Dn. Sciiaepjian en de Dreyfus zaak.
In het gisteren verschenen n immer van Het
Centrum komt een interessant aitikel voor van do
hand des heeren Sohaepman, die daarin do vraag
stelt welke hem reeds lang op het haitlag
«welk bewijs is er, dat de beweging tot herziening
van liet proces-Dreyfus uitgaat van oen Joodsche
samenzwering dunt' Piotestanten gesteund
51"° jaargang.
Vrijdag 25 Februari 1898.
IN°. 9561.
Tweede Blad.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. C. RÖELANTS.
KennissreYinff.
UIT DE PERS,
BINNENLAND.
Fit de Staatscourant.
R c c h t z a k e n.
i
SA.k..>-
Vvrr
Abonnementspmjs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
n franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke Hommerso.02
BlTBEAEfBOTERSTKAAT CO, Tclcp'ioon Ko. 123.
ADTEHTEurrErnusi van 1—5 gewone regels met inbe-
grip vau eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Inrichtingen welke gevaar, schade oi
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien de verzoeken
to van J. A. VAN DE VEN, om vergunning tot
plaatsing van een gaskracht machine van '2 l/4 paarden-
kiacht, tot het in beweging brt ngen van een kunst-
mincraahvatermaehinp, in het p..nd aan den hangen
Achterweg no. 2, kadaster Sectie B. no 1016.
2o. van C. BLAAK., om vergunning om den wind-
koiemnolen Washington", staande aan de Broersvest
no. GS kadaster sectie I no. G6ê, opnieuw in werking te
brengen.
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Doen te weten
dat voormelde verzoeken met de bijlagen op de secre
tarie der gemeente zijn ter visie gelegd;
dat op Donderdag den l\)den Maart as., des na
middags ten 2 me, ton raadlniize gelegenheid zal
woiden gegeven oin bezwaren tegen het toestaan van
die verzoeken in te brengen en die mondeling of schnf-
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip hierboven
genoemd, op de secretarie der gemeente, van de
schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen,
kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging gesciiied, waar het be-
hooit, den 24 sten Februaii 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG,
De secretaris
"VERNÈDE.
»Ik vraag hier geen bewijs in rechten. Ik vraag
eenvoudig iiet bewijs, dat ieder eerlijk man, die een
ander beschuldigt, hebben moet. Geen vi imoedeils,
geen ondei stellingen, geen gissingen, geen besluiten
op beschouwingen of redeneermgen zonder feilen
gebouwd. Vooral geen zedelijke zekerheden, die dik
wijls zeer onzedelijk zijn.
sEen feit, een gewoon, nuchter, alItidaagscb feit.
vDreyfus is een Jood on de voorstanders zijner
onschuld zijn Joden.
nüe laatste bewering is slechts ten deele juist.
Men voegt er dan ook bij, dat die Joden ge-teund
worden door een bond van Protestanten".
Die bewering noemt dr. Schaapman seen weinig
te boud".
sOindat mevr. Dreyfus een dochter van Israël
is, mag zij niet gelooven in de onschuld van haar
echtgenoot, mag zij niet strijden voor den naam
barer kinderen 1 Omdat Dreyfus een Jood is. mogen
zijn stamgenooten niet voor hem opkomen Is dan
een nationaal eergevoel een schande?
sMaar de Joden
sWelnu, zeg van de Joden wat gij wilt, ééne
zaak kunt gij hun niet weigeren recht, gemeen
recht. Wat euveldaden gij ook meent te hunnen
laste te kunnen leggen, voor iedere beschuldiging
is ooodig een bewijs. In geen geestelijke of wereld
lijke wet zal men een woord ontdekken, dat vorluf
geeft om tegen het recht te spreken of to handelen
waar het den Jood betreft. Laster is onrecht, en
een beschuldiging, die men niet bewijzen kan, is
laster, ook waar het geldt den Jood.
nllier is geen bewijs."
En toch is de Tucht vol van het gerei; Joodsch
syndicaat, Joodsche samenzwering.
