52' jaargang. londag 10, Maandag 11 en Dinsdag 12 April 1898.
N°. 9598.
DE VLUCHT.
Eersle Blad
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
Bericht.
FETJILLSTOK.
BUXTENLAm
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
PAASCHGEDACHTE.
AsöHtBSiferaaPRiJB voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
s omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afeonderlijke nommers- 0.02
BUREAU: BOTKRSTKAAT ÏO, Tclephoon Ufo. 123.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Wegens het Paaschfeest xal de
Schiedam* che Courant liaan dag
niet verschynen.
Verjongd is weder de natuur, en alles trilt en
tintelt weer van levenslust.
Straks springt de knop open en liet frissche
groen bot uit, vrij in de zoele lenteluchten,
ontdaan van het knellend winterpantser.
Straks .spruiten de teer-groene sprietjes uit
de lauw geworden aarde, waaraan de winter-
kilheid ontweek.
Straks komen de vogels en ze zingen het
bigde lentelied en zij bouwen hunne nesten
en weer wordt een jaar gestapeld op de lange,
lange, eindelooze reeks.
En de menschen?
Een oud gedicht, voor duizenden jaren ge
schreven in een andere taal dan wij hier
neerschrijven, zegt het
Gïetch wie Blatter im Walde, so sind die
Geschlechte der Menschen
Einige streuet der Wind auf die Erdhin,
andere wieder
Treibt der knospende Wald, erzeugt in des
Fruhlings Warme:
So der Menschen Geschlecht, dies ivachst,
und jenes verschwindet.
Een schakel zijn wij in de groote reeks,
maar waar er niet een van kan gemist worden
of de ketting is gebroken.
Zoo waren onze vaderen, zoo zullen zijn, wie
na ons komen, en die weder nieuwe schakels
zullen smeden aan de keten, waarvan het begin
in mystiek waas ligt verscholen en waarvan
het einde zich niet vermoeden laat.
Gaan wy vóóruit?
Gaan wij in de richting, die naar hooger
voert
Eens las ik van een jongeling, die den top der
Alpen wilde beklimmen, met eene banier in
DOOR
IDA BOY-ED.
74)
Daarover zou ik toch eerst nog eens nadenken,
lieveling," zei Felix. «Ik geloof dat het een sport
te hoog is voor die menschen, die daarenboven om
den grooten afstand er tegen zouden opzien hun
kinderen te brengen en te balennu nemen zij ze
bij goed weer mee op het land en laten ze bij slecht
weer liever thuis onder de hoede van een groot
moeder."
«Men moet het peil verhoogen 1 En de menschen
tullen het spoedig inzien hoe netjes, beleefd en
handig hun kleinen worden. Wat spijt het mij,
dat ik niet meteen door den architect een ontwerp
heb laten teekenen. En de werklieden waren er
nu ook het huis bad terstond gebouwd kunnen
worden."
«Misschien is het goed, dat je er nu toch nog
eens over moet denken. Ik zou het je beslist ont
raden," sprak hij.
«Hoe datontraden Zie je dan niet in, dat
ik mij een werkkring moet scheppen Vroeger
was mijn leven zeer afwisselend nu eens woon
den wij op Dolbatsch, dan weer waren wij op reis;
wij maakten te Berlijn de feesten aan het Hof mede,
of wij bleven lang te Parijs. Nu zal ik bijna altijd
op Trebbin moeten zijn; dat doet mij plezier. Ik
de hand, waarin het woord «Excelsior" ge
weven was.
Tusschen sneeuw en ijs ging hij voort, al
door, al door, ook toen de avond reeds ge
vallen was.
En een grijsaard riep hem toe«beproef
den weg niet; boven uw hoofd dreigt de storm
wind, en aan uwen voet is de bruischende
stroom, wijd en diep."
Maar de jongeling antwoordde: «Excelsior,
hooger, steeds hooger!"
Toen noodigde een jonge maagd hem om
rust te nemen, waar wederom antwoordde hij
«Excelsior."
En een dorpeling, dien hij ontmoette, ried
hem zich te wachten voor den sneeuwval,
maar voort schreed de jongeling en reeds verre,
in de hoogte, klonk het«Excelsior."
