welke op de per
soonlijke vervulling van den dienst betrekking
hebben of daarmede ia rechtstreeksch verband
staan.
Wordt het voorgedragen ontwerp tot wet
verheven, dan aldus verklaart de Regeering
zal krachtig de hand worden geslagen aan
de hervorming der levende strijdkrachten, hoe
wel intusschen door onverwijlde invoering van
den verplichten persoonlijken dienst al dadelijk
eene noodzakelijke verbetering der levende strijd
krachten zal zyn tot stand gebracht, welke aan
elke hervorming op dat gebied ten grondslag
moet strekken, onafhankelijk van de beginselen
waarop later het ontwerp voor de genoemde
hervorming zal berusten. Het volgen van dezen
weg meent de Regeering zal op de zekerste
en snelste wijze voeren tot het einddoelde
regeling van dea verplichten krijgsdienst, voor
geschreven in het tweede lid van ait. 181 dei-
Grondwet.
Bij hare uiteenzetting waarom zij de af
schaffing van de die nvt ver vanging bij de militie
noodzakelijk acht, oordeelt de Regeering iu de
eerste plaats verbetering van het zedelijk en
verstandelijk gehalte der militie van uitnemend
belang. Tot dusver zijn mannen van beschaving,
kennis en verstandsontwikkeling slechts voor een
gering aantal in hare gelederen aanwezig. Na
genoeg een vyfde gedeelte vau de militie bestaat
uit plaatsvervangers en nummerverwisselaars.
Nauwlettender toezicht betreffende liet gehalte
der manschappen door strengere eischen, acht
de Regeering in de praktijk zeer moeilijk,
terwijl zij door afschaffing van de plaatsver
vanging maar behoud van de nummerver-
wisselirig evenmin het beoogde doel te bereiken
oordeelt, liet ware dan immers te verwachten
dat al de lotelingen van iedere lichting, die
niet in persoon verlangden te dienen, zich
daarvan door het stellen van een nummerver-
wisselaar zouden vrijmaken. Er beslaat slechts
dén afdoend middel om de militie aan hare
bestemming te doen beantwoorden namelijk
ook het meer ontwikkelde gedeelte der natie
in de gelederen op te nemen, de noodzakelijk
heid van welk middel voldoende blijkt uit de
wijze van samenstelling der meeste Europeesche
legers.
De Regeering acht de invoering van den
persoonlijken dienstplicht in de tweede plaats
lioogst gewenscht, omdat op die wijze de minst
kostbare iegerorganisatie is te vei krijgen, daar
bij de volstrekt noodige uitbreiding van het
leger het vereischte aantal officieren, onder
officieren en korporaals anders niet, oi althans
niet dan met zeer groote geldelijke opfferingen
zou zijn te bekomen.
Voorts noemt de Regeering de afschaffing
van de uienstvervanging een eisch van sociale
rechtvaardigheid. Voor de groote meerderheid
bestaat feitelijk reeds thans de persoonlijke
dienstplichtwanneer nu het beginsel van ge
lijkheid voor de wet ook met opzicht tot de
militaire verplichtingen in toepassing wordt
gebracht, zal liet rechtsgevoel des volks daar
door zeker verhoogd worden.
Ouk betoogt de regeering dat de afschaffing
ook leideu zal tot betere onderlinge waardeering
van de verschilleude standen in de maatschappij.
Rijken zulien wel is waar rijk en armen arm
blijven, maar beiden zuilen met elkander in
aanraking komen op een onzijdig gebied. Van
de nauwere aanraking, waarin jongelieden uit
de verschillende standen, gedurende eenigen tijd
met elkander zullen komen, is toenadering tus-
sclien die standen te verwachten.
Met recht verwacht wijders de regeeririg dat
de afschaffing op het physiek, moreel en intel
lectueel gehalte van de bevolking een gumtigen
invloed zal hebben.
Ten slotte vestigt de Regeering er de aan
dacht op dat, vermits aan sommigen toege
laten wordt een ander in hunne plaats te stel
len, de opvatting welke de dienstplichtigen
omtrent de beteekenis van de hun opgelegde
taak moeten hebben, verlaagd wordt, Dienst
plicht mag geen koopwaar zijn, geen last: hij
moet in eere hersteld worden als een edele
roeping, als'een voorbereiding tot eene grootsche
taak, die door inspanning van eigen kracht door
opoffering, zoo noodig, van lijf en leden wordt
volbracht.
