BINNENLAND.
«Eergisteren 11 Juli vijand nabij
Edi uit stellingen verdreven met ach
terlating van. 80 dooden; onzerzijds
gesneuveld 2 fuseliers en 1 inlander,
gewond een eerste en een tweede lui
tenant en 18 militairen beneden den
rang van ollieier. Gisteren 12 Juli in
de richting van I'erlak (ten zuiden
Edi) opgerukt.
Staten-Generaal.
STADSNIEUWS.
YL AARDINGEN,
Knust eu Wetenschap.
Rechtzaken,
delingen gedood zijn, en dat hun. lijken Woe-
Tschou voorbij drijven. Een magistraatspersoon
van Pak-L.m die een prijs had gesteld op het
hoofd van een der aanvoerders der rebellen viel
ongelukkigerwijze in diens handen. Hij werd
met petroleum begoten en daarop in brand go-
stoken; zijn gehecie familie werd uitgemoord,
en do lijken in de rivier geworpen.
Uit Kaapstad wordt aan de „Daily Mail"
bericht dat de koning der Swazies gevlucht is
naar de Zoeloe's. Do regeering van Transvaal
is voornemens Swazi land to verdeden in vier
districten en aan iiet hoofd van elk dier distric
ten een inlandsch hoofd te plaatsen.
Aljeh.
De Minister van Koloniën heeft heden aan
de Eerste Kamer het volgende medegedeeld
omtrent de actie in Edi. Van den gouverneur
van Aljeh, kolonel van Ileutsz, had hjj het vol
gende telegram ontvangen
De correspondent van het alibi." te Batavia
seint
Maandag heeft kolonel van Ileutsz met twee
bataljons den vijand buiten Edi omsingeld. Van
de Aljeliers werden 80 man gedood en velen
gewond. Een aantal ontsnapte.
Onzerzijds bedroeg het verlies vier dooden
(minderen) en twee gewonde luitenants.
Het blad teekent hierbij aan
Het snelle en krachtige optreden van kolonel
Van Heutsz heeft dus ook hier succes gehad.
Men is den vijand blijkbaar onverhoeds op't lijf
gevallen, hetgeen natuurlijk een moorddadig ge
volg moest hebben. De vijand kou niet vluchten
al had hij gewild en moest zich dus wel hard
nekkig verdedigendat hij dit gedaan heeft,
blijkt wel uit het feit dat onzerzijds vier dooden
te betreuren zijn, benevens uit de verwonding
van twee olficieren.
Wij vermoeden dat onze correspondent niet
volkomen zekerheid aangaande de namen dei-
gewonde olficieren heeft kunnen krijgen en dus
voorzichtigheidshalve en zeer wijselijk voorals
nog geen namen meende te moeten noemen.
Het »N. v. d. D." ontving het volgend tele
gram
sKolonel Van ileutsz is met liet 14e batal
jon, het korps maréchaussee en de landings
divisie naar Edi vertrokken, om daar veeitien
dagen te blijven.
sOok van Kota Radja zijn driehonderd man
naar Edi gedirigeerd.
nHeden zijn de troepen van Edi uitgerukt.
leerplicht.
(V er volg.)
Voorts waren er onder de leden, die in liet
wetsontwerp eene afkeurenswaardige inbreuk op
het ouderlijk gezag zagen, enkelen, die meenden,
dan de wetgever tusschenbeide kon komen, waar
verwnarloozing van de zijde der ouders behoor
lijk was geconstateerd, maar dan op zuiver re
pressieve wijze.
Vele andere leden konden zich met deze be
schouwingen niet vereenigen.