En toen bij het ochtendgloren een monnik
uit het klooster van St. Bernard uitging, vond
hij een lijk, halt begraven onder de sneeuw,
en de hand, verstijfd, omklemde nog de banier,
waarop het fiere «Exelsior" stond geschreven.
Naar hooger 1
Gaan wij zóó voort? En worden zóó steeds
nieuwe schakels aan de eindeloozen keten ge
klonken?
IJdele schakels Doelloos 1
Wij gelooven het niethet leven zoude het
leven niet waard zijn.
Machtig is de invloed die van karakters, op
wie niet ontbloot zijn van gevoelsleven, uitgaat.
De geeftdrift, het in gloed zettend idealisme,
het warme woord, zij roeren ons tot in het
diepst der ziel.
Machtig is de invloed, die van den levende uit
gaat, machtig die van den doode.
Daar is iets ongeloofelijks, iets liefdeloos, iets
monsterachtigs, iets huiveringwekkends in, te
gelooven, dat met het materieele leven, alles
alles, gedaan is.
Uit? uit? na den dood: de vergetelheid, het
wegzinken in het peilloos niet, het weggevaagd
worden, zooals door den stormwind het stofje
wordt opgewaaid nergens heen Kan het
zgn
Paschen is Opstanding.
kan dan ook mijn krachten eens nuttig besteden,
aan de oplossing der sociale quaestie meewerken,
zou ik bijna wilien zeggen. Beschaving en zinde
lijkheid aan het jonge geslacht leeren, is toch ook
iets nuttigs doen."
«Zeker," zei Felix, die zich vermaakt© met haar
opgewondenheid, «maar eerst moet je nagaan in
welke richting je hier het best arbeidt. Een be
waarschool naar de methode van Fröbel, zooals jij
het je voorstelt, zou een dwaasheid zijn."
«Pboebe", riep zij om een getuige van zulk een
bewering te hebben, «een dwaasheid I Wat weten
mannen daarvan 1 En zelfs al mislukte de proefne
ming, dan is het toch nog op zichzelf een edele
taak. En ik moet mij toch een werkkring scheppen 1"
Dat werd noch op een toon van gelijkhebberij,
noch van disputeeren gezegd. Conradine disputeerde
nooit. Haar toon klonk steeds liefderijk en vast
overtuigd.
Felix liet zijn blik naar Phoebe dwalen, die
naast haar liep en weer in de sneeuw begon te blazen.
Hij kon toch onmogelijk in tegenwoordigheid
van Phoebe zeggen wat hij misschien in een oogen-
blik van alleen-zijn Conradine in het oor kon
fluisteren, dat nl. haar nieuw huwelijk mogelijker
wijze ook een nieuwe, natuurlijke taak voor haar
zou opleveren, die aan haar eerste huwelijk ont
broken had
Hij vergenoegde er zich dus made bijna streng
te zeggen
«Je zult goed doen eerst over eenige maanden
een besluit te nemen en de zaak rijpelijk te over
wegen. Met mijn toestemming zou aan zulk een
onderneming die veel meer geld kost dan je wel
denkt, niet worden begonnen."
«Zij is al overwogen. Ik zal vandaag nog aan
Algemeen overzicht.
Schiedam, 9 April '98.
Be zaak-Zola.
Gistermorgen te 9 uur is de krijgsraad die
Esterhazy heeft vrijgesproken, in publieke
zitting bijeengekomen in haar gewone vergader
lokaal in de rue Cherche-Midi te Parijs,
Alleen eenige journalisten woonden de zitting
van den krijgsraad hij.
Na de gebruikelijke formaliteiten bleek, dat
de krijgsraad zich had uit tc spreken over deze
twee vragen
lo. Bestaat er reden om een nieuwe aan
klacht wegens laster in te stellen tegen Zola,
den schrijver van den brief accuse"?
2o. Bestaat er aanleiding voor de leden van
den krijgsraad, allen officieren van het Legioen
van Eer, om in handen van den groot-kanselier
een klacht te stellen tegen den heer Zola,
eveneens dignitaris van het Legioen van Eer?
Daarop was het weer: poppetje gezien, kastje
dicht, m.a.w. de deuren werden gesloten.
Na een paar uur van beraadslaging werd de
zitting verdaagd tot 's middags, en toen werd
de beslissing genomen, die wij hier ter stede
reeds per bulletin publiceerden.
