5ftó jaargang.
Vrijdag 18 Maart 1898.
N°. 9579.
Tweede Blad,
m
Binnenland.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. JTcTÊOELANTS.
Uit de Staatscourant.
Abosnekentspkijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
BUREAU: BOTER8TRAAT TO, Tclephoon No. 123.
Advbetentieprwb van 1—-5 gewone regels met inbe
grip van eene Conrant0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Aan de le Openbare Kostelooze School
te Schiedam wordt gevraagd
een OSiDEItWIJÏER met hoofdakte, als
plaatsvervangend hoofd.
Jaarwedde f ÏOOO--
Sollicitatiestukken franco in te zenden aan
den Burgemeester vóór of op 26 dezer.
Be Koninginnen.
Het achtste Diligentia-concert in het gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te 's Graven-
hage werd gisteravond door H. M. de Koningin
bijgewoond. Ditmaal werd H. M. niet vergezeld
door Hare Moeder.
Als solisten traden op mevr. Elise Kut=cherra
(zang) uit Brussel en de heer Carl Oberstadt
(piano) uit 's Gravenhage, die den heer Mengel
berg verving, daar deze ongesteld was. De heer
Oberstadt genoot de eer, na zijn voordracht
van liubinstein's Concert driemalen te worden
teruggeroepen.
De Inhuliligings-plecliliglieid.
De Haagsche Kroniekschrijver der N. Qron.
Ct. weet omtrent de inhuldigings-plechtigheden
de volgende bijzonderheden mee te deelen
Alles is reeds voor de plechtigheid der kro
ning geregeld. Uit het feit dat de minister van
justititie de koningen en herauten van wapenen
reeds heeft, aangewezen, die bij de plechtigheid
zullen fungeeren, blijkt, dat men ook in hof-en
regeeringskringen druk bezig is met alles voor
te bereiden wat op de kroning betrekking heeft.
Behoefde dit nog een nader bewijs, dan zou
't zeker wel gelegen zijn in het feit, dat de
photograaf, de heer Zimmermanu, een afbeel
ding, in verschillende formaten, heeft ver
vaardigd van Koningin W'ilhelmina in het kleed,
dat zij bij de kroningsplechtigheid zal dragen
een lang sleepkleed van wit gebloemde satijn,
met goud opgewerkt en met wit dons omgeven.
De vorstin draagt daarop een diadeem van
diamanten, geen kroon. Bij de plechtigheid in
de Nieuwe kerk zal zij behalve de kroon ook
een mantel van rood fluweel, gevoerd met
hermelijn, dragen.
Ik heb nog een zeer interessante bijzonder
heid vernomen.
Het plan moet nl. beslaan, dat de raadsleden
der kroon, en corps, zich op 31 Augustus des
avonds te 6.30 uur ten paleize zullen aanmel
den, om H. M. de Koningin op het eigen oogen-
blik, waai op zij, naar de grondwet, de Regeering
aanvaardt, het oogenblik waarop zij haar
18e levensjaar heeft volbrachtte complimen
teeren en het eerste besluit ter teekening voor
te leggen een besluit dat een bijzonder be
teeken is zal hebben voor H. M. de Koningin-
Regentes.
Laat mg u in verband hiermede ook medc-
deelen, dat reeds deze week de repartitie der
bij gelegenheid van de kroning toe te kennen
ridderorden en medailles, over de verschillende
departementen van algemeen bestuur heeft
plaats gehad. Men wil zoo mogeljik trachten
alle onderscheidingen nog op den eigen dag dei-
kroning of in de. daarop volgende feest week
aan de benoemden te doen toekomen, en het
spreekt vanzelf dat daaraan heel wat vast is.
De kanselarij der orden heeft 't misschien nooit
zoo druk gehad als dit jaar. Eerlang moet de
bestelling van den benoodigden kruisen-voorraad
plaats hebban.
