vmardhgën! UIT DE PERS. Staten-Generaal. STADSNIEUWS. Rechtzaken. Op den Corso Garibaldi, bij de Palermosehe straat, hebben de oproerlingen te 4 uren een barricade gebouwd. Eerst te 5 uren verschijnen de troepen. De versperring is stevig gemaakt en de oproerlingen verdedigen die met moed. De troepen deden een aan-.al en daar zijn velen gekwetst en verscheidenen omgekomen. Keizer Frans Jozef heeft gisteren te Buda- Pest de Oostenrijksche en de Hongaarsche delegatiën ten gehoore ontvangen eu toege sproken. De Keizer constateerde dat de betrekkingen met alle mogendheden en vooral met de om ringende staten van vriendschappelijken aard zijn. Hij betreurde het uitbreken van vijande lijkheden tusschen Spanje en de Vereenigde Staten, ondanks de minnelijke tusschenkomst van den Paus, gesteund door alle groote mo gendheden, en ondanks de groote inschikkelijk heid van Spanje. sWij zijn de eersten om onzijdigheid in acht te nemen," voegde de Keizer er bij. ïWij willen den wensch uitspreken dat de oorlog voerenden er spoedig toe zullen komen, om door een billijke vereffening der geschilpunten, een eind te maken aan den bedroevenden strijd." Frans Jozef sprak vervolgens over den toe stand aan den Balkan. De staat van zaken, die door den Turksch-Griekschen vrede geschapen, doet, dank zij de overeenstemming en de samen werking der mogendheden, hopen dat een vaste grondslag zal gehandhaafd worden voor de vreedzame ontwikkeling van den politieken toe stand in het Oosten. De Keizer wees voorts op het terugroepen der Oostenrijksch-Hongaarsche strijdmacht van Kreta,waardoor Oostenrijk-Hongarije nog slechts door diplomatieke onderhandelingen deel neemt aan de oplossing dezer quaestie. De Keizer dankte de troepen en het eskader voor hun voorbeeldige houding bij het vervullen hunner taak. Nog herinnerde de Keizer aan de belangrijke aanschaffing van wapenen en oorlogsmateriaal waarmede dit jaar was voortgegaan, en hij deed een beroep op de wijsheid en de vader landsliefde der delegatiën ten gunste dier toe rustingen om den Staat weerbaar te maken. Ten slotte constateerde Frans Jozef dat Bosnië en Herzegowina voortgaan zich normaal te ont wikkelen en uit eigen middelen de kosten van hun bestuur te dekken. Gemengde Bfededecllngen. Door radicale bladen in Duitschland was beweerd dat de regeering van plan was een wetsontwerp samen te stellen tot beperking van het algemeen stemrecht voor den Rijksdag. De Reichsanzeiger zegt thans dat de regeering er niet aan denkt het grondwettig stemrecht aan te tasten. Nu weer wordt gezegd dat de bekende socia list Jaurès zich nogmaals candidaat zal stellen voor de Fransche Kamer, en wel in het 5de district van Parijs. Ook in Galicië zijn broodoproertjes voorge komen, o. a. te Lemberg, te Kolomea en andere plaatsen. De troepen herstelden de orde. Het Russische gezantschap te Rome heeft de Italiaansche regeering officieel kennisgegeven, dat Rusland niet voornemens is den uitvoer van granen te verbieden. Rusland heeft door zijn gezant aan de Porte een antwoord laten vragen op de nota van 12 April j.l. waarin gewezen werd op de achter stallige schuld van Turkije aan Rusland wegens den oorlog van '77. Dat Rusland nu antwoord vraagt, bewijst dat de zending van Djevad-pacha naar St. Petersburg is mislukt. Omtrent de ontruiming van Thessalië heeft de Porte aan de mogendheden geantwoord dat zij de door de mogendheden getroffen regeling aanneemt. De Times verlangt dat de Engelsche regeering niet langer genoegen zal nemen met een schade loosstelling en het afzetten van