In geen enkel land van Europa betoogt
de Regeering eindelijk zijn van den per
soonlijken dienstplicht, waar hij is ingevoerd,
ernstige bezwaren ondervonden, zelfs niet in
Duitschland, waar de dienstplicht zelf van zeer
bezwarenden aard is.
Uit de toelichting van de artikelen biykt
o. a. het volgende
Volgens een voorgestelde bepaling worden
de lotelingen, die aan zekere bij kon. besl. vast
te stellen eischen van bekwaamheid voldoen,
met betrekking dat hunne inlijving bij een be
paald korps en hunne plaatsing in een bepaald
garnizoen, op eén lyn gesteld met de vrij
willigers by de militie.
By het ontwerp wordt ook voorgesteld wette
lijke sanctie te verleenen niet alleen, maar ook
uit te breiden de bepaling ten gevolge waar
van het aan jongelieden, die bij de loting voor
het blijvend gedeelte een laag nummer hebben
getrokken, niettemin mogelijk is gemaakt, na
afloop van den eersten oefeniogstijd huiswaarts
te keeren. Bedoelde nummerverwisseiing, thans
alleen toegestaan aan de manschappen mits
behoorende, wat de infanterie betreft, tot het
zelfde bataljon en, wat de vestingartillerie be
treft tot dezelfde compagnie, wordt uitgebreid
in het ontwerp by alle korpsen tot het geheele
korps. Het beginsel van den persoonlijken dienst
plicht wordt door deze regeling niet aangetast,
gelijk de Reg. betoogt.
Een meer volledige voorziening is bij dat
ontwerp voorgesteld betreffende afbreking in
de opleiding van geestelijken voor den krijgs
dienst. Vaigens deze wijziging wordt aan den
geestelijke, den bedienaar van den godsdienst
en den zendeling-leeraar, alsmede aan den
'student in de godgeleerdheid en den zendeling-
kvveekeling, die aan eene inrichting van onder
wijs tot geestelijke, tot bedienaar van den gods
dienst, of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid,
en aan den roomsch katholieken ordebroeder,
die tot eene binnen het Rijk gevestigde klooster-
inrichting behoort, op zijne aanvrage, telkens
voor één jaar ontheffing »au den werkelijken
dienA verleend.
Bij algemeenen maatregel van bestuur wor
den de bedoelde inrichtingen van onderwijs
aangewezen en wordt tevens bepaald wie voor
de toepassing der bepaling voor geestelijke, be
dienaar van de godsdienst, zendeüngleeraar.
student in de godgeleerdheid, zerideling-kwee-
keling of roomsch katholieke ordebroeder woidl
gehouden.
Ten aanzien van de kostwinners wordt voor
gesteld alleen dan ontheffing van den dienst
plicht te verleenen, waar bet geziu door het
gemis van den lotehng armlastig zou worden.
Wijziging wordt voorgesteld van de artikelen
betreffende het zich ifiet zonder toestemming
van de ministers van oorlog en maria" langei
dan vier weken buitenslands begeren door de
vei lofgangers der militie te land en ter zee,
welke wijziging gegrond is op de erkenning
door de Regeeiing dat voor eene koloniale en
handeldrijvende mogendheid bevoi dering tU-r
vestiging \an personen van den dienstplichtigen
leeftijd in de kolonies of in den vreemde wensche-
Iijk is, terwijl het ook ter versterking van den
baud tusschen moederland en koloniën alleszins
aanbeveling verdient dc persoonlijke deelneming
van hier te lande gevestigde personen aan hel
bestuur en den handel van Nederl. Indié aan
te moedigen.
Buiten twijfel wordt in verband hiermede
gesteld, dat aan de toestemming tot verbluf
buitenslands kan worden verbonden vrijstelling
van het jnarlyksch onderzoek, van de herhalings
oefeningen en van opkomst onder de wapenen
in geval van mobilisatie.
Overgangsbepalingen zijn voorgesteld o. a.
voor het geval, waarbij vrijstelling van den dienst
voor derden werd verbonden aan den dienst
van den plaatsvervanger.
Voorgesteld wordt de wet in werking te
doeu treden met 4 September 1898.
Ned. Landbouwcomité.
Voor de algemeene vergadering van het Ned.
