TFde duikerklok 51"e jaargang. Zondag 20 en Maandag 21 Februari 1898. N°. 9557. Ticeede Blad Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Kennisgeving. KALNOKY. FEUILLETON". UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAUBOTERSTRAAT ÏO, Tclephoon fin. 123. Advertentieptuis: van 15 gewone regels met Inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Werkzaamheden aan de sluis nabij de Ileursbrug. Burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen ter kennis van belanghebbenden, dat wegens werkzaamheden aan de sluis nabij de Beursbrug, van lieden tot 27 Februari a.s. met de ebdeuren van die sluis niet zal kunnen ■worden geschut. Schiedam, 18 Februari 1898. Burgemeester en Wethoudcs voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÉDE. In den ouderdom van 65 jaar is in 't begin dezer week onverwachts gestorven graaf Gustaaf Kalnoky, die zich groote verdiensten heeft verworven voor zijn vaderland en voor geheel Europa. Nog voordat de wereld hekend was met zijn ziekte, overleed de grijze staatsman op zijn landgoed Prödlitz in Moravië. Zijn jongste broeder, de generaal-majoor graaf Hugo Kalnoky, bracht de verrassende tijding van zijn dood op de Ballplatz te Weenen, waar juist toebereid selen werden getroffen voor een groot feest, dat graaf Goluchowski, Kalnoky's opvolger in de leiding der gemeenschappelijke buitenland- sche aangelegenheden van Oostenrijk-Hongarije, zich voorstelde dezer dagen te geven. Graaf Gustaaf Kalnoky stond te Weenen be kend als een man van robuste gezondheid, die, zoolang hij minister was, nooit verlof noodig Naar het Hongaarsch door Oscar eon Kriiclten. Het wekte algemeene verwondering, dat Teiesina, die voor het schoonste meisje der stad gold, de vrouw van Beppo werd, want Beppo was een alles behalve knappe jongen. Hij aanbad echter zijn vrouw en ook Teresina toonde, dat ze zeer veel van haar man hield. Iedere maal, dat de Aglaja, waarvan Beppo stuurman was, de haven uitliep, nam Teresina een zoo teeder en hartroerend afscheid van haar man, dat het was, alsof de Aglaja voor een de Hemel weet hoe verre reis vertrok en een ge- ruimen tijd zou uitblijven. En toch duurde de afwezigheid van Beppo nooit langer dan vier dagen. Als haar man dan weg was, zette ze zich aan het venster en tuurde reikhalzend al de dagen achtereen naar den horizont, of de zeilen van de Aglaja nog niet zichtbaar werden. Toen ze zoo wat een drie jaar getrouwd waren, werd het kleine havenstadje plotseling bijzonder levendighet wemelde er van vreemdelingen. Een heii leger van ingenieurs en werklieden, die een groot bouwwerk kwamen uitvoeren, had zich in het stadje metterwoon gevestigd. Teresina had een kamer te huur, en een jong ingenieur, die bij den havenbouw weikzaam was, huurde haar. Het was een knappe, blonde jonge man. Met een eenigszins vreeraden tongval wenschie hij vgoeden avond". Op bet koperen plaatje van den grooten, leeren koffer, die door twee mannen hem werd nagedragen, stond de naam ïjean Renaud" gegraveerd. Toen de jonge man zijn koffer uitpakte om den inhoud in de kasten te bergen, stond Teresina .hem daarbij ter zijde. J>Een betere kamer", zeide de ingenieur, sliad ik wetkelijk niet kunnen krijgen. Een frissche, vroolijke, kamer en dat moet ik zeggen een allerliefste huisjuffrouw Teresina bloosde en zeide niets. Zij had een gevoel alsof de blik van den ingenieur op haar had. Maar de laatste jaren na zijn val, toen hij, geheel op den achtergrond geschoven, door zijn tijdgenooten spoedig vergeten werd, zullen hem zeker veel kwaad hebben gedaan. Ilij werd niet meer zooals vroeger aan 't Hof bewonderd, wanneer hij daar in de uni form van generaal der cavalerie of in den schitterenden dos van een Hongaarsch magnaat verscheen. Hij was een flinke figuur, van ge wone grootte, ietwat gezet, maar toch zeer ving in zijn bewegingen, met een gezond vol gelaat, grooten snor en kleine verstandige oogen. Kalnoky was ongehuwd evenals zijn oudere broeder, de majoraatsheer van