eenige ambte naren als satisfactie voor het vermoorden van zendelingen en andere Britsche onderdanen in China. -Wij hebben een kanonneerboot op deYang- tse-Kiang, zegt het City-blad, en de regeering kan gemakkelijk druk uitoefenen op Peking. Naar uit Buenos-Avres wordt bericht maakt de Boodschap, waarmede het Congres der Ar- gentijnsche Republiek geopend werd, melding in verzoenende termen van de oplossing der grensquaestie met Chili; voorts wordt mede gedeeld dat de strenge staatkunde van bezui niging in alle openbare uitgaven de meest bevredigende resultaten heeft opgeleverd. De dienst der buitenlandsche schuld is volkomen geregeld; de binnenlandsche schuld is van 52 millioen dollars tot 39 millioen dollars terug gebracht. In de begrooting voor 4899 is even wicht verkregen tusschen de uitgaven en de inkomsten. Weduwen- en weezen-pensioenen. Bij de Tweede Kamer is verleden week een wets-ontwerp ingekomen, dat een begin maken wil «net de beschikking over de naillioenen, die over blijken le zijn van bet in 1890 door den Staat gestichte pensioenfonds voor weduwen en weezen der ambtenaren, die, in den zin der bargerlijke pensioenwet, burgerlijke ambtenaren zijn. De Kamer oordeelde destijds, dat de pension- neering uitgestrekt moest worden tot alle weluwen en Weezeu van hoever zij ook mochten over zijn. Maar met deze beperking, dat de weduwen en weezen van vóór of op 10 December 1888 over leden, geponsionneerde of op wachtgeld gestelde ambtenaren niet meer dan 2/3 zouden genieten van het bedrag, waarop zij aanspraak zou ien hebben gehad als hun man of vader hun was kornen te ontvallen na de invoering der wet. Wel beschouwd was er, naar da Prov. Gron. Cl. in een artikel ïEen goed begin" aanmerkt, voor dit onderscheid geen grond. Vrees voor ie zware belasting van het fonds leidde tot den voorzichtig heids maatregel. Die vrees is iplpl gebleken. Da-u om sieit do Regeering nu voor, gelijkstelling in ieder opzicht van de weduwen en weezen van voor 1898 roet de latere lotgeuooten. Dit he.eft naüimlijk haast, daar het hier voor verreweg het grootste gedeelte geldt bejrarde personen. Maar de Prov. Gron. Cldit ontw.-rp toe juichende, merkt aan, dat er alle gnlegenhei I is om op dit goed bogin nog ineor stappen to laten volgen. Immers er is een overst hot van negen millioen en de voorgestelde miatregol wordt go- schat op eon kapitaals waarde van f 1.790.412. De Minister van Finantien zegt spoodige rege ling van de bestemming van het groote saldo toe en verzekert daaibij, dat de quaestie vmin of meer in verband staat met vragen omtrent toekenning van aanspraak oij pensioen, die nog in onderzoek zijn." De Prov. Gr. Cl zon gaarne in die verklaring een bedekte aanwijzing lezen, dat erns.ig gedacht wordt aan de verwezenlijking van het denkbeeld van den heer Veegens, die van de millioonen, in het pensioenfonds voor weluwen en weezen van burgerlijke ambtenaren opgestapeld, een deel wil besiemmen voor de pensionneering van onder wijzers-weduwen en weezen. Op de vraig of dit geoorloofd is heeft hij met, naar het oordeel der Prov. Gr. Cl, klemmende redenen bevestigend geantwoord. In zedelijken en rechtskundigen zin mug, meent ook zij, op dit oogenblik de Staat roet volkomen vrijheid de be stemming van het saldo aanwijzen, mi in 1890 legenover de ambtenaren in ieder opzicht recht vaardigheid is betracht en nu uit de omzichtige wijze, waaiop de wetgever in 1890 is te werk ge gaan, het nieuwe overschot ontstaan is. Het bestuur \an het pensioenfonds is ten dezen van eene andere meening dan de heer