BINNENLAND. Uit de Staatscourant. Kunst en Wetenschap. Rechtzaken. Kerk en School. achtereenvolgens tot titel dragendel.ourdcs Rome, Paris. Tiet laatste deel is eerst onlangs verschenen, als feuilleton in het Parijsche blad Journal. Wat uiterlijke eer betreft, werd Zola in '1888 ridder, in 1893 officier van het Legioen van Eer. Daarenboven is hij voorzitter der Sociélé des geus de lettres. De deur der Aca démie franraise is voor Zola steeds gesloten gebleven. De grondtrek van Zola's karakter er is waarlijk geen groot doorzicht voor noodig om dit te bemerken is zijn waarheidszin en onstuimige drang naar openheid, die niets en niemand ontziet. Al wat hij schrijft, al wat hij zegt, levert daarvan het bewijs. Zijn optreden in de zaak-Dreyfus toont het ten overvloede aan. Het liefst zou hij van den katheder wat hij waarheid acht met luider stemme verkondigen. Maar hij zelf en alien die hem kennen met hem moeten erkennen dat de natuur hem de gave van het woord heeft onthouden. In het nu aanhangige proces echter maakt de verontwaardiging zijn tong los, en menig welsprekend woord is rechters en gezworenen reeds in 't oor gedrongen. Wat zal de uitslag zijn Inhnldigingsfeesten. Naar het Centrum verneemt, zuilen binnen kort de Amsterdamsche bloemisten eene vergade ring houden ter bespreking van de mogelijkheid om in den nacht vóór liet Kroningsfeest den geheeleu Dam in een bloemhof te herscheppen. De beeldhouwer Worstman (prix de Rome) heeft eene buste van koningin Willvelmina vol tooid. Deze buste, waarvoor H. M. persoonlijk heeft geposeerd, is door den kunstenaar ver vaardigd voor de «Société des Bronzes" te Amsterdam, en zal over eenige weken, iu echt brons en wit marmer, iu den handel worden gebracht. Hofbericht. Op de gisterenavond ten Hove gegeven partij zijn H. M. de Koningin, H. M. de Koningin- Regentes en H, D. H. Prinses Elisabeth precies te 8!/s uur de balzaal binnengetreden waarna onmiddellijk met het dansen een aanvang werd genomen. Te dezer soiree waren genoodigd de uitgaande gezelschappen in de residentie, de diplomaten met dames, de Ministers met hunne dames en tal van burgerlijke en militaire autoriteiten, Eevenals vorige malen, werd een cotillon gedanst, maar het bal was ten 12l/a uur ge ëindigd. De rijke tooi met bloemen gaf de zalen een prachtig aanzien. De balzaal bevatte een buffet en dergelijke gelegenheden tot het gebruiken van ververschin- gen voor de genoodigden ook in de andere vleugels van het Paleis. De Kon. Mil. Kapel begeleidde den dans. aandragen, en zette het met een goedaardigen glimlach voor den kolonel neder. «Bravo, Hassan «Tot uw dienst!" was de gewone uitroep van onzen Turk, terwijl bij recht voor ons front maakte en luidkeels van pleizier lachte. «Maar, Hassan, nu is er wel wat te drinken, maar hebt ge niets te eten vroeg de kapitein op zijn vingers bijtende. «Het zal er dadelijk wezen," antwoordde de Turk, en na korten tijd verscheen het gevraagde ais op commando. Om kort te gaan, na verloop van twee weken waren wij gebeel aan onzen be- reidwilligen gevangene gewend. Eenvoudiger en goedhartiger menseh dan hij, kan men zich moei lijk denken. Eens had hij een zestal oude snaren gevonden. Fluks werd nu uit vier plankjes een rechthoek samengesteld, de snaren hierin beves tigd, en met dit vreemdsoortig instrument, bege leid door zijne eigenaardige, maar welluidende stem, wist hij ons in zijn vrijen tijd niet weinig te amuseeren. Maar tegenover de Bashi-Bouzouks gedroeg deze gewillige en kalme man zich volmaakt als een wild dier. Geen wreedheid, geen kwelling die hij niet wist toe te passen op eiken Bashi-Bouzouk, die in zijn handen viel. De kolonel zelf, wiens stem en blik hij zonder aarzelen gehoorzaamde, kon hem dan nauwelijks inhouden. Zooals lator bleek, bestond voor zijne wreedheid tegenover de Bashi-Bouzouks eene leden. De tijd snelde voort. De troepen rukten verder naar het zuiden van het Turksche rijk en ons detachement vereenigde zich met een ander. Wij marcheerden naar de eene of andsre Turksche stad, waarvan ik mij den naam niet meer her inner