51 jaargang. Zondag 6 en Maandag 7 Maart 1898. N°. 9569. DE VLUCHT. Eerste BlacL Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVER? H. J. O. ROELANTS. BUITENLAND. Asonnbmbhïspeijs voor Schiedam, per kwartaal 0.90 n n omliggende plaatsen, p.kwart. - 1,05 franco per post, p. kwartaal. - 1.80 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAU; BOTERSTKAAT 70, Teleplioon Itfo. 123. Abvertentiepkijs: van 1—5 gewone regels met inbe grip van eeno Courantf 0.52 I"dere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overtlcht. ScntEDA.it, 5 Maart '98. Het rumoerige jaar 1848, waarin de drang naar vastlegging der rechten en vrijheden des volks in een grondwet geheel Europa in beroe ring bracht, is oolc in Italië niet spoorloos voorbij gegaan. Den 4den Maart 1848 schonk Karei Albert van Sardinië zijn volk de eerste constitutie, die later de grondslag werd voor de grondwet van het koninkrijk Italië. En nu viert Italië feest, het 50-jarigjubilee der eerste Italiaansche grondwet. Het feest begon gisteren met een inspectie van het garnizoen van Rome door den Koning, den graaf van Turijn en den minister van oorlog, waarbij de vorsten levendig werden toegejuicht. Daarop keerde de Koning terug naar het Paleis, na eerst de troepen voorbij zich te hebben laten defileer en. 's Middags kwamen op het Kapitool Kamer en Senaat, alsmede burgemeesters uit het ge- heele land, in een plechtige zitting bijeen. Daar hield Koning Umberto een toespraak van deze strekking «Op dezen gedenk waardigen dag, van den top van dezen heuvel af, die aan onvergankeüjken roem is gewijd, stijgt mijn eerste gedachte op naar mijn grooten voorvader, den Vader des Va derlands, want zijn werk heeft de nationale wederopstanding voltooid." De Koning dankte vervolgens voor de hem gebrachte hulde, om daarna te vervolgen Mijn ziel juicht bij de herinnering aan den oorsprong onzer geheiligde instellingen. Voor mij en mijn voorgangers voerde het geloof in liet wederopgestane Italië ons naar Rome. In naam van dat geloof, dat ons naar het hoogste doel zal leiden, breng ik een groet aan de edele mannen, die hun leven hebben gewijd aan den dienst des vaderlands. »Ik heb u bijeen willen roepen op het Ka pitool. vanwaar men de meest onvergankelijke heerlijkheid bewonderend kan gadeslaan, het werk van twee beschavingen, die het licht ver spreidden over do gansche wereld. Mijn geloften gaan op tot God, die de eenheid van Italië heeft gewild, opdat ons vaderland groot en voor spoedig zou zijn. «Te midden der grootsche overblijfselen van de oude grootheid, schijnt de nieuwe grootheid ons niet minder toe. De oude grootheid was, naar de geest van dien tijd, een wereldgroot heid de nieuwe is nationaal. De eerste schiep een Romeinsch Italië, de laatste een Italiaanseh Rome. «Was het eerste een gevolg van kracht, het tweede is een uiting van recht, en als alle DOOR IDA BOY-ED. 45) Eens was hij haar gast geweest. Toen had hij zich gedragen als ieder ander uit goode familie, die een onberispelijke opvoeding heelt gekregen. Maar dat kon het masker van dien eenen dag zijn geweestneen, geen masker, maar een nauw gezet doorgevoerde rol, niet om te huichelen, maar in het benauwende bewustzijn, dat hij zich bij zulke gelegenheden te schikken had naar de eisehen en de wetten der beschaafde kringen. Hij was sedert jaren die kringen verre gebleven. Zeker, zijn goede kindeikamer 1 Daar gelooide Conradine aan zooals iedere zeer fijngevoelige en zeer aesthetische vrouw, die duizend malen heeft ervaren dat den mensch de manieren zijner «kin derkamer" zijn leven lang bijblijven, door geen aangenomen beschaving, door geen tot een schijn baar volmaakte gewoonte geworden welgemanierd heid worden uitgewischt, en dat er, zonder dat hij zich zelf er van bewust is, oogenblikken komen, waarin h.j zich bloot geeft. O, hoe dikwijls had Conradine zich reeds ge- schaumd over menschen, die zij achtte, omdat zij zag, dat zij dingen deden, zonder te vermoeden, dat anderen er hen om uitlachten. Ia, die uiterlijkheden 1 Misschien was het kinder recht, is ook het Italiaansche Rome onsclien- baar. s Maar doze herinneringen doen ons niet