52"" jaargang. Zondag 15,; en Maandag 16 Mei 1898. IV 9627. Derde Blad. Gratate fler alm beiraafplaats W A N.) K A FEU ILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Kennisgeving. BINNENLAND. Gemengd N i e u w s. AbOkttekbstspeiji T&sr Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.0S franco pel poet, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAU: BOTEKSTKAAT 70, Telephoon 1ÏO. 123. AnvERTENTrEPRiJs: van 15 gewone regels met inbe grip van cene Conrantf 0.52 Iedere gewone regel meer 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. i> .-v - - -- - Burgemecstcr van Schiedam, brengt bij deze ter kennis van dc ingezetenen: Dat liet kohier van de Personeele Belasting No 7, dezer gemeente, over het dienstjaar 1898, door den heer directeur der directe belastingen te Rotterdam op den 12den Mei 1898 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger der directe belxstingen ter invor dering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder ver plicht is, zijnen aanslag on den bij de wet bepaalden vi^jt te voldoen; alsmede dat heden de ter.nijn van weken ingaat, binnen welke de reclames tegen dezen aanslag belmoren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 14den Mei 1898. De Burgemeester voornoemd VERSTEEG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam roepen op sollicitanten naar de betrekking van Jaarwedde f 5ÖO, benevens vrije woning of f 100 voor gemis van vrije woning. Vereiscliten leeftijd tusschen 23 en 40 jaar en onberispelijk gedrag. Verzoekschriften vóór 26 Mei a.s. in te zen den aan den Burgemeester. Be Koninginnen. HII. MM. zijn Dinsdagmorgen te 4 uur over den Brenner komende, met een extra-trein te Zug aangekomen. Terstond hebben de Vorstinnen zich naar Rummer's kur-inrichting Schönfels op den Zugerberg begeven, waar zij eeniga weken zullen vertoeven en waar met dit doei 42 kamers besteld zijn. Naar het Russisch, van ANTON TSJECH OW. Wanjka Sjoekow, een negenjarige knaap, die voor riiie maanden bij den schoenmaker Aljachien in de loer gedaan wa«, legde zich in den nacht voor Kerstmis niet te bed. Hij wachtte tot de huisgenoten en de gezellen ter vroegmis gegaan waren, haalde uit de kast een flnschje met inkt en een prnnehouder met een verroeste pen, streek een verfrommeld stnk papier glad en begon te schrijven. Voor hij de eerste letters neergekrast had, keek hij eenige malen angstig naar de deur en het venster, wierp een steelschen blik op het donkere heilige beeld, ter weerszijden waarvan zich stellages met srhoenleesten verhieven, en loosde een diepen zucht. Het papier lag op de bank, hij zelf voor de bank op de knieën. «Lieve opa Konstantijn Makaiitsj!" schreef hij, lEn ik schrijf u een blief. Ik feliciteer u met Kerst mis en wensch u vee! heil en zegen van Onzen Lieven Heer. Ik heb geen vader en geen moedertje, u bent alles wat ik heb." Wanjka wendde zijn oogen naar het donkere venster, waarin de weerschijn van zijn kaars flikkerde, en stelde zich levendig zijn grootvader Konstantijn Makaritsj voor, die als nachtwacht bij de familieSjiwarjow dient. Het is een kleine, magere, doch buitengewoon levendige uude man van 65 jaar, met een ecuwig lachend gezicht en flauwe drankoogen. Overdag slaapt hij in de dorpskeuken of maakt gekheid met de kookvrouwen, des nachts echter loopt hij, in een ruime schaapsvacht gehuld, om het landgoed rond en slaat hij zijn klepper. Achter hem aan komen, met gebogen kop, de oude Kasjtanka en de hond Wjoen, Wjoen is buiten gewoon eerbiedig en zachtzinnig, kijkt zijn eigen volk even lief aan als vreemden, doch geniet niettemin geen vertrouwen. Achter zijn eerbied en detnoedigheid steekt uitgeslapen list. Geen hond kan zoo goed als hij te rechter tijd op iemand aansluipen en hem bij den voet pakken, zich in den ijskelder verbergen en bij een boer een kip stelen. Vaak genoeg heeft men hem de achter- Rijksmiddelen. De rijksmiddelen hebben over de maand April van dit jaar opgebracht f 10.205.075 tegen f 10.453.434 in 1897. liet Via der begroeting bedraagt f 10.158.531. De toestand is dus gun stig te noemen, ook al is er een kleine terug gang bij het vorige jaar