BONENLAND.
de Polen en de Elzassers zich bij de oppositie
scharen.
Men herinnert zich dat de Berlijnsche ge
meenteraad besloot den 18den j.l. een krans
neer te leggen op het graf der slachtoffers van
1848. De opper-president van Brandenburg cas
seerde dat besluit.
Nu hebben de socialistische raadsleden Singer
en Langerhaus gisteren een voorstel ingediend
om in deze zaak een rechterlijke beslissing uit
te lokken.
Singer betoogde dat het neerleggen van een
krans geenszins beteekende de verheerlijking
der revolutie.
Prinses Louise van België, die thans te Lon
den is, moet niet van plan zijn bezwaren op
te werpen tegen de door haar echtgenoot, prins
Philip van Coburg, verlangde echtscheiding.
De Italic en de Popoio beschouwen het
nederleggen door Crispi van zijn mandaat als
lid der Italiaansche Kamer aldus, dat Crispi's
doel is het oordeel der gekozenen te ontzenuwen
door het oordeel der kiezers. Hij is er zeker
van daarin te slagen.
De beide bladen en de meeste andere
met hen gffiooven dat zijn getrouwen
te Palermo den oud-premier niet in den steek
zullen laten.
De Porte heeft satisfactie beloofd voor den
moord op den katholieken priester in Thes-
salië.
Uit Kaïro wordt bericht, dat een sterk Egyp
tisch verkennings-detachement tevergeefs voe
ling heeft gezocht met de Derwischen.
Men denkt dat dezen ongeveer 30 mijlen
den Atbara op staan.
De Turksche regeering heeft officieel bekend
laten maken, dat te Djeddah drie gevallen van
pest met doodelijken afloop zijn geconstateerd.
Te Bombay was het sterftecijfer in de laatste
week buitengewoon hoog.
Inhuldigingsfeesten.
Het comité voor de ontvangst der buiten-
landsche pers heeft in navolging van het
buitenland besloten aan de vertegenwoordigers
der buitenlandsche pers een soort Handboek,
bevattende Inlichtingen over Nederlandsche
toestanden", ter hand te stellen. Voor Neder
land is dit daarom van te meer belang, omdat
de buitenlandsche pers nog telkens verraadt,
hoe schier niets men buitenaf van onze Neder
landsche toestanden verstaat.
Het comité koestert daarom den wensch dat
dit handboek verder strekke dan de inhuidigings-
feesten en voortaan op elkbuitenlandsch redactie
bureel een soort legger aanwezig zou zyn, die
men kan naslaan, om zich omtrent onze toe
standen te vergewissen. Het handboek zal in
het Engelsch, het Framch en het Duitsch ge
steld worden. Deze inlichtingen zal het comité
in twee deelen geven.
Het eerste deel zal bevatten een wat aange
naam lezend en met vignetten voorzien alge
meen overzicht van onze historie, de inhuldi
ging en de gesteldheid van ons land in allerlei
opzicht. Het tweede uitvoeriger deel zal bestaan
uit afzonderlijke beschrijvingen en statistieke
opgaven.
Deze schetsen zullen loopen over de navol
gende onderwerpen. Een kort overzicht van de
beteekenis van Nederland in het verleden, de
oorzaken van ons verval en weder opkomen.
Onze letterkunde, onze kunst, de journalistiek,
ons kerkelyk leven, ons onderwys op zijn ver
schillende trappen. De staatkundige partijen,
voor elke partij te behandelen door een lid dier
partijen. Onze financiën. Onze landbouw en vee
teelt. Onze scheepvaart. Onze visscherij. Onze
handel. Onze nyverheid. De koloniën, Ned.-
Indië, Suriname en Curapao. De staathuishoud
kunde in Nederland. Onze Philanthropic. Onze
Armverzorging. Onze Nederlandsche eigenaar
digheden en volksgewoonten.
Elk dier afzonderlyke beschiyvingen werd
door het comité in handen gesteld van een
deskundige in zake van het onderwerp, waar
over de beschrijving loopt. De namen dezer
bewerkers zullen binnenkort worden gepubli
ceerd, maar reeds nu kan het comité verklaren
dat het in deze aangelegenheid boven verwach
ting goed slaagde.
Atjek.
Uit Indië seint men aan de JV. Ct,
Blijkens officieele mededeeling is generaal-
majoor C. P. J. van Vliet benoemd tot chef
van den generaien stat, in welke betrekking
hij kolonel J. B. van Heutsz vervangt, die tot
militair commandant en waarnemend gouver
neur van Atjeh benoemd is.