De schrijver herinnert aan verschillende feiten
hoe ook de katholieken weten wat laster is en wat
laster vermag, en spreekt als zijn gevoelen uit dat
eerlijk eigenbelang en phchtmatige voorzichtigheid
den katholiek moeten nopen tot onthouding van
deze soort vervolging. Maar boven alles verplicht
hem tot die onthouding, zooals een schrijver in
De Residentiebode aanduidt, bet recht. iNoch om
zijn stam, .uch om zijn belijdenis mag men wien
ter wereld ook beschuldigen zonder bewijzen.
nNog altijd geldt hot woord van Thomas van
Aquinen, den apostel der Heidenen nagesproken
nwij behooren eerlijk van wandei te zijn ook
tegenover hen, die staan buiten de Kerk, opdat
de naam des Heeren niet worde gelasterd om
onze daad."
Mgr. Botteinaime over bet Koninklijk Huis.
Door Mgr. Bottemanne, bisschop van Haar
lem, is in zijn Yastebrief ppn er» ander gezegd
over het Koninklijke Iluis. Hieraan ontleenen
wij het volgende:
Onder den naam van vader eri moeder worden
in wijderen zin verstaan allen, die als Overheden
met gezag zijn bekleed, en derhalve gebiedt ons
het vierde gebod, in dien zin genomen eer uwe
overheid. Met het oog op de aanstaande groote
gebeurtenis, de plechtige inhuldiging van Hare
Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, wilden
Wij u 'zeggendezelfde plichten, die rusten op
de kinderen van hel huisgezin, rusten op ons
allen als leden van het. grooce, openbare huis
gezin, de burgerlijke maatschappij.
Bijgevolg zijn wij op de eerste plaats ge
houden, onze Koningin te eeibiedigen. Zij ont
leent haar gpzag, haar macht aan God, want
volgens het woord des Apostels is er geen
macht dan die welke van God komt. De eer
bied, aan God verschuldigd, vraagt noodzakelijk
ook eerbied voor haar, die voor ons is de
draagster van Gods macht en van de goddelijke
Majesteit.
Met dien eerbied moet vanzelf gehoorzaamheid
gepaard gaan. Heeft God aan baar het bestuur
over ons toevertrouwd in het maatschappelijk
leven, dan zijn wij ook verplicht ons aan dat
bestuur te onderwerpen. Het tegendeel zou
zondig zijn, en daarom vermaant ons tie Apostel,
onderdanig te zijn van de gestelde machten,
niet alleen uit vrees voor de strafwetten dei-
wereld, maar om ons geweten, dat is. om den
wil van God. Wat ook zou er worden van de
maatschappij zonder die gehoorzaamheid.
Nu is het wel waar, dat wij ais onderdanen
evenals de kinderen van het huisgezin, ons niet
zouden mogen onderwerpen, wanneer ons iels
geboden werd wat met Gods wil in strijd is.
Maar dergelijke veronderstellingen komen niet
overeen met den geest van gehoorzaamheid en
een goed onderdaan zal, wanneer hij zegt: Ik
zal onze Koningin gehoorzamen, het onnoodig
achten, daatbij het uitdrukkelijk voorbehoud te
makenvoor zoover zij recht heeft, mij iets te
gebieden.
Maar vooral moeten wij onze Vorstin liefde
toonen. Daartoe komen wij gemakkelijk, wan
neer wij minder letten op den uitwendigen
luister, die den troou omgeeft, p»i möér denken
aan de zorgen en moeilijkheden, aan het regee-
ron vei honden. Wij zeiven, B. G., die ook een
bestuur voeren, Wij kennen de bitterheden,
die het noodzakelijk medebrengt; en als Wij
denken aan de zwakkere kunne en den jeug
digen leeftijd onzer Koningin, die aan het begin
staat van eeu geheei leven van regeeren en
besturen, dan gevoelen Wij ons gedrongen u
toe te roepen: Tracht toch door eenparige be
wijzen van liefde haar zware, moeilijke, bittere
taak te verzachten en te verzoeten.
