51s<e jaargang
Vrijdag 4 Februari 1898
N°. 9543,
>1. V
II
Tweede Blad
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
UIT DE PEJIS.
BINNENLAND.
ABOssEHENTsmjs voor Schiedam, per kwartaal 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
BUREAU: BOTEBSTKAAT TO, TeïepDoosi JVo. 133.
AnvERTE.s-TiErr.i":: von 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene (Jannet0.52
Iedere gewone regel meer- o.lO
Bij abonnement wordt korting verleend.
VEUSinniNGSPLANXEX.
Ome Kring bespreekt in een uitvoerig artikel
hetgeen wij in ons biad van Donderdagavond
27 Januari over bovengenoemd onderwerp schre
ven, en constateert, dat wij het in vele opzichten
met haar betoog eens zijn.
Het blad citeert ons artikel goeddeels en zegt
aangaande het woord van Jezus, dat wij aan-
haaluer omtrent het verkwisten van de koste
lijke zalf
Begrijpen wij dat deel van het N. T. goed, dan
lieett Jezus dat wooid sde aimen hebt gij altijd
met u" gebezigd, om tegenover de nuchter-prak-
tisehe beswaren der leetltngen, die het uitgieten
der kostbare zalf szonde" vonden, de nooit te duur
betaalde waarde der toewijding te doen uitkomen
Hadden wij nu niets gevoeld voor de hulde, die men
der Koningin brengen wil, en aangeraden ons geld
snuttigei" te besteden, dan zon dat woord van
Jezus zeer terecht tegen ons zijn aangevoerd. Maar
wij meenden integendeel dat wij grootere hulde aan
Koningin bewijzen zouden, indien wij die hulde de
blijvend mankten, inplaats van baar, r.a een dag,
naar den vuilnishoop te verwijzen Waarlijk, niet
tegen die hulde zelve, maar tegen de wijze waarop
men van plan is dia hulde te brengen, was onze
waarschuwing gericht.
Ook hebben wij geenszins aangeraden het feest
betoon alleen te doen bestaan vin het zamelen
van geld voor een blijvende stichting" .Wij hebben
nadtukkelijk vooiopgesteld dat wij op dien dag
moesten feestvieren. Doch wij vroegen of daartoe
niQilig was die kostbare, verkwistende versiering
Wij meenden zelfs dat men boter deed, een gedeelte
van bet ingezamelde geld voor feesten te besteden,
in plaats van aan versieringen Wij oordeelden
dat de vlag van iedere woning uitgestoken, onze
straten reeds voldoende tooien zou, zonder dat
daaraan geld behoefde te worden verknoeid.
Intusschen zijn wij dankbaar dat de Schicdamsche
Courant tets voor onze bezwaren gevoelt, pn gedeel
telijk onzen raad wil opvolgen. Dat is al iets. Hier
en daar, waar het kan, een bloemperk, een beeld
of iels detgelijks.
En toch geven wij ons oorspronkelijk denkbeeld
nog niet op. Waarom niet een Wtlhelntinnfonds
«lichten 7 Omdat, zegt do Sch. Cf., voor bet hulde
blijk aan de Regentes slechts een zevenhonderd
gulden werd vetzameld in Schiedam. En dat neemt
zij aan als maatstaf, van wat men voor iets blij
vends ovet heeft. Want do Regento-i had uitdruk
kelijk verklaard dat geld te willen besteden voor
een liefdadige instelling. Maar de Sch. Cl vergeet
twee dingen: 1l dat men niet wist, wat die lief
dadige instelling zou zijn, en vooral 2a dat die holde
eene algemeeno en niet een plaatselijke i«, en dus
ook het op te richten gebouw ergens, ver van hier,
verrijzen zal. Wilde men ons plan volgen, men
zou van te voren weten wat de bestemming was,
en dat de stichting een zuiver Schiefamsclie voor
Schiedam zou zijn.
