52'" jaargang. Zondag 15 en Maandag 16 Mei 1898. N°. 9627. Tweede Blad. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. uitgeverT^OT^röelants. YASCO DA GAMA. BïMENLAND.^ 'SuliammmÊÏÏ Asossbmeotsbbus voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 a omliggende plaatsen, p. kwart. - 1,05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers. - 0.02 BUREAUBOTEHSTHA AT ÏO, Telephoon lïo. 123. ADVEBTïHrrEPRïJs: van 15 gewone regels met Inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Van 17 tot 20 Mei as. wordt in Portugal met grooten luister een feest gevierd, waaraan geheel de beschaafde wereld deelneemt. Het is het vierde eeuwfeest van de ontdekking van den zeeweg naar Indië door Yasco da Gama. een ontdekking zóó groot en gewichtig, niet het minst voor ons land van kolonialen handel, dat een woord van dankbare herinnering den stout- moedigen Portugees niet mag onthouden worden. Yasco da Garna behoort niet aan het land alleen, waarin hij geboren werdhij is een wereldburger in den besten zin des woords. jDe groote zeevaarders", schreef de vice-ad- miraal Réveille in een album dat doorFransche bewonderaars van Yasco da Gama in de feest dagen aan de Portugeesche regeering zal worden aangeboden, »de groote zeevaarders hebben den Oceaan, die de rassen scheidde, hervormd in groote wegen die hen vereenigen, en nie mand heeft meer dan zij medegewei kt tot het verheven doelde eenheid van het menschdom zjj hebben de menschen tot elkaar gebracht. En onder die arbeiders in den dienst van het menschdom was er geen zoo groot als Vasco da Gama." Zijn ontdekkingen waren de bekroning der reizen die sedert het begin der 15de eeuw door de Portugeezen waren ondernomen, dank zij het initiatief van den infant dom Hemico, wien het nageslacht den eerenaam heeft ge geven van »de Zeevaarder". Terwijl het Europa der middeleeuwen slechts dacht aan bloedige veeten, kliefden de stoutmqpdige Portugeesche zeevaarders de zeeën om onbekende landen te zoeken, en zij schonken hun vaderland een onmetelijk koloniaal bezit. Vasco da Gama deed twee groote reizen naar Indië. Het verhaal der eerste reis, opgesteld door een zijner matrozen, is eerst in 1838 te Lissabon uitgegevende beschrijving der tweede, van de hand van een Vlaming, heeft in 1880 te Brunswijk het licht gezien. En eerst in de laatste jaren heeft men over den levensloop van den beroemden zeevaarder licht kunnen verspreiden aan de hand van authentieke stukken. Yasco da Gama werd in 1569 le Sinues geboren. Hij was van koninklijken bloede; van moederszijde was hij een onwettige afstam meling van Alfons III. Zijn vader was een vermaard zeevaarder en hij zelf, bezield door een brandend verlangen om reizen naar onbe kende gewesten te ondernemen, stond zeer in den gunst bij Koning Johan II, die, kort voor zijn dood, het plan opvatte om hem de ont dekking van den weg naar Indië op te dragen. Die wensch van den grooten koning werd eerst tien jaar later vervuld door zijn opvolger Emmanuel. Vasco da Gama vertrok den 8sten Juli 1497 uit de haven van Rastello, (waar bij zijn terug keer het beroemde klooster Belem werd opge richt), met vier schepen, waarvan het grootste, de San Gabriel, niet meer dan 120 ton mat. Den 22sten November zeilde de vloot de Storm- kaap om, later Kaap de Goede Hoop geheeten, en zette koers naar het Noorden. Den 15den April liep zij de haven van Melinda, op de kust van Zanzibar, binnen, en vandaar bereikte zij, onder leiding van Malemo Canaja, dien voortreffelijker. Gujeratischen loods wien zelfs het gebruik van land- en zeekaarten reeds be kend was, den 20sien Mei Capocate, twee mijlen ten zuiden van Calicut op de kust van Malabar (Yoor-Indië), De Hindoe-vorst Samondri Radjah leende het oor aan de inblazingen van Arabieren, die ge vaar duchtten voor hun monopolie van handel op Indië, en bereidde den vreemdelingen een koele ontvangst die weldra overging in een beslist vijandige houding. Daarom nam Yasco, die per slot van rekening zijn opdracht vervuld had, de terugreis naar Lissabon aan, waar hij, na ongehoorde moeilijkheden overwonnen te hebben, in het begin van September 1499 in triomf terugkeerde. Den loden Februari 1502 keerde hij met twintig schepen naar