52"° jaargang.
Zondag 24 en Maandag 25 April 1898.
N°. 9609
1Derde Blad.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER ~U. J. C. ROELANTS.
Gemengd Nieuws.
FEXJIX^LETOlSr.
TWEE ONTMOETINGEN.
Koloniën.
ABOSNEMBSTarBUS voor Schiedam, per kwartaal 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers.- 0.02.
BUREAU: BOTERSTIXAAT 70, Tcleplioon Xo. 123.
Advebtentispbijs: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
TïWfflWSBIB
Asperges.
Men schrijft uit Bergen op zoom De asperges
zijn er weer' Reeds'komen de groentevrouwen
er mede aan de dear. Maar bij enkelen tegelijk,
zoodat van een geiegelde verzending nog geen
sprake is. En geen wonder bij dit ieder dag
wel zeer fiaaie, maar door den aanhoudenden
oostenwind scherpe en weinig vruchtbare weer.
Men zal in Holland dus nog wel geduld moeten
hebben. Wat regen en Zuiden- of Westenwind
t dan zullen er wel meer komen.
Aanievclings -gronden.
aanleiding van de gemeenteraadsver-
Arniiem heeft de Graafschapper zich
oeite geven otn op te teekenen, op
den aldaar de liberale candidaten
ge gelegenheid werden aanbevolen,
temen wij over, omdat 't ook wellicht
,t kan doen bij het opstellen van
idvertentiëneventueel zelfs voor
candidaat.
.thankelijk,
kwaam,
/erkzaam,
verstandig,
doortastend,
geacht,
bezadigd,
nauwgezet,
consciëntieus,
ijverig,
kundig,
scherpzinnig,
doorkneed,
hoogst ambitieus,
uit een stuk,
voorzien van ijver en tgd,
practisch bouwkunde,
steeds op zijn post,
helder van inzicht,
practisch van blik,
scherp van oordeel,
ruim van blik,
geboren en getogen te Arnhem,
oud-Arnhemmer,
vast van beginselen,
een krachtig element,
van groote algemeene ontwikkeling,
slaaf van zijn plicht,
veelzijdig bekwaam,
de rechte man op de rechte plaats.
in alles aanbevelenswaardig,
enz. enz.
Circus JRenz.
Het circusgebouw te Hamburg van Renz
is met inventaris verkocht voor 400,000 mark
aan den heer Albert Schumann, die met zijn
troep op 30 April in liet gebouw de eerste
voorstelling zal geven.
Onschuldig veroordeelden.
Vijf jaar geleden werd een rijk grondeigenaar
NAAR
ARCADIUS PRESS.
Een frissche herfstwind deed de manen der
paarden golven en trachtte mij de muts van 't
hoofd te rukken. Ik stapte in hooge laarzen achter
mijn wagentje aan en genoot, ondanks mijn ver
moeidheid, van do zich eindeloos voor mij uit
strekkende velden en van de roede vlammenwolkjes
der scheidende zon. Voor mij uit kronkelde zich
de weg, aan ééne zijde begroeid met dicht stimk-
gewas.
(Jit de verte klonk tot mij door het gedruisch
en gegalm van het regiment, dat zich op de vel
den voor den nacht kampeerde. Wtj hielden halt
in een verlaten Bulgaarsch dorp.
Eenige olficieren noodigden mij bij zich.
Ik moet toch zegg»n. dat de oorlog zijn goede
zijde heeft, sprak, toen ik binnentrad, een jong
officier, zich behagelijk uitstrekkend. In alles zag
hij iets grappigs of vroohjks. De remise, waarin
zij zich bevonden, scheen hem een paleis toe.
3a, maar we hebben nog eigenlijk niets van den
oorlog gezien, viel een ander officier hem in de
Salvatore Pezi, gevvezpn burgemeester van Bas-
sano di Sutri onder Viteibo, op een wandelrit
te paard door twee geweerkogels in de boist
gedood.
Ondanks hunne betuigingen van onschuld
werden al« de daders diie personen Pelegiini
tot 17, Benedetti tot 36 jaar en Yalle tot
levenslangen dwangarbeid veioordeeld.
