51"e jaargang. Dinsdag 8 Februari 1898. N°. 9546. DE VLUCHTTE Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVERH. J.ITrÖELANTS. BUITENLAND, Abonkementspbijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAUBOTEKSTKAAT ïft, Telepltoon l¥o. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone regels mot inbe grip van eene Courantf 0.53 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen ov&reieht. Schiedam, 7 Februari '98. Heden trekt Parijs weer eens de blikken der gansche wereld tot zich. Daar zal voor de gezworenen verschijnen de krachtige strijder dieonversaagd geheelFrankrijk den handschoen in het gelaat dorst werpen. Geheel Frankrijk: ministers en oud-ministers, het bestuur des legers, Frankrijks trots, de krijgsraden, de deskundigen, die hun oordeel hebben gegeven over het borderel, en niet het minst de massa, die opgestuwd in vijandelijke beweging tegen de afstammelingen van het Oude Volk, luidkeels haar »A bas les Juifs uitschreeuwt en Zola conspueert. Het is moeilijk een oordeel te vellen over de vraag op Dreyfus schuldig of onschuldig is gevonnist. Voor hem, die buiten de zaak staat, die niet vermag door te dringen in het innerlijk wezen van dit proces, is het zeer gewaagd eenige meening te formuleeren. Maar zeker is het, dat het vonnis over Dreyfus niet kon worden uitgesproken, dan door geweld te doen aan het positieve recht. Of Dreyfus is veroordeeld op het borderel alleen, waarop hij niet had mogen gevonnist woiden, of wel geheime stukken, waarvan èn Dreyfus èn zijn verdediger onkundig zijn gelaten, zijn de basis geweest, waarop het onteerend vonnis werd gegrond. De vraag of Dreyfus onschuldig is, moge niet voor beoordeeling geschikt zijn; hem, die strijdt voor het geschonden recht hij heete Zola of Voltaire, of hoe dan ook komt een woord van oprechte hulde toe. Men heeft ernstige voorzorgsmaatregelen ge nomen om de orde te handhaven bij het proces- Zola. De galerijen, die toegang geven tot de rechts zaal zullen bezet worden door de burgerwacht. Ook buiten het Paleis van Justitie zullen republikeinsche garden worden opgesteld. Men zegt zelfs, dat er troepen te Parijs en te Vincennes zullen geconsigneerd worden, voor het geval dat er manifestaties plaats vinden. Over den loop van het proces is natuurlijk weinig met zekerheid bekend. Men verwacht, dat een zestigtal getuigen zullen worden gehoord onder hen generaal Billot, tal van officieren, die Zola heeft gedagvaard, en de oud-ministers Dupuy, Mercier enz. Zij allen zullen, naar men deukt, getuigenis afleggen, voor zoover zij daar door geen ambtsgeheim schenden. DOOR IDA BOY-ED. 24) sllooggeachle Mevrouw! tBinnen eenige dagen reis ik naar Dolbatsch. Ik blijf daar maar veeriien dagen, overeen- komslig uw bevelen, mij vooral aan Trebbin te wijden, dat sedert jaren den meester heeft gemist en eigenlijk geen ander toezicht heeft gekend dan van den ouden Amtrup, terwijl u en uw echtgenoot voortdurend op Dolbatsch hebben gewoond. tEr heeft zich hier inlusschen niets voorge daan van ingrijpenden aard. Ik verzoek u, over mijnheer Langwifz mijn oordeel nog te mogen reserveerenwat u mij schreef van zijn oude moeder, heeft mij getroffen als een aansporing tot de uiterste voorzichtigheid. tDe eerste, zij het ook vluchtige inspectie der boeken deed mij zien, dat zij in goeden toe stand verkeerden. De oud-s Amtrup verzekerde tnij dit reeds vooruithij heeft ze om de drie maanden nauvvkeuiig en met zorg doorgeweikt, en zich alle stukken, zoowel die van de graan- koopers in Tundern als van de veekoopers in Hamburg, laten overleggen. Maar anderzijds is de vermindering der inkomsten, het vorige jaar met zeven duizend, het jaar daarvoor met acht duizend mark, een raadselachtig verschijnsel. Trebbin heeft jaren gehad, dat er met verlies werd gewei kt, en daarvan waren mislukking van den oogsten een ziekte onder het vee de onmiskenbare oorzaak. In goede jaren, en wanneer de veestapel door geenerlei ongeluk wordt getroffen, heeft het vijftig- en zestig duizend mark - opgebracht. Yan Zola zegt men dat