Landbouwcomité op Donderdag 17 Februari a.s..
in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, en zoo noodig op Vrijdag 18
Febr. d.a.v., is o. a. aan de orde gesteld de
behandeling der rapporten in zakea. subsidiën
paardenfokkeriji. voorstel Coolen (retorsie-
maatregelen) c. Landbouvr-credietd. Maat
regelen tot het verkrijgen van beter afgeronde
eigendommen met nota over de markenwet.
Bij Kon. Besluit zijn mr. W. J. G. baron
van Oldeneel tot Oldenzeel, schoolopziener in
het arrondissement Breda, en D. de Groot,
schoolopziener in het arrondissement Utrecht,
benoemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau.
De Minister van Finantiën maakt bekend,
dat het saldo van 's rijks schatkist op 29 dezer
bedroeg
bij de Nederlandsehe Bank f 30,568.87
bij de betaalmeesters - 1,787,759.85
Te zamen 1,818,328,72
De gewone audiëntie van den Minister van
Financiën zal Donderdag 3 Februari a.s, te hall
twee uur plaats vinden.
Na de onlangs gehouden verkiezingen is het
bestuur van de Broederschap vari Rijksontvan
gers, thans samengesteld ais volgtde heeren
J. Troelstra, voorzitter, P. A. de Rochefort secre
taris-penningmeester, H. J. Lamoraal Wichers,
A. L. Thiereus en R. van der Feen.
Door de Bremer stoomvaart-maatschappij
«Neptun" is een stoomvaartdienst geopend van
Rotterdam op Kopenhagen. Voorloopig zullen
de afvaarten van Rotterdam om de 2 a 3 weken
plaats hebben. Scheepvaart
OVERSCHEE, 1 Februari. Tengevolge van bet
hooge water raakten gisteren aanhoudend pakschuiten
onder de Lage Brug beklemd, waardoor do booten
der reederij „de Schie" en van den 's-Gravenhaag-
schen stoombootdienst veel hinder ondervonden. Don
geheelon dag voeren zij zeer ongeregeld, terwijl beide
diensten éen reis hebben overgeslagen.
EERSTE KAMER.
Zitting van Dinsdag 1 Februari.
{Fer telegraaf.)
De Kamer had heden nog d» hegrootingen voor
West-Indië af te doen.
De heer Van Asch van Wijek betoogde dat
Suriname's toestand vooruitgaande is, ook tengevolge
van de krachtige immigratie. Hij waarschuwde echter
tegen verbooging van belastingdruk speciaal tegen
opvoering van de patentbelasting. Spr. wees op de
verdiensten van den belastinginspecteur de Jonge,
dien hij voor een onderscheiding bij den Minister
van Koloniën aanbeval.
Spr. betoonde zich tegenstander van het stelsel
van vaste ambtenaren in Suriname, maar wil de uit
zending van ambtenaren van hier zooveel mogelijk
beperken. Hij ontried de oprichting van een middel
bare school in Suriname, de voorbeur gevende aan
beschikbaarstelling van beurzen voor opleiding bier
te lande en besprak de urgentie van overbrenging
van Javaanscbe gezinnen naar Suriname gepaard
met bevordering van de rijstcultuur.
Op het voetspoor van wijlen den beer Werthrim,
aan wiens warm hart voor Suriname hij hulde bracht,
beval hij oprichting aan van landbouwbanken in bet
belang der cacao- en koffiecultuur.
De Minister benoeme een commissie tot onderzoek
van den steun aan den Surinaamsehen landbouw te
verleenen en de Regeering geve geen gronden tegen
te lagen prijs uit. Tevens vroeg bij welke toezeg
gingen aan de Maatschappij Suriname zijn gegeven
en waarschuwde tegen het toekennen van te groote
voordcelen bij de concessie. Een vergunningsrecht
voor grondonderzoek acht hij noodig.
Eindelijk wensebte bij telefoonaanleg van gouverne-
mentswege.
De Minister van Koloniën, de uitvoerige
rede van Suriname's oud-gouverneur beantwoordende,
erkende dat de fmancieele toestand der kolonie iets
beter geworden is; dat de beiastinglast niet ver
zwaard moet worden, maar meende dat er krachtig
gestreefd moet worden naar verlaging van uitgaven
door bezuiniging op bet bestuurspersoneel. Hij zal
de opmerkingen omtrent de personeele en patentbe
lasting overwegen en bet beginsel huldigen van deta
cheering van Nederlandsehe ambtenaren in Suriname.