Indië terug om er het Portugeesch gezag te vestigen. Hij bombar deerde Calicut als straf voor de moeilijkheden die hem bij zijn eerste reis in den weg waren geiegd, en keerde 20 December 1503 te Lissa bon terug. Hij had op deze beide expedities groote energie, vastberaden overleg en diplomatisch beleid aan den dag gelegdmen wist zijn ver diensten niet op haar juiste waarde te schatten en gedurende een-en-twintig jaren werd hijop den achtergrond gehouden. Eerst in 1524 werd hem door Johan III het bestuur der Portugeesche bezittingen in Indie opgedragen, met de waardigheid van onder koning. Slechts eenige maanden zou hij echter dat ambt metterdaad \er\ uilen den 24-ten December 1524 stierf hij te Cochin op de kust van Malabar. Zijn lijk werd naar het vaderland overgebracht, waar hij thans in Santa Maria de Belem rust, naast Luiz de Cainoes, de onsterfe lijke dichter, die in 1572 Vaseo's roem bezong in zijn Os Lusiades, dezelfde roem, dien Scribe en Meyerbeer door de opera »De Afri- kaansche" populair hebben gemaakt. Onder Vasco da Gama waren voor het eerst schepen, komende van Europa, rechtstreeks den Indischen Oceaan binnengedrongen. Dat was een gebeurtenis van ontzaglijke gevolgen. Tot dien tijd namen de producten uit Indië bun weg over de Roode Zee en Egypte naar Ve netië. Nu wendde, ondanks de krachtige in spanning der dogen, de handel zich van de Roode Zee af. om den nieuwen weg langs de Kaap de Goede Hoop te volgen, dien het genie van Vasco da Garna had geopend. De zeehandel ging van de Arabieren en de Venetianen over op de Portugeczen. Lissabon verdrong de Lagunenstad en werd liet entrepot der wereld. De geschiedenis der moderne vracht vaart begon, en de handel op het Oosten nain een ontzaglijke vlucht. Eerst een kwarteeuw geleden heeft de weg naar Indië zicli ten gevolge der doorgraving dei- landengte van Suez opnieuw verplaatst en is de Roode Zee weder geworden wat zij voor de ontdekking der kaap de Goede Hoop wasde weg van het Westen naar het Oosten. Maar sinds lang het is nutteloos op dit oogenblik de reden daarvan te verklaren waren de suprematie ter zee en de vrachtvaart reeds lang den Portugeezen uit de handen ge nomen door Hollanders en Engehclmn, en was het koloniaal bezit van Portugal geheel ver brokkeld. De voordeden van Vasco da Gama's ontdek king komen nu, vierhonderd jaar later, siuds lang niet meer ten goede aan het land dat hem voortbracht. Mr. B. M. BAHLMANN. t Gisteren maakten wij melding van het plotse ling overlijden van den lieer Bahimann, lid van de Tweede Kamer. In hem verliest ons Parlement een zijner meest bekende figuren en de Katholieke partij een haier voornaamste woordvoerders. Sinds 13 Dec. 1880 had hij zitting voor Tilburg en zijne adviezen np hel gebied van handel, land bouw en industrie vonden steeds waardeering. Zijne beschouwingen wist hij in helderen vorm in te kleeden, zoodat gaarne naar hem ge luisterd werd. Doch ook buiten het Parlement had Bahi mann grooten invloed. Zyn strijd tegen de coöperatie en het vrijhandeistelsel zijn genoeg zaam bekend. Krachtig werkte hij ook in Noord-Brabant medo tot de slichting van den Boerenbond. De heer Bahimann werd indertijd als Kamer lid geschetst door den heer Frans Netscher in zijn boek »Onze Kamerleden". VYij ontleenen daaraan het volgende Gelukt 't den heer Bahimann niet door den bijzonder boeienden inhoud zijner rede voeringen, door een uitmuntende voordracht, door een innemend en klankrijk orgaan, zich van de aandacht der vergadering meester te maken hij maakt om het gebrek aan deze hulpmiddelen te vergoeden van de zeer geoor loofde oratorische kunstjes gebruik, dat zij de attentie zijner medeleden op zijne argumenten en wenscben weten te vestigen. Hg kan tot de ijverigste en kundigste leden der rechterzyde gerekend worden. Er schijnt weinig voeling te bestaan tussehen dezen afgevaardigde en zijne medeleden. Zonder bepaald iu een afzondering of een koude onver schilligheid te leven, meen ik, dat zijne aanra king met de overige Kamerleden zich tot het hoogst noodzakelijke bepaalt; zonder ze te mijden, zoekt hij ze niet, en zijne kollegaas, zonder hem te ontwijken, loopen hem niet na. De heer Bahimann is een Kamerlid, dat, op eene zekere