Dezerzijds werd het beroep der regcering op
bepalingen van bet burgerlijk wetboek tegen
over de gemaakte opmerkingen verdedigd, welk
beroep geen ander doel had dan to doen uit
komen, dat ook blijkens het burgerlijk wetboek
dc wetgever reeds sedert langen tijd het gezag
van oudere over kinderen niet beschouwt als
een natuurrecht, waarmede hij zich niet lieoft
te bemoeien. Anderen merkten op, dat de re
geering zeer terecht gewezen had op de bepa
lingen van het burgerlijk wetboek, welke de
verplichting der ouders uitspreken om hunne
kinderen op te voeden. Het wetsontwerp heeft
geen andere strekking, dan de naleving van de
zen algemeen erkenden plicht te verzekeren- Be
straffing wegens niet-nakoming van een volgens
het burgerlijk wetboek bestaande verplichting
is aan ons recht geenszins vreemd.
Dat het recht der ouders om over de opvoe
ding der kinderen te beslissen aan wettelijke
regeling van den leerplicht in den weg zou staan,
werd ontkend.
Het is zeker wenscheiijk do zelfstandigheid
van het huisgezin zooveel mogelijk te eerbiedi
gen, gelijk dan ook in dit wetsontwerp geschiedt.
Is nu invoering van leerplicht voor ons land
nccdzakelijk te achten? Men meende de vraag
in outkenneaden zin te moeten beantwoorden.
Men trachtte aan to toonen, dat onder het stel
sel der vrijheid het schoolverzuim voortdurend
afgenomen is, zoodat het thans reeds niet belang
rijk meer is, en heeft Nederland, ten opzichte
der volksontwikkeling, eene vergelijking met lau
den. waar leerplicht ebstaat, niet te vreezen.
Aan handhaving der vrijheid werd te meer
gehecht, omdat er verschillende middelen van
zedelijken aard zijn, welke tot bestrijding van
schoolverzuim kunnen worden aangewend, en
omdat de lust tot het toepassen van die midde
len zal verflauwen, zoodra de staat tusschen
beide treedt.
Tegenover het bezwaar, dat door de voorge
stelde maatregelen de burgerlijke vrijheid zon
der noodzaak zou worden beperkt, werd aange
voerd, dat niemand volstrekte vrijheid verlangt..
Voorts dat bevordering der volksontwikkeling
van groot belang is voor een volk, dat do vrij
heid liefheeft.
Dat met zedelijke middelen en langs den weg
van het particulier initiatief wel eenige, maar
toch geen voldoende verbetering is te verkrij
gen, was, nieendo men, proefondervindelijk ge
bleken.
Verder kwam het absolute schoolverzuim ter
sprake, en uit do cijfers en statistieken werd
afgeleid, dat het absolute schoolverzuim iu het
vermeld twintigjarig tijdvak belangrijk is ver
minderd, terwijl verder betoogd werd dat Ne
derland ten aanzien van het absolute schoolver
zuim niet bij verschillende beschaafde lauden
van Europa, waar do lees"plicht is ingevoerd,
achterstaat.
Voorts werd aangevoerd, dat bij de booordee-
ling van het relatieve schoolverzuim gelet dient
te worden op die verzuimen, welke het gevolg
zijr van wettige redenen.
Het werd echter niet juist geacht het betrek
kelijk schoolverzuim gelijkelijk over ..lien to ver
doelen.
Tegenover deze beschouwingen word o. a. aan
gevoerd
Vooreerst werd met betrekking tot hot abso
lute schoolverzuim opgemerkt, dat er ten aan
zien van de beteekunis van deze uitdrukking
etnig verschil van meening bestaat. Naar het
oordeel van verscheidene leden moeten ook zij,
die op hot zesde jaar de school niet bezochten
en zij, die de school vóór het twaalfde jaar ver
lieten, begrepen worden in eene statistiek van
het volstrekte schoolverzuim.
Vele leden waren van oordeel, dat een groot
bezwaar tegen invoering van leerplicht gelegen
is in de achterstolling van het bijzonder bij liet
openbare.
Eerst wanneer gelijkstelling van het bijzonder
onderwijs met het openbare verkregen is, zal
er gelijke gelegenheid bestaan tot het oprichten
van bijzondere als van openbare scholen, en kan
de bevolking in waarheid gezegd worden de vol
komen vrije keuze der school to hebben.