ik meen Adrianopel, maar overigens doet het bier niets ter zake. Op eenige tientallen wer sten aistands van deze stad, hield ons korps halt in een fraai en vrij groot dorp, dat als door een wonder voor de verwoesting gespaard was gebleven. Toen wij het plaatsje naderden, legde Hassan eene ongewone gemoedsbeweging aan den dag het was duidelijk, dat het dorp hem bekend was, en nog waren wij er enkele wersten van verwijderd, toen onze Turk spoorloos verdwenen was. «Voed geen wolf, of alle andero in het woud komen toekijken," dachten wij. «Hij is naar de zijnen teruggekeerd, wel wetende, dat de Turken niet ver af zijn", merkte een onzer aan, Hoe dit ook zij, de verdwijning van Hassan had op allen, behalve op mij, een onaangenamsn indruk teweeggebracht. Waarom weet ik niet, maar ik Een historische qnaestie. Mr. Verkouteren heeft onlangs, toen er te Rotterdam van eene eamiidatuur van den heet Van Herwaarden voor de Tweede Kamer spraak was, gezegd, naar in de bladen gemeld werd, dat door dezen in 1888 onder het rnimstene- Mackay de portefeuille van Marine geweigerd was, en dat wel omdat stiet ministerie-Mackay de Room-chen naar de oogen moest zien en omdat in den ministerraad dr. Sebaepman aan de debatten deelnam als minister zonder por tefeuille." De oud-minister Mackay verklaaide daarop iu 'Be Standaard, dat hiervan niets aait was. Hier is nu eebter geen enkel woord van aan, noch wat betreft de redenen, die zouden zijn bijgebracht, noch wat betreft het weigeren der portefeuille door den heer "Van Herwaarden, zoodat zelfs de mogelijkheid, om voor eene wei - geiing eenige reden, vveike dan ook, op te geven heeft ontbroken. Ds (anti-rev.) Nederlander, dit veimeldende, teekeut er bij aan «Opgemerkt kan hierbij, dat de heer Ver kouteren bij zijn mededeeling niet het jaar 1888 noemde; alsmede dat de heer De Wilde, in het debat meedeelende, dat het feit der weigering hem bekend was, er aan toevoegde dat die weigering had plaats gehad in 1801, na den val van minister Dyscrinck." De Standaard van gisterenavond, zich hame rende op het door ons medegedeelde schrijven van mr. -11. baron Mackay, dat door dezen in hetzelfde nummer van de Standaard nog nader aangevuld wordt, schrijft: »In elk geval slaat dus nu vast, dat het ver haal, (dat aan den heer G. van Herwaarden de portefeuille van mm ine in het ministerie- Mackay zou aangeboden zijn) verzonnen is." In het christ. hist. )N ederlandsche Baghlad van gisterenavond publiceert echter de heer Vuu Herwaarden zelf het volgende, aan hem gericht schrijven van den heer Mackay; Zuiphen. 17 April '88. Geheim, HoogEdelgestr. Heer! Mijn telegram heeft u bericht, dat ik ver hinderd was gevolg te geven aan mijn besluit om U heden te komen bezoeken. Door Z, M. belast met de formatie van een nieuw kabinet, ondervond ik moeilijkheid een zeeofficier te vinden, die zich bereid verklaart de portefeuille van Marine op zich te nemen. De meesten laten als reden geiden, dal zij niet kunnen zitting nemen in een anti-liberaal kabinet, geformeerd uit de rechterzijde. Die reden van weigering heb ik, naar ik meen, van UHoog- Edgestr. niet te wachten. Mocht U bereid zijn de portefeuille van Marine te aanvaarden, dan verzoek ik U mij per telegraaf bericht te zenden, en kom ik U hedenavond nog spieken. Meent gij in ieder geval te moeten bedanken, wil het mij dan ook melden. De zaak is daarom van gewicht omdat, indien ook door U gewei gerd wordt, ik genoodzaakt zal zijn een persoon buiten de marine, wellicht van de landmacht, voor te dragen, hetgeen natuurlijk voor de marine niet aangenaam is. Het is daarom dat geloofde vast aan de gehechtheid en trouw va» omen gevangene, en twijfelde er niet aan, of ik zou hem spoedig wederzien. Inderdaad, weldra werd mijn vermoeden be waarheid. Nauw hadden wij ons in de nabijheid van het dorp gelegerd, of daar kwam Hassan onver wacht le voorschijn hij was echter niet alleen eene vrouw van middelbaren leeftijd met zeer sympatiek uiterlijk, en een ferme knaap met zwarte oogen en omtrent dertien jaren oud, vergezelden hem. Zonder een woord