Het biad teekent hierbij aan
Uit dit bericht schijnt te mogen worden op
gemaakt, dat het niet een verschil in inzicht
tusschen den gouverneur-generaal en generaal
Van Vliet was, hetwelk den laatste deed be
sluiten zijn ontslag ais gouverneur van Atjeh
te vragen, maar dat beiden de overtuiging
hadden, dat kolonel Van Heutsz de rechte man
was om onze troepen aan te voeren binnen
Pedirs landpalen. Die zware taak eischt een
ijzersterk gestel en generaal Van Vliet was, naar
gemeld werd, reeds lang verre van gezond.
Persoonlijke Dienstplicht.
Aan de Tweede Kamer is door het hoofd
bestuur der vereeniging De Dageraad te Am
sterdam een adres gericht ter zake van het
ontweip van wet tot invoering van den persoon
lijken dienstplicht.
Het hoofdbestuur is van oordeel, dat de
aanneming van dit ontwerp, zooals het daar
ligt, in strijd zou zijn met het algemeen belang
en met wat men èn van deze regeering èn van
de vertegenwoordiging verwachten mocht.
Tegenover de huldiging van een erkend goed
beginsel, den persoonlijken dienstplicht, staat
eene bevoorrechting der kerk, die bezwaarlijk
nog grooter had kunnen zijn.
Het hoofdbestuur acht het met het beginsel
van scheiding van kerk en staat in 't geheel
niet te rijmen, dat de professionals der kerk,
als leden van een macht, levende in, maar
staande buiten den staat, de plichten, weike
op alle burgers rusten, van zich af zouden
kunnen schuiven op geheel andere gronden dan
die van staatsbelang.
Het aantal van hen, die principieel zich tegen
alle kerkverband verzetten, die in de kerk, als
instituut en instrument van gezag, een toene
mend gevaar zien voor den vooruitgang, is
(zegt het adres) stijgende.
Het ligt dus geheel in de lyn der maatschap
pelijke ontwikkeling, de kerk te behandelen als
de private instelling van bijzondere personen,
waaraan in geen enkel opzicht boven andere
vereenigingen en instellingen vrijdom van alge-
meene lasten kan worden verleend.
Het adres dringt er ten slotte by de Kamer
op aan, het daarheen te leiden, dat elke be
voorrechting van kerk of gezindte uit het ont
werp worde gelicht.
Prof. H. Oort.
Aanstaanden Donderdag, den 31 en Maart, zal
het vijf-en-twintig jaar geleden zijn, dat prof.
Oort het hoogleeraarsambtaanvaardde. Vroeger
predikant te Santpoort en te Harlingen, werd hy
aan het toenmalige Athenaeum te Amsterdam
als opvolger van prof. Land benoemd.
Een paar jaren later nam de Leidsche
Universiteit hem onder hare hoogleeraren op.
Hjj was belast met het onderwijs in het He-
breeuwsch en was daarbij als een der beste
leerlingen van Kuenen op zijn plaats.
Be Here, schrijft naar aanleiding van dit
jubilee:
Juist als goed leerling van Kuenen beoefende
hy het Hebreeuwsch niet enkel als literator;
theoloog was Oort en hij is het gebleven tot
op dezen dag; en de kennis van het Hebreeuwse!!
ontsloot hem den toegang tot zulk een bestu
deering van het Oude Testament, van den
Oud-Israëlitischen en den Joodschen godsdienst
als waaraan Kueaen's naam onverbrekelijk is
verbonden.
Zoo is hy vooral de geleerde kenner geworden
van het Jodendom der laatste eeuwen vóór
Christus en vari Jezus' tijd. Daarvan getuigen
het zevende en het achtste deel van den Bijbel
voor Jongeliedenwaarin door hem een stof
behandeld is, die vour een groot deel in andere
geschriften wordt gevonden dan zijn opgenomen
in het Oude Testament.
Aar. den Bijlel voor Jongelieden, het stan
daardwei k, ook in het buitenland bekend en
geroemd, en zooals den lantsten lijd herhaal
delijk ken herinnerd worden, aan de Vertaling
van het oude Testament is zijn naam verbonden
en ieder weet, dat hij er, met zyn naam, zijn
kennis en zyn werkkracht aan gaf, en ook zijn
hart, en dus liet beste stuk van zijn leven, op
voile middaghoogte.