Afgescheiden van de quaestie der achterstel
ling van het bijzonder onderwijs, werd, ofschoon
men het streven der regeering naar eerbiediging
der gemoedsbezwaren waardeerde, de te dien
aanzien voorgestelde regeling onbevredigend ge
acht.
Men had dan ook tegen verschillende bepa
lingen bezwaar.
Ten aanzien van de bepaling van den tijd, ge
durende welken hot bezoek der lagere school
verplicht moet worden gestold, liepen do ge
voelens zeer uiteen.
Er waren leden, die ten opzichte van het be
gin en het einde van den leerplichtigen leeftijd
zekere vrijheid aan de ouders wenschen te laten.
Deze meening werd, voor zooveel het begin
van bedoelden tijd betreft, door vele leden ge
deeld. Omtrent de vraag, wanneer een kind naar
de lagere school behoort gezonden te worden,
bestaat bij onderwijzers en andere deskundigen
veel versclm van gevoelen.
Op verschillende gronden wenschten sommi
gen aan de ouders de keuze te laten tusschen
hcc zesde eu het zevende of hot achtste jaar,
terwijl enkelen aan het schooltoezicht de beslis
sing wilden opdragen, of voor zoodanig uitstel
iu ieder bijzonder geval voldoende aanleiding
bestaat. Over de vraag, of bij het later beginnen
van het onderwijs het einde van den leerplich
tigen leeftijd evenveel later behoort Te worden
gesteld, waren de gevoelens verdeeld.
Ook ten aanzien van het verlaten der school
werd door eenige leden het geven van zekere
vrijheid wenscheiijk gerekend.
Hiertegen werd aangevoerd, dat het geven
van do bedoelde vrijheid alleen mogelijk zou
zijn, wanneer van de kinderen, die vóór een be
paalden tijd do school willen verlaten, een exa
men werd afgenomen.
Wordt vervolgd.)
nijverheid.
Te Almelo wordt thans de 121ste algemeene
vergadering van de Ned. Mij. van Ny v. gehouden.
Gisteren werd de openingsrede uitgesproken
door den voorzitter, den heer J. F. W. Conrad,
nadat de congresleden den vorigen avond door
het gemeentebestuur feestelijk waren ontvangen.
Onmiddellijk na de openingsrede werd het
woord gegeven aan het eerelid der Maatschappij,
den heer G. Satomonson Hz., directeur der
Kou. Stoomweverij te Nijverdal, om een voor
dracht te houden over de ontwikkeling der
Texiiel-industrie in Twente na 1872, ook in
verband met het algemeen belang.
Nadat eenige verslagen waren uitgebracht
kwam in behandeling een foorstel van het dep.
's-Gravenhnge om met de Kamers van Koop-,
handel en Fabrieken in overleg te treden ter
zake van eene regeling van het handels- en
industrie onderwijs hier te lande.
Over dit onderwei p werd het woord gevoerd
door den heer Haaxmau ('s-Grnvenhage) die
het voorstel verder toelichtte en door dr. Huls-
niaiin, directeur der Arnsterdamsche Handels
school, die het. voorstel sterk ondersteunde en
meende, dat de koeten moesten gedragen worden
door rijk, gemeente en kamer van koophandel.
Spr. stelde voor een commissie te benoemen
met recht van assumptie om dit onderwerp
aan grondig onderzoek te onderworpen en daarna
voorstellen te doen.
In die commissie moesten dan gekozen worden
afgevaardigden van fabriek*-en handvverksnij ver
heid, Mercurius, Instituut van Accountants, Hou'
en Trouw, Vooruit en andere verwante vereeni-
gingen.
Dienovereenkomstig weid besloten.
Het keurvendel »Prins Maurits" te Amster
dam zal met vei lol van II. M, de Koningin bij
haren intocht eene eerewacht te voet vormen.