Naar men mij verzekert, is er concurrentie
op dit gebied ontstaan tusschen den tegen-
woordigen leverancier en een handelaar die de
orderteekenen tot veel lager prjjzen heeft aan
geboden. Nu doet zich 't verschijnsel voor dat
de laatste de Fransche fabriek heeft opgegeven,
die de insignia voor hem vervaardigen zal, ter
wijl de tegenwoordige leverancier ze als binnen-
landsch fabricaat met het Ned. merk voor gouden
voorwerpen voorzien, laat doorgaan hoe
wel ook zijn kruisen uit een Parijsch atelier
afkomstig zijn.
Apothekers.
Op initiatief der Ned. Maatsch. ter bevor
dering der Pharmacie is een van 500 hand-
teekeningen voorzien adres gezonden aan den
minister van binnenlandsche zakenwaarin
wordt gewezen op de gebrekkige naleving der
Wet van 1 Juni 1865 StilNo. 61) regelende
de uitoefening der artsenij-bereidkunst,
»De wetgever begreep te recht, dat aan de
apothekers in het belang der volksgezondheid
strenge eischen moeten worden gesteld, en dat
hij bij de uitoefening van zijn beroep aan strenge
verplichtingen moet worden onderworpen. De
wet verplicht hem verschillende examens af te
leggen eer hij gerechtigd is zijn beroep uit ie
oefenen. Alvorens als apotheker te mogen op
treden, moet hij zijn diploma doen viseereu
door den inspecteur van het Geneeskundig
Staatstoezicht der provincie, en aan den burge
meester zijner woonplaats kennis geven van
zijne vestiging.
De wet verplicht hem van een geneesmiddel
een genoegzame hoeveelheid voorhanden te
houden, onverschillig of "dit op de plaats zijner
vestiging ooit wordt voorgeschreven. Bij het
aflveren van geneesmiddelen worden verschil
lende voorzorgen gevorderd. De apotheken, de
weik- en bergplaatsen, de pharmaceutische
toestellen en de geneesmiddelen, worden op
onbepaalde tijden door commission uit den
Geneeskundigen Raad onderzocht. Wat geschie
den moet bij afwezigheid of ontstenis van den
apotheker, is nauwkeurig voorgeschreven. Elke
overtreding der wet wordt met straf beiiieigd.
Al die voorschriften bewjjzen, hoe noodig de
wetgever het oordeelde, het leveren van genees
middelen met waarborgen te omringen.
»Het is zeker niet anders dan billijk, dan
waar zulke zware verplichtingen den apotheker
zijn opgelegd, zijne rechten nauwkeurig worden
gehandhaafd, en dat hij tegen de mededinging
van onbevoegden door de wet wordt beschermd.
En wat is nu de toestand die in werkelijkheid
bestaat. Dagelijks worden door onbevoegden,
tegen betaling, recepten door geneeskundigen
afgegeven, gereed gemaakt en afgeleverd. Overal
in den lande worden door onbevoegden winkels
in drogerijen en chemicaliën opgericht, waarin
zij zich onledig houden met den verkoop van
allerhande geneesmiddelen, zoowel enkelvoudige
als samengestelde.
»Wij verwijzen hierbij Uwe Excellentie naai
de bijlage, welke een overzicht geven van het
geen in de twee grootste gemeenten van ons
land iu enkele uien, bij volkomen onbevoegden
kon worden aangekocht,. Terwijl de wetgever
het noodig oordeelde door de strenge voor
schriften der wet, regelende de uiloefening der
artsenijbeieidkunst, voor de volksgezondheid te
moeten waken, dreigen die voorschriften meer
en meer een doode letter te worden. Terwijl de
wetgever bedoelde een stand van wetenschappe
lijke artsenij-bereiilkundigen in het leven te roe
pen en van Staatswege groote sommen worden
uitgegeven om dat doel le bereiken, getuige o.a.
het nieuwe pharmaceutisch laboratorium te
Leiden, wordt het bedrijf der apothekers, die
zich door langdurige studie hebben voorbereid
en aan wie een aantal zware verplichtingen zijn
opgelegd, meer en meer door onbevoegden, die
straffeloos geneesmiddelen afleveren, ondermijnd.