Lettovvitz. Of schoon hij Hongaarsch graaf was, sprak hij geen magyaarsch; want hij behoorde tot den Moravischen tak der oude Zevenburgsche familie der graven Kalnoky, vrijheeren van Koröspatak, die in de Hongaarsehe mannelijke linie uitge storven is. Graaf Gustaaf trad eerst in den krijgsdienst en bracht het tot majoor der cavalerie. In 1854 sloeg hij de diplomatieke loopbaan in. Tegehjk met zijn diplomatiek succes bracht hij het, evenals Yon Bismarck, tot den hoogsten militairen rangdien van generaal der cavalerie. Van 1884 tot Mei 1895 heeft Kalnoky de buitenlandsche politiek van Oostenrijk geleid, en men placht hem te beschouwen als een der steunpilaren van den Europeeschen vrede. Want hij had er slag van internationale verwikkelin gen behendig uit den weg te gaan en gevaar lijke klippen met voorzichtige koelbloedigheid te omzeilen. Ten laatste leed hij schipbreuk op den klip der binnenlandsche politiek en de vijandschap der Magyaren, die ook zijn buiten landsche politiek niet altijd krachtig genoeg vonden. Prins Bismarck vond in hem steeds een trouw bondgenoot. Nauwelijks was hij in November van 1881 Heymerle als minister van buitenlandsche zaken opgevolgd, of in 't eind van December werden reeds de onderhandelingen begonnen over een bondgenootschap met Italië, waardoor het ver bond met Duitschland voor Oostenrijk tot een Drievoudig Verbond werd. Dat was het eerste groote werk van Kalnoky, dat hij onder goedkeuring van prins Reuss te brandde. Ze durfde hem alleen van ter zijde aanzien, maar moest in stilte toegeven, dat Jean Renaud werkelijk een knappe man was. Toen echter de jonge man de vrijheid nam liaar liofkoozend onder de kin te strijken en haar wilde omarmen, sloeg ze zijn hand weg. üDat is niet geoorloofdsignor"riep ze toornig en spoedde zich de kamer uit. Jean Renaud keek haar nog na, toen ze reeds lang de deur achtar zich had dichtgeslagen. Bij den Hemel, dat vrouwtje is allerliefst 1" zei bij voor zich heen. Daarop begon hij een vroolijk operadeuntje te fluiten. Den volgenden dag, des avonds, keerde Beppo terug. Toon hij met Renaud had gesproken, vond hij niets dan woorden van lof over den alleraar- digsten jonkman. De ingenieur was in den beginne zoo goed als nooit thuis, maar later bleef hij dikwijls op zijn kaïner zitten, in het bijzonder als Beppo afwezig was. Bij die gelegenheid zocht hij naar allerlei voorwendsels om met Teresina een praatje te maken. De jonge vrouw merkte dat heel goed en ze was er niet boos om. Op zekeren dag braebt Jean Renaud een groole teekenplank mede naar huis, stak met punaises een groot ve! wit papier daarop vast en begon zeer ijverig te teekenen. Aan Teresina zeida hij, dat hij een heel belang rijk werk moest klaar maken, en dat kon hij alleen in zijn rustige, kalme kamer gedaan krijgen. Zoo nu en dan kwam Teresina eens kijken, of de ingenieur goed met zijn werk opschoot. Da jonge vrouw wist zelf niet hoe het kwam, maar de vier dagen, dat Beppo afwezig was, waren tegenwoordig in een oogenbhk voorbij. Op zekeren dag betrapte zij zich zelfs op de gedachte, dat haar man nog maar liever wat moest wegblijven. En toen de ingenieur eens baar handje greep en haar t'iep in de oogen keek, verzette ze zich niet daartegen. »lleb je mij lief?" vroeg Jean, terwijl hij zich zóo dicht tot haar neeiboog dat zij zijn heeten adem op haar wang voelde. sZeg me maar met een enkel woord, dat je mij liefhebt 1" Teresina sprak echter dit woord niet uit, maar ze wierp zich ais eenig antwoord aan zijn borst en duldde dat de jonge man haar gelaat en haar lippen met gloeiende kussen overlaadde. Weenen en graaf Robilant op 20 Mei 1882 voltooide. Al heeft hij daarbij zoowel gehandeld op instigatie van Bismarck als naar eigen oordeel, zeker is het, dat hij een staatsman met wijden blik bleek le zijn. Menig bezwaar der clericalen viel te overwinnen, want het verdrag garan deerde Italië metterdaad het bezit van Rome. Kalnoky sloot eerst het verdrag in het geheim, maar hij hield er