denken aan overmacht en veroveringwant het moderne recht stelt elke natie haar grenzen. «Het heilig beginsel heeft de ontwikkeling onzer politieke herleving bezield. Om onze herleving te voltooien, moeten wij streven naar de twee hoogste doeleinden, die de moderne geest vrije volken kan voorhouden een werk zaam leven en ontwikkeling des geesten. »Dat mijn volk zijn volhardenden arbeid richte op die bewerkers van allen vooruitgang Dat het vertrouwen stelle in mij en in mijn vasten wil om zijn geluk te bevorderen Dat het geloove in eigen kracht en in eigen waarde «Uit mijn koninklijk hart stijgt de wensch op dat, evenals in den dageraad onzer weder opstanding alle klassen der bevolking samen smolten om het vaderland vrij te maken, zij ook thans, één in het goede, elkander weder- keerig mogen steunen. »De onverbreekbare eenheid van mijn Huis met het bestaan van het volk, gegrond op overeenstemming van denkbeelden en besluiten, gehard door zijn rampen en zijn roem, zal het sterkste bolwerk van het Italiaansche vader land zijn." Uit alle steden en dorpen van Italië en uit de koloniën zijn te Rome telegrammen inge komen met betuiging van geestdriftige liefde voor vaderland en constitutie. Ter gelegenheid van dezen gedenkdag heeft de Koning gisteren vijf amnestie-besluiten ge- teekend. De amnestie omvat persdelicten, mis daden tegen de veiligheid van den Staat, duel, desertie van nationale handelsvaartuigen zoo door Italianen als door vreemdelingen, onttrek king aan den militairen dienst, en eindelijk een aantal belastingovertredingen. In het Hongaarsche Huis van Afgevaardigden heeft het Italiaansche jubilee aanleiding ge geven tot een zeer levendige discussie Franz Kossuth, het hoofd der onathankelijkheidspartij, wier leus is«Hongarije voor de Magyaren", stelde voor het Italiaansche parlement geluk- wenschen aan te bieden. Hij motiveerde zijn voorstel aldus. In moeilijke en in vroolijke dagen was het volk van Italië steeds een vriend van het Mngyarendom geweest. Nu is de koning van Italië de bondgenoot van den koning van Hongarije; maar bond genootschappen, door vorsten gesloten, zijn dan alleen krachtig, wanneer zij ook wortel schieten in de harten der volkeren. Daarom achtte Kossuth, wiens rede door de uiterste linkerzijde herhaaldelijk rumoerig werd onderbroken, het voorgestelde bewijs van vriend schap volkomen gemotiveerd. Daarmede was de minister-president baron Banffy het echter niet eens. Ook hij oordeelde de sympathie voor Italië achtig, dat ook Conradine er aan hechtte maar al verweet zij het ziclizelve, zij behoorde tot de vrouwen, die door de domheden van een man in gezelschap kunnen lijden. Een van dezulken die zich sterk genoeg voelen om een ernstige karak terfout van den geliefden man moedig te bestrijden, maar wier liefde op een onaesthetisrhe eigenschap schipbreuk zou lijdon. De «goede kinderkamer", waarin Felix zijn jeugd had doorgebracht, stelde haar een weinig gerust. En dan zijn brieven Die legden toch getuigenis af van zijn phantasie, zijn opvatting, zijn capaci teiten, zijn karakter, den trap zijner ontwikkeling, zijn artistieke fijngevoeligheid. Maar daar dacht zij aan Alius! Had Stephan Alius dat alles ook niet in zijn novellen en ge dichten? En die novellen, die met hooge plastische kunst het voorname leven der eerste kringen schilderden, die een klimmend aesthetisch fijn ge voel van den schrijver verrieden, hadden Comadine zóó in verrukking gebracht, dat eenige jaren lang de wensch haar letterlijk niet had losgelaten om Alius te leeren kennen. En toen vond zij een lompen man met lang niet onberispelijk linnen goed en lang haar dat den kraag van zijn rok met stof bevuilde, en een beenige vrouw met een leeiijke japon en haar, dat met pomade gladge streken scheen. O, en in Luzern had een dame, met wie Conradine aan de table d'höte toevallig in gesptek was geraakt over Duitsche dichters en dichtkunst, haar verteld dat Alius, wanneer hij boos was, zijn vrouw laarzen naar hei hoofd wierp. Daarom was Alius geon slechter dichter. Maar toch geen man, wien een vrouw van smaak zou kunnen liefhebben. Kon men een man eens galeslaan! Kon