waar te nemen. De opbrengst gedurende dr -rate vier maanden van 1898 was f 30.532.711 tegen f 36.133.950 in het vorige jaarhet 4/u der raming be draagt f40.635.126. Gewoonlijk echter maken de laatste maanden liet lekoit op de raming goed uit het oog mag niet verloren worden ook, dat van de personeele belasting nog weinig inkwam. Wat de afzonderlijke posten betreft: de directe belastingen gaven 3% ton minder dan in 1897, de invoerrechten 20 mille minder, de accijnzen ruim 7 ton meer, de indirecte belas tingen bijna 6 ton meer, de domeinen onge veer evenveel, de posterijen een halve ton meer, de telegraaf 20 mille meer, de anderen baten ongeveer een gelijk bedrag als het vorige jaar. Kerkelijk Congres. Het tweede Kerkelijk Congres van Hervorm den zal geiiouden worden te Amsterdam, op 1 en 2 Juni e.k. De voorbereidende bidstond voor het Congres wordt op 31 Mei, 's avonds te 8 ure in de Weslerkerk aldaar gehouden door den hof prediker dr. G. v an der Flier, uit 's Gravenhage. Dr. G. J. Vos uit Amsterdam zal de openings rede houden op 1 Juni des ochtends te 10 ure in ïMaison Stroticken" over »de kerkelijke mededeelzaamheid in verband tot die van Oranje en van de Patriotten." Eene meeting van Christ. Volksonderwijs zal geleid worden door ds. van Noort, van Amsterdam, en ds. de Haan, van Zwolle. Op den 2den Juni te 3K ure zal pi of. dr. J. E. Corwin, die sedert geruimen tijd te Am sterdam vertoeft, als afgevaardigde van de Ame- rikaansche Protestantscbe Kerk, het woord voeren. Voorts worden er door verschillende inleiders verschillende punten besproken, waarbij debat is toegestaan. WereMtaalvcreenigïng. De achtste algemeene vergadering vat: de pooten stuk geslagen, twee-, driemaal hem opge hangen, iedere week bijna, hem halfdood geranseld, doch ieder keer kwam hij het weer te boven. Tlmns staat grootvader waaischijnhjk bij de huispoort, knipoogt naar de helroods vensiers der dorpskeik en stoeit, trappelend in zijn villen laar zen, met de dienstboden. Zijn klepper hangt aan een goidel gebonden. Ilij slaat de handen samen, rilt van de koude, lacht en knijpt dan het kamer meisje, dan de keukenmeid. oMoeten we niet eens een snuifje nemen vraagt hij en duwt den vrouwen de snuildws onder den neus. De vrouwen snuiven en niezen. Grootvader ge raakt in een onbeschrijflijke opgetogenheid, houdt zich den buik vast van het lachen en roept «Wrijft af, het is aangevroren." Men geeft den honden ook te snuiven. Kasjtanka niest, schudt met den kop en druipt bideedigd at. Wjoen echter wil uit beleefdheid nioL niezen en kwispelt met den staart. En hot weder is prachtig. De lucht stil, doorzii htig en frisch. De nacht is donker, doch niettemin ziet men het gansclie dorp met zijn witte daken en den rook die uit den schoorsteen kronkelt, de met zilveren rijp bedekte boomen als sneeuwhoop en. De gansche hemel is vol v rooi ijk glinsterende sterren en de melkweg is zoo helder, als ware zij voor de feestdagen gowas- schen en met sneeuw afgewreven. Wanjka zuchtte, doopte de pen in de inkt en schreef verder «Maar gisteren heb ik een pak slaag goliad Meester Aljachien sleepte mij bij de haren in den tuin en ranselde mij, omdat ik het kind gewiegd en bij ongeluk in slaap gevallen was. En de vorige week liet mij de meesteres een haring schoonmaken en ik begon bij den staart, maar zij nam den haring en duwde mij den snuit in 't gezicht. De knechts lachen mij uit, sturen mij naar de kroeg om jenever en laten mij van de meesteres kom kommers stelen, en meester Aljachien slaat er dan op los. Eten is er in 't geheel niet. 