Veegens on de Prov. Gr. Cl. Het is nl. van oordeel, dat, bij de beschikking over meergemeld overschot, op den voorgrond staan moet, dat het uitsluitend worde bestemd voor maatregelen in het belang der wedu wen en weezen van hen uit wier bijdragen het fonds is ontsproten. Onze lezers zullen zich misschien wel herinneren, dat het pensioenfonds voor weduwon en weezen der burgerlijke ambtenaren in 1890 is gesticht, nadat een halve eeuw lang door die ambtenaren veel meer bleek te zijn bijgedragen voor hun eigen pensioen dan tot bestrijding noodig was, terwijl de wetgever blijkbaar geivild had, dat ook de Staat in de pensioenskosten zou bijdragen. Van daar, dat het overschot aangewezen werd voor een pensioenfonds ten bate hunner wedu wen en weezen. Van daar nu natuurlijk ook de meening van hel bestuur van het pensioenfonds, dat het thans weder opnieuw zich voordoend over schot altijd uitsluitend ten bate van de weduwen en weezen dier ambtenaren moet worden aangewend. Maar, gelijk gezegd, de Prov. Gr Cl is het met dun heer Veegens eens, die er ook de welu wen en weezen dor openbare onderwijzers in wil doen deelen. Zij vindt de opvatting vau het be stuur angstvallig beperkt en hoopt, gelijk wij zagen, dat do regeering in dien geest zal handelen. Men moet zich, zegt zij, niet te spoedig aan illusies overgeven. Maar als men de zooeven vermelde schriftelijke uiting van den premier beschouwt in verband met den uitroep van den minister van Binnenlandsche Zaken bij de behandeling der begrooting voor 1898, adat de zaak der onderwijzers-weduwen- en wee- zenpensionneering beter staat dan ooit te voren", dan schijnt bet haar toe, dat het vo.ir hen begint te dagen. In elk goval, zoo besluit zij, de inillioenen die ook nog na de voltooiing van hot goede begin dat gemaakt zal worden, overschieten, behooren zoo spoedig mogelijk hun bestemming te krijgen. En hel zbenepen" standpunt der commissarissen voor het funds behoeft, meent zij, daarbij niet uitsluitend te heerschop. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 12 Md. (Per telegraaf.) De lieer D o n n e r houdt zyne vroeger aangekon digde interpellatie betreffende de vraag: „of het in het voornemen der Regeering ligt de natie uit te noo- digen den 31n Augustus, den dag waarop de Ko ningin de Regeering aanvaardt, Godes bescherming voor H. M. in te roepen." 8pr. zeide dat de strek king is dat de Regeering de natie op dien dag op- wekke, in de bedehuizen der verschillende gezindten Godes zegen en bescherming over H, M. af te smeken. Dit is de begeerte van velen buiten de Kamer. De uitnoodiging is gewenscht om aan de feestviering éénstemmigheid en een godsdienstig karakter te geven; en als zij van de Regeering nitgaat zal het een Nationaal feest zijn. Door de uitnoodiging te richten blijft de Regeering tevens in de historische lijn; ook daarom is 'tniet minder gewenscht. Gods dienst is de hechtste steunpilaar voor het volk. Niet slechts is het gewenscht, maar het betaamt der Re geering dat zij bij een heugelijke en blijde gebeur tenis als de aanvaarding der regeering door H. M, de natie opwekke, om Gode dankzeggend, Zijn zegen en bescherming over de Koningin in te roepen. De Minister van Financiën, de heer Pier- son, antwoordt namens de Regeering, dat alles wat wijding kan geven aan de feestviering zal werden betracht. Spr. wijst er op dat van de Synodale Com missie der Ned, Heiv. Gemeente tot de besturen der verschillende godsdienstige gezindten het verzoek is gericht om de aanvaarding der Regeering door de Koningin kerk' ijk tc