»De ondergeteekenden meenen Uwe Excel
lentie eerbiedig maar dringend te moeten ver
zoeken te willen bevorderen, dat, de wet,
regelende de uitoefening der aitsenij-bereid-
kunst, wordt gehandhaafd. Zij schromen niet
dat verzoek, dat niet alleen hunne rechten en
belangen, maar ook in hooge mate het algemeen
belang betreft, met vertrouwen in Uwe handen
stellen."
Aan den minister van justitie is een afschrift
van dit verzoekschrift gezonden.
Uit de bijlagen blijkt dat bij daartoe onbe
voegden (zoogenaamde drogisten) te Amsterdam
en Rotterdam werden aangekocht 264 genees
middelen, waaronder vele recepten, door ge-
neesheeren voorgeschreven.
Zeevissclierij voor sfoontvaartuigen.
De lieer A. Hoogendljk Jz. te Vlaai-dingen
hield gisterenavond te Amsterdam eene lezing
over bovengenoemd onderwerp.
Spr. wenschte antwoord te geven op de vraag,
waarom Nedeiland zoo lang bij het Buitenland,
in 't bijzonder bij Duitschland, ten achter is
gebleven in 't gebruik van stoom vaartuigen voor
de vFschrrij,
Dit is z. i. te wijten aan sleur en vooroordeel,
ook aan afgunst en laster. Verder besprekende
hoe bij ons de visselierij wordt gedreven, ver
deelde hij onzezeevissehersvloot in drie groepen.
De le groep is die der loggerschepen, die
van Juni tot Dec. varen, de overige maanden
werkeloos liggendeze komen dus niet voor
stoom als drijfkracht in aanmerking,
r De 2e groep is die der sloepen, die van Juni
tot Dec. voor haringvangst dieuen en de overige
maanden van 't jaar voor de beugvissclierij
dienen.
De 3e groep bestaat ook uit sloepen, die
evenwel het geheele jaar voor de beugvisscherij
dienen. De laatste twee groepen zouden wel
voor stoomkiacht in aanmerking komen.
Vraagt men nu welke schepen aanbeveling
verdienen, dan antwoordt spreker dat stoom
trawlers voorkeur verdienen boven de stoom-
beugen. Blijft de vraag, of deze schepen rentabei
zullen zijn.
Spr. wijst op bet kolenverbruik, de slijtage
van de machines en verdere kosten die het
antwooid twijfelachtig maken. Het komt spr.
raadzaam voor, dat men gedurende 6 juien
een reservefonds van 3000 a 4000 gulden maakt
voor ketelfonds en dan eens afwacht wat daar
mede te doen valt.
Hij wijst er voorts op, dat de sloomtrawler-
visscherij den visehiijkdom vernietigt en dat de
waarde van de viscli met groote sleepnetten
gevangen zeer in vaarde vermindert. De stoom-
tiawlers kunnen zekerlijk grootere hoeveelheid
visch aanbrengen dan de stoombeugeu, maar
daartegenover staat de vernietiging van de
visselierij.
Daarom kan spr. het niet betreuren, dat Ne
derland en Fiankrijk het voorbeeld van Engeland
en Duit-chland in dezen nog niet gevolgd hebben.
Noch stoombeugen, noch stoomtrawlei s kan
spr. dus aanbevelen. Stoombeugen niet, omdat
die in den zomer geen markt voor hun visch
kunnen vinden stoomtrawlers niet wegens de
weinige rentabiliteit en wegens de andere ge
noemde redenen.
Toch dient verbetering le komen in onze wijze
van visschen. Aanbeveling verdient dat men
stoomschepen bouwt, die spr. zou willen noe
men stoombi'ug- en stoomharingsciiepen,
Spr. gaf een beschrijving van het visschen
met de stoombeugen, dienende des zomers voor
de haringvangst en des winters voor de beug
visscherij. De voordeelen der stoom visselierij
boven die der zeiibeugen springen in 't oog.
