DE VLUCHtT 51"° jaargang. Woensdag 9 Maart 1898. N°. 9571. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. Kennisgeving. PEUTLLETON. UITGEVERH. J. C. BÜELANTS. BUITENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAU: BOTER8TRAAT SO, Telepliocm Ufo. 133. Advebtsjttieprwb: van 1—5 gewone regels met inbe grip van eene Courantf o.gg Iedere gewone regel meere.xo Bij abonnement wordt korting verleend. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien de 2de alinea van art. 228 der wet van den 29sten Juni 1831 {staatsblad no. 85), regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der gemeente besturen. Gelet op de bepalingen der wet van den 8sten November 1815 staatsblad no. 51); Doen te weten Dat alle schuldvorderingen ten laste dezer gemeente het dienstjaar 1897 betreffende, vóór den eersten Juli «instaande moeten zijn ingediend, daar rij, die vóór dien dag niet zijn ingekomen, zullen gehouden worden 0oor verjaard. Wordende verder, wien zulks mocht aangaan, bij deze dringend uitgenoodigd, ter bevordering eener ge regelde administratie, alle voideringen zoo spoedig mogelijk, en dus niet op liet einde van den voren- staanden termijn, in te leveren. En is hiervan afkondiging geschied, waar liet be hoort, den 8sten Maart 1898. Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht. Schiedam, 7 Maart '98. Een tijdlang heeft de beweging ten gunste van Dreyfus de belangstelling voor de aan staande algemeene verkiezingen in Frankrijk verdrongen, en te gelijk hebben die verkiezin gen ongetwijfeld tal van leden der Kamer er toe gebracht rekening te houden met den geest der natie. Nu evenwel is de electorale campagne weer met kracht begonnen, en reizen republikeinen van allerlei gading weer het land af om hun programma den kiezers smakelijk te maken. Aan aanvallen op tegenstanders ontbreekt het natuurlijk daarbij niet. Eet schijnt intusschen, dat de regeerings- partij den steun der radicalen van het genre- Bourgeois en Cavaignac, dien het in de Dreyfus-quaestie heeft genoten, wel graag zou willen houden. In de rede althans, door Paul Deschanel, den leider der regeerings-republikeinen en vice- president der Kamer, in tegenwoordigheid van iqjna alle hoofdmannen der opportunisten aan een gastmaal gehouden, mist men den scherpen toon, waarmede anders de opportunisten de radicalen plegen te bejegenen, wanneer en sprake is van de stokpaardjes der laatsten inkomstenbelasting en grondwetsherziening tot inkrimping der macht van den Senaat. Wel is de grondwet voor de gematigde DOOR IDA BOY-ED. 47) Conradine bedankte, maar gelukkig bestonden er voor Madame mere geen menschen die haar te gering zouden geweest zijn om tot haar auditorium te maken. En daarom nam zij, ijverig in de weer om den indruk eener voorname minzame dame te geven, de conversatie en de consumptie op zich, en vergat onder de complimenten der bewoners en haar smaak in de aardbeien geheel en al haar gewone zenuwachtigheid. Toen het onweer voorbij was, stroomde da regen neder; de lucht zag gelijkmatig grijs; de scheme ring viel in. «Jongens", zei Haderzen, die voor den anderen koetsier en Jasperson een groote autoriteit was, «dat ziet er net uit of het den heelen dag niet meer zat ophouden. Dan is het toch maar beter naar huis te rijden." Conradine vond het goed. Aües had zij zich voorgesteld, maar niet die thoiskomst in den regen. Het rijtuigraampje was openruischend, een koele luchtstroom en verdwaalde druppels naar binnen zendend, viel buiten de regen neer. De grijze nevel werd steeds dikker. Zij reden het hek door. Geen flambouwen vlamden door de avondschemering; de stortregen sloeg den republikeinen voorloopig nog onaantastbaar, maar over een hervorming van het belasting wezen zouden zij wellicht te vinden zijn, mits die niet aanleiding zou geven tot een tirannieke heerschappij van den fiscus als in Duitsehland. Dat aldus de opportunisten hun gelaat den radicalen toewenden, is weinig naar den zin van de rechterzijde, rallié's