vieren. Yan alle zijden is toe stemmend geantwoord, en er is geen kerkgenootschap in ons land dat zich niet bereid heeft verklaard. Wat men dus wenscht, zal gebeuren. Het argu ment betreffende de historische lijn acht de Minister niet juist. Ten slotte verklaart hij dat er bij de Regeering geen aanleiding bestaat te voldaan aan interpellantg verzoek. De heer Donner betoogt dat de Regeering in eene aangelegenheid als deze niets overbodig mag achten. Voor zoover hem bekend zijn de besturen der Gerei. Kerken niet ingegaan op het verzoek van de Synodale Commissie. De beer Troelstra heeft bezwaar van staats rechtelijken aard. Hij is van meecing dat de troonsbestijging niet is een feit van zoo'n gewicht, waarbij de welvaart en het geluk vau het volk zoo nauw betrokken is, om daarvoor 't plechtigste te doen wat men zich deuken kan. Voor hetgeen interpellant vraagt, zou dan z. i. nog meer reden bestaan bij het optreden van nieuwe ministers, en daaraan denkt toch immers niemand. De heer Brummelkamp sluit zich aan bij het verzoek van den interpellant en is niet voldaan over het antwoord van den Minister. Hij begrijpt niet dat de Minister de noodzakelijkheid niet inziet dat het verzoek van de Regeering nitgaat. De Minister blijft volhouden dat na hetgeen door de Kerken wordt gedaan er voor de Regeering geen aanleiding bestaat om aan 't verzoek te voldoen. Vervolgens houdt de heer Troelstra zijn inter pellatie over de verhindering en belemmering van openbare vergaderingen der S.-D. Arbeiderspartij door den burgemeester van Hoogezand. De interpellant somde eenige staaltjes op, waaruit bleek dat de burgemeester op alle wijzen socialisten-vergaderingen uit zijne gemeente zou getracht hebben te weren, 't Geldt hier de vraag of aan een wettelijk erkende en politiek erkende partij den vrijen weg tot propa ganda openstaat. Daadwerkelijke, openlijke of geheime tegenwerking, aanranding van liet recht van vcreeniging, kan tot verstoring van de rast aanleiding geven. Waar de Regeering aan de S.-D.-Arbeiderspartij de vrije ontwikkeling beeft toegestaan, gaat 't niet aan dat burgemeesters in lijnrechten strijd daarmede handelen. Daarmede bandelen zij in strijd met de wet. Interpellant vraagt hoe de Reg. denkt over de handelwijze van den burgemeester van Hoogezand. De M i n. van Binnen!. Zaken, den inter pellant beantwoordende, geeft, aan de hand van officieele bescheiden, eene andere uitlegging omtrent verschillende aangehaalde staaltjes, en verzekert dat er voor gewaakt zal worden dat de burgemeesters zich onthouden van alles wat zweemt naar inmen ging en belemmering. Aan den hoer Van der Z w a a g, die optrad voor het ongeschonden handhaven van het recht van vergaderen, ook aan de niet Kon. goedgekeurde socialisten-verecnigingen, verklaarde de Minister dat het vercenigingsrocht niets te maken heeft met de koninklijke goedkeuring. Interpellatie geëindigd. Persoonlijke dienstplicht. Bij de algemeene beschouwingen over het wets ontwerp tot w^ziging en aanvulling van de militie- wet verklaart de heer Travaglino hoewel geen antimilitarist zijnde zich tegen het ontwerp. Zelfs al wordt 't aangenomen, dan is dit volstrekt nog niet 't bewijs, dat het volk deze wijziging wenseht. Spr. waardeert de voorgestelde vrijstellingen, maar z. i. bad de Reg. zich in de tegenwoordige omstandig heden moeten onthouden van het voorstellen dezer hervorming, welke door het grootste gedeelte des volks niet wordt gewenscht. De Kamer is met vrij tegenover legerorganisatie. Hij acht de afschaffing van de plaatsvervanging dan