Dezer dagen echter heeft zekere Cettomani
op zijn sterfbed verklaard valsche getuigenis
tegen het genoemde drietal te hebben afgelegd
op aanstoken van den eigen zoon des vermoor
den, Gratigliano Pezi, priester, die eenen monnik
Calabro en twee btoeders Seüomai benevens
eenen Alfonsl alle drie landbouwers, tot mede
plichtigen had gehad.
Dit vijftal is na onderzoek in hechtenis ge
nomen en te Viterbo gevangen gezet onder alle
teekenen van verbittering der bevolking, welke
trouwens aan de schuld der ongelukkigen, die
sedert vier jaar in het bagno zuchten, nooit
geloofd had.
Atjek.
Aan een van den civielen en militairen gouver
neur van Aljeh en Ondeihoorigheden ontvangen
telegram wordt door de Java Ct. het volgende ont
leend
In den voormiddag van 26 Maart, om 1 uur,
weiden door eene met achterlaadgeweren bewapende
bende van 80 man een dertigtal schoten gelost op
Kieeng Raja. Twee daarop uitgezonden patrouilles
tastten den vijand aan en verdreven hem uit het
omliggend heuvelterrein onzerzijds weiden daar
bij geena verliezen geleden.
Den 27sten is door twee compagnieën van Tjot
Mantjang opgerukt naar Kroeng Raja om liet terrein
geheel van vijanden te zuiveren, terwijl 's nachts
een oorlogsschip voor dien post gestalionneerd werd
om bij eventueelo beschieting, den omtrek der plaats
te verlichten.
Sedert 21 Maart is de post Lamtih opgeheven.
Het 3de bataljon is thans geheel van Daja terug.
Uit Atjeh schiijft men aan het Soerab, Ilbld,,
dat de kapitein van den generaien staf Van Daelen
bij den terugmarsch van Daja door ziekte over
vallen werd. Met de eerste bootgelegenheid zou
men hem evacueeren, doch op zijn herhaald aan
dringen heeft men hem voorloopig tot herstel van
gezondheid naar Penang gpzonden.
In dezelfde cot respondentia wordt gezegd, dat de
expeditie naar Podtr reeds in het laatst van April
een aanvang zal nemen. De J.-B. schrijft echter
«Beslist kunnen wij den door ons vei melden datum
van vertrek, 29 Juni, als de juiste handhaven."
Met het oog op de naderende Pedir-expeditïe
worden, naar men ons mededeelt, voorloopig geene
buitenlandsche verloven wegens langdurigen dienst
meei' aan officieren verleend' (J.-B.)
De ramp op Amboint.
De Java Ct. van 29 Maait bevat een uitvoerig
uittieksel van liet rapport, door den resident van
Amboina ingediend omtrent de daar op 6 Janu
ari jl. plaats gehad hebbende aardbeving. Na al
hetgeen de Indische bladen ons reeds over die
ramp hebben medegedeeld, kan het in dit rapport
lede. Van dezen wist ik, dat hij als vrijwilliger
den oorlog medemaakte, meenend daarin te door
leven al het aantrekkelijke, waarvan hij in zijn
jongensjaren gedroomd haddoch hoe spoedig
was hij ontnuchterd, verafschuwend den poel van
wreedheid, welke hij om zich heen zag, bezwijkend
bijkans onder de zware maischen, schreiend om
veel leed, ziekte en dood O, zon I hoe meende
hij, bergopslijgend, u nader te komen, zich in
uw stralen te koesleren; doch in stede daarvan
ijzige koude
Een oude kapisein, mij goed bekend, zat met
het pijpje, dat hij immer tusschen de lippen hield
gi-kneld, zwijgend aan een tafel, samengesteld uit
twee tonnen met een plank er bovenop.
De oorlog, sprak hij eindelijk en alle officieien
zwegen, is een aanhoudende prikkeling der zenu
wen. Er worden veel meuschenleveiis badieigd en
geëist ht, zware vermoeienissen doorslaan, koude
nachten, rijk aan onthei ing doorgebracht, maar
wat zich in den oorlog bij uitnemendheid open
baart, is de edele zijde van het mensohelijk hart,
waar deze zich uit in medelijden, angst en liefde
voor den medestrijder, wear ze opwekt tot dap
perheid, eerzucht, tot 't volvoeren van ongeloof
lijke heldendaden. De ooi log dwingt den mensch
in korten tijd vepl te doorleven. Laten we daarop
drinken en alkander een goede gezondheid toe-
wenschen 1
vermelde voor een groot deel bekend geacht worden.
