51"° jaargang. Zondag 6 en Maandag 7'Maart 1898. N°. 9569, Tweede Blad Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FETIILLETOTST. T ROUW. UITGEVERH. J. C. ROELANTS. DE „VERRADER". BDiis ENL AXD. Aboxkhmestspkijb voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal - 1.30 Afzonderlijke nommere- 0.02 BUREAUBOTERSTR.IAT «O, Telephoon No. 123. AnvBBTBamBPsiJB: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf OM Iedere gewone regel meero.lO Bij abonnement wordt korting verleend. Reeds langer dan drie jaren is de zaak van den verrader Dreyfus een nachtmerrie voor het Fransche volk. Eerst de opwinding, door de ontdekking van het verraad en de bestraf fing van den verrader teweeggebrachtdaarna de nooit vermoeiende, steeds aan kracht win nende pogingen der vrienden van den ex-kapitein; eindelijk de uitbarsting de beschuldiging en vrijspraak van Esterhazy, het J'accuse van en het daarop gevolgd proces tegen Zola. De regeering heeft niet de kunst verstaan de opgewondenheid der laatste weken te voor komen; zij poogt ook nu nog de ontbreidelde hartstochten af te leiden en te verstrooienzij tracht het bestaan eener zaak-Dreyfus-Ester- hazy-Zola dood te zwijgen. De toekomst zal moeten leeren welke gevolgen deze struisvogel politiek zal dragen. Waar in de geschiedenis van het Fransche volk moet evenwel de verborgen oorzaak wor den gezocht van deze crisis, die het moreele bestaan van Frankrijk bedreigt? Vanwaar die woede der hartstochten, dat het-hoofd-veriiezen van het Fransche volk En het antwoord op die vragen zal moeten luiden de tot een idéé fixe geworden angst voor den verrader. Wel speelt ook de anti-semietische rassen haat in de zaak-Dreyfus een voorname rol maar de waanzinnige vrees voor het spooksel van het verraad is toch het eigenlijke, onbe wuste motief van de verwoedheid van het Fransche volk. De militaire auteur Duret, de schrijver van een voortreffelijk werk over den Fran=ch- Duitschen oorlog, dat evenwel in Frankrijk zelf weinig gelezen wordt, omdat daarin den Franschen harde waarheden worden gezegd, heeft deze manie van hst verraad aan een onderzoek onderworpen in een belangwekkende historisch-philosophische studie in de Revue Blanche. De verrader", aldus betoogt Duret, was in vroegere tijden in Frankrijk óf alleen de mys tieke verschijning der middeleeuwen: Judas, óf de dichterlijke schepping der Renaissance Jago. Maar beiden hadden geen vaderland. In geen der groote nationale crises van vroegere tijden ontdekt men den verrader, die nu op eens de verbeelding van het volk beheerseht: den op eigen bodem, uit eigen bloed gesproten, den nationalen verrader. De incarnatie van zijn laagheid, waarmede het al de verschrikkingen der nederlagen van 1870 bemantelt, is voor lmt volk sedert dien Ik had een staaltje verteld van de trouw van een hond, toen mijn vriend aan wien ik het ver teld had, beweerde mij nog een sterker voorbeeld van trouw te kunnen geven en dat wel betreffende een mensch. ïNu, dat wil ik wel eens hooren", zeide ik lot hem en hij vertelde mij de volgende geschiedenis. Tom Wilbur was het hoofd van alle jongens van onze school en door zijnen helderen blik, zijn vriendelijk lachend gezicht was hij de lieveling van iedereen. Hij was de eenige zoon van de rijkste familie in de stad en zijne ouders verwenden hem tenminste als het mogelijk is een jongen te ver wennen, die altijd even hartelijk voor iedereen is en nooit iets slechts doet. Hij had ook wel zijne zwakke zijde, maar geen der jongens kende die en wij hielden allen veel van hem, vooral Jim Mc Cune, zijn trouwste vriend. «Dikke Jim" of «Goede Jim", zooals hij door ae jongens genoemd werd, woonde op eene boerderij drie mijlen ver en wandelde met zijn anderen broeder Peter eiken dag naar school. Hunne moeder verdiende haar brood met het bebouwen van een stukje land, achter de boerderij gelegen, en met het 'vasschen en bleeken van linnengoed en Jim stond haar hierbij trouw ter zijde. Wat Peter betreft, die was een geboren luiaard en kon zelden tot werken overgehaald worden, ft denk dat hij deze eigenschap van zijn vader geërfd had. Het was voor iedereen een groote verrassing, toen Jim voor het eerst op school kwam. De onder- Wijzer