ook in den vorm, waarin de Reg. haar voorstelt, voor aanneming niet vatbaar. En is die afschaffing in 'a lands belang Zulks is niet door de Regeering aangetoond. En waarom naast de plaatsvervanging tevens de nummcrvcrwisseling afgeschaft Ook de noodzakelijk heid hiervan heeft de Regeering niet aangetoond. Ook om verschillende andere redenen acht hij het wetsontwerp in strijd met 's lands belang. De heer Pijttersen daarentegen meent dat persoonl. dienstplicht door het overgroote deel der natie gewenscht wordt. Reeds om een einde tc maken aan een mensch-onteerenden handel juicht hij het voorstel toe. Ook voor de toekomst acht bij 't uit een sociaal oogpunt van groote waarde, dat de dienst- vervanging wordt afgeschaft, en de bestaande onrecht vaardigheid verdwijnt. De verschillende klassen der Maatschappij zullen nader tot elkander worden gebracht; bestaande klo ven zullen worden gedempt; beter zal men elkander leeren kennen en waardeeren en goede eigenschappen zullen worden aangekweekt. Aan eene legerorganisatie waarbij aaa de jonge lingen duurzame zwaardere lasten worden opgelegd, zal hjj zijn stem echter niet kunnen geven. De heer Vermeulen bestrijdt op verschillende gronden het wetsvoorstel. Er bestaat thana een recht en een vrijheid waardoor aan geen enkele klasse schade wordt berokkend. Van een sociaal belang kan geen sprake zijn en evenmin deskundigen hebben 't ook aangetoond kan gezegd worden dat persoonl. dienstplicht noodzakelijk is. Ook kau de afschaffing van de dionstvervanging niet worden losgemaakt van de leger-organisatie. Deze vraagstukken zijn onafscheidelijk. Neemt de Kamer dit ontwerp aan, den vereenigt zij zich dus met het stelsel van leger-organisatie, (De zitting duurt voort.) De heer Van Kol beeft een amendement ingediend op het wetsontwerp tot invoering van den persoon lijken dienstplicht, strekkende om de in art. 1 van dat wetsontwerp bedoelde wijziging van art. 124 der wet op de nationale militie zoodanig te lezen, dat de bij die wijziging toegestane onderlinge nntn- mervcrwisseling tusschen manschappen van hetzelfde corps, vervalt. De heer Troelstra heeft een amendement voorge steld, waarvan de bedoeling is om de loontabel van art. 1 der kieswet, doch verminderd met 1/5 van de daarin vermelde bedragen, bij de wet tot invoering van den persoonlijken dienstplicht te voegen om als maatstaf te dienen bij de verleening van ontheffing van den werkelijken dienst in het geval van onmis baarheid in het gezin van den ingelijfde bij de militie. 1 - f De bewoners van liet Broersveld vergaderden F gisteren in sMusis Sacrum" ter bespreking der plannen voor de a.s. Kroningsfeesten. Een ver gadering? Neen, een vóór-feest was het. Het fanfare-gezelschap »Excelsior" luisterde dezen avond op door het spelen van eenige mnrschen en de volksliederen, die door de talrijke aan wezigen werden medegezongen. Een waarachtige geest van feestviering bleek reeds nu in de Bioersveldbewoners te huizen, een recht prettige opgewekte stemming. En de bijeenkomst ging niet uiteen dan nadat eens vroolijk gedanst was en de kieet ïLeve Willemien" door de zaal had weergalmd. Bij den suikerbakker J, Maltha, wonende aan de Hoogstraat alhier, ontstond gisterenavond een begin van brand, doordien de haak, waaraan de petroleumlamp hing, biak rn de op den grond uitstortende olie vlam vatte. De bewoner wierp dadelijk melk in de vlam, waardoor deze oogenblikkelijk doofde voordat brandschade was aangericht. Hedenmorgen waren aan de vLchmarkt aan gevoerd 5 manden schol en grietde prijzen waren