Zij kunnen 8 a 9 reizen des winters meer
maken, hebben minder oponthoud door eb en
vloed, het gevaar voor verlies van visehlynen
is minder groot; voor de haringvFseherij levert
de stoomvNscherij insgelijks verscheiden voor
deelen op, wat de heer Hoogendljk in bijzonder
heden aantoont.
Spr. releveert nog eens, dat hij voor onze
visscheiij wenscht in plaats van de stoomtiaw-
lers het stoombeug- en baringschip. Zal hier
voor nu kapitaal zijn te vinden door onbaat-
zuchtigen bijeengebracht. Hij wil geen kapitaal
van een financieel syndicaat, waardoor de onder
neming tot ondergang is gedoemd.
Onze visschers zijn wel geschikt om destoom-
vNchschepen te bemannen.
Spr. zegt ten slotte, dat hij wenscht dat aan
het hoofdbestuur een schrijven worde gericht
met verzoek, om den bouw van niet te groote
stoomschepen met niet te zware machines, de
verzekering tegen ongelukken en de totstand
koming van een pensioenfonds te bevorderen.
De belanghebbenden moeten tot bijdragen
verplicht worden.
Hierna volgde eenige discussie.
De voorzitter de heei Armand Sassen vroeg
eenige inlichtingen; hem kwam het vreemd
voor dat do inleider zoo gekant is tegen hulp
van bankiersmen mag toch niet verwachten
dat, welke financier ook, zijn gelden uit liefde
voor 't behoud van een Neder!. Industrie rente
loos afstaat. Spr. onderstelde dat de inleider
zijne verbeteringen tot stand wenschte te bren
gen met behulp van den Staat.
De inleider antwoordt, dat z. i. niemand in
de onderneming betrokken moet worden dan
de belanghebbenden zelf. De visscherij-rnaat-
schappijen zullen z. i. een voldoende rente kun
nen maken en dus meent hij kan men defman-
cieis van professie ontberen.
De voorzitter zeide, dat van de voordracht
en de debatten een resumé aan 't hoofdbestuur
zal gezonden worden, om te dienen als leid
draad op de aanstaande algemeene vergadering.
Met een woord van dank aan den heer lioo-
gendijk sloot de voorzitter daarna de vergadering.
Katholiekendagen.
Gisterenmiddag vergaderde te 's-Gravenhage
volgens de Maasbode tie club van R. K. Kamer
leden, ter beraadslaging over het in den laatsten
tijd zooveel besproken onderwerphet houden
van Nederlandsche Katholiekendagen.
Postvervoer Engeland.
Naar wij nader vernemen, behoeft ons bericht
van eergisteren deze wijziging: dat met 1 Mei
brieven van Engeland voor Rotterdam en
Amsterdam over den Hoek van Holland gaan.
öndervr ijzers-examen.
Voor de examens als onderwijzer en onder
wijzeres, die te 's-Gravenhage zullen worden
afgenomen, zijn tot deskundigen benoemd
Voor lezen en Ned. taal de heeren J. D. de
Visser Smits en P. J, Teebaal, Don Haag, R.
Leopold, Gouda en J. Couvee, Rotterdam.
Voor rekenen de heeren J, van der Hout,
Schiedam, R. J. van Groenenbergh, J. Vellenga
en A. van de Griendt, Rotterdam.
Voor kennis der natuur de heeren J. Schret-
nemakers en dr. H. Taverne, Leiden, J. De
Back, Rijsoord, J. Akkersdijk en G. Van Nim-
wegen, Rotterdam.
Voor schrijven en zang de heeren J. C.
Sander, Schiedam, J. VVuystcr, Leiden, J.
Kouijberg. Rotterdam, J. Rovers, Delft.
Voor aardrijkskunde de heeren J. J. Tea
Have, Den Haag. J, Hemmes, Delft, J, Krop
man, Gou la, De Koning, Dordiecht.