hij vol vertrouwen zal terechtstaan. Na het pleidooi van zijn advo caat me. Laborie zal hij een brief aan de ge zworenen voorlezen, waarin hij de redenen zal blootleggen van zijn ingrijpen in de zaak- Dreyfus. De Intransigeant weet ook reeds te ver tellen, dat Zola door zijn verdediger nieuwe documenten zal laten voorlezen, maar dat die documenten zijn nagemaakt. Men verzekert dat zoowel het Openbaar Ministerie als de advocaten Laborie en Clémen- ceau, die zijn broeder George bijstaat, een aan tal leden der jury zullen wraken. Volgens de Temps zal Zola het Ilof ver zoeken alsnog twee getuigen te willen dag vaarden als getuigen de momlitë, nl. de heeren Gohier en Dublois, redacteurs aan de Aurore. Zaterdag heeft de ministerraad onder leiding van president Faure vergaderd. Uitvoerig wer den alle quaesties besproken, welke zich naar aanleiding van dit proces en de zaak-Dreyfus hebben voorgedaan het verzoek van Zola, om den minister van oorlog te machtigen als ge tuige voor het Hof te verschijnen, de dagvaar ding van generaal Mercier en van de overige officieren, enz. "Wat besloten is, wordt strik' geheim ge houden en zal eerst heden blij. m, terwijl de beslissing genomen is dat de aangelegenheid van kolonel Picquard, die ook is besproken, eerst na afloop van het proces-Zola bekend zal wor den gemaakt. Het eenige wat van de beraadslaging is uit gelekt, is dit, dat er zeer levendig gediscus sieerd is en de besluiten eerst genomen zijn na hevige debatten. Veel opzien heeft gewekt een verhaal dat de Aurore in een harer laatste nummers ten beste gaf over een bespreking welke 21 Januari plaats had tusschen Casimir Perier, Charles Dupuy en generaal Mercier. Gewichtige dingen zouden toen aan den dag zijn gekomen. Gene raal Mercier zou bekend hebben, dat bij aan de militaire rechters in raadkamer stukken heeft doen toekomen, die noch aan den be schuldigde, noch aan diens verdediger bekend waren. De beide andere heeren waren daar over weinig gesticht en vielen hem heftig aan. Generaal Mercier verontschuldigde zich door te zeggen dat hij om reden van Staat het ge beurde heeft geheim gehouden. Hij wilde zelf de verantwoordelijkheid geheel dragen. Twee zittingen van den ministerraad waren Zulke jarer hadden de beide laatste moeten zijn. sD.it mijnheer Von Liingwitz mij persoonlijk niet genegen kan zijn, begrijp ik zeer wel. Hij heeft hier meer dan twee jaren zelfstandig het beheer gevoerd, en de bevoegdheid van den ouden Amtrup om iedere drie tnaandpn de boeken na te zien, kon nauwelijks als toezicht op Liingwitz gelden. sDe brave oude heer heeft voor fijngevoe lige naturen het zedelijk overwicht van een eerwaardige persoonlijkheid, maar inderdaad kan hij kwalijk voor een autoriteit doorgaan. En nu moet Von Langwitz, een man van veertig jaar, die reeds als heer en meester zijn eigendom heeft beheerd, die hei leven in alle opzichten zoo door en door heeft bestu deerd, als ik het wel nooit zal leeren kennen, mij, den jongen man van nog geen zes en twintig jaar, als een soort superieur beschouwen. Dat is bitter voor hem, en daai uit volgt zijn koele houding. In ieder geval eischt de toestand van mijne zijde groote delicatesse, en het toezicht en nasporen behoort met behoedzaamheid te gischieden. »lloe gelukkig maakt het tnij, mevrouw, dat mijn schets van Trebbin in u verlangen heeft gewekt naar dit heerlijk piekje gror.ds. Maar uit mijn schrijven de conclusie te trekken dat Alius mijn gaven verkeerd heeft beoor deeld, is den dichter onrecht aandoen. U vraagt, of behalve het intense zien en leven nog een derde factor noodig is om den dichter te maken. Zeer zeker. En dat isconcentratie. Concentratie nu is wellicht niet meer en niet minder dan de kracht, tegelijk in hooge mate zelfzuchtig en belangeloos te kunnen zijn. Een zelfzucht, die den dichter doof en blind maakt voor de rechten en het lijdon van die hem lief hebben; die hem al zijn plichten als een bijzaak doet beschouwen in vergelijking met zijn plicht jegens zijn werk een belan geloosheid, die hem koud en hard genoeg