Wij hebben uit de beste bron vernomen, dat de
goedkoopste versiering voor do Nieuw straat en den
Langen Achterweg f 800 zal kosten, en dut men
dajrtoe beteid is. Eén errepoort voor wie of
wien wil men die toch plaatsen moet reeds
f 300 kosten. Het goedkoopste versieringsplart voor
de Lange Haven is beraamd op f 2000. Wij blijven
er bij, dat het besteden van zulke sommen voor
een ééndagsversiering veikwisting is, en dat, indien
de verschillende buut tcommissies, na aftrek van een
ruime som voor volksfeesten, het overige wilden
ttoiten in een Wilhelmipsfonds, reeds dezen, of
den volgenden zomer, een aantal zwakke, zieke of
gebrekkige kinderen nieuwe levenskracht aan zee
of in da bosschen konden opdoen. Om één kind
gedurende acht weken naar buiten te zenden, zal
jaarlijks ongeveer, f 32 noodig ztjn, d. w z. tegen
■4°/» een kapitaal van f800. Ons wil het voot komen
dat wij zonder eenige moeite f 8000 zouden kun
nen zetzamelen, waarvoor dan 10 kinderen 8 weken
lang gezondheid zouden kunnen zoekenof wil
aten teder kind 2 weken geven, dan konden er
jaarlijks 40 kinderen van genieten. Indien dan dat
fonds werd bestuurd door eene commissie, bestaande
uit alle geneesheeren hier ter stede, zou liet zeer
zeker aan ztjn doel beantwoorden.
Of wil men liever ons ander planeen Wilhei-
roinalmis 7 Het is van algemeene bekendheid dat
het St. Jacobsgastbuis aan de Hoogstraat, in zeer
treuvigen toestand verkeert, en aan de allerminste
eischen niet kan voldoen. Het fonds voor het Oude
Mannenhuis, sinds ettelijke jaren op het Grootboek
geplaatst, is tot een respectabele som aangegroeid,
waaraan spoedig een bestemming gegeven zal kunnen
worden. Ware het nu niet mogelijk, met medewerking
der wederzijdsche regenten, beide stichtingen te
«ereenigon, indien zij van do burgerij de toezegging
herkregen van een geldelijketi steun van eenige
duizenden 7 Wij zijn niet genoeg op de hoogte van
Gasthuis en Oude Mannenhuis om hier met zeker
heid te durven spreken. Misschien wil een der
regenten hierover zijn bevoegd oordeel we! eens
kenbaar maken.
In elk geval gelouven wij dat aan het verzamelde
geld een betere bestemming gegeven kan worden
dan straat versiering of bloembedden. Wij h.pen
hartelijk dat ook andeien zich in deze zullen laten
hooren.
Katholiek. Socialisme.
In het Centrum zet dr. Nolens zijn artikelen
reeks tegen mi'. S. van Houten voort. Ten
opzichte van het sociale standpunt der Katho
lieken zegt hij in zijn zevende artikel
Wij katholieken worden nog steeds beschouwd
ais roerloos palstaand aan do zijde van het
individualisme, het non-imerventionisme.
Nu komt men onzerzijds openlijk in de Kamer
met da leer der Encycliek voor den dag. Het schijnt
dan toch meenens te zijn. Is het nu wonder, dat
den heer Van Karnebeek c.s. de schrik ote *t harte
slaat en dat de heer Van Kol, op zijne wijze
overdrijvend, van steun en toenadering spreekt ook
tot zijno beginselen 7
Maar ook heeft Mr. van Houten gezegd
sAl.s zij, als in koor, op de ondernemers schel
den, hen verbitteien en van hun vak afkoerig
maken, wordt door hunne schuld de toestand steeds
slechter."
Hierbij toekent Dr. Nolens aan
Zijn artikel handelt, naar aanleiding mijner rede,
over de Encycliek uRetnm Novarum". De volge
lingen van deze worden voorgesteld als in koor
scheldend op de ondernemers. De Paus dei halve, te
midden van dat koor, als anrisschelder. als toon-
aangever 1 Nu zou ik den heer Van Houten willen
vragen Waar wordt in do Encycliek een scheid-
toon gehoord waar vindt gij ook wat maar iets
op schelden lijkt in mijne rede 7 Bij wien van allen,
die als deelhebbets aan die geloovige wijsheid kun
nen doorgaan, vindt gij dal schelden op onder
nemers? Me dunkt, Sir. Van Houten, die de ktacht
der woorden kent, moost zich van dei gelijke uit
drukkingen, die alleen verdachtmaking ten gevolge
kunnen hebben, onthouden.