Voor geschiedenis de heeren fl. W. J. Iluber,
Gouda, D. Kanon, Den Haag, J. Dun, Overschie,
J. Tij 1Schiedam.
Voor paedagogie de heeren J. Th. Schiphorst,
Delft, S. van Kampen, Vlaardingen, J. Muldeis,
Zwijndreeht, I. Schreuder, Rotterdam.
Voor handteekenen de heeren G. A. Laag
land, Den Haag, J. Dee, Delft, M. Kosters,
Leiden, J. van "Werkum, Dordrecht.
Voor vrije- en ordeoefeningen de heeren J.
Revs, Den Haag, R. Brouwer, Rotterdam.
Voor nuttige handwerken mej, O. J. Van den
Ende en mevr. J. G. Gravelotte, geb. Pontier.
De zaak van gebr. lloogerlmis.
Op liet door ons uit het Nieuws- en Adver
tentieblad van Heerenveen overgenomen schrij
ven van Paulus van Dijk antwoordt mr. Troelstra
in de Sociaal demokraat, dat Van Dijk, indien
hij, tegelijk met zijn briefje aan het Heeren-
veensche blad, tevens een briefje had gezonden
aan den officier van justitie te 's-Giavenhage,
waarin zijne aanklacht tegen mr. Troelstra
wegens smaadschrift was opgenomen, recht van
spreken zou hebben. Thans noemt mr. T. zijn
briefje niets dari eene hansworsterjj, om het
onnadenkend publiek zand iu de oogen te
strooien en achter een vloed van dikke woorden
zijne vrees voor eene openbare behandeling der
zaak te vei bergen.
Daar Van Dijk geen genoegen neemt met
de verklaring van mr. T„ dat deze het geld
voor zijn overtocht indien noodig zal
bijeenbrengen, doet mr. T. nu een oproeping
om bijdragen voor het sfonds-Hogerhuis", welk
fonds zal dienen om de kosteu te betalen van
de getuigen in het pieces, dat tegen hem zal
worden gevoerd, zoodra Van Dijk hem aanklaagt,
met bepaling, dat allereerst uit dat fonds zullen
worden genomen de kosten van het ticket 2e
klasse voor Van Dijk en een waarborgsom van
t 375 te zijnen behoeve.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft gis
teren B. en W. dier gemeente gemachtigd om
aanbiedingen in ontvangst te nemen op een
leening van 18 miliioen gulden ten behoeve
der genaaste gasfabrieken.
OVERSCHIB, 17 Maart. Dc heer F. J. Dun, hoofd
der school met den bijbel alhier en ouderwijzer aan
een normaalschool ter opleiding van Christelijke
ouderwijzers tc Rotterdam, is tot deskundige voor
geschiedenis benoemd bij de in April a. s. te houden
actc-examcns voor ondcr.vijzer(es) in Den Haag.
Bij Kon. Besluit is aan J. Q. Jurgens, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol outsiag verleend als kanton-
rechter-plaatsvervanger in het kanton Oss, onder
dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen
diensteu.
Bij Kon. Besluit is dc portier bij 's rijks werf te
Amsterdam, G. F. Steenman, ter zake van meer dan
55 jarigen leeftijd en 10 jarigen dienst als burger
lijk ambtenaar, met 1 April, eervol uit den werfdienst
out slagen.
De heer G. B. Shnddick, ingevolge koninklijke
machtiging benoemd tot vice-consul te Swansea, is
in die hoedanigheid door do Britsche regeering erkend.
Bij beschikking van den minister van binnenland
sche zaken zijn" benoemd tot geneeskundigen voor
den dienst in het Parc-Vaccinogènc te Utrecht, voor
het tijdvak van 1 April 1898 tot en met 31 Maart
1899, dr. P. (J. Brondgeest, dr. G. P. Wesselink cn
J. H. van Welsen, arts, gepensionneerd officier van
gezondheid der eerste klasse, allen te Utrecht,