Een middelbare school wordt niet opgericht, maar
gevormd uit de inrichting van meer uitgebreid on
derwijs. Emigratie van Javaansche gezinnen is niet
gemakkelijk uitvoerbaar en zeer kostbaar en questieus.
Hij gaf dus geen beloften te dien opzichte.
Togen een commissie van onderzoek heeft de Min.
vooralsnog vele bezwaren, evenals tegen een gou-
vernements-landbouwbank.
Geleidelijke uitbreiding van den kleinen landbouw
is beter.
De 3Iinister is niet gezind om SDriname geheel in
handen te geven van particuliere maatschappijen, al
wil bij medewerken tot opwekking van slapende
energie in de kolonie. Telefoonaanleg wil ook do Re-
geeriug in handen houden met medewerking van
particuliere bijdragen. Voorstellen tot ontwikkeling
der kolonie zal hij ernstig overwegen.
De Suriuaamseke en Curaqaoscbe begrootingen zijn
aangenomen, gelijk mede de begrooting van Koloniën.
Dc Kamer is tot nadere bijeenroepiug uiteengegaan.
.Politie.
Vijf personen kunnen worden aangesteld tot
agent \nrt politie 3e klasse alhier.
Sollicitanten van 23 tot 35 jaar oud, worden
verzocht zich met een eigenhandig geschreven
verzoekschrift aan te meiden bij den Commis
saris van Politie.
Gisteravond werd in liet Vereenigingslokaal
aan de Broersvest de Munstersche vrede her
dacht in een rede, uitgesproken door den heer
L. Vogelesang, hoofd eener bijzondere school
te Amsterdam.
Het fanfare-gezelschap «Excelsior" bracht ter
afwisseling eenige nummers ton gehoore.
B U R G E R L 1.1 K E STAND.
Cieboren
28 Jan. Adrianus, zoon van A. van Bergen
Walraven en B. de Zanger, Hendrik Oalehtraat.
29 Jan. Aiy Johannes Corneiis, zoon van
A. J. Middendorp en E. van Loenhoud, Oude
Kerkhof. Jacobus, zoon van J. Sutloip en
M, Brockhus, Singel. Jan Benedictu.s, zoon
van B. J. van Meurs en J. van Wassenaar,
Breedstraat.
30 Jan. Hendrika Elisabeth, dochter van J. B.
H. Kleiss en M. F. D. Nater, St. Pietersteey.
Johannes Josephus, zoon van N. S. Philippaen
A. J. Prein, Bleekerstraat.
34 Jan. Maria Agatha Liduina en Adriana
Alida Liduïna Maria, dochters van J. J. M.
Meijer en M. Ammerlaan, 's Qrav. polder.
êtyerleden
30 Jan. Wilhelmina Clara Johanna Allewelt,
oud 3 weken, Lauronstraat.
Er worden pogingen aangewend om op 31
Augustus op hat kroningsfeest op de Gedempte
Waal eene groote zang-uitvoering te geven
waartoe zijn uitgenoodigd alle zangvereenigingen
uitonze gemeente, n.l. «Euterpe", de R.-K. zang-
vereeniging »Si. Caeeilia", de Chr. zangvereeni-
ging «Excelsior" en het zangkoor van der.
Protestantenbond, te zamen 200 deelnemers.
Regenten van het Weeshuis der Hervormden
hebben zich weer tot de gemeenteleden gewend
met het verzoek de gewone bijdragen te mogen
ontvangen. Er worden thans in het gesticht
37 kinderen en 9 bejaaiden verpleegd. Het
spreekt vanzelf dat dit aanmerkelijke uitgaven
vordert en dat dus alle liefdadigen die gewoon
zijn het Weeshuis met hunne giften te gedenken,
ook thans niet zullen achterblijven.
Op de vergadering van aandeelhouders van
de Doggermaatschappy, Dinsdag 11. gehouden,
werd het dividend bepaald op f425.per aan
deel of 5 Verder werd besloten tot uitgifte
der laatste serie.
Bovendien werd goedgekeurd het voorstel tot
het bouwen van een stoomschip voor de vis-
scherij en van een pakhuis.
De tooneel- en letterlievende vereenigmg
«Varia" alhier zal op den 46 Februari a.s. ten
tooneele brengen het bekende drama «het
Goudvischje" door W. G. van Nouhuys, den
schrijver van «Eerloos" enz.