te spreken gingen zij naar den kolonel kusten zijn handen en de zoom van zijn mantel. Zoo goed zij konden drukten de vrouw en de knaap het waren Hassan's vrouw en zoon hunne dankbaarheid uit jegens den kolonel, die daardoor zichtbaar getroffen was. Half in het Bulgaarsch, werd ons daarop duidelijk gemaakt, dat de echtgenooten nog eene dochter van zeven tien jaren hadden gehad, die tijdens den oorlog door de Bashi-Bouzonks medegevoerd, en na wreede martelingen te hebben ondergaan, eindelijk door dezo troepen vennoord was. Met tranen in de oogen dankte Hassan's vrouw den kolonel en ons, voor de redding van haren man, en vroeg ons mode naar hare woning te gaan, waar een goede maaltijd en een keurige iolandsche wijn ons wachtten. Doch hiermede was de zaak niet afgeloopen. Tegen het aanbreken van den dag gaf het rof felen der trommen ons te verstaan, dat het deta chement marschvaardig stond. Wij kijken rond en ziet, Hassan was weer op zijn post. Evenals vroeger liep hij naast Kalmikow, terwijl zijn zoon Mahomed het toezicht hield op het proviand, dat in wagens achter het detachement werd medege voerd. Geen vermaningen konden Hassan overreden thuis to blijven. Hij werd verdrietig, sioeg zich met de vuisten op de borst, en vroeg verlof achter de troepen mede te mogen gaan. De vrouw sloot zich dringend bij dit verzoek van haren man aan. Daar er niets aan te was, stond de kolonel dit verzoek toe. Anderr hernam het marsch- leven zijne rechten, en met het ons bekende ge zelschap, waartoe ook de trouwe Ilassan behoorde, aan het hoofd, trok onze colonne langzaam vei uer. Wij waren genoodzaakt eenige wersten ver door een groot en vrij eenzaam bosck te marcheeren. De weg was smal en strekte zich als een onbe gaanbaar pad voor ons uit. De kolonel, de kapite'n, een tiental kozakken en ik gingen vooruit. Het was nog vroeg in den morgende sehuinsche stralen der zon drongen ik UlIEdg, verzoek de zaak ernstig te willen overwegen en nnj Uw besluit kenbaar te maken. Met de verzekering mijner hoogachting Heb ik de eer te zijn UHuogEde. dwd. (was get.) ,E. MACKAY. Nat. Tentoonstelling Vrouwenarbeid. Tot het hoofdcomité der Nationale Tentoon stelling van viouweianbeid zijn alsnog toege treden: als «erelid mevrouw de douairière Van 11 eert!t tot Kversbere, geb. Van Lans'uerge, en nis lid mevr. de wed. De Néiee tot Babbeiicli Van Uouteu, beiden in Den Haag. liet te Paramaribo verschijnende blad Onze West van den 19en Januari meldt: Hedenmorgen bezichtigden wij de door de sub-corn issie van de vereeniging «Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid" te dezer stede bijeengebrachte voorwerpen voor de in Nederland te houden expositie. De collectie is inderdaad de bezichtiging waard. Voor zooverre wij 't konden beoordeelen zijn de kleederdrachten van de bevolking vrij wel volledig. Dienstboden, marktvrouwen, indiaansche, boschneger- en koelievrouwen zijn allen vei tegen woordigd. Ook sommige bruid- en rouw toiletten. Zelfs was er een begrafenisstoet in het klein. De indiaansche afdeeling kwam ons zoo goed -als volledig voor, en bijgevolg belangwekkend. Rijk ook de afdeeling der bo-clmeger-v rouwen, Aan vulling van de collectie confituien werd nog ingewacht. In hoeverre de bijeengebrachte voorwerpen, die zeer merkwaardig zijn, een beeld geven van den vrouwenarbeid in onze kolonie willen wij niet beoordeelen, maar als het breid juist is, dan blijft op dit gebied nog veel te doen ovvr. Volksbond. Het hoofdbestuur van den «Volksbond" heeft zich tot den minister van oorlog gewent! met het verzoek in de algemeene voorscln iften voor de Uitvoering en liet onderhoud van werken onder het beheer van het departement van oor log eene bepaling op te nemen waarin verbo den wordt de uitbetaling van loonen in drank huizen. In Net Tad. gefft «een Netled, industrieel" in overweging, niet mede te werken aan de Parijsche tentoonstelling, zoo niet door de han gende procedure tegen Zola bewezen wordt, «dat de Fratisehe rechters het recht even hoog houden en eerbiedigen als dit gelukkig in Ne derland geschiedt." De «Ned. brood-, koek- en banketbakkers- bond" zal een adres aan de Tweede Kamer richten tegen de coöperatie. Vad Op 68-jarigen leeftijd is te Middelburg over leden de heer A. Dronkers, gepens. kapitein ter zee. ternauwernood door de dichte takken der hooge woudreu/en geen wolkje vertoonde zich aan den hemel, en alles voorspelde een helderen, frisschen dag. Juist hadden wij een kleine beek doorwaad en begonnen al dieper het woud Sn te dringen, toen plotseling 'in het dichte kreupelhout geweren blon ken er knalde Pen schot, geïolgd door een tweede en derde losbranding. Nauwelijks had onze kolonel den tijd den hoorn blazer «Verzamelen Alarm 1" too to roepen, toon zijn paard, doodelijk getioffen door een kogel, op de plaats neerstortte. Do schoten te beantwoorden ware ondoenlijk geweest, daar onzn vijand geheel onzichtbaar was; wij moesten de komst van het voetvolk afwachten, en konden eerst dan het bosch beginnen to zuiveren. Intu&schen waren wij weerloos aan de Turksche kogels blootgesteld. Snel maakten wij rechtsomkeert en voerden onze paarden langs de andere zijde van den weg near den zoom van het woud. Weldra daagde de infanterie op en nam de strijd een aanvang. Onze tiraiileurlinie begon de in het struikgewas verscholen Turken te bestoken, en hoe meer zij naar den boschrand voortdrongen, des te heviger werd het geweervuur. Yan uit hunne na'uurlijke schuilhoeken viel bet den Turken niet moeilijk onze soldaten te treffen, en telkens zag men een ftussischen dappere neerstorten. De treurige uitroep«Een draagbaar 1" hei haalde zich meer en meer, en ofschoon ik werd bijgestaan door Kalmikow en een tiental verplegers, hadden wij handen vol werk. Overigens, tot eer onzer soldaten dient gezegd te worden, dat alleen ernstige wonden hen konden dwingen het gelid te verlaten. Lichte uitwendige bloedingen werden door de gewonden zeiven op hunne plaats in het cordon verbonden, en dikwijls zag men hot bloed door de uniform van den tirailleur heensijpelen. Nadat de kozakken ijlings ter versterking der infanterie waren komen aandraven, werden de pogingen der onzen roet goeden uitslag bekroond. De Turken begonnen te wijken, onmiddellijk door ons voetvolk nagezet. Eene onverwachte gebeur tenis had bijna de resultaten van dezen strijd be dorven. De kolonel was op den rechtervleugel van het cordon vooruitgereden, door struikgewas, hoo rnen en ravijnen, en een honderd pas van zijne soldaten verwijderdslechts de hoornblazer was in zijne nabijheid. Plotseling sprongen eenige Bashi Bonzouks uit de struiken en wierpen zich op hem. De kolonel had nauwelijks den tijd zich tegen een groot rotsbiuk te plaatsen, en aldus in den Bij Kou. Besluit is benoemd tot diiccteur van het post- en telegraafkantoor te Kavestcin, J. Winters, thans commies der posterijen 'Je klasse. Bij beschikking van den Min. van Buitenl. Zaken, is aan jhr. mr. F. G. van Panhuys, commies aan het Deji. van Duitenlaudsche Zaken, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van seer. der comm., heiast met het afuemcn der con sulaire examens, eu als -eer. aan gemelde comm. toegevoegd ds heer mr. L. E. Visser, adj. commies aan gemeld. Dep. Tot ontvanger van de dir. belastingen en accijnzen tc Kestercn is benoemd de heer J. A. de Lussauet de la Sablonuiere, thans te Uitgeest; tot idem te Tiel (buitengemeenten) jhr. A. van Raab van Can- stcin, thans te St. Maartensdijk. Het stoffelijk overschot van Jan Albregt is op ver zoek van zijn weduwe in allen eenvoud de vorige week van de oude naar de nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam overgebracht, onder leiding van den lieer J. D. Struijs Jr. en in tegenwoordigheid van den heer J. II. Róssing, secretaris van de commissie. Men is nu bezig met do plaatsing van het monu ment op het nieuwe graf, dat later door do commissie aan mevr. Albregt zal worden overgedragen. (A.Cf.) Wij deelden gisteren een en ander mede omtrent het deponeeren van het portret der Koningin als fabrieksmerk. Ter aanvulling eu verduidelijking van bctgeeu men ons daarover seinde, geven wij hier nog een uitvoeriger