De krijgsraad besloot een nieuwe vervolging
te eischen tegen de heeren Zola en Perreux,
en sprak tevens den wensch uit, dat de minister
van oorlog een aanklacht zal indienen bij den
grootkanselier van het Legioen van Eer, om de
schrapping van Zola te verkrijgen.
Een nieuw proces is dus te wachten. Wan
neer het zal plaats vinden is nog niet bekend.
Wat evenwel de krijgsraad, die nog wel
partij in deze zaak is, daar hij door Zola in
zijn brief beleedigd is, te maken heeft met
Zola's positie als officier van het Legioen, is
niet recht duidelijk.
De onthullingen van den «diplomaat", over
de betrekkingen tusschen den Duitschen mili
tairen attaché, kolonel von Schwarzkoppen en
Esterhazy, in de Siècle, het blad van den oud
minister en senator Yves Guyot, zijn aanvan
kelijk door de Duitsche bladen zonder commen
taar overgenomen.
Te opmerkelijkeren vermoedelijk uit
officieuse bron afkomstig, is daarom een nota
van ongeveer dezen inhoud, die thans in ver
schillende Duitsche bladen te vinden is.
«Wat betreft de zaak-Dreyfus heeft de
Duitsche regeering overeenkomstig de waarheid
gezegd wat zij te zeggen had. Als nu in de
Fransche bladen een ander Fransch officier,
Esterhazy, wordt beschuldigd de misdaad be
dreven te hebben waarvoor Dreyfus werd ver
oordeeld, is dat een zaak die de Fransche
regeering aangaat en de chefs van het Fransche
leger, met name hun die in het openbaar hun
overtuiging hebben te kennen gegeven over de
den architect schrijven. Wij zullen ook eenige
paedagogische boeken laten komen over zulke
inrichtingen. Van middag gaan wij plannen teeke
nen," riep Conradine uit.
«Teekent maar," zeide hij nog met goeden humor,
tnujn troost is de winter, die het bouwen ver
hindert, en in het voorjaar verbied ik het."
Conradine lachte.
«Verbieden, verbieden," riep zij uit, en zij leunde
op Felix' arm, terwijl zij hem stralend in het gelaat
zag alsof hij een kostelijke grap had verkocht, «mij
iets verbieden Als ik het wil Als ik het goed
vind I"
Hij moest ook glimlachen ofschoon hem weel
een gevoel van angst bekroop.
«Maar je hebt herhaaldelijk plechtig verklaard,
dat mijn wil zou gelden, en dat het je wensch is
beheerscht te worden," sprak hij.
Zij was een oogenblik verbaasd.
«Maar toch niet in zulke dingen," zeide zij toen
vroolijk. «Daarin liet mijn man mij ook begaan."
Dat kon hij ook, omdat zij destijds uit een volle
kas kon grijpen en door een verspilling niet in
haar uitgaven werd gehinderd, dacht hij. Maar
tegelijk was het hem duidelijk, dat die omstan
digheid hier volkomen bijzaak was.
«Maar toch niet in zulke dingen," herhaalde hij
bij zichzelf, terwijl zij door de neerdwarrelende
sneeuw liepen en het gebabbel der beide dames
als een ver, onverstaanbaar geruisch aan zijn oor
voorbijging.
Waarin blijkt dan anders de meerderheid en de
heerschappij van don man als juist in practiscbe
quaesties, als juist bij besluiten die betrekking
hebben op den inhoud en den geregeiden, gezonden
vorm des levens.
Advehtsstief&tjs: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van ccnc Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
schuld van Dreyfus en die, niet minder openlijk,
de verdediging hebben getoerd van den officier
die thans wordt beschuldigd.
«Deze personen, die niet schijnen te hebben
bijgedragen om meer geloofwaardigheid te geven
aan de verklaringen van de Duitsche regeering
over de zaak Dreyfits, hebben zeer zeker het
meeste belang om de onzekerheid op te helderen
eti mogelijke dwalingen te herstellen. De Duit
sche regeering heeft te minder reden om zich
te bemoeien met de verzekering van de Fran
sche bladen betreffende betrekkingen van een
oud-militair-attaché aangezien, indien deze wer
kelijk eerst bet aanbod en vervolgens de feite
lijke levering van gewichtige documenten heeft
gehad, hij zeker niet aan zijn regeering zou heb
ben medegedeeld vanwaar hij ze gekregen had.