De resident spreekt echter tegen het in eenige
Indische bladen voorkomende bericht, dat de ge
zagvoerder van het zich ter reede bevindende
stoomschip van Stvoll der Koninklijke Paketvaart-
maatschappij zou aangeboden hebben om te blijven
in plaats van des namiddags te vertrekken.
«De overweging schrijft de resident dat
genoemd schip, stel dat de omstandigheden het
verlaten van het eiland Amboina noodzakelijk zouden
maken, waarop zeer weinig kans was, toch geen
duizenden personen (de hooldplaats teil 8000 zielen)
zoude kunnen bergen en bovendien in zoo'n geval
(bij vloedgolf) toch niet te bereiken zoude zijn,
deed mij besluiten, het stoomschip te doen vertrek
ken, Haar toch de Arend beschikbaar bleef tot het
overbrengen van betichten naar Makassar, die met
dien bodem veel eerder hunne beslemming zonden
bei eiken dan met de van Stvoll, die langs de Noord
naar Makassar ging.
«Bovendien was ook de mogelijkheid niet uitge
sloten, dat de aardbeving zijn oorsprong had in
een uitbarsting van den vuurberg te Ternate, in
welk geval daar meer hulp noodig zou zijn dan
te Ambon.
«Dat de inwoners zelve den toestand niet zoo
gevaarlijk achtten, vordt bewezen door het feit,
dat niemand met de van Swol een goed heenkomen
heeft gezocht."
Toen de 7e Januari ook zonder bijzondere voor
vallen verloopen was, zond rapporteur de Arend
den daaropvolgenden morgen near Makasser, om
het eeiste bericht omtrent de catastrophe over te
biengen.
Dat die stoomer niet eerst naar Banka werd
gedirigeerd, om c. q. aldaar hulp te verleenen,
kwam hierdoor, dat intusschen uit de van andere
gedeelten van het eiland Ambon ingekomen be
richten kon opgemaakt worden, dat de aardbeving
van zuiver plaatselijken aard was en de beweging
niet van- of naar Banda gericht was.
Terugkomende op den dag van den 6en Januari,
kan verslaggever nog mededeelen, dat hij dien
namiddag verscheidene op de esplanade aanwezige
Europeesche families heeft bezocht en eenigen tijd
bij den gewestelijk secretaris, wiens zoontje zwaar
gewond was, vertoofde en met ettelijke zaken
o. a. het bovenomsrhteven geval met de van Swol!
besprak. Ook confereerde hij met den chef van
het postkantoor over het, zoo slechts eenigszins
mogelijk, verzenden van een post met dien stoomer
BESLUITEN EN BENOEMINGEN.
Civiel Departement.
Benoemd: t. contr. Ie kl. B, G. G Vermeer;
t id. 2e kl., de aspir.-coatr. W. L. Romans en
W. H. L. Johant, adspir.-contr. P. IV. J. Bischoff
cn G. D. v. Ravensvvaaij t. lid v. d. raad v just,
te Scmarang de ambten, op non-act. mr. H. G. Ne-
derburght. griff. v. d. landr. te Pontianak, (Wes-
ter-afd. v. Borneo) do ambt. op wachtg. J. É.Kunt.
Bij het depart, van binneni. bestuurtot hoofdcom.
de le commies G. A, N. Scheltema; tot le commiezen
de 2c id. B. Coops, J. Polak en J. E. Barkmeijer,
tor adj'.-inspect. bij den dienst der opiumregie, de
ambten, op non-act. E. F. Jochim, laatst conti, le
kl.tot le commies ter algem. secretarie de ambten,
ter bes.hikk. H. N. BennebroekEvertsz; tot le com. bij
de alg. rek., de ambt. op wachtg. J. K. F. H.Varenkamp;
tot alg. ontv. van 's lands kas te Serang, de 2e comm.
bij het dep. van fin. II. Schultztot 3en comm.
bij het hoogger. de le kleirk O. A. Bartels; bij den
waterst. tot ing. 2e kl. did. 3e kl. J. J. A. van
Drevcldt; tot ingen. 3e kl.-leasp.-ingen. jhr. A. H. E.
van der Does de Sije; tot asp.-ing. A. G. Allart.