exposé der quaestie. Id do laatste maanden is herhaaldelijk het portret van H.H. de Koningin als fabrieksmerk gedeponeerd. De laatste nummers der bijlagen van de Staats courant, waarin de fabrieksmerken worden gepubli ceerd, brachten telkens nieuwe inschrijvingen voor verschillende soorten van waren, en menig fabrikant zal het wellicht betreurd hebben, dat een concurrent hem te vlug was geweest met een zoo gewild fa brieksmerk. Xn is echter, naar wij vernemen, namens een Amsterdamsche firma door mr. Z. van den Bergh verzet aaugeteekeud tegen de inschrijving van dit fabrieksmerk en wel op grond, dat het zoude zijn een z. g. vrij merk, gemeengoed van allen en daarom ongeschikt voor fabrieksmerk, althans in dezen tijd en voor het soort van waren: broches,knoopenenz., die ter gelegenheid der kroningsfeesten op do borst plegen gedragen te worden. De zaak komt weldra bij de Ilnagsche rechtbank in behandeling. Yoor de rechtbank te Assen heeft terecht gestaan de 18-jarige molenaarszoon Js. Etten, woonachtig te Ilolthe, gem. Beileu, ter zake, dat hij op den Nieuw jaarsdag aan een 7-jarigen zoon van den arbeider L. Stevens zooveel sterken drank (jenever) heeft toe gediend, dat deze bewusteloos werd, zoodat er gevaar voor zijn leven bestond en geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Het O. 31. der rechtbank achtte het aan beklaagde ten laste gelegde bewezen ca eischte tegen hem eene gevangenisstraf van ééne maand. Uitspraak over 14 dagen. Ned. Herv, Kerk. Beroepen: Te Ravenswaaij, P. Jansen, te Eist te Utrecht A. B. ter Haar Romeny, te Middelburg. rug gedekt, verdedigde hij zich heldhaftig tegen de aanstormende Turken. Nog waren de soldaten ver af, en zijn dood scheen onvermijdelijk. Later verhaalde ons de kolonel, hoe hij, met den dood voor oogen, reeds van het leven had afscheid genomen, toen plot seling een zijner tegenstan Iers, van achteren ge troffen, ter aarde vielop den eerste volgde een tweede en derde, en eerst toen zag hij Hassan, die met verbrijzeld geweer en bloedend voor hem stond. Het gevaar bespeurd hebbende dat den kolonel, zijn weldoener, bedreigde, was Hassan met fon kelende oogen en gloeiende van wraakzucht hem ter hulp gemeld, en had den aanvallenden Bashi- Bouzouks met de kolf van zijn geweer de hersens ingeslagen. Ofschoon ziende dat de kolonel in veiligheid was, viel hij andermaal als een razende op zijne gevallen en kermende tegenstanders aan en, hoewel zelf ernstig bloedende, rustte hij niet, aleer hij allen met zijn kolf had afgemaakt. «Bravo, Hoesak dood hen, dood henschreeuw den de soldaten, die op dat oogenblik kwamen aanstormen. «Geon kwartier, geen genade voor die bloeddorstige hondenDood hen tot op den laatsten man 1" Doch ilassan had die aanmoediging niet noodig het zou integendeel moeite gekost hebben hem tot bedaren te brengen. Toen hij met den eersten afgerekend had, snelde hij als een woedende leeuw de andere vluchtende Bashi-Bouzouks na en wel licht had nog rnenig hunner de geweldige slagen van zijn geweerkolf, die hij als een moker zwaaide, raceten gevoelen, zoo niet een luid trompetgeschal het sein tot terugtrekken en herzamelen had ge geven, aldus een einde makend aan de hevige schermutseling onzer voorhoede. Natuurlijk was ilassan de held van het bivouak. Elk kwam hem gelukwenschen en trachtte min of meer zijne dankbaarheid uit te drukken voor de redding van onzen kolonel. Kort na deze gebeurtenis vereenigde ons deta chement zich met de voorhoede en maakte onder hevel van generaal Gouiko een einde aan den oorlog. Na het sluiten van den veldtocht trokken de legers naar Rusland terug, maar ook toen bleef Ilassan bij den koionek Na zijn huisje met den geheelen inboedel verkocht te hebben, nam hij vrouw en zoon met zich mede, en vestigde zich in de stad waar het regiment in garnizoen lag, waarover de kolonel het bevel voerde. liet geheele gezin ging tot de Grieksche kerk over, terwijl Hassan, onder den naam van Gabriël Tourkin, rentmeester werd over de goederen van zijn kolonel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 6