Zijn Wij dan ook gewoon in onze Vastebrieven
uw gebeden te vragen voor ons Koninklijk Huis,
dit jaar vragen Wij u nog veel nadrukkelijker
wilt niet alleen gedmiende den Vastetijd, maar
ook het gansche jaar den goeden God hartelijk
bidden, dat Hij zijn zegen en genade in milder,
overvloed uiistorte over IIare Majesteit, tot heil
van haar-zelve en tot heil van Nederland.
Buste van H. M. de Koningin.
Wij waren in de gelegenheid de buste te
zien, welke mej. Georgine Schwartze maakt
van H. M. de Koningin en die bijna gereed K
Wanneer wij zeggen, dat deze buste de beste
is, die wij nog van koningin Wilhelmina gezien
hebben, dan zeggen wij niet (e veel, maar
ook nog niet veel. Want wat er tot nu toe aan
portretten in beeld van de Koningin gemaakt
is, beteekent heel weinig.
Ook op zich zelf beschouwd evenwel schijnt
de buste van mej. Schwartze een verdienstelijk
stuk werk te worden. Er is majesteit eu lieflijk
heid in dit portret. Iets in den blik der naar
links gerichte oogen beviel ons niet, doch mej.
Schwartze was aan de oogen juist nog aan het
werk. De afwerking der buste waar zij op het
voetstuk rust, scheen ons gelukkig.
Het beeld zal, zooals men weet, door de
fabrikant Linssen te Veuloo worden afgegoten
en in den handel gebracht. (H
Tweede Kamer.
De voorzitter der Tweede Kamer is voor
nemens Dinsdag a s. bij de hervatting der zit
tingen het voorstel te doen, om reeds den
volgenden dag het wetsontwerp op den persoon
lijken dienstplicht in de afdeelingen in behan
deling te brengen en daarna nog over een aantal
andere ontwerpen, onder welke dat op de rege
ling der rijwielbelasting, het onderzoek in de
afdeelingen te doen plaats hebben.
Naamlooze vennootschappen.
De aandacht van den Haagsehen schrijver
der sBrïeven uit de Hofstad" in de Arnh. Cl.
werd dezer dagen gevestigd op een merkwaardig
staaltje van wetsontduiking.
Een kennis zoo schrijft hij las mij eerst
artikel 50 van het Wetboek van Koophandel
voor, waarin betrekkelijk de naamlooze ven
nootschap staat bepaald »De Koninklijke bewil
liging zal niet woiden verleend, tenzij blijke dat
de eerste oprichters te zamen ten minste een
vijfde van het maatschappelijk kapitaal verte
genwoordigen, enz.
Daarna vertoonde hij mij een dezer dagen
verschenen bijvoegsel van de Staatscourant, be
vattende de statuten van eene roet de konink
lijke bewilliging" opgerichte naamlooze vennoot
schap, zijnde de zóóveelste Petroleum mautschij.
Daas in werd bij een der eerste artikelen gezegd
»llet kapitaal der vennootschap bedraagt drie
millioen gulden daar nu een vjjfde deel van het
kapitaal 0 ton bedraagt, zou, volgens het aan
gehaald wetsartikel, door de oprichters een totaal
van f 600,000 aan aandeelen geplaatst moeten
zijn, of de bewilliging had niet mogen verleend
worden. Daarentegen wordt in den a invang van
de acte van oprichting, waarop (en niet op het
ontwerp, zooals volgens het wetboek ook ge
schieden kan) de bewilliging is verleend, gere
lateerd, dat de drie oprichters, waarvan één te
Londen, één te Palembang en één te Amsterdam
woont, in liet maatschappelijk kapitaal deel
nemen ais volgt
De heer A. voor één aandeel, groot twaalf
gulden.
de heer B. voor één aandeel, groot twaalf
gulden
de heer C. voor één aandeel, groot twaalf
gulden, en daarmpe uit.