Bij don P. en T,-dienst tot chef van het kant. te
En hij hief zijn glas whisky omhoog.
Hoera 1 1 stemden allen in.
Van uit een hoek verscheen een heel jong offi-
cieitje. Hij had daar, naar 't scheen, beproefd
een brief te schrijven.
Zeker aan je uitverkorene, hè vroeg hem glim
lachend de vrijwilliger.
Neen, ik schreef aan. mijn moeder, ant
woordde de jonge man racii en verlegen.
Aan het avondeten heerschte een algempeno
viooiijkhoidde oude kapitein verteMe hethaa!
deiijk zijri lieveltngsavontuien eindelijk legden wij
ons allen op het stroo te slapen en wikkelden ons
in onze jassen. Het werd stil om ons heen, al
leen de paarden kauwden vredig hun hooi. Door
een klein venstertje drong het "lleeke licht der
opkomende maan.
Goeden nacht! wenschte ons de kapitein, en
wij het haalden als werktuigelijk:
Goeden nacht goeden nacht!
Winter!
Gehuld in pels en kap reisde ik door het
Balkangebeigte. De paarden vermochten nauwelijks
voort te komen tegen dun steilen en smallen weg.
Overal lag sneeuw, op vele plaatsen door den
wind opeengehoopt. Ee.n streng koude nacht be-
dietgde ons. De wolken joegen door het luchtruim.
De vorst was doordringend, niettegenstaande onze
Ponorogo, de comm. der 3e kl. A. A. Abell te Madioen.
Tot ambt. bij do iu- en uitvoert, en acc. de opz.
bij die middelen C. IX J. Ptelooren W. P. Klusman;
tot tijd. verv. v. d. notaris te Buitenzorg 13. Weber,
de cand.-notftris E. O. M. Ermeling; tot pred. te
Padang, de predikant te Rembang S. Bartstra te
KembaDg, do pred. te Amboina Z. J. Reijers tot
huippred. der iu!. Christcngcin. te Serwaroc o. b.
eik Letti (Amboina) de ambt. op n.-act. M. H.
Schippers.
Ontslagen: wegens volbr. diensttijd, cerv-., de
ambt. op wachtg. W. R. Lugtman, eerv. de onder-
opz. 3c kl. bij de oxpl. van de westeri. der SS. op
Java, S. J, van der Heulen Jr uit zijne betr in
afw. van wat nader omtrent hem zal worden beslist,
de gcsch. com. 3c kl. bij den post- en telegraafd.
P. v. Bannisscht; cerv. de gew. werkb. bij de wer
ken en opn. aan de rivier de Solo, A. M. Mallien;
op verz. eerv. dc ond. opz. 3e kl, bij de exploitatie
van den SS. ter Sumatra's Westkust F. T. \V. Voor
stad; eerv. de klerk bij het departcm. der B. O. W.,
SI. G. Pieloor cn de klerk bij den ontv. der ia- en
uitvoerr. en accijnzen te Semarang, J. J. B. Coppens.
Verkendweg. langd. d. een jaar verl. n. Europa,
aan den contr. d, le kl., H. J. v. Haastert, en den
huismeester bij hulpkrankz.gest. te Semarang F. A.
v Onselen.
Een bmtenl. verl. a. d. not. te Buitenzorg E. Webc;
weg. langd. d., een j. verlof n. Europa, a, d. contr.
leur d. 2e kl. K. Peereboom. en den verif. d. 4e kl.
bij de in- en uitvoerr. te Soerabaja L. A. W. Schram;
weg. ziekte een tweej. verlof naar Europa, aan den
onderw. 1c kl P. A. Burger; weg. laugd, dienst, ecu
jaar verlof naar Europa aan den contr. 2de kl. H.
A. van Drongelen; weg. lang. dicust een jaar verl.
naar Europa, aan den gezagv. aan den wal, enz. te
Tandjong Priok, C. C. Smits; weg. ziekte, een jaar
verl. naar Europa, aan den amb. op nou activ. mr.