hoogte, genoeg aan zich zelven heeft en een leven op zijn eigen handje leidt: een dier stille figuren, die wij als jongens op de kostscholen ook gekend hebbenals de anderen -pelen en pretmaken, zonderen zy zich af, terwijl /ij in de klasse weinig opvallen, stil op hun plaats blijven en ahijd hun lessen kennen. Toch zijn het geen huichelaars of heilige- boonljes; ze leven het gedachtenleven der andere jongen--, maar men zou kunnen zeggen, dat zo wat ernstiger en bezadiger dan hun jeugdige tijdgenoolen zijn. liet stoffelijk overschot van den heer Bahi mann werd gisteravond uit het gebouw der Tweede Kamer overgebracht naar bet gesticht der Barmhartigheid van Johannes de Deo op de Plaats. Onderscheidingen. Bij Kon. Besluit is bepaald dat; lo. in de registers van de Kanselarij der Nederlandsche Orden zullen worden ingeschre ven de namen van de volgende, sedert over leden militairen, te weten a. als ridder 4de klasse der Militaire "Willemsorde, de sergeant der genie D. P. F. P f a n n e r5. als eervol vei meld: de fuseliers A. van der Werf, J. C a r s o u w, F. A. Schneider en G. Zimmermann; 2o. in de Militaire Willemsorde worden be vorderd tot ridder 3de klasse de kapiteiu van den generalen staf G. G. E. van D a a 1 e n de sergeant der infanterie E. II. V o g e 1, sedert gepasporteerd do. in de Müitaire Willemsorde worden be noemd tot ridder 4de klasse', de majoor der infanterie A. E. N. B. O t k e n, thans met vei- lof in Euiopa; de kapitein dei infanterie J. N. C. baron van H e e r d tde kapitein der artillerie A. 11 an ge rt; de le-iuitenants der infanterieC. J. Boon, W. B. J. A Sclie e- p e r s, A. G e e r l s e m a R e c k e r i n g, M. J. J. B. H. C a m p i o n i, J. A. Jansen, G. .1. H. van Steya «an Hensbroek, A. W. A. M i c h i e 1 s e n, H. A. M e s s e m n e- keis van de Graaffen W. van dei- Vlerk; de officier van gezondheid der 2de klasse C. van der Meer; de 2e-luitenant der infanterie I. van R c o n, sedert bevorderd tot le-luitenantde 2e luitenant der gei ie J. I. Goudswaard; de adjudant-onderofficier, dienstdoend officier der infanterie J. Keur; de sergeant-opnemer bij den topographischen dienst M. W. van der Sluif?, sedert be vorderd tot sergeant-majoor-opnemerde ser geanten der infanterie A. Y o 11 e n w e i d e r, J. F. T o r w e 1 1 e, H. E B. S c h ra i d t, J. J, d e W ij s, J. V e r h a a g e n en de Amboinee- sche sergeant J. Rikamahoejde korporaal der infanterie A. Vincent; de infanterist lste klasse C. A, A. Pact-zo ld; de fuseliers N, J. Z ij 1 s t r a, van de koloniale reserve, sedei t bevorderd tot korporaal, P. Silver- t a n t, W. B r o u w e r, J. O t z e n, vari de koloniale reserve, sedert gepasporteeid, H. H i 1- g e r s o m, H. van den A b e e 1 e, P. T o 1- s t r a, van de koloniale reserve, sedert gegageerd, en P. S c h e f f e r s, mitsgaders de geniesoldaat le klasse E. B i e h 1. 4o. met de eeresabel met liet gebiuikelijke opschrift worden begiftigdde kapitein der infanterie J. A. W. W e u s t m a n n, en de le-luitenant van dat wapen A. Frans sen; 5o. bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zullen worden vermeld; de majoor der infanterie W. G. C h r i s t a n, de kapiteins der infanterie E P. van T h i e 1, met verlof in Europa, en J. A. S o e t e n s de le-!uitenants der infanterie H. J. va ri Bremen, sedert bevorderd tot kapitein, E. I. C. Tolhuys en R. Boonstra; de le-luite- nant-kwartiermeester F. YV. J. von IIo m- bracht; de 2e-!uitenant der infanterie P. van der Meyden, sedert bevorderd tot le-luitenant; de sergeanten der infanterie YV. Sm als en A. Stam van de koloniale reserve; de korporaals der infanterie D. Moerman en J. B. G. S o e t e r b o e k de hoornblazer E. Staelens; de fuseliers J. W e i 1 e r, van de koloniale reserve, sedert gepasporteerd, W. Goedhart, M. F. de Koning en W. A F. S c h i p k ede genie-soldaat le-klasse YV. Klaassen, en de ziekenoppassers H. van der Meiden, G. Hansen, H. J. L e u- verman en J. P. de Ries; 6o. in de orde van Oranje Nassau worden benoemd: tot officier: de kapitein-intendant J. H. van Baar van S'langenburgh, sedert bevorderd tot majoor-intendanttot rid der de controleur le klasse bij het