En daarom mag hij met groote voldoening
op die vijf-en-twintig jaren terugzien. Met in-
nigen weemoed zal hij 't óók doen. Rauwenhoff,
Kuenen, Hooykaas 't is reeds een eer met
zulke mannen genoemd te worden in éénen
adem zy allen gingen henen en onlangs
volgde hen Kosters. Wij kunnen ons voorstellen
dat hem nu en dan een gevoel van vereen
zaming beklemt.
Maar dan moet hy toch spoedig opademen,
als hij denkt aan de velen die hem waardeeren
en op zijn jubilee, zij 't dan ook in gedachte,
hem hartelijk de hand drukken en gelukwen-
schen. En dat zoovelen het doen, niet enkel
uit een engeren vriendenkring, maar ook uit
den wijderen van medestanders en geestver
wanten, het zy hem een vriendelijken oogst op
wat hij zelf heeft gezaaid.
Komt reeds wat hij in zijn studeervertrek
heeft gearbeid zoovelen ten goede, Oort is nooit
uitsluitend de man van het studeervertrek ge
weest. In maatschappelijke belangen heeft hij
zijn stem verheven. Aan kerkelijke belangen
heeft hij zich laten gelegen liggen. Voor het
stichtelijk bet woord hy zich vinden waar men
hem riep.
Aan practischen arbeid die hem voor de
hand kwam, of waarvoor men hem opontbood,
wijdde hij zich met liefde. De Protestantenbond
telt hem onder zijn voorstanders die voorgan
gers zijn, en begroet in den jubilaris zijn voor
zitter, en Be Hervorming plaatste menigmaal
een artikel van zijne hand.
Zoo weten wij uit naam van een grooten
kring te spreken, als wij hem onzen heilgroet
brengen op zijn feest. Wij hopen dat hij het
ter perse leggen der vei taling van het O. T.
bij blijvende gezondheid en ongestoorde opge
wektheid tot voltooiing brenge. maar rekenen
buitendien op hem in veel, waarvoor wij man
nen behoeven als hij is.
Zeevisscherij met stoom vaartuigen.
De ingenieur de heer P. J. van Voorst "Vader
leidde gisterenavond in de vergadering van het
departement 's-Gravenhage der Nederlandsche
Maatschappij ter bevordering van Nijverheid
het onderwerp in »Zeevisschery met Stoom-
vaartuigen". Spreker stelde daarbij voorop de drie
volgende vragen
lo. Wordt ia ons land minder versche visch
aangebracht dan elders, en zoo ja, welke redenen
bestaan er in het algemeen voor niet-toepassing
van stoomkracht op onze visschersschepen
2o. Is het geen gebruik maken van stoom
schepen als een der oorzaken te beschouwen
waarom hier te lande minder versche visch
wordt aangebracht?
3o. Is er een bepaalde reden aanwezig die het
uitzenden van stoomschepen in den weg staat
Daarna gaf bij een overzicht vaa den visch-
aanvoer en het vischverbruik in Engeland, en
vergeleek die met ons land, tot de slotsom
komende, dat de vischpryzen in ons land te hoog
zyn om de visch tot volksvoeding te maken.
Vervolgens stond hij stil bij de inrichting
der visschershavens te Grimsby, Hull, IJmuiden
en Vlaai dingen, en deed daarbij uitkomen, hoe
een eerste vereischte is gemakkelijk binnen
vallen en uitvaren en aansluiting met het
achtergelegen land, waar men voor de visch
een débouché vindt, daarbij betoogende, dat het
verleenen van faciliteiten van grooten invloed
is op de exploitatiekosten.
Eveneens zette hij in bijzonderheden de in
richting uiteen der verschillende type van
visschersvaartuigen en de daarbij gebruikt wor
dende netten, om ten slotte te komen tot de
stroomtrawlers, die in het buitenland met
succes worden gebruikt.
De oorzaak, dat hier te lande nog zoo weinig
gebruik wordt gemaakt van stoomkracht op
onze visschersschepen, meende spreker voor een
groot deel te moeten toeschrijven aan het vast
houden aan den ouden sleur en gemis aan kapi
taal. De voordeelen van het gebruik van stoom-
nemen hij glimlachte nog als hij aan het verbaasde
gezicht van zijn vriend Martin dacht.
Hél Courtal
"Wie roept mij
Het was Chauvel, een oud kameraad van hem.
Hoe gaat het er mede 1 vroeg deze.
Heel goed, dank je. Zooals gij ziet, ga ik de
stad uit.