H. Koppel Hesseliuk.
Militair Departement.
Benoemd: tot milit. comm. in Atjeh en onderh. d.
kolonel, chef v. d. gen, staf J. B. van Heutsz, tevens
bel. in. de waarn. der hetr. v. gouv, van dat gewest
met bep. dat hij de voorschreven functien zal uitoefenen
onder den titel van civ. en unlit, gouv. van Atjeh
en onderb.tot chef v. d. gen. staf dc gcncr.-inajoor
C. P. J. van Vliet voorn.tot milit. comm. v. Pa-
lembang de luit.-koL der inf. J. C. v. d. Wyck
tot dir. der mil. school de kapt. te Buitenzorg D,
Jentink t. 3en comm. bij h. dep. v. oorl. de adj.-
onderoff.-kwartierm. jh. A. L. G. Meijer (alg. stamb.
no. 20298).
Bevorderd: t. kapt. bij h. wap. d. genie, de le
luits. F. C. Proper en W. R. do Greve, m. bcp. d.
de kapt. De Greve ooit in z. nieuwen rang in z.
betr v. secr. d. voorl. rail. spoorw.-comtn. gehandh.
cn als gedet. bij z. wap. gevoerd blijft.
Ontslagen: op verz. weg. volbr. diensttijd, eerv.
en met pens. de ritmeester der cavalerie J. A. baron
van Heerdt; wegens ziekte, eerv. de 2e comm. bij
het dep. v. oorl. J Wijs.
Verleend: weg. ziekte, een tweej. verl. naar Europa
aan den maj. der inf. F. C. Bering en den len-luit.
van dat wapen W. E O. Bloemhard; weg. ziekte,
een jaar verl. naar Europa, aan den len-luit. der
inf. W. V. B. van Bijlcvelt; weg. ziekte, een tweej.
verl. naar Europa, aan den kapt Ier inf. J. Stan cn
den le-luit. van dat wap. A. A. C. Strandes.
Departement van Marine.
Bevorderd: bij het marine-etablissement te Soera
baja tot baas timmerman tevens modeim. de tijdei.
waarn. 3e opz. voor het vak van scheopsb. A. Kruijff,
tot 3e opz. voor dito de ambt. op non-act. G. J. A
F. W. Brands, tot comm. voor dito J, Komin, thans
tijdelijk.
Vergund: om wegens ziekte naar Nederland terug
te koeren aan den luit. ter zee 2e kl. J. H. Ketjen
van Br. Ms. flotieljevaartuig Batavia.
Verleend: weg. ziekte een jaar verl. a. Europa,
a. d. 3en stuurm. bij de gouv.-mar. C. van Dort.
Ontslagenop verz. eerv. u 's lands dienst, de
leerl.-mach. bij de gouv.-mar. A. Coster.
warme kleeding. Op den weg vonden we vele ge
broken tuigen, dissels, radeion, wapens, stukken
kleederen, paardeboenderen Op ons maakten
deze beenderen, welke scherp afstaken tegen de
sneeuw, een treurigen, afg:ijslijken indruk. Plotse
ling zag ik een groepje menschen, zittend in de
sneeuw. Wij hielden stil.
Wie zijt gij tiep ik.
Geen antwoord. Slechts de wind suisde door
de boomtoppen.
Wie zijt gij? herhaalde nu mijn gidsin hetTurksch.
En wederom geen antwoord. Wij traden nader
tot de sneeuwhoop, en de maan, die van arhter
de wolken te voorschijn trad, bescheen de sneeuw
en de bijeenzittende menschen. Vier officieien en
eenige soldaten zaten tegen elkaar aangedrongen,
stijf, onbewegelijk, met blauw gelaat. Een hunner
hield tusschen de lippen een pijpje geklemd, een
ander had zijn muts verloren. Op aller gelaat
zeteide een trek van kou.ian triomf.
Wij ontblootten het hwdd.
Nadat wij onzen weg hadden vervolgd, schoot
mij onwillekeurig te binnen, dat hij, met hst
pijpje tusschen de lippen, zijn kameraden had toe-
gewenscht«goeden nacht 1" en de wind, ruisehend
tusschen de rotsen en pijnboomen boven ons, her
haalde «goeden nacht 1goeden nacht"