men gerechtvaardigd. Maar hij kon niet instemmen niet het voorstel van Kossuth, omdat het eener- zijds niet het vijftigjarig bestaan der grondwet van Italië, maar alleen van Piemont gold, en het anderzijds geen gewoonte was, dat de volks ver legen weordigingen elkaar om dergelijke rede nen gelukwenschen zonden. Daarom verzocht hij de Kamer het voorstel niet in behandeling te nemen. Schoon Italië deel uitmaakt van het Drievou dig Verbond, achtte de minister deze gelu wenschen niet gepast. Maar Kos«uth was hiermede niet tevreden. Hij protesteerde er tegen, dat baron Banfly het Italiaansche volk en den Koning van Italië een lesje werischte te geven over het ware tijdstip van hun constitutie. Hij zag in het afwijzen van zijn voorstel slechts de voortzetting eener politiek, die overal steunt op geweld en geen rekening houdt met de gevoelens der natie. Met overgroote meerderheid werd hierop Kossuth's voorstel verworpen. Van de uiterste linkerzijde werd toen ge roepen »En dat is het Drievoudig Verbond De eandidatuur van prins George van Grie kenland voor het gouverneurschap van Kreta is sedert de laatste twee weken geen stap vooruitgekomen. Zij staat echter nog altijd op de agenda, en de regeeringen der mogendheden houden zich nog altijd met die eandidatuur bezig. Uit Konstantinopel komen te dezen opzichte intusschen berichten, die spreken van een incident, dat zeker niet zonder belang is. Eenige weken geleden heeft de Porte aan de mogendheden als haar wensch te kennen gegeven, dat de ontruiming van Thessalië door de Turksche troepen zou worden uitgesteld tot na de regeling der Kretenzische quaestie. Het antwoord van het meerendeei der mogend heden op de circulaire der Porte, waarin deze wensch werd uitgesproken, was niet gunstig voor de Turksche regeering. Zij verklaarden niet te kunnen toelaten, dat deze beide quaesties werden verwardzij moesten gescheiden blijven en het Grieksch- Turksch vredeverdrag behoorde volledig ten uit voer te worden gelegd. Duitschland en Engeland hebben zich zeer beslist in dien zin uitgesproken. In het Engelsche Lagerhuis verklaarde de onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken Curzon b. v. >De mogendheden hopen, dat Turkije Thes salië zal ontruimen binnen het daarvoor vast gestelde tijdsverloop. Daartoe zal op de Turk sche regeering elke mogelijke druk worden ge oefend. «De eandidatuur van prins George voor den post van gouverneur van Kreta is niet inge trokken. Ik weet - niet of de opgeworpen be zwaren reeds uit den weg zijn geruimd, maar hoewel de vraag der benoeming van een gou ver- het muisje in zijn kamer zijn om te zien of bij zijn goede manieren alleen als decoratie voor anderen of voor eigen gebruik er op na hield. Conradine was boos op zich zelve. Maar zij leed onverdragehjk, en haar hoogvliegende ziel zonk meer en meer. «De reis bekomt je dit keer al zeer slecht," zei Madame mère tusschen Berlijn en Hamburg, toen zij Conradine, die er bleek en ellendig uitzag, een anupynne-poeder zag nemen. «liet is warm, veel warmer dan in Venetië," antwoordde Conradine. «En zoo stoffig. Men moet den zomer in Italië doorbrengen het is het eenige land waar men de hitte niet voelt." Toen sloot zij weer de oogen. Zij sprak bijna in 't geheel niet meer sedert zij den Bienner-pas hadden verlaten. Toon zij in Hamburg aankwamen, zag Conradine met haar vermoeide oogen vluchtig Ja«parson in het gelaat; hij stond aan het rijtuig en gaf haar bagage aan. «Wel, Jasperson, je ziet er zoo ontevreden uit! Doet het je dan geen pleizior dat je weer eens naar Tiebbin gaat?" Het is toch ja geboortestreek, en je bent in twee jaar er niet geweest", zeide zij. «Mevrouw heeft mij met Kerstmis veertien dagen vacantie gegeven, en toen ben ik toch thuis ge weest," merkte hij op. «O ja. Koetsier, naar hótel I' Europe," zeide zij, zich vermoeid in den hoek van het rijtuig vlijend, 's Nachts sliep zij weinig. De heldere zomernacht liet de vensters nog als hooge grijze vakken in den donkeren wand onder kennen. Het leven buiten stierf geen oogenblik geheel weg, en al heel vroeg gilde de fluit van een stoomboot op de Alster door de morgenlucht. neur