Abl
Ja naar Dieppe Ik heb eenige dagen
verlof en ik ga nu eens naar zee.
Nu, goede reis vriend en amuseer je Het
doet mij pleizier, dat
Courtal had Chauvel intusschen eens goed aan
gekeken. Zijne kieeren waren hier en daar gelapt.
Hij zag er vermoeid uit.
En boe gaat het met u viel Courtal hem in
de rede Gij ziet er niet al te best uit.
Neen, het gaat me niet erg voor den wind
Morgen moet ik mijne vrouw naar het gasthuis
brengen.
Arme jongen Wat scheelt haar
Ik weet het niet. Niet dat zij gevaarlijk ziek
is, maarzij moet naar builen O, als ik
het maar betalen kon De kosten zijn wel niet
soo beel grootmaar ik heb het nietik
heb bet niet.
En Chauvel sloeg met zijn vuist in de lucht.
Hij kalmeerde weldra, maar Courtal zag twee
tranen in zijn oogen schitteren.
Maar laten wij er niet meer over spreken, want
het schijnt, dat niet alle menschen op aarde tege
lijk gelukkig kunnen zijn
Tot weersziens vriend Het doet mij pleizier
dat ik je ontmoet heb en het spijt mij, dat ik je
met mijn malle vragen verdriet gedaan heb.
Zij gaven elkaar de hand en Chauvel vertrok.
Oef! riep Courtal uit, ik was bang, dat hij mij
den trein zou doen misloopen.
Hij ging naar het loket.
Een beste jongen Het is erg jammer voor
hem.
Het hoofd van den bureaulist verscheen voor
.e opening.
Courtal wachtte zijne beurt afbij had zijn
geld reeds voor den dag gehaald.
Het gasthuis
Het is toch treurigAls ik er aan denk dat
een klein sommetje hem misschien helpen zou. Ik
heb toch veel meer geld bij mij, dan ik op mijn
reis gebruiken kan en als een vijftig francs
Courtal draaide zich om.
Chauvel! hé! Chauvel!
Wat is er
Hier, zeide Courtal, naar hem toegaande. Ik heb
eens over je toestand nagedacht. Als een vijftig
francs je nit de verlegenheid kunnen helpen
Chauvel keek Courtal ontroerd aan en de tranen,
die hij straks had getracht tegen te houden, liepen
hem nu over de wangen.
Dank, mijn vriend, dank Het is braaf van
u, dat gij mij dit aanbiedtMaar vijftig francs
is niet voldoende... De bezoeken van den dokter
en de medicijnen. Neen, ik heb minstens een drie
honderd vijftig francs noodig. Gij ziet dus wel, dat
het onmogelijk is.
Drie honderd vijftig. Drommels 1
Courtal krabde zich achter de ooren.
Beis Dieppe Trouville het strand
de zee.
Hij kan Bog niet besluiten.
Ja, maar aan den anderen kant, gasthuis, een
arme vrouw, een oud vriend uit zijne kinderjaren.
Een oogenblik aarzelt hij nog, dan behoudt zijn
goed hart de overhand.
Hier vriend, hier is 't je kunt het mij
teruggeven, wanneer je kunt.
HoeDrie honderd vijftig francs 1 Je leent mij
drie honderd vijftig francs
Ja, antwoordde Courtal terwijl hij bij zichzelf
dachtVan de vierhonderd francs houd ik dan toch
kracht werden door den inleider in het licht
gesteld en een financieel overzicht gegeven van
de kosten van aanbouw en exploitatie van
stoomtrawlers, waarbij hy er op wees, dat
stoom, toegepast op vischsloepen, het meeste
voordeel zou opleveren.
Hoewel men gaarne de groote voordeelen
erkende aan stoomkracht verbonden, wees men
toch op de groote sommen die daarvoor vereischt
worden, terwijl de zeilschepen lang nog zoo
verwerpelijk niet zijn. Resumeerende kwam men
tot de conclusie dat de havenquaestie hiervan
overwegender invloed is dan het type van sche
pen, daar door het gemis vaa een haven de
zware kosten te zeer op kleine besommingen
drukken.
De vrees voor het doodvisschen van de zee
deelde spreker niet, daar de cultuur daar tegen
woordig voldoende in blijkt te kunnen voorzien.