Van de drie millioen is dus voor zes en dertig
gulden aan aandeelen genomenMij is geen
cijfermethode bekend, volgens welke kan worden
uitgerekend dat 36 Vs'x f 3,000,000 is, maar
hoe drommel is men er dan toe gekomen, de
Kon. bewilliging op deze acte te verleunen
Nu zou men kunnen zeggen, voegde mijn
bekende er bijdat het aan den Minister ge
bleken is, vóórdat de voordracht werd gedaan,
dat artikel 50 behoorlijk was nageleefd, maar,
zeide hij, dit kan niet anders blijken dan uit
de acte zelve die gepubliceerd wordt. Het pu
bliek moet zichzelf, vooral bij dusdanige maat
schappijen a l'Anglaise met aandeeltjes sbinnen
het bereik van den kleinen man", kunnen
overtuigen dat de wet, ook door de administratie,
is nageleefd.
Ik wist waarlijk niet dat er in de neutrale,
buiten het politiek gewoel staande, bloot admi
nistratieve Staatscourant, zulke merkwaardige
dingen konden voorkomen.
Bevordering van Zondagsrust.
De Kruideniers-Vereeniging te Alkmaar beeft
het initiatief genomen tot eene beweging in het
belang van Zondagsrust.
Zij gaat van de meening uit, dat voor Zon
dagsrust in haar eigen vak en in tal van andere
vakken, geen afdoende oplossing te vinden is.
zoolang de werkmansvrouw haar huishoudgeld
eerst Zaterdagavond te barer beschikking krijgt.
Geschiedt nu voortaan uitbetaling van hut
loon op eer. anderen dag midden in de week,
b. v. zooals de genoemde verecniging voorstelt,
op Woensdag, dan vervalt daardoor als van zelf
de aanleiding voor de huisvrouw uit den werk
mansstand, cm hare inkoopen op den alge-
meenen rustdag te doen. Ook wordt het daar
door voor vele winkeliers gemakkelijker gemaakt,
om de beweging voor Zondagsrust onder hun
personeel te steunen. (A. O.)
Bij Kon. besluit is W. Hukking, te Haarlem,
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
Bij Kon. besluit is benoemd tot hoogleeraar
in de faculteit der godgeleerdheid aan de rijks
universiteit te Leiden, om ondeiwijs te geven
in de geschiedenis van den IsiaëlitNchen gods
dienst, in de Israëlietische letterkunde en in de
uitlegging van het Oude Testamentdr. B. D,
Eerdmans, predikant te Midwoud en privaat
docent aan de rijksuniversiteit te Leiden.
De gewone audiëntie van den Minister van
Koloniën zal op Vrijdag 25 Februari 1898 niet
plaats hebben.
De voorzitter der Eerste Kamer, de heer
Van Naamen, is voor eenigen tijd naar Wies-
baden vertrokken.
Door B. en XV. van Deventer is aan den
gemeenteraad voor de benoeming van een
gemeente-ontvanger een aanbeveling ingediend
lo. E. Kagei, waarnemend gemeente-ontvanger
2o. .1. G. Besier, gemeente-ontvanger van Vooist.
Het congres van de vereeniging tegen mis
handeling van dieren is nu definitief bepaald
op '14 Mei a.s. Het zal plaats hebben in het
Brongebouw te Haarlem. Alle afdeelingen heb
ben hun medewerking toegezegd.
Zooals onze lezers uit onze rubriek »Uit de
Staats-courrmt" zullen ontwaren, is dr. Catharina
van Tmschenbroek, arts te Amsterdam, be
noemd tot lid der commissie, belast met de
afneming der examens van arts. Dr. van Tus-
sclienbroek is de eerste vrouw, die als lid in
een dergelijke commissie zitting neemt.
Bij Kon. besluit is J. van der Stok benoemd tot
burgemeester der gemeente Nicmve Niedorp
Bij Kon. besluit is aan A. M. van Voortlmyzen,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als school
opziener in iiet district Tiel.