»De sociale wetgeving, waarop men ook m. i.
terecht aandringt, moet dan ook steeds op het
belang van liet geheel, niet op het belang van éene
klasse der bevolking gericht worden."
Htetin ben ik 't met Mr. Van Houten volkomen
eens En ik kan er bijvoegen, hierin zal ieder, die
de Encycliek sRetum Novarum" als grondwet op
het stuk der soctalo vragen et kent, het mot ham
eens zijn. De vraag is slechts: op welke wijze
wordt dat algemeen belang het best gediend 7 Daar
zijn or, dto beweten, dat ook thans nog dat alge
meen belang geschaad wordt door de verwaai loo-
zing van de belangen van landbouw en industrie.
Zoo zijn et' ook volgens wie het algemeen belang
in den loop dezer eeuw geschaad is door het niet
behartigen van de belangen der arbeidersklasse, en
die ook in dit opzicht met de Encycliek zeggen
«Daar het nu zeer onredelijk is om voor het eene
deel der burgers te zorgen, en bet andere deel te
verwaailuozen, is het duidelijk dit de staat de
noodigo zoigen wijden mmt aan de behartiging
van het welzijn en de behingen der wotklieden".
Rijwiel-belasting.
Dcor de regeering is thans, gelijk wij reeds
meldden, een nader wetsontwerp ingediend tot
regeling der personeels belasting naar den
grondslag rijwielen.
Wie, meent de Regeering, een rijwiel-belas
ting als onderdeel der personeele belasting wil
regelen, moet de regeling van den grondslag
paarden tot voorbeeld nemen. Slechts eenige
bijzondere bepalingen moeten hieraan worden
toegevoegd.
Het belastbaar feit is het houden hier te
lande van rijwielen, die op den openbaren weg
bereden worden. Personen, die zelf geen rijwiel
bezittende, nu en dan met een gehuurd rijwiel
ontspanning willen zoeken, behoeven dus geen
belasting te betalen en worden niet genoodzaakt
vooraf formaliteiten te vervullen, die aan tijd
en plaats gebonden zijn.
Buitenslands wonenden, die wellicht slechts
een enkele maal, met hun rijwiel over de grens
komen, worden niet bemoeilijkt. Eerst door
het houden van een rijwiel hier te lande langer
dan 3 achtereenvolgende maanden, zouden zij
belastingplichtig worden.
De belasting wordt geheven naar het aantal
rijwielen en het hoofd van het gezin wordt geacht
ook de belastingobjecten van de leden van zijn
gezin te houden.
Wie langer dan een week over een rijwiel
van een ander beschikt, onverschillig of dit
al dan niet steeds hetzelfde is, wordt te dier
zake geacht een rijwiel te houden.
Geen belasting wordt geheven wegens het
houden van: a. rijwielen voor den publieken
dienst door personen die daartoe verplicht zijn
en b. rijwielen, uitsluitend of hoofdzakelijk ge
bezigd voor de uitoefening van het bedrijf van
een besteldienst.
Voor het stellen van bet bedtag der belas
ting neemt de Reg. tot richtsnoer de belasting
van het mobilair. Zij stelt liet bedrag op l'/s
pCt.. gelijkstaande aan dat geheven wordt voor
een rijtuig.
Naar dezen maatstaf zal voor een rijwiel
met een verkoopwaarde van f 130 a f 140 een
belasting van f 2 moeten betaald worden.
Dit bedrag moet maximum zijn en aangezien
rekening moot worden gehouden met de zeer
ongelijke boedanigheid der rijwielen, en met de
omstandigheden dat personen die weinig inkomen
bezitten, hun rijwiel wel meestal voor andere
doeleinden dan voor ontspanning zullen ge
bruiken, verdeelt de Regeeting de houders van
rijwielen in 4 klassen.
Door opneming der belasting in bet personeel
kan de Regeering van de huurwaarde der wouing
partij trekken otn het bedrag der belasting te
verminderen en zelfs lot nihil te doen dalen.