en royalisten, die gedacht hadden in het troebele water der ver kiezingen menig vischje machtig te worden. Anderzijds waren de socialisten door Descha- nel's rede teleurgesteld in hun verwachting, dat de radicalen wel bij hen hulp zouden komen zoeken. Evenwel, Bourgeois heeft in een rede aan het banket der repubükeinsche progressisten te Belfort het door Deschanel verdedigde program van de hand gewezen. Het hoofd der radicalen noemde, sprekende over de aanstaande verkiezingen, den toestand ernstig en zorgvereischend. Vier jaren geleden werd de rechterzijde geslagen. Toen scheen het terrein schoon en het tijdstip gekomen om hervormingen in te voeren, waarop sinds lang werd gewacht. Hoe komt het nu, vroeg de redenaar, dat er thans geen sprake is van hervormingen, maar dat het bestaan zelf der Republiek op het spel staat Thans gaat het slechts om de verdediging van het erfgoed van het verledene. Het komt er op aan te verhinderen dat in de democratie twee machten, van den Paus en van den Koning, die van het volk vervangen. Zeer scherp hekelde Bourgeois het treurig resultaat der bijna afgeloopen wetgevende periode in de woorden dat het afgeloopen vierjarig tijdperk geen hervorming, geen enkele wet, zelfs niet de begrooting nalaat. Men wijt dit ontbreken van hervormingen aan de oppositie, evenals in 1870 de keizer lijke regeering zeide: aDat Frankrijk niet klaar was, dat is de schuld der oppositieEn de oppositie wil juist hervormingen In stede van vertrouwen heerscht er een geest van wantrouwen. Men maakt van het socialisme een schrikbeeld, juist alsof het beste middel tegen utopieën niet hervormingen zijn. Wij kennen ons vaandel en ons program. Over de zaak-Dreyfus sprekende herinnerde Bourgeois er aan dat de radicalen niet afge weken waren van den eerbied voor het ge wijsde. Maar hq verweet de regeering, dat zij zoo laat was gekomen met haar verklaringen. De conclusie op deze rede kwam eerst 's avonds, in een meeting in den schouwburg. Daar verwierp hij het programma van De schanel en stelde er dat der radicale partij tegenover. De opportunisten zullen dus een volte-face dienen te maken naar rechts, zoo zij steun be- geeren. «Plotseling heeft in Oostenrijk een wisseling van regeeringsstelsel plaats gevonden, en wij frisschen, scherpen geur der guirlandes van eiken loof neer. Conradine zag ze niet eens, ofschoon zij zich van de eerepoort in een mooien boog, gesteund door jonge dennen, langs de rijlaan voortzetten tot aan het huis. Conradine voelde dat zij verbleekte. Zij had oen gevoel of haar pijnlijke oogen diep in hun kassen lagen. Het rijtuig hield stil. In de vestibule stond juffrouw Patterson, die in de doffe verlichling meer geleek op een zak dan op een mensch. Achter haar brandden twee lam pen, dia naast elkander op een eikehouten tafel stonden. «Lieve hemel, met zulk weer 1 Onze lieve, beste mevrouw 1" riep zij uit en zij veegde een paar maal bescheiden en teeder langs de mouw van Conradine's stofmantel. Half verlicht, half teleurgesteld zei Conradine «Goeden avond, mijn goede oude Petterson. Altijd flink 1 Wel, dat doet me pleizier. Maar zoo alleen Phoebe niet eens hier Zij vroeg naar «Phoebe" en bedoelde een anderen naam. «Och hemel, het arme schaap moet bij groot vader en grootmoeder zijn, van wegen het onweer. Mevrouw weet toch wel dat grootmoeder altijd zoo bang is voor onweer, en grootvader doet het lichten pijn aan de oogen," jammerde juffrouw Petterson. «Maar in den gelen salon is alies netjes vol bloemen, ja, dat is het. Die zijn van Phoebe." «En en de heeren vroeg Conradine, terwijl zij deed alsof zij omkeek waar baar reis- genoote bleef. «Och hemel, ik wou het liever niet zeggen, maar het moet er toch uit." koersen thans in het vaarwater van het fede ralisme". Aldus de Köln. Ztg., in dien zin rtjds aantoonende, hoe weinig zij tevreden is over de benoeming van graaf Franz Thun tot Oos- tenrijkseh minister-president. Voor de Duitschers beteekent zijn optreden zeker weinig