was welwillend, maar sommige jongens hiel- tijd Bazaine. En nu op eens, in vollen vrede, doemt een tweede verrader op, die, van onderge^ schikte positie, een eenvoudig kapitein slechts steeds ontzettender vormen aanneemt en het geheele nationale leven in beroering brengt. Het mag een wezenlijke verschijning of een gestalte der verbeelding zijn, de verrader" heeft in de ziel des volks voor goed zijn plaats ingenomen. Intusschen, Duret acht het niet voldoende hiervoor tot 1870 terug te gaan. Hij ziet ver der achterwaarts. De gedachte aan verraad ontstond volgens hem reeds na de nederlagen van 1814 en 1815. De hoogmoed van het volk, dat in Napoleon I iets bovenmenschelijks, on overwinnelijks had gezien, zocht reeds voor zijn val naar een buitengewone oorzaak. Ook hij werd «verraden". Onder de Restauratie uit die gedachte van het volk zich in het wantrouwen en den haat, die het tegen de emigranten, de geestelijkheid en den adel voedde, en hoopte zich samen op maarschalk Marmont, Toen dan ook de Bour bons in de woelingen van 1830 juist aan hem, die bij het volk een verrader" was, de ver dediging van hun troon toevertrouwden, ver nietigden zij daarmede juist het overschot van hun vermogen om het volk weer voor zich te winnen. Na de Juli-revolutie leefde het idee van ver raad voort bij het volk. De vreeselijke gebeurte nissen van 1870 deden het denkbeeld groeien en plantten het in ieders gemoed. "Want zoo het volk den val van het eerste Keizerrijk onder den aandrang van gansch Europa reeds niet op natuurlijke wijze vermocht te verklaren, hoe zou het dit dan thans kunnen, nu het onder de slagen van één enkele natie ter aarde viel De plotselinge val uit de zekerheid van zijn beven alles uitstekende voortreffelijkheid in de diepste ellende bracht zijn geest in verwarring. Het zag nog slechts verraad, hinderlagen, spionage en de snooodste bedoelingen. Aan 't eind van het beleg van Parijs zag het volk, zoowel in het burgerlijke als in het militaire bewind, alleen onbekwamen, lafaards en ver raders, en was bereid zich over te geven aan wie het slechts wilden overmeesteren. De man nen der commune overmeesterden het volk. Onmachtig om de ware oorzaak zijner neder lagen te begrijpen, trad toen de vergiftiging van den volksgeest eerst goed in. Bij de cata strophe van Sedan openbaarde zich hetzelfde denkbeeld van verraad. De troepen, buiten staat hun ongeluk kalm te dragen, beschuldigden in een vagen gedachtengang hun aanvoerders van hen verraden, verkocht te hebben. Intusschen concentreerde zich noch te Parijs noch te Sedan de gedachten van verraad op een bepaald persoon. Eerst in Metz deden zich den hem voor den gek, omdat hij zoo bedeesd was en omdat hij zooveel ontzag voor boeken had. Toen Tom Wilbur op zekeren dag op de school plaats kwam, zag hij iots dat zijn bloed van woede deed koken. Ned Hines, de grootste blufnaaker van de school, plaagde Jim met zijne gelapte kleeren en Peter stond er evenals de andere jongens har tel ijk om te lachen. In minder dan geen tijd lagen Wilbur's boeken op den grond en lag Ned Hines er naast, «Je bent een gemeene jongen om je broeder zoo voor den gek te laten houden zonder hom te helpen," zeide hij tot Peter Mc Cune; »en als je hetgeen ik gedaan heb niet bevalt, dan wil ik ook met jou wel afrekenen." Maar ofschoon Peter wel twee maal zoo sterk als Wilbur was, wilde hij toch liever niet roet hem vechten hij draaide zich om en ging, zonder oen woord te spreken, heen. "Van dit oogenblik af was het besloten dat Wilbur Jim's vriend en beschermer zou zijn en wat Jim leerde, leerde hij voornamelijk door de hulp van Wilbur, en hoewel Jim niet erg best in rekenen was, leerde hij uitstekend lezen en schrijven. Na eenige jaren ging Tom Wilbur naar een Hoogeschool en Jim naar zijne moeder, om haar bij de werkzaamheden behulpzaam te zijn. Wat er van zijnen ouderen broeder Peter terecht gekomen is, weten wij niet, maar naar ik geloof, niet veel goeds, want hij had net zooveel karakter als een schelvisch. Toen Wilbur eenige jaren later terugkwam had hij het doktersexamen achter den rug en hij trouwde kort daarop met een lief en aardig vrouwtje. Zij kwam gelukkig en tevreden in ons dorpje en scheen al de