Door dit te doen, wordt geen belasting ge
heven wanneer de houder van rijwielen wegens
liet gebiuik van een door hem bewoond pet ceel
niet in het personeel wordt aangeslagen.
In de drie volgende klassen bedraagt de
belasting f0.50, fi en f2. Dit laatste bedrag
wordt eerst betaald boven het viervoud van
de onbelaste huurwaarde f0.50 wordt geheven
wanneer de houders wegens het gebruik van
eeu door hen bewoond perceel belastingplichtig
zijn voor een huurwaarde, welke meer bedraagt
dan de som, bepaald bij art. 12 van het perso
neel, en niet meer dan het tweevoud dier som;
en f 1 wordt geheven, als de houders van rij
wielen belastingplichtig zijn naar een huur
waarde, welke meer bedraagt dan een tweevoud
en niet meer dan het viervoud van bedoelde
som.
Voor de rijwielen van fabrikanten of ver
huurders, handelaren in rijwielen en personen
die van het geven of doen geven van onder
richt hun bedrijf maken, of dia aan anderen
ten gebruike worden afgestaan of voor onder
richt dienen, en de rijwielen die ten behoeve
van winkelneringen worden gebezigd, wordt
voorgesteld een vast belastingbedrag, re^p. van
f 1.50 en f -1.
Voorgesteld wordt ten slotte voor rijwielen,
ingericht voor meer dan één persoon de belas
ting tot een vast bedrag van f4 op te voeren.
Uitgaande van de praesumlie dat den patioon
de rijwielen toebehooren die de ondergeschikten
berijden, worden rijwielen die dienen bij het
onderricht in het wielt ijden en die voor winkel
neringen worden gebruikt, geacht door den onder
nemer van het bedrijf te worden gehouden.
Wegens de belasting of verhooging van de
belasting ter zake van rijwielen die niet vol
gens de wet zijn opgegeven, geschiedt steeds
aanslag over het geheele jaar.
Voor rijwielen die in strijd met de wet zijn
opgegeven, wordt het bedrag der belasting
verdubbeld. Het doel dezer bepaling is om van
pogingen tot ontduiking der belasting af te
schrikken.
De inwerkingtreding van de wet wordt voor
gesteld op 1 Juli 1898, maar met afwijking van
art. 45 der wet op het Personeel, zal de aan
gifte tot 15 Aug. kunnen plaats vinden.
Welke bate de regeling aanvankelijk voor
de schatkist zal afwerpen is niet met eenige
zekerheid te ramen. Het aantal rijwielen is
groot en neemt sterk toe. In 1S9G bedroeg
alleen de invoer 18,683 stuks.
Geheelonthouders.
Van wege de voorloopige commissie en het
hoofdbestuur van den Algemeenen Geheel-
onthoudersbond is eene brochure uitgegeven,
waarin le oprichting en het doel der veree riging
worden uiteengezet. Uit deze brochure bijjkt,
dat do bond alle geheel-onthouders eerst wii
vereenigen onder de gemeenschappelijke leuze
niet drinken, niet schenken, vóór men zich gaat
verdeelen in verbods- en antiverbodsmannen
en ook vóór men scheiding gaat maken ter
•wille van den grondslag, waarop men in eigen
gemoed die leuze wil vestigen. Men wilde zoeken
een bond, een federatie van allen, die liet met
de oprichters eens zijn aangaande den eersten
stap, welke te doen staat tot bestrijding van
de drankellende onzer maatschappij.
Het hoofdbestuur van den bond bestaat uit:
prof. dr. J. van Rees te Hilversum, voorzitter,
den heer SI. Valk Lzn. te Loosduinen, le-spcre-
taris den heer Menno Huizinga Jr. te Amster
dam, 2e-secietatis, den heer P. M. Wink te
Gorinehern, penningmeester, en dr. S. Biruie
te Rotterdam.
Drankbestrijding.
Het hoofdbestuur der Ned. Onderw, propa-
gandaclub heeft de leiding op zich genomen
van de zaak der drankbest! ijding op de tentoon
stelling voor vrouwenarbeid. Men zal trachten
een comité te vormen uit leden der verschillende
drankbestrijdersvereenigingen »n twee gedele
geerden uit de commissie voo1- maatschappelijk
werk, de dames S. Groshans en G. C. Koch.