goeds. "Wel tracht hij hen met een fluweelen handschoen aan te pakken, maar aanpakken, dat zal hij hen zeker doen. En van zijn persoonlijkheid, uit zijn verleden, mag ver wacht worden dat dit niet zonder energie zal geschieden. Uil dat verleden moge het volgende worden aangestipt. Hij is begonnen als soldaat, bracht het bij de dragonders tot majoor, en werd, toen graaf Taaffe aan het bewind kwam, door den feudalen adel afgevaardigd naar den Boheemschen Land dag en den Rijksraad, waar hij steeds de Tsechen steunde in hun staatsrechtelijke eischen, ofschoon hq zelf slechts gebroken Tsechisch spreekt en zijn bezittingen in het Duitsche taalgebied liggen. In 1889 aanvaardde hij het stadhouderschap van Bohemen. Onder zijn bestuur werd Taafle's vergelijk tussclien groot-grondbezitters, Duit schers en Tsechen afgesloten, waarvan de uit voering zóó lang werd vertraagd, dat de Tsechen er tegen opkwamen, de Jong-Tsechen in Bohe men den baas speelden en zelfs de feudale adel, uitgezonderd een twaalftal mannen van naam onder leiding van prins Alfred "Windisch- gratz, van het vergelijk afvielen. Den haat der Jong-Tsechen haalde graaf Thun zich op den hals door zijn bestrijding derOm- ladina, die dan ook anti-dynastieke onlusten in het leven riep, en vooral door den staat van beleg in 1893 in Praag en omstreken te pro- clatneeren. Graaf Badeni, bij wien Thun als candidaat van den feudalen adel voor het ministerschap slecht stond aangeschreven, bracht hem ten offer aan den haat van Duitschers en Jong- Tsechen. Niettemin is het graaf Thun in den afgeloopen zomer gelukt den haat der laatsten eenigszins te verzachten. Maar toch wantrou wen zij hem nog, terwijl de Duitschers van hun zijde vreezen, dat zijn benoeming een nieuwe stap is in de richting van een federalistisch, clericaal en geslaviseerd Oostenrijk, Thun is bij de kroning van Czaar Nicolaas te Moskou geweest en heeft daar zeer invloedrijke betrekkingen hernieuwd. Zijn vrienden beweren ook, dat hij aangenaam is in de oogen van keizer 'Wilhelm. Wat hij zal verinogen te doen, dient afge wacht te worden. De taak die hem wacht, is zeker niet gemakkelijk. Duidelijk blijkt dit uit de volgende krasse zinsnede uit een voorstel in den Oostenrijkschen Landdag, waarbij nota bene algemeen en rechtstreeksch kiesrecht wordt gevraagd «De Joden en allen die verdacht worden, hetzij door bloedverwantschap hetzij door aan- «Wat dan «Het is op Jölshaab ingeslagen er is brand." VIII. «Mag ik binnenkomen, tante 7" riep Phoebe den volgenden morgen achter de deur van Conradine's slaapkamer. «Ja, mijn kind." De deur vloog open en Phoebe kwam binnen. Zij liep op hel bed toe, wierp zicb over Conradine been en bedekte haar gelaat met ontelbare kussen. Toen begon zij meteen te spreken, natuurlijk over zichzelf. Zij zat op den rand van het bed en had haar handen in den schoot gevouwen. Zij sprak zeer levendig, maar maakte er nooit ook uiaar het geringste gebaar bij. Die kalme aanval ligheid van haar houding vond Conradine verruk kelijk. Aandachtig volgde zij de snel wisselende uitdiukking op het jonge gelaat. Felix heeft gelijk, dacht zij. Het gezicht is te rond om mooi te zijn. En toch, hoe bekoorlijk is baar persoonlijkheid. «Wat heb ik naar je verlangd, Conradine; dat kan je je niet voorstellen. Ik ben zoo erg alleen sedert miss Garfield weg is. De grootouders zijn te oud, die begrijpen mij heeiemaal niet. Die hebben mij alleen lief. Miss Garfield zei altijd«Liefde is alles 1" Maar sedert ik goed over het leven nadenk en op alles let, wat de menschen onder elkander doen en hoe zij tegenover mij zijn, sedert dien tijd komt het mij voor dat liefde iets tamelijk overtolligs is. Ik kan het je niet zoo uitleggen hoe ik het bedoel. Maar het is zoo'n doode schat, niet waar 1 Net alsof men in de woestijn kostbare kleinooden draagt en daarbij honger en dorst lijdt. Niet? Je begrijpt mij zeker wal, Conradine, en al huwelijking van Joden af te stammen, zullen van het kiesrecht