vrienden van haar man te willen kennen. Een van hunne eerste bezoeken gold de boer derij op den heuvel waar Jim met zijne oude moeder woonde. Het was juist op een van juffrouw Mc Cune's baddagen. Zij zat in een gemakkelijken al die omstandigheden voor, waaruit het beeld van den grooten, voor alles verantwoordelijken verrader in een vaste belichaming voor den geest van het volk opreesin Bazaine nl. Op hem, den man die niet overwinnen wilde, schoon hij overwinnen kon, die met kalm be raad zijn leger overleverde aan den vijand, werd aile verdenking saamgehooptom hem spon de verbeelding een weefsel van afschu welijke intriges en nieuwe, onvergelijkelijke schande in hem vond de volksgeest de gele genheid zijn om behoefte, zijn phantasie bij het zoeken naar den grooten verrader den vrijen teugel te laten en zich ten volle te bevredigen. Zoo werd Bazaine het type van den verrader; met hem vatte het denkbeeld van verraad voor goed post in de ziel van het Fransche volk, om een permanente gedachte te worden. Een volk, welks verstand normaal werkt, zou het feit van verraad, als waaraan Dreyfus zich zou hebben schuldig gemaakt, een ongeluk achten, maar het zou dat ongeluk binnen de juiste perken houden, vooral daar het toch waar lijk zulk een wonder niet is, dat onder de honderd duizenden, waaruit het leger bestaat, ook een schurk in uniform schuilt. In plaats daarvan is Dreyfus in de voorstelling van het volk, in de pers zelfs, do verrader, een verrader van een heel bijzonder soort, wiens naam nog slechts met die bijvoeging kan worden genoemd. Ook »de verrader Dreyfus" zet zich nu in de phantasie van het volk uit, dat hem naast Bazaine begint te plaatsen, en nu in plaats van één, twee typische schrikbeelden van zijn idéé fixe bezit, waaraan het zich verder kan ergeren. Duret is overtuigd dat het volk bij de minste aanleiding nieuwe schrikgestalten zal scheppen. Ieder volk, ieder tijdsgewricht personifieert zijn hartstochten en verwekt figuren, die aan den toestand van zijn ziel beantwoorden. Het schijnt dat Duret's woorden bewaarheid zullen worden want het woord verraad klinkt nu overal van de lippen der vermeende redders des vaderlands, zelfs waar het met de zaak niets te maken heeft. Het is het amen van elk bewijs, van elke overtuiging, en in naam van 's lands veiligheid uitgesproken, vervangt het eenvoudig het vrije critische woord. Zal Frankrijk zoodoende nieuwe verraders scheppen en de demoraliseering van den volks geest, veroorzaakt door de rampen van 1870, voortduren Zal het ook verder door het idéé fixe beheerseht worden, dat het in eigen huis verraden en van buiten af bespioneerd, beloerd, miskend en gehaat wordt Duret meent er niet aan te mogen twijfelen, dat Frankrijk, leering trekkende uit zzjn ver- leden, zijn moreel welvaren, de eerste vior- waarde voor de levenskracht van een volk, 'al stoel, terwijl Jim met het eten bezig was. Het huis zag er in de puntjes uit, de grond helder blank geschuurd, de wanden met platen behangen. Jim houdt van zeep en van platen, placht zijne moeder te zeggen. Toen de dokter zag hoe de zaken stonden, be weerde hij dat hij gekomen was om te blijven eten. «Ik zal je mijn vrouw sturen om het huishou den van je te leeren, Jim", zeide hij, sen in dien tijd zal ik me met je moeder bezig houden." Hij ging zitten en begon juffrouw Mc Cune over haar rheumatiek te ondervragen terwijl me vrouw Wilbur zich tot Jim wendde, die zich in tegenwoordigheid van dames nooit op zijn gemak bevond, en hem de tafel hielp dekken. Langza me! hand won zij zijn vertrouwen en Jim vertelde haar over Wilbur's jeugd op zoo eenvoudige wijze dat mevrouw Wilbur hem alleraardigst vond. Eens zeide zij iets, wat Jim nooit zou vergeten, 'g Middags na tafel gingen zij op de heuvels wandelen en kwamen een eenvoudigen witten steen voorbij. «Is je vader hier begraven 7" vroeg dokter Wilbur. «Ja, het was de wensch van moeder. Je weet dat hij liter stierf?" «Weet je wel Jim, dat je moeder vandaag of morgen ook sterven moet?" «Ja, de dokter heeft het mij gezegd." «Je bent altijd een goede zoon en een trouwe ziekenverpleger geweest." Jim hief zijne hand op als wilde hij voor dit compliment bedanken. «Wat ga je doen, Jim, als