zich trouw aan en vernieuwde het onder steeds stijgend misnoegen der curie in 1887 en 1892. Gaf Kalnoky aldus tegenover het Vaticaan blijk van een vrijere politieke opvatting, die hij gedurende een tienjarigen diplomatieken leertijd te Londen zich eigen had gemaakt, tegelijker tijd handhaafde hij in het binnenland zijn per soonlijke connecties met den machtigen feodalen adel en de verbindingen van het keizerlijk huis met andere katholieke vorstelijke familiën in clericalen geest. Kalnoky had er niets tegen, Oostenrijk dooi de clericale partijen in het buitenland te zien geprezen als het bolwerk van het Katholicisme, en deze meening over het keizerlijk huis ver sterkte hij nog door vorstelijke huwelijken. Hij verstond het wonderwel van het Drie voudig Verbond, steunende op Duitschland en prins Bismarck, gebruik te maken als een machtige houvast voor Oostenrijk. Uit de geringe kracht, die van de dualistische monarchie uitging, maakte hij een deugd, door als grondprincipe zijner gelukkige Oostersche politiek aan te nemen de non-interventie en de zelfstandige ontwikkeling der Balkan-volken. Allereerst kwam het er voor hem op aan het bezit van Bosnië te verzekeren en het vast te ketenen aan Oostenrijk, daarbij zooveel mo gelijk den wrok der Russen, Serviërs en Turken verzachtend. De betrekkingen tot het Oosten weiden in 't algemeen vaster geknoopt door de in 1888 geopenden grooten spoorweg van Konstantinopel naar Saloniki, door de militaire en kustsporen in Bosnië, door een goed bestuur, beteugeling van Montenegro enz. De Sultan werd gerust gesteld over Oostenrijk's plannen door kleine diensten en door de annexatie van Bosnië, een vooruitschuiven tot voorbij Mitrowitza en de De arme Beppo koesterde niet het minste want rouwen, hoewel de geheeie stad fluisterde, dat Teiesina baar man bedioog. Op zekeren dag werd hem echter alles medegedeeld door een zijner vrienden, die het tweetal nauwlettend had gadegeslagen. Den daaropvoigenden nacht woelde Ranno zich, zonder den slaap te kunnen vat'en, in zijn bed om en om. Hij wilde zekerheid, jekerheid. Den volgenden dag zou de J glaja weder ver trekken. Beppo meldde zich z ek en het schip vertrok zonder hem. Hij hield zich in een herberg verborgen, om Teresina te doen geiooven, dat hij vertrokken was. In den namiddag ging hij naar zijn woning en vond de deur op slot. De sleutel stak er niet op. Teresina moest dus voor een geruimen tijd het huis hebben verlaten. Een smartelijke zucht welde uit Beppo's borst op »Het is dus waar, het is dus waarl" Hij begaf zich op weg om Teresina op te zoeken en richtte zijne schreden, hij wist zelf niet waarom, naar het strand. Zijne oogen voor het verblindend zonlicht met de hand beschuttend, tuurde hij in de verte. En wat hij zag gaf hem dezelfde gewaarwording alsof hem een giftig insect had gestoken. In eene der duikerbarken zag hij den ingenieur, en naast hem zat Teresina. In het volgend oogenblik sprong Beppo in eene boot en roeide met alle kracht op de bark toe. Nauwelijks had Beppo zich des morgens van huis begeven, of Teresina begaf zich met den ingenieur in eene boot op zee. Zij noemde hem nu heel vertrouwelijk Jean, 't Was vandaag een dag waarop de jonge man niet thuis kon blijven. Men moest ergens een groate onderzeesche rots laten springen en daarbij moest hij tegenvvooidig zijn. Toen de mijn gereed was, maakte Jean zich gereed in de duikerklok naar beneden te gaan, om na te zien of alles goed in orde was. Teresina zeide plotselingalk daal mede naar beneden". Maar Jean wilde haar van dit voornemen terug houden en zeide; sDenk er om, ais er eens gevaar dreigt!" «Om bot even I Ook d&n wil ik aan je zijde staan Altijd Altijd 1" Alle moeite welke Jean aanwendde om baar deeling der invloedsfeer aan den Balkan met, Rusland steeds weer beslist van de hand te wijzen. Ofschoon Oost-Rumelië zich in September 188't bij Bulgarije aansloot, gelukte het toch bij de vorstenbijeenkomst te Skierniewice Rus land in weerwil der sterke