«Het aanvaarden van een aanbieding van
gewichtige stukken is voor een militair attaché
geen aanleiding tot grievend verwijt. Er zou
misschien geen enkel attaché te v inden zijn die
een dergelijk aanbod van de hand zou wijzen."
De Siècle ziet in deze nota eer een bevesti
ging dan een tegenspraak van vlo onthullingen
van den «diplomaat."
Het blad merkt op, dat het slot van de nota
kolonel von Schwarzkoppen geheel en al van
schuldige verantwoordelijkheid ontheft. Hij
krijgt hierdoor volkomen vrijheid om zich uit
te spreken.
In de onthullingen van den «diplomaat"
werd deze lezing gegeven, dat majoor von
Schwarzkoppen, in '1892 tot militair attaché
benoemd, nieuwsgierig was en goed wilde in
gelicht zijn. Esterhazy bood zicli aan. Majoor
von Schwarzkoppen bood geen weerstand aan
de verzoeking, en hij trad in betrekking met
hem, zonder zijn gezant te waarschuwen.
En de Duitsche bladen aanvaarden die lezing
zonder verder commentaar, terwijl de nota
haar schijnt te bevestigen.
Het verhaal van den «diplomaat" vindt in het
nummer der Siècle van gisteren bevestiging
in de mededeeling over een gesprek dat de
heer Casella dezer dagen moet gehad hebben
rnet kolonel von Schwarzkoppen.
Casella was een der getuigen, die Zola had
gedagvaard, maar die niet werden gehoord.
Hetgeen Casella nu mededeelt, is door hem
onder eede verklaard, zegt de Siècle, en zou
door hem, indien hij ware opgeroepen, voorde
assisen zijn gezegd.
Het verhaal komt hierop neer.
In het midden van December 1897 wist
Casella dat men een poging wilde doen om
Panizzardi den militairen attaché van het Ita-
liaansch gezantschap, te laten verklaren dat hij
in het bezit was van documenten waaruit
Dreyfus' onschuld zou blijken en tevens Ester-
hazy's schuld.
Casella, die Panizzardi persoonlijk kende,
deelde dezen mede welke plannen hem ter
oore waren gekomen, waarop Panizzardi ont-
's Avonds nog, toen Conradine an Phoebe daar
werkelijk brieven zaten te schrijven, die alle het
als een duiveltje uit den doos gesprongen plan
betroffen, en plannen teekenden en zelfs reeds een
uniforme kleedtng voor de leerlingen der schooi
ontwierpen, dacht Felix ernstig na.
Hij rookte de eene cigaret na de andere en zat,
schijnbaar stil, behaaglijk, naast de druk bezige
Conradine. Maar in werkelijkheid dwaalden zijn
gedachten van haar af en stegen op tot een hoogte
van smartelijke zelfbekentenis.
Het kan zeer wel zijn, dat de heerschappij van
een man zich waarlijk met in zulke zaken be
hoefde te uiten. Het kwam .wellicht vaak in het
leven voor dat buitengewone vermogens- of be
roepstoestanden der vrouw zulk een zelfstandig
heid in alle practiscbe quaesties des levens billijkte
en den raad en den bijstand van den echtgenoot
hïndei lijk voor haar doden zijn,
En toch kon ook ondor zulke omstandigheden
de vrouw in liefde tot haar man opzien. Want
dit «opzien" scheen toch een innerlijke behoefte
van iedere vrouw, als zelfs een vrouw als Conra
dine dat voelde. Misschien hadden niet alle vrou
wen den moed bij zich zelf of tegenover den
geliefden man die behoefte te bekennen.
Wanneer het dus voor de positie van den man
als heer nist steeds volstrekt noodzakelijk was
over de vrouw ook bij haar besluiten in uiterlijke
dingen te heerscben, wat was er dar noodig om
steeds voor haar de sterkere te zijn
Want dat was toch wel de eigenlijke beteekenis
van den wensch der vrouw om beheerscht te wor
den, dat zij den man als den sterkere zou erkennen
Felix voelde dat diepdaarvoor was noodig
het gemoed der vrouw te leiden Wordt vervolgd.)