voor schol van f 0.35 tot f 0.80, griet van 10.87/; tot f1.47'A, alles per stuk. BURGERLIJKE STAND. Gehuwd 11 Mei. A. J. de Jonge, 27 j., en G. van Woei l;om, 24 j. II. v. d. Stoep, 55 j,, eu H. M. Biouwer, 32 j. A. Soeters, 52 j.,en A. M. v. d. Hoeven, 58 j. 42 Mei. D. T. Schouten, 26 j., en I. C. Zeilstra, 24 j. II. Plooij, 27 j., en G. Pistoor, 23 j. E. H. Gabel, 28 j., en J. C. Scheur kogel, 24 j. E, Muider, 31 j., en M. M. W. de Koning, 26 j. Dinsdagnamiddag had alhier eene vergadering plaats van onze afdeeling van de Vereeniging ter bevordening vau de Nederlandsche Vissclierij. Tegenwoordig waren 20 leden. Na goedkeuring der notulen van de vorige vergadering, werden de punten van beschrijving voor de algemeene vergadering goedgekeurd. Tot afgevaaidigden werden benoemd de liee- ren A. Hoogendijk Jz,, L. J. van Gelderen en G. Vriens en tot plaatsvervanger de heer C. A, van Buurrn van Heijst. De heer Hoogendijk vestigt de aandacht op de dienstregeling der H. II. S. M., die thans nog meer dan vroeger zoo is ingericht, dat verschei dene treinen van hier niet verder dan Schie dam loopen, zoodat reizigers daar moeten over stappen, om naar Rotterdam te komen, wat zeer ongeriefelijk ri. Spreker zou het gewenscht achten, als van hier persoonlijk de aandacht der administratie daarop gevestigd werd, opdat d<; winterdienst verbetering op dat punt voor onze gemeente brenge. Daar een lid v<jn het bestuur weldra met de hoofd-admiuLtratie moet eonfereeren, neemt deze op zich de aandacht daarop te vestigen. De lieer Van Dam zegt dat de laatste circulaire van den inspecteur der belastingen, betreffende het inklaren van visehschepen, voor de reeders aanleiding kan geven tot veel oponthoud en geldelijke schade. Het is daarom dat spreker het gewenscht zou achten, dat het bestuur daarop den inspecteur weesen wanneer dit geen gevolg mocht hebben zich tot den minister te wenden, om deze voor de visschersvloot zoo lastige formaliteiten te voorkomen. Het bestuur beaamde de bezwaren door spreker ontwikkeld ten volle, en zal alle pogingen in liet werk stellen om die te doen intrekken. De Plaatselijke Schoolcommissie zal op Dins dag 47 Mei a. s., des avonds te 8 ure, op het Raadhuis alhier zitting houden, tot liet aanne men van leerlingen voor de Tusschenschool aan het Westnieuwland. Op Dinsdag den 24 Mei a. s., des middags van 42 tot 4 ure, zal in de Weeskamer op het Raadhuis alhier gelegenheid worden gegeven tot kostelooze inenting of herinenting. Zij die van deze gelegenheid wenschen gebruik te maken, behooren daarvan den werkdag te voren (Bureau Militie en Schutterij, ingang Waalstraat) kennis te geven. Gisteren slaagde te Rotterdam bij bet examen voor 3en stuurman voor stoom en zeil, onze stad genoot J. Vlugter. BURGERLIJKE STAND. Geboren i 44 Mei, Adriana, dochter van S. A, van Zijl en J. W. C, Korf, Sendrachtstraat. 42 Mei. Maria Jacoba, dochter van M. den Admirant en P. J. Collenteur, Marlet. Overleden 41 Mei. Huibertje Meeldijk, oud 5 jaren, Maasstraat. Anthonius Hoekstra, oud 7 maan den, Oranjestraat. Ontvoering uit een gesticht. Hedenmiddag werd voor de Rotterdamschc recht bank behandeld de zaak tegen H C. de B., 33 jaar oud, huisvrouw van F. W. de V., eerder gescheiden echtgenoote van W. de K., zonder beroep te Rot terdam. De aanklacht luidt als zoude zij lo. op den 24 Februari 1898 te Maastricht opzettelijk de minderjarige Nceltje de Koning, geboren te Rotterdam 2 Mei 1887, zijnde dit kind tijdens haar huweljjk met W. de Koning

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2