D t comité zal overwegen, hoe op de tentoon
stelling een beeld kan worden gegeven van de
rol der vrouw in de drankbestrijding.
Zendingsrereeniging.
De Februari-afleiering van het Orgaan der
Nederlandsche Zendingsvereeniging geeft een
kort overzicht van den staat van de geldmid
delen der vereeniging. De ontvangsten bedroe
gen in het tifgeloopen jaar f 50,035.76 (w.o. de
stuiver«coUecle ad f 7859.65 tegen f 7709.64
in J896), de uitgaven f 55,351.90, zoodat de
rekening vau 1897 sloot met een tekort van
f5316.14. Daarbij is het tekort van 1896 niet
ten volle gedekt; erbleef nog openstaan f 1516.67,
zoodat er een feitelijk tekort is van f 6832.81.
Het bestuur hoopt op de mildheid van de
vrienden der vereeniging om in het tekort te
voorzien; de uitgaven zullen er, zoo heet het,
dit jaar niet minder op worden, nu br. van
Eendenburg dit jaar naar zijn post te Pang-
harepan terugkeert en br. Muller een nieuwen
zendingspost gaat vestigen.
Feu preek mot debat.
De bekende socialistische spreker L. M.
Hermans bezocht Zaterdag en Zoudag j 1., de
provincie Groningen en hield aldaar redevoe
ringen. Te Stadskanaal besprak hg de Jezus-
figuur in het Heidendom, in het Christendom
en in het Socialisme en eenige zijner partij-
genooten te Nieuwe Pekela hadden bezoeken
afgelegd bij godsdienstleeraars en predikanten
ten einde dezen uit te jnoodigen de vergadering
bij te wonen en naar aanleiding van het ge
sprokene te debatteeren,
Oieral ontvingen zij een weigerend antwoord.
De beer Jansonius predikant bij de Ned. Herv.
Gemeente te Nieuwe Pekela gaf echter te
kennen dat hij er niets tegen had wanneer
de socialisten zijne predikatie bijwoonden en
men na afloop van den dienst bedenkingen
tegen het gesprokene inbracht.
Uit gezegde had ten gevolge dat Zondag
morgen jl. Hermans met een twintig zijner
parlijgenuoten in het kerkgebouw verscheen
en de godsdienstoefening bijwoonde. Nadat de
heer Jamonins over den Munsterschen vrede
gepreekt had en op de gewone wijze de gods
dienstoefening was afgeloopen, trad de heer
Hermans met den prediker in debat, waarvan
wij een verslag in het Volksdagblad vinden.
Bij vele kerkgangers moeten die discussiën een
zonderlingen indruk hebben gemaakt.
II. B. S. te Arnhem-
In Arnhem is een quaestie gerezen over het
straffen van leerlingen der H- B. S, Een 7-tal
vaders van jongelui, die zeker nogal eens de
onteviedenheid hunner leeraren opwekten,
zonden aa, jen Gemeenteraad een adres, waarin
zij o. m. verklaren
«dat sedeit het voorjaar van 1897 door den
directeur der H. B. S. veelvuldig gebruik wordt
gemaakt van zijne bevoegdheid om den leer
lingen voor eenige dagen den toegang tot de
schooi te ontzeggen, veelal naar aanleiding van
weinig beteekenende voorvallen
«dat in October jl. de commissie van toezicht
dit stelsel van straffen is gaan steunen, door,
zonder dat zeer ernstige vergrijpen hadden
plaats gevonden, twee leerlingen vooreene maand
te verwijderen, en zelfs ten aanzien van één
hunner een voorstel nan B. en W. te doen om
hem niet weer tot de school toe te laten
«dat dit college, door het voorstel niet op te
volgen, de straf weliswaar aanzienlijk heeft ver
licht, doch de betrokken jongeling toch twee
maanden het onderwijs heeft moeten derven
«dat zonder de leerlingen vrij te willen plei
ten, adressanten liet voorvallen van wanorde-
lykhedeu in de eerste plaats aan andere oor
zaken meen en te moeten wijten, o. a. aan de