binnen- landsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura C. L. J. Palmer van den Broek, en de eerste-luitenant-kwartiermeester YV, F. K. Keuze n a ni peen en ander ter z.ikc van zich te hebben onder-clndden by de verschillende krijg-verrichtingen in Atjeh en ouderhoorigheden, gedurende het tijdvak van inpiiio November 189G tot en met Augustus 1897. Bij Koninklijk Besluit is bepaald dat bij af- zondeilijke dagorders, zoo in Indië als in Neder land, eervol zullen worden vermeld de van het leger iu Nederland bij dat in Nederlandseh-Indië gedetacheerde sergeanten der infanterie J. Schneider en R. r i e z e n g a, alsmede de sergeant der genie T. de Jong, en zulks ter zake vau zich te hebben ondoi scheiden bij de verschillende krijgsverrichtingen in Atjeh en ouderlioorigbeden gedurende het tijdvak van medio November 189(5 tot en met Augustus 1897. Bij Kon. Be-luit is benoemd in de orde Oranje- Na-sau, tot ridder, de lieer G. J. Y\r 1 b r i n k, oud-notaris te Luriteien. Christelijke verzorging- van krankzinnigen en zenuwlijders. De Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijden in Nederland hield Donderdag le Utrecht haar jaarvergade ring, waarin aan de orde kwam het belangrijk voor-tel van het bestuur, tot het uitschrijven eerier nieuwe geldleening van f250.000. Dit is noodig geworden door noodzakelijke uitbreiding der stichtingen Bloemendaai en Dennenoord, door bijbouwing van paviljoenen en door ver- grooling van enkele gebouwen der hoofdstichting Veldwijk. Daar zal tevens een electrische instal latie voor verlichting en krachts-overbrenging worden gebouwd, een proef, die, bij slagen, ook in de andere stichtingen zal worden gevolgd. Het voorstel van het bestuur werd na be spreking met algemeene stemmen aangenomen. Medegedeeld werd dat voor de nieuwe leening reeds voor een bedrag van f 109.000 is ge- teekend. Naar aanleiding van een voorstel der afdee- ling Gioningen zal het alg. bestuur rapporteeren over de vraag of het gewenscht is aau de stich tingen Bloemendaai en Dennenoord een 2e kl. vo"r patiënten te verbinden, of anders over te gaan tot splitsing der 3e kl. in a en i. De heeren S. baron van Heemstra en S. S. Hofstra werden als bestuursleden herkozen. Door ds. Donnet-, vau Amersfoort werd een z, t. doeltreffende regeling voorgesteld voor het zoeken en opleiden van verplegend personeel, waarmee men nu nog al eens tobt. De heer Roodhuizen, van Zeist, besprak de stichting van een zenuwlijders-inrichting, door het bestuur in uitzicht gesteld, en wees op enkele bezwaren. De vei slagen maken gewag van den bloei der vereeniging. Uit dat van den secretaris, den heer 11. YV. van Marle, blijkt het volgende: De vereeniging telt thans 19649 leden, 58 afdeelingen en 356correspondenten, terwijl 111 corporatiën, zoowel diaconieën als kerkeraden, de vereeniging steunden. In het algemeen bestuur kwam geen ver andering. Omtrent het aantal paiiënten wordt gemeld Er warer. op Yreldwijk 253 patiënten, dit getal zal thans, door aanbouw, tot 419 kunnen stij gen. Op Bloemendaai waren alle 300 plaatsen bezet, op Dennenoord 188 (vroeger 108). Het maandblad Bethesda gaat goed. Aan den heer v. d. Ploeg, die als agent voor de Vereeniging optrad, wordt daarvoor dank gebracht, evenals aan den geestelijken verzorger op Veldwijk ds. J. YY. v. de Hoogt, en aan de geneesheeren dr. YVieiinga, dr. Dupont, dr. Sap en dr. Schuurman-Stekhoven. Op Veldwijk alleen zijn 23 paviljoenen. Het verplegend personeel bestaat, voor de mannen, uit 8 vaders, 8 moeders en 37 verplegers; voor de vrouwen, 1 vader, 10 moeders on 49 ver- pleegsteis. Op villa sRielhorst" zijn bovendien 1 moeder en 2 veipleegsters weikzaam. De sterfte was 3,6 pet., het procent der erfelyke krankzinnigheid 30,5. Het aantal verpleegdagen was 128377. Op Bloemendaai waren 125975 verpleegdagen en bedroeg de sterfte 5,6 pet. Er heersehte een gunstige gezondheidstoestand. Er waren in 't geheel op 31 Dec. 32 ver- plegeis en 34 verpleegsters, het overige perso neel bestaat uit 102 beambten. De gebouwen voldoen aan de behoefte. Op Dennenoord zijn 3 groote en 6 kleine gebouwen bijgebouwd. Het aantal verpleegda gen bedraagt 49020. Een boekerij is in wording.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 5