Bij Kon. besluit is aan dr. G. C. Nijhoff, wegens
zijne benoeming tot kooglecranr te Groningen, eervol
ontslag verleend als lid der commissie, te Amsterdam,
belast met het afnemen der praetisohe examens vau
arts, en tot lid dier commissie benoemddr. Catha
rine van Tusschcnbroek, arts te Amsterdam.
Bij Kon. Besluit is nan K. Prins, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester van Groote
broek.
Bij Kou. Besluit is aan mej. Lieberts, geboren te
Galatz in Ruuienië, vergunning verleend tot het geve a
van middelbaar onderwijs hier te lande, mits zij ove
rigens aan de daartoe bij de wet gestelde cischon
voldoe.
Bij Kon. Besluit is mr. C. Feitk, advocaat en pro
cureur bij den Iloogcn Raad der Nederlanden te
's-Gravcnhage, benoemd tot adjunct-commies bij het
Dep. van Binneul. Zaken.
Bij Kon. besluit is bevorderd:
a. tot comm. der telegraphic van de lc kl. C. v.
d. Nagel, thans comm. der telegraphic van de 2e kl.
b. tot comm. der telegraphic yan de 2c kl. L. M,
Luglen, thans coram, der telegraphic van de 3e klasse;
c. tot comm. der telegraphic van de 3e kl. W. J.
dc Rapper, thans comm. der telegraphic van de 4de kl.
Roermond's archieven.
Voor de Haagsehe rechtbank zijn de pleidooien
gevoerd in de volgende zaak.
Door den expediteur A. Bonhomme te Maastricht
waren in het jaar 1894 een tweetal verhuiswagens
aan den commissaris dei Koningin in Limburg ver
huurd, teneinde ten behoeve van den Staat te expe-
diéeren het Rijksarchief te Roermond naar het Rijks
archiefdepót te Maastricht.
Toen echter de archiefstukken verpakt en geladen
waren in de wagens van Bonhomme en deze behoor
lijk met het rijlcscnchet verzegeld waren word het
vertrek dc wagens door de gemeente Roermond met
behulp der rijkspolitie belet, waarna door den pre
sident der reclitbauk te Roermond bevel was gegeven
tot opslag en bewaring van de beide wagens in een
schuur te Roermond.
Toen nu Bonhomme zijn wagens terug verlangde
en aan dat verlangen was gevolg gegeven, declareerde
hij aan den Staat voor wagenhuur voor een tijd van
41 dagen tegen den overeengekomen prijs van f52.80
per dag.
De Staat liet echter hierop niets van zich kooren
en ten slotte in rechten tot betaling aangesproken,
achtte bij zich slechts voor 7 dagen gebonden tot
den overeengekomen prijs.
Wel waren de wagens langer gehouden, doet dit
was niet do schuld van den Staat, maar het gevolg
der onrechtmatige aanhouding door de gemeente
Roermond. En ook ging het niet aan voor dien
verderen, tijd ook het volle bedrag te doen betalen,
daar de prijs van f 52.80 per dag noot zou zijn over
eengekomen wanneer meu gedurende een zoo groot
aantal dagen over do wagens beschikken moest.
De Staat was dus bereid tot betaling van 7 dagen
vol en de overige 41 dagen tot betaling van f20,
zich omtrent dit laatste refereerende aan het oordeel
dor Rechtbank.
De eiscker hield hiertegen vol dat waar de Staat
had gecontracteerd zonder beperking, deze voor al
de dagen geheel moest betalen cn de houding der
gemeente Roermond den cischer geenszins raakte.
De gemeente Rootmond, door den Staat in vrij
waring opgeroepen zijnde, ontkende de bevoegdheid
det Haagsehe rechfbank op grond dat eenzelfde actie
als deze was ingevlochten in de bekende archieven-
procedure, gelijk deze thans nog aanhangig is bij de
Rechtbank te Roermond, tegen welk beweren de
Staat volhield dat van deze exceptie, nl. de exceptie
van litispendence, door een gedaagde in vrijwaring
nooit kan worden gebruik gemaakt.