geheel aan de bespreking dezer onthullingen gewijd. De Aurore verklaarde beslist en zeker inge licht te zijn over deze zaak. Maar de Tempi nam daarmede geen genoegen en is Dupuy gaan interviewen. Deze verklaart nu, dat generaal Mercier hem in de Kamer kwam spreken over een geheel persoonlijke aangelegenheid. Over de zaak- Dreyfus is niet gesproken. Even onjuist is het, dat er een onderhoud heeft plaats gehad tus schen hem, Casimir Perier en generaal Mercier. Men kan niet beter doen dan de feiten mede te deelen, zonder zich aan eenig oordeel te wagen. Wie zal het zeggen, of de Aurora dan wel Dupuy de waarheid spreekt? In de Kamerzitting van Zaterdag heeft de Fransche regeering een hevigen aanval te door staan gehad van den afgevaardigde Denis Cochin. Ditmaal gold het de buitenlandsche staatkunde der regeering, en wel ten opzichte van Grieken land en Kreta. Denis Cochin keurde de houding van Europa af, die Griekenland dwingt een bezwarend vredesverdrag en een financieel toezicht aan te nemen. Men heelt den Sultan de autonomie van Kreta moeten opdringen maar die was eigenlijk reeds verleend. Men heeft hem weliswaar ver plicht Thessalië te ontruimen; maar men heeft hein een groote schadeloossteling toegestaan. Cochin prees Griekenland dat tegenover Turkije de vrijheid en de beschaving voorstelt. Hij betreurde het, dat hij Frankrijk steeds de meeste harde maatregelen tegen Griekenland, die Duitschland voorstelde, zag steunen. Dwingt de vriendschap met Rusland ons zóó streng te handelen jegens de kleinen en zwak ken? vroeg hij. De minister Hanotaux antwoordde dat Frank rijk juist in tegenovergestelden zin had gehandeld. Cochin ging voort, dat men vroeger streed voor de vrijheid, thans voor geldleeningen. De minister van koloniën Decrais meende dat Cochin's critiek meer Europa dan Frankrijk trof. Bij geloofde dat Frankrijk de tegenwoor dige gebeurtenissen met kalmte kan tegemoet zien. Hij verdedigde de politiek der regeering en voegde er bij dat Griekenland dank zij het Europeesch concert van een ramp is gered. Frankrijk heeft geen onbeteekenende rol ge speeld integendeel doet Europa het recht weer varen. Wat China betreft verklaarde Decrais dat daar een moeilijk probleem was op te lossen, maakt, om de hoogste levensvreugden van zich te wijzen om alleen voor zijn weik te. leven, dat hij ter wille der menschheid schept; die hem, den dorstende naar geluk, dwingt daar van afstand te doen die hem, terwijl hij zich zou willen verzadigen aan de schoonheden der wereld en de schitterende genoegens des levens, stil en eenzaam in zijn atboidskluis bant. «En die concentratie zon ik nooit bezitten. Ik zou hen, die ik 'net neb, niet kunnen zien lijden; ik zou niet aan mijn arbeid denken, maar aan hun tranen ik zou mijn plichten jegens hen hooger achten dat: die jegens mijn wetk. En ik zou, als ik liefde vond, niet de kracht bezitten om afstand te doen van dit geluk, omdat mijn werk mij riep. Kortom, ik bob te groot medelijden met anderen en met mij zelf, om in de kunst een leven te te zoeken, wanneer ik het in de werkelijkheid zou kunnen geven en nemen. Daarom ben ik geen dichter, al kan ik ook een beetje schrijven. tMaar geloof mij, dal is een ongelukkige toestand, zooals alle halve toestanden. Men voelt de smart van het weten en den over vloed van indrukken, maar men is niet de groote gave deelachtig geworden om zich te kunnen bevrijden door een scheppende daad. ïAIs iets in staat is mij van dit ongeluk te verlossen, dan is het de levenstaak, die u mij heeft aangewezen, Mijn plichten gaan ge paard met een gevoel van meesteischap. tik ben bij mijn werk de natuur nabij. Dat is iets heerlijks. tEn ik heb hier een vriend gevondenDen eersten mijns levens, want reeds als knaap was ik eenzaam, meer door mijn aard dan door de omstandigheden. Adriaan von Collas en ik hebben eikaar zoo spoedig leeren liefhebben, dat ik zelf nog verbaasd ben over dat feit. Schrijven daarover is moeilijk. Wanneer men van een mensch hetzelfde mocht zeggen als van een landschap, dan zou ik bijna willen