's Morgens vroeg geven zij brood, 's middags gort en 's avonds ook brood, maar thee of koolsoep, dat eten zij zelf. En slapen moet ik in de voorkamer, maar als het kind huilt, slaap ik niet en schommel de wieg. Lieve opa. haal mij hier vandaan en naar huis, in het dorp, want ik houd het hier niet uit Ik val voor u op de knieën en zal eeuwig God bidden, haal mij hier vandaan, anders ga ik dood algemeene Nederlandsche wcreldtaalveroenigii Balif nickom valitdi zal worden gehouden ol' Donderdag 19 dezer te Utrecht. O. a. worden de volgende zaken behandeld Benoeming van een voorzitter, eventueele splitsing van den kring. Het orgaan der vereeniging. Spraakkunst en woordenboek der wereldtaal. In te leiden door den heer A. A. Moll van Santbergen. Wat moet er gedaan worden om aan Volapiik een grootere levensvatbaarheid te gevenIn te leiden door den lieer E. F. L. Haasten. Verkiezing van een blacifel, sekrelan telid en Kisiedel, in plaats van de hoeren dr. 11. van dc Stadt, J. D. van den Eynde en G. A. Boes, die aan de beurt van aftreding, doch iiierkiesbaar zijn. Porlorico, liet eiland, waarvan in de laatste dagen in de oorlogsberichten Herhaaldelijk is gesproken, is een der groote Antillen, de "West-Indische eilanden, die alien aan Spanje behoorden, maar op Cuba en Porlorico na voor dat land ver loren gingen. Het is van liet grootste eiland, Cuba, gescheiden door Haïti, dat sedert 50 jaar in twee republieken, Haïti en San Domingo, verdeeld is. Het werd in 1493 door Colurnbus ontdekt en heette toen Boriqu'en of Burenqueri: de ontdekker gaf er den naam van Islm de San Juun Batista (eiland van Johannes den Donper) aan; maar later, nadat Ponce de Leon er de eerste Spaansche kolonisten had gebracht, kwam de meer op 't oorspronkelijke gelijkende naam Puerto Rico (rijke haven) in zwang. De oorspronkelijke Caraïbische bevolking ging ouder het Spaansciie bestuur geheel ten gronde, zoodat voor den arbeid, evenals irt andere Spaansche koloniën, negers uit Afrika werden ingevoerd. Langen tijd gebruikte Spanje het eiland als verbanningsoord eerst sedert't einde der vorige eeuw is het een belangrijke bezit ting geworden. Het heeft een oppervlakte van bijna 1/3 van Nederland, maar slechts ruim 800,000 inwoners, waarvan de grootste helft blanken. De slavernij is in 1873 opgeheven, doch voor de ontwikke ling is weinig gedaan. Bij de volkstelling van 1880 bleek 3'4 der bevolking niet te kunnen Wanjka vertrok den mond, veegde zich met zijn zwarte vuist langs de oogen en snikte. »Ik zal tabak voor u wrijven", vervolgde hij, «God bólden en a's ik wat doe, sla mij dan lam en krom. En als u gelooft dat ik niets kan verdienen, dan zal ik rentmeester verzoeken om zijn laarzen te mogen poetsen, of ik wordt herdersjongen in plaats van Fedika. O lieve opa, ik Iroud het niet uit, ik ga zeker dood. Ik wou weglonpen naar het dorp, maar ik heb geen laarzen en ben bang voor ile kou. Maar als ik groot ben, zal ik voor u wei ken en u door niemand laten plagen. En als u dood gaat, zal ik een mis laten lezen, net als voor moe der Palageja. »Mo-kou is een groote stad. Enkel rijke huizen en veol paarden, maar er zijn geen schapen en de honden zijn niet kwaadaardig. De jongens loopen hier niet met een ster en in do kerk mag niet ge zongen worden, maar eens heb ik voor epn winkel raam vischsnoeren zien liggen voor alle soorten van visch, erg dun, en ook zulke groote haken dat er een steur van vijftig pond aan iiangen kan. En er zijn sommige winkels waarin geweren liggen zooals dat van den landheer, waarschijnlijk honderd roebels liet stuk En in da vleeschwinlHs ziet men korhanen en patrijzen en hazen, en waar zo geschoten zijn, dat zeggen de poetieis niet. «Lieve opa, ais op liet landhuis weer een kerst boom staat, neem dan voor mij een vergulde noot en verstop die in het groene koffertje. "Vraag er juffrouw Olga Ignatjewna om zeg maar dat tiet voor Wanjka is." Wanjka zuchtte stuipachtig en keek weer naar het venster. Ilij herinnerde zich dat grootvader steeds den kerstboom uit het bosch moest halen en dat de kleinzoon dan altijd meegenomen we.nl, Dat was een prettige tijd I Grootvader steunde en de bevroren grond steunde en Wanjka steunde mee. Voor grootvader den boom velde, placht hij een pijp te ronken, lang tabak te snuiven en den van keu rillenden Wanjka te plagen De jonge met rijp bedekte dennen staan onbewegelijk te wachten welke van hen zou sterven 1 Plotseling rent een haas als een pijI uit den boog door het bosch Grootvader kan niet nalaten te roepen «Hond hem, houd hem dien kortgestaarten duivel De gevelde den sleepte grootvader naar het land huis en daar werd ze mooi gemaakt Het ijverigst van alles was juffrouw Olga Ignatjewna, lezi rt of