van Kreta van belang is, is de quaestie der ontruiming van Thessalië van grooter ge wicht. «Wij" zullen trachten eerst Thessalië te doen ontruimen en ons daarna bezig houden met de bevrediging van Kreta." Van Oostenrijk is nog geen antwoord inge komen maar reeds nu is het zeker, dat de mogendheden vast besloten zijn op dit punt Turkije geen enkele concessie te doen. Het heeft ook den schijn ot men te Konstan tinopel zich rekenschap begint te geven van de onmogelijkheid om zich te blijven verzetten tegen de vvenschen van Rusland, dat de ean didatuur van prins George heeft voorgesteld. De correspondent der Ind. Beige bericht zelfs aan zijn blad dat er op Yildiz-Kiosk een zeker wantrouwen ten opzichte van Duitschland begint te ontwaken. Men voelt wel, dat Duitschland nooit de vriendschap van den machtigen Russischen nabuur, die het in zekeren zin niet kan en wil missen, zal opofferen aan zijn sympathie voor Turkije. Er schijnt dus aan den Bosporus zekere kentering te komen. Anderzijds houdt evenwel do Porte Rusland ook voortdurend in het oog. Van groot vertrouwen spreekt zeker niet het besluit der Turksche regeering om de ver dediging van de Zwarte Zee te wijzigen. Bij Barak zuilen nieuwe batterijen worden opgericht. Terzelfder tijd maakt men zich in Monte negro ongerust over de maatregelen der Porte, wat Albanië betreft. Er worden 16.000 man troepen uitgerust om daarheen te worden ge zonden. De Porte is n.l. ongerust over de gelijktijdige woelingen van Bulgaren in Macedonië en Mon- tenegrijnen in Albanië, en zij is van meening, dat er een afspraak bestaat tusschen de regee ringen van Cettiuje en Sofia om in het nade rende voorjaar in beide gewesten de poppen eens aan het dansen te brengen, Dagelijks blijkt opnieuw, dat de zaak-Dreyfus met haar consequenties wet dood is. Zou weet thans de Aurore te vertellen, dat het bureau te Parijs, waardoor men brieven uit welke plaats ook kon doen verzenden, en ■waarvan Evterlmzy voor zijn liefdes- en andere obscure avonturen gebruik placht te maken, niets anders is dan een afzonderlijke tak van dienst van de politie. Het blad knoopt deze bewering vast aan een bericht in de Petit Parisien. volgens hetwelk een gerechtelijke instructie hangende is naar aanleiding van een aanklacht tegen den direc teur van »een agentschap" door een oud-vennoot van dezen. De aanklager beweert 15,000 frs. in de onderneming te hebben gestoken in de meening dat hij met een handelszaak te doen bad. Eerst later bleek hem dat hij was aan genomen ais vennoot in een filiaal van een Conradine kromp angstig ineen. «Wat heb ik gedaan; waartoe heb ik mij laten vervoerenI Moet ik voorwaarts Kan ik niet meer terug Bemin ik den man. dien ik vanavond weerzie?" Of heb ik gedroomd 1" Een eenzame ziel verkeert steeds in gevaar. Het gaat haar gemakkelijk als den woestijnreiziger die, versmachtend van doist, voor zijn brandende oogen het fata morgana eener oase ziet oprijzen. De behoefte eener ziel om te beminnen en be mind te worden heeft een verschrikkehjken, nooit vermoeiien bondgenoot: de verbeelding. Zij schil dert de werkelijkheid in de schoonste kleuren zij plaaist de menschen op een hong voetstukzij be dekt met haar schitterend kleed alles wat ieelijk is. Zij is steeds bezig toestanden van geluk voor den geest te tooveren, die nooit en nergens bestaan zij weet de menschen aan te zetten hun geheele leven op het spel te zetten om een doel na te streven, dat niet eens bestaat; zij zet de beste krachten in beweging voor een hersenschim. En het verschrikkelijkst is zij, wanneer zij een masker voordoet en zich voor geloof uitgeeft. Conradine, tot in het diepst van haar ziel ont roerd, drukte haar gelaat vast in de kussens. De uren van dezen dag slopen onopgemerkt aan haar voorbij. Anders had zij steeds een open oog en oor gehad, wanneer zij door de vlakte reed. Haar waakzame blik placht alles gade te slaan wat er aan natuurschoon van uit den trein was te zien. Het ernstige, donkere land met de zwarte aardkluiten, de reusachtige boerenhofsteden en de onoverzienbare kudden beviel haar wel. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1