pan-slavische strooming te weerhouden. Kalnoky sprong met Rusland in de bres voor de herstelling van het Beriijnsche verdrag in Oost-Rumelië. In begin van Augustus 1885 bezocht hij Bis marck te Varzin, in 't eind dierzelfde maand maakte het Russische keizerpaar te Kremsier een bezoek ter beantwoording van Skierniewice. Toen de Servisch-Bulgaarsche oorlog in No vember 1885 nieuwe verwikkelingen in't leven riep, werd Bulgarije door het zenden van Khevenhuller en door de internationale mili taire commissie in bedwang gehouden. Wel was de ontwikkeling der dingen in Servië niet naar Kalnoky's zin, maar de einde- looze regeeringsconfliclen daar te lande maakten althans de kalme inlijving van Servisch Bosnië bij Oostenrijk mogelijk en vertraagden de prac- tische ontwikkeling der groot-Servische droomen. In Bulgarije volgde op de benoeming van vorst Alexander in April 1886 tot gouverneur van Oo=l-R<imelië, met toestemming der mo gendheden, in Juni daaraanvolgende reeds de vereeniging van beide landen in de nationale vergadering, in Augustus de ontvoering van den vorst naar Rusland, in September diens afstand van de regeering en het zenden van Kaulbars. Kalnoky zag zeer juist in dat de uitwerking daarvan voor den Russischen invloed zeer na- deelig moest zijn, terwijl in de plaats daarvan Oostenrijk's invloed zich uitbreiden of ten minste voorloopig vasteren voet winnen zou. Rusland moest de verkiezing van den Coburger tot vorst van Bulgarije in Juli 1887 aanvaarden als het gevolg van eigen fouten. Met koele voorzichtigheid betrachtte Kalnoky strikte neutraliteit, onder voorwaarde evenwel, dat Rusland zich eveneens van inmenging zou onthouden, althans in den vorm van wapen geweld. Een in Maart 1887 door de delegaties eenparig verleend crediet van 52Va millioenen een in Juni 1888 van 47 millioen, beide voor van haar voornemen af te brengen was tevergeefs. Teiesina bleef bij haar besluit en zeide eindelijk op ernstigen toon»Als ge mij Iiefbebt, neemt ge mij mede 1 Want ik wil om uwentwil, Jean." Zij zeide dit op een loon die geen tegenspraak duldde en Jean was dus wel genoodzaakt haar verlangen in te willigen. »'t Zij zoo, kleine stijfkop Zij stegen in de klok. Twee matrozen stonden aan de luchtpomp en twee hielden den strik vast. feresina vlijde zich dicht tegen Jean aan. Zij wes wel een beetje bang en hare banden beefden. De ngenieur bemerkte liet. Zou het niet beter wezen, als ge boven bleefi vroeg hij. ïNog is het tijd 1" uNeen antwoordde Teresina. »Los!" klonk het bevel, en de klok, waarin Jean en Teiesina elkaar omarmd hielden, zonk langzaam naar beneden. Zij zweefde nog in de lucht. Daar kromp eens klaps Teresina ineen. Vreemd I Toen zij door het venster der klok naar het strand tuurde, scheen het baar alsof Beppo in eene boot met snelle slagen naar het schip roeide. Maar duidelijk kon zij hem niet meer zien, want het volgend oogen- blik zonk do kiok onder water. 'tWas wel degelijk Beppo geweest dien Teresina had gezien. Hij roeide snel, met krachtige slagen, zoodat de boot door het water gleed. Hij geleek een krankzinnige, toen hij op het dek van het duikerschip sprong. uTeresina!" schreeuwde hij, awaar is Teresina?" Met van bloed beloopen oogen keek hij om zich heen, maar hij zag noch Jean, noch zijne vrouw. Daar viel zijn oog op twee matrozen aan de lucht pomp - thans begreep hij a Dus tot op den bodem der zee volgde zij hem zóo zeer beminde zij dien man iDie slang, die trouwelooze 1" riep hij. nZij heeft mij bedrogen, bedrogen I O, als ik ze hier eens vóór mij had Daar viel zijn oog op oen bijl. Hij snelde er heen, greep haar en met een woesten lach zwaaide hij het geduchte wapen boven zijn hoofd. Driemaal deed hij het neervallen. Met twee houwen sneed hij de touwen door waaraan het gevaarte hingmet den derden hakte hij de buis van de luchtpomp af Eene enkele g oote luchtbel welde naar boven, de plaats aanduidend waar de duikerklok was gezonken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 5