zeggen: het was mij, als kwam ik in een dat de belangen van Europa er in tegenspraak met elkaar zijn. Frankrijk's belang is het den status quo te handhaven, maar het moet zijn eskader ver sterken om zijn prestige hoog te houden. Decrais eindigde met de loftrompet te steken van het Franco-Russisch verbond, dat Frankrijk niet belet met Engeland op de voet van groote hartelijkheid te verkeeren. Na de verklaring van Decrais werd de zitting opgeheven. In de Zuid-Afrikaansche Republiek heerschen nog lang geen paradijstoestanden. De president van het hooggerechtshof der republiek heeft tot president Kruger een schrijven gericht, waarin verklaard wordt, dat de schikking in Maart van het vorige jaar ge maakt, dat de grondwet zou gewijzigd worden ten einde de positie der rechters vast te sf ellen, niet is nagekomen. Ook wordt daarin verworpen de schikking waarbij het toetsingsrecht voor landswetten niet aan de rechterlijke macht is toegekend. De Engelsche bladen deelen mede, dat Lionel Phillips,, die verbannen is omdat hij zijn ge geven woord 0111 zich niet meer met de staat kunde der republiek te bemoeien, Imeft gebroken, naar Transvaal wil terugkeeren 0111 de geldig heid van het verbanningsbesluit te betwisten. Zijn rechtsgeleerde raadsman moet hem hebben verteld dat de regeering der Boerenrepubliek door dit besluit buiten haar bevoegdheid is gegaan. Verder meldt de Daily Mail dat de redac teur van de Johannesburgsche Star gevangen is genomen onder beschuldiging van laster. Het blad had verteld dat, na het bericht in de Cape Times over het aannemen van chèques der Dynamiet-maatschappij door de heeren Leyds en Wolmarans, lid van den Volksraad, ge noemde ambtenaren eenige nachten in de bureelen der Dynamiet-maatschappij hadden gewerkt. De algemeene vergadering van aandeelhouders van de Britsclie Zuidafrikaansehe maatschappij te Londen is aanstaande. De Morning Post acht het zeer waarschijn lijk dat Rhodes en Beit opnieuw door de aan deelhouders zullen worden gekozen in den raad van beheer, waaruit zij ten gevolge van hun aandeel in de samenzwering tegen de onaf hankelijkheid van de Zuidafrikaansehe Republiek zijn verwijderd. Transvaal moge dan weer op zijn hoede zijn 1 streek, die mij zoo aangenaam aandeed, dat ik besloot mij daar voor goed te vestigen. Wanneer het heerlijke, groote feit waarheid zal worden, wanneer u werkelijk hierheen komt, mevrouw, dan zal u misschien hem en re ij doen begrijpen wat wij aan eikaar hebben. Wanneer u komt! Dit is het punt, waarom a! mijne, al onze gedachten diaaien. Ik heb Adriaan's voorstel, om het paik te laten in orde brengen, van de hand gewezen. U zou het nadrukkelijk moeten bevelen anders vindt u de wildernis, zooais zij nu is. liet komt mij voor dat de stemming er niet in gemist wordt. Hoewel ik reeds dikwijls het park heb doorkruist, waren de zil<'»rpopulieren mij toch ontgaan. Dat zal we! gekomen zijn, doordat mijn gedachten nooit bij mijn naaste omgeving waren. Alleen aan het pooltje, dat ik tde pooit van Phoebe" heb gedoopt, heb ik tot nu toe in weikelijkheid vertoefd. Dit kleine poppentuintje was tot nu toe mijn lievelingsplekje. Daar heb ik de twee menschen leeren kennen, met wie ik mij hier als in een geheime, geestelijke gemeenschap voel. Zij zijn jong als ik en vóór alles ik kan steeds weer met hen over mijn vei re, edele meesteres spreken. sMaar toen ik uw brief had ontvangen, ben ik snel naar het park geloopen. Het was mij bijna ais zou ik u zelf vinden, waar ik uw iieveiingsplaatsje zocht. tik liep over de gioote grasvelden, wit ge vlekt door de margrieten ik worstelde door de smalle paden heen, overrankt door da liguster met haar tengere takken en eindelijk zag ik ze hoog opsteken in den blauwen hemel, de toppen der populieren. De zon speelde flikkerend met het steeds trillend, gekant ge bladerte. De grijze stammen hadden een zachten zilverglans. Ik liep er heen, en mijn hat t klopte op een onverklaarbare vreemde wijze. tik vond er echter de eenzaamheid alleen. {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1