zij gestorven is?" nik weet het niet." De gedachte dat zijne moeder sterven moest, stemde hem treurig. «Als ik dood ben, Jim", zeide mevrouw Wilbur, zou ik wel willen hebben dat je eens op mijn man terugkrijgen. Maar daartoe moet men beginnen met de vernieling tegen te gaan, die nu in liet volk invreet door de waanzinnige vrees van steeds verraden te worden. Om die vernieling tegen te gaan ziet hij slechts één middelde waarheid en het volle licht in de zaak-Dreyfus. Maar hoe meer Duret, en velen met hem, daarom roepen, des te meer siddert het volk, neemt de gisting toe in het diepst zijner ziel en mort het, dat het de waarheid niet wil. Duret en anderen, zij zijn predikers in de woestijn. Atjelt. De correspondent van de N. 22. Ct. te Ba tavia seinde onder dagteekenirig van gisteren: Bij eene verkenning te Sabet, van Daja uit ondernomen, werden een officier van gezond heid en twee mindere militairen gewond. Notariaat. Het hoofdbestuur der Broederschap van Can- didaat-notarissen in Nederland heeft voor eenige maanden de gelegenheid gehad om, ter audiëntie toegelaten bij den minister van justitie, den Minister te wijzen op de wenschelijkheid om bij vermelding van opengevallen notaiieeie standplaatsen gebruik te maken van de weten schap, die de broederschap omtrent liet nota riaat bezit. Dit denkbeeld is nader schriftelijk uiteengezet in een adres der Broederschap, openbaar gemaakt in liet Wbl. voor privaat recht, notarisambt e.n registratie no, 1468, ge lijktijdig met de daarop door den minister van justitie genomen, hieronder afgedrukte beschik king: »Naar aanleiding van uw adres, dd. 19 No vember j.L, heb ik de eer te kennen te geven dat aan u voortaan drie weken na liet ontstaan van notaiieeie vacatures eene lijst van de sol licitanten zal worden toegezonden. «Mocht uw bestuur na kennisneming van die lijst daarin aanleiding vinden de Regeeving omtrent de vervulling der vacature van advies te dienen of daarover eenige mededeeling te doen, dan verzoek ik u zoodanig advies of u.ededeeling binnen eene maand na de ontvangst van die lijst aan mij in te zenden." «Algemeen Nedcrlandsch Werkliedenverbond". Met een enkel woord hebben wij reeds mee gedeeld, dat de algemeene vergadering van het «Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond" dit jaar op den I0en en Hen April te Amster dam zal worden gehouden. letw." Zij zeide dit schertsend, maar Jim nam het heel ernstig op. «Lat zal ik doen, mevrouw, ik beloof het u." «Onzin 1" zeide de dokter en zoo scheen het ook. Dokter Wilbur had een ijzersterk gestei en was nog nooit ziek geweest. Zij gingen naar het huisje van Jim terug en dachten niet langer aan de dingen, waarover zij gesproken hadden, maar Jim Jim dacht en bleef er altijd aan denken. Of mevrouw Wilbur de zwakke zijde van haar man kende? Ik geloof het niet, maar misschien als zii het geweten had, zou zij er zich toch niet over verontrust hebbenmaar evenals zoovele zachtzinnige vrouwen gedacht hebben, dat haar invloed hem wel terug zou houden. Ongeveer vijf jaar later, stond dokter Wilbur als de besto heel meester uit de stad bekend. Hij werkte hard en spaarde zich niet bij het genezen van rijken arm. Nu en dan echter was dokter Wilbur ziek. Slechts enkele menschen wisten wat voor eene ziekte dit was. Dikwijls kwam hij dan zwaar en loom thuis, hetgeen zijne vrouw veel verdriet deed. Zij kwijnde en eenige maanden later stierf zij aan een hartkwaal, zooals gezegd werd, maar feitelijk aan een gebroken hart. Na haar dood kwamen bij dokter Wilbur vlagen van dronkenschap meer en meer voor. Hij stond nu geheel alleen op de wereld, zoodat niets en niemand hem nu verhinderde zooveel te drinken als hij maar wilde, hetgeen eindelijk Jim ter oore kwam. Hij balde de vuisten, smeet de tafel een eind weg en mompelde tusschen zijne tanden «Nu zal'ik mijne belofte kunnen houden!" De moeder van Jim werd met den dag zwakker en afhankelijker. Toen al, zes jaar geleden, moest Jim haar uit haar bed naar den grooten leuning stoel dragen. Hij was de beste verpleger, dien ik ken, zacht en geduldig als eene vrouw, sterk als een os. Hij werkte hard, legde elk jaar wat geld

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 5