schrijven. Het klimaat is •tigezond, maar in de hoogi'ie gedeelten kunnen Europeanen het beter uithouden dan op de andere Antillen. Hot eiland heeft een Spaanschen gouverneur, die zonder eenige vertegenwoord'ging der inwo- nets bestuurt. Er zijn nog weinig spoorwegen de waarde van den handelsomzet met Spanje was in 1895 21 inillioen gulden aan invoeren 15 milboen gulden aan uitvoer, vooral van koffie, suiker, tabak, wol, huiden en rum. Het is rijk aan delfstoflen de Spanjaarden ronden er goudwasscherijen die echter weinig wor den ontgonnen. Onder een goed bestuur kan die vruchtbare bodem, welke ruimschoots door water wordt doorsneden, veel meer dan thans opleveren. InTctrisschen. «Ergens" (in Indië) wgl het Onderwijs «heeft de eene school sedert jaren in gebruik een bank van een andere school. Het hoofd der laatste inrichting wen=cl,t die bank terug te hebben. En nu wordt de volgende weg gevolgd: Hoofd A. schrijft aan hoofd B., of de bewuste bank zich inderdaad in zijn school bevindt. B. antwoordt toestemmend. A. schrijft een rni-sive aan hoofd B., om de bank te mogen ontvangen en copiëert die mis sive in zijn brievenboek. Ue schoolcommissie onderzoekt de zaak. De secretaris schrijft een missive aan hoofd B., deelt hem mee, dat de bank er is, en geeft verlof aan B. om door kettinggangers de bank te laten haten. Hoofd B. schrijft een missive aan den direc teur van het Kettingkwartier en verzoekt, or.der overlegging van een afschrift van de missive der schoolcommissie, om noodige bruine ridders en copieert dit schrijven in zijn brievenboek. Den volgenden dag te 7 uur verschijnt een peloton kettingjongens by hoofd B. Hoofd B. schrijft een brief aan hoofd A.: ïllier zijn de kettingjongens enz." Te tien uur komen de brave arbeiders met de bank aanzeulen. Ongetwijfeld zegt het Ond. - - is alles ge heel in den vorm behandeld en kon het moeilijk anders, 't Is intusmhett een argument te meer voor hen, die beweren, dat er veel tc veel kost bare tijd wordt sgevermissiefd." Wanjka's lieveling. Toen Wanjka's moeder Palngoja nog leefle en op het huis als kamermeisje diende, stopte Olga Ignatjewna Wanjka vol suikergoed en leerde hem uit verveling lezen, schrijven en tot honderd tellen, ja zells quadrille (lansen. Nil Pala- gejn's dood echter werd do wees Wanjka naar zijn giootvadnr in de dorpskeukon gestuurd, eu uit de keuken nair den schoenmaker Aljachien in Meskou. #Knm liij mij, lieve opa", schreef Wanjka verder, »ik smeek het u, neem mij hier vandaan. Ik ben een ongelukkige wees, heb medelijden met mij, anders slaan ze mij allemaal, on eten zal ik zooveel als u wilt, en ik ben zoo bang en ik moet huilen. Kort geleden heeft, meester Aljachien mij met de leest, op liet hoofd geslagen, zoodat ik half dood was en liet duurde lang voor ik weer bijkwam. Mijn leven is zoo akelig, erger dan van een hond En ik doe do groeten van Aijona aan den diinkenderi jager en den koetsier, maar geef aan niemand mijn harmonika. Uw lief hebbende kleinzoon Iwan Sjoekow, lieve opa, kom toch gauw Wanjka vouwde den op a! de vier bladzijden beschreven brief dicht en deed hem in het couvert dat hij gisteren voor oen kopeke gekociit had Hij ducht even na, doopte do pon in de inkt en schreef hot adres: In het dorp aan opa. Daarop krabde hij zich hot hoofd, dacht nog eens na en voegde er bijKonstantijn Makaritsj." Voldaan wijl men hem onder 't schrijven niet had gestoord, zette hij zijn muts op en liep, zonder zijn jas aan te trekken, in zijn hemd do straat op. De poeliers, die hij gisteren had uitgehoord, had den hem verteld, dat men de brieven in de brie venbus gooit en dat zij daaruit gehaald en met een driespan door dronken Jansjtsjiks en met rinke lende bellen over de heele wereld rondgebracht worden. Wanjka liep naar de eerste brievenbus en wierp den kostbaien brief in de gleuf. Van zoete hoop vervuld, lag hij een uur latei- in diepen slaap Ilij droomde van den oven. Op den oven zit grootvader, zijn naakte voeten hangen neer, hij leest den brief aan de kookvrouwen voorNaast don oven loopt Wjoen rond en kwispelt met den staart.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 9