uitgesloten zijn." Eu bij de indiening van dit voorstel ont wikkelde Schneider, de rechterhand van dr. Lueger, in deze korte woorden zijn program »Men moet den Joden hun burgerlijke en politieke rechten ontnemenHun goederen moeten verbeurd verklaard worden I Elke omgang tusschen Joden en Christenen moet belet worden door zware straffenZe moeten uitgeroeid worden Het blijkt thans dat Zola's beroep in cassatie gegrond is op een viertal punten lo. het ingrijpen der generaals de Boisdeffre en de Pellieux2o. het feit dat uit Zola's brief J'accuse, die naar de bedoeling van den schrijver één geheel vormde, slechts enkele plaatsen genomen zijn 3o. talrijke formeele fouten, die bij een nauwkeuriger onderzoek van het proces zullen blijken; 4o. onvoldoende motiveering der be slissing van het Hof der Assisen, dat alle con clusion der verdediging principieel afwees. Voor het cassatiehof der moraal zijn zeker de heide eerste gronden reeds voldoende voor vernietiging van het vonnis. Of het Hof van Cassatie echter in jure alle vier de gronden voor cassatie wel toereikend zal achten, is sterk te betwijfelen. Een quaestie die dezer dagen heel wat vreugde eenerzijds, verontwaardiging anderzijds heeft gewekt, is dat generaal Gonse eerstdaags af zal treden als lid der technische commissie van den generalen staf. De Echo de Paris noemde het onwaardig, dat onder de tegenwoordige omstandigheden Gonse den generalen staf verliet. Het blad was reeds doodsbenauwd, dat het land daarin een concessie zou zien aan de senatoren Scheurer- Kestner, Trarieux en Ranc, en dat men zou gaan denken, dat ook Boisdeffre en Henry op geofferd zouden worden aan het Dreyfus-syn dicaat. De Echo had haar bezorgdheid kunnen sparen. Generaal Gonse gaat, blijkens een nota van Havas, alleen uit den generalen staf, omdat hij overladen is met werkzaamheden. Drurieu, de geheimzinnige zelfmoordenaar, is door Emile Berr van de Figaro in de Morgue herkend als Lemercier-Picard, die hem den door Rochefort aan Reinach toegeschreven en sOtto" geteekenden brief is komen brengen. Picquard heeft Esterhazy's uitdoe, ng met geen antwoord verwaardigd. Hij beschouwt Esterhazy blijkbaar als een eerloos man. Gemengde Rcdcdecllngcn. Geheel Italië is onder den indruk van Cava- lotti's dood. Zelfs zijn tegenstanders brengen hem ongeveinsde hulde. De Kamer zal met haar vaandel rouwen en een bronzen krans op zijn graf doen leggen. ben je ook tien jaar ouder dan ik, je hebt misschien wel zooveel geduld om mij te veroorloven je naar alles te vragen." «Zeker, mijn kind," zeide Conradine, «je hebt volkomen gelijkliefde is volstrekt niet alles. Begrijpen is bijna meer dan liefde. Wat baat liefde wanneer er geen gemeenschappelijke belangen, meeningen, levensgewoonten, aesthetische behoeften zijn Ik vergis mij zeker niethet aanzoek van Langwitz heeft je op die gedachten gebracht." Phoebe zag haar recht in do oogen. «Toch niet alleen", sprak zij openhartig. «Ik weet zelf niet hoe het komt, dat ik tegenwoordig zooveel over liefde en huwelijk nadenk. Misschien is het toch wel gekomen door al die mooie dingen, die Langwitz mij vooridurend zeide als hij mij maar te pakken kon krijgen. Men denkt dan on willekeurig of anderen dat ook vinden. Het was anders toch zeer brutaal en overijld ofn je te tele- grafeeren. Vind je ook dat ik hem moet nemen 1" «In geen geval", riep Conradine uit. Phoebe viel haar juichend om den hals. «Ik dank je", riep zij uit. «Nu behoef ik toch niet kwaad op je te worden. Want ik bad hem natuurlijk niet genomen, al had je liet bevolen." «Zoo", zei Conradine, de armen onder het hoofd kruisend, «en wat had je dan gedaan «Ik zou weggegaan zijn, een betrekking hebben gezocht of zoo iets. Werken is geen schande. Adriaan werkt als een arbeider. Ik ben ook zoo vlijtig als ik maar kan maar er is bij ons helaas niet zooveel te doen, dat ik ooit het heerlijke gevoel kan hebban van even hard te werken als Adriaan," Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1