Door een drietal sprekers werd betoogd dat
het groote bezwaar voor de ontwikkeling van
onze visscherij gelegen is in het vinden van
voldoend kapitaal op de beurs en het gemis van
havens. Vooral de haringvisschery zou voldoende
resultaten opleveren, wanneer wij havens had
den waaruit de schepen direct naar zee konden
gaan en konden binnen vallen. Dan zelfs zou
men de trawl visscherij niet eens noodig hebben.
In den aanvang der vergadering werd no"
besloten dat het departement zich tot de regee
ring zal wenden ten einde te verkrijgen dat de
booten van de Duitsche Lloyd op hunne reizen
naar Japan eenmaal om de veertien dagen Ant
werpen en Rotterdam zullen aandoen. Verder
achtte het departement het niet noodig om eene
commissie herbenoemen tot de verdere uitwer
king der lijst van producten van Nederlandsche
Nyverheid die naar Japan zouden kunnen wor
den uitgevoerd.
Een schandaal.
Het Vaderland schryft:
Le vrai quelque fois n'est pas vraisemblable.
Eenige dagen geleden vervoegde zich de
minister van buitenlandsche zaken van een
machtig land, dat aan de spits der beschaving
staat, bij den gezant van een klein land, waar
mede het zjjne op voet van vrede en vriend
schap leeft, en verzocht hem, ter wille der
goede verstandhouding, een zyner landgenooten,
die een eerebetrekking by de legatie vervulde,
uit dien post te ontslaan.
Wat had deze onverlaat voor misdaad ge
pleegd?
Hy was een advocaat van wijden naam en
goeder faam die vele jaren iang in zijn tweede
vaderland zijn landgenooten als pleitbezorger
trouwe diensten bewees, en van zyn gezant
den eeretitel had ontvangen, op weiken hij prijs
stelde, van advocaat der legatie.
Tevens echter was deze advocaat journalist
en als zoodanig lichtte hy een der voornaam
ste bladen van zyn land op kundige en onpar
tijdige wyze voor omtrent al hetgeen er omging
in het groote land, waar hij zich gevestigd had,
het land, dat aan de spits staat der beschaving.
Nog was deze jonge man een Israëliet.
Nu geviel het dat in het groote land, het
welk aan de spits staat der beschaving, een
proces wordt gevoerd, dat de gemoederen daar
binnen en daar buiten hevig in beweging bracht.
Want dat proces bracht aan het licht, dat
door de regearing op onverantwoordelijke wjjze
was omgesprongen met de eischen van het
rechtdat iemand op geheimzinnige wijze was
veroordeeld tot een ijzingwekkende straf wegens
een misdrijf, dat, voor zoover men kon nagaan,
naar eisch van rechten niet bewezen was; dat
veien dezen veroordeelde voor onschuldig hiel
den, maar dat elke poging om tot revisie van
zijn zaak te komen, of omook maar eenig licht
daarover te doen opgaandoor ongehoorde
pressie van de zijde der regeering werd gesmoord.
De jonge pleitbezorger was verontwaardigd
als talloos velen, en zond aan zijn blad brieven,
waarin die verontwaardiging trilde op elke blad
zijde. Nochtans hield hij zich vrjj van onbe
tamelijke of kwetsende woorden, maar wat den
bekwamen jurist voorkwam te zijn in strijd
met geschreven en ongeschreven recht, legde
hy onverholen bloot.
Dit oordeelde de minister vari buitenlandsche
zaken «an het groote land dat dezen vreemde
ling, dezen Israëliet, gastvrijheid schonk, on
duldbare stoutheid. Dies moest hy gestrait.
nog vijftig over. Daar kan ik het dejeuner van be
talen.
O, mijn vriend, hoe zal ik je ooit mijne dank
baarheid kunnen bewijzen Maar het is geen ver
loren geld, hoor 1 Ik zal het je spoedig teruggeven.
Wanneer je maar wilt. Haast je niet, maar, ik
zou het als het eenigszins mogelijk is, wel
graag voor den aanstaanden zomer terng hebben,
als ik naar het strand ga I
En Courtal verwijderde zich haastig; uit valscbe
schaamte deed hij het vooi komen alsof hij naar
de wachtkamer ging om maar voorbij de plaats te
komen, stak hij deze over en ging naar huis.
Het is toch vreemd, zeide hij toen hij thuis
kwam, ik ben veel tevredener, dan wanneer ik ver
trokken was.
Wie weet 1 hot is misschien wel goed voor mij
dat ik de zee niet te zien krijg. Ik heb altijd het
idee gehad, dat het slecht voor mijne rheumatiek is.