Het vendel zal dan gecommandeerd worden
door den lieer NV. Speerstra luitenant is de heer
Jan Kruis, vendrig do heer J. v. d. Veerdonk.
(„Hbl.")
Men meldt ons uit den Haag
Het bericht van het „Handelsblad", dat flarc
Majesteit het keurvendel Prins Maurits als Bcre-
wacht te voet heeft aangenomen is onjuist. Een
verzoek daartoe is zelfs niet aan Hare Majesteit
gedaan.
De gewone audiëntie van den Minister van
Biiinenlandsehe Zaken zal deze week niet plaats
hebben.
De minister van marine brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat met 1 Sept. 1898 eene
plaats als adspirant-ingeniuur der marine op
eene jaarwedde van f i000 wordt opengesteld.
Nadere bijzonderheden bevat de »St.-Ct.''
no. 161.
Thans Heeft ook de heer D. Breesnee voor de
candidatuur voor de vacature in de Provinciale
Staten van Zuid-Holland bedankt.
Gisteren in den laten namiddag overleed te
Leiden in den ouderdom van ruim 65 jaien
geheel onverwacht in het Botanisch Laboratorium
der Rijks-universiteit aldaar dr. NV. F. R. Surin-
gar, boogleeiaar in de botanie aan de rijks
universiteit. Op 14 November des vorigen jaars
had de overledene met veel luister zijn 40-jarig
professoraat mogen herdenken.
KETEL EN SPALAND, '3 Juli. Gisteren avond
is alhier door den rijksveluwachter Didier gearres
teerd de marinier C. 8., die van zijn garnizoensplaats
te Hellcvoetsluis was gedeserteerd. Hij is hedenmor
gen gevankelijk naar Rotterdam vervoerd.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 13 Juli.
(Per telegraaf.)
Noord-Qoster Locaalspoorwcg.
Bij do voortgezette beraadslagingen over het wets
ontwerp tot bevordering van den aanleg en exploi
tatie van een locaalspoorweg van Zwolle naar Delf
zijl met zijtakken naar Almelo en naar Assen (N. O.
locaalspoorwcg) vond deze wetsvoordracht bestrijding
bij den heer Itengers, die meende dat aanneming
een gevaarlijk atecedent stelde, want hij voorzag
dat de aandrang om minder productieve lijnen aan
te leggen zou toenemen, en men later moeilijk kon
weigeren wat thans aan den een wordt toegestaan.
De behoefte aan een spoorweg achtte hij niet ge
motiveerd en hij gaf dan ook de voorkeur aan
stoo mtram-aansluitingen.
Daarentegen werd de spoorweg krachtig verdedigd
door de heeren Van Lier en A1 b e r d a, die be
toogden dat niet in de eerste plaats de vraag moet
zijn: wat zal de lijn opbrengen? maar welis de lijn
gewenscht in 's lands belang En dit stond h. i.
onomstootelijk vost. Want de streek beeft grooto
behoefte nan verkeerswegen en snakt er naar om tot
ontwikkeling te komen, on zulks kan geschieden door
aanleg van den ontworpen spoorweg. Nijverheid en
landbouw zullen zeer worden gebnat. Eerstgenoemde
spreker wees er nog op dat aanleg van een tram,
die aan het thans beoogde doel zou beantwoorden,
weinig minder zon kosten. Ook verdedigde de heer
Van Lier tegenover den heer Van der Laan, de wijze
waarop deze zaak tot stand wordt gebracht.
Hetgeen de bestrijders van het ontwerp hadden ge
zegd ten opzichte van de financieele zijde der zaak,
vond weerlegging bij den heer Creincts, die,
hoewel in den eersten tijd van den spoorweg geen
groote dividenden verwachtende, van oordeel was,
dat de schatkist op andere wijze voordcel kon hebben,
want z. i. zou tengevolge van den aanleg van do
lijn de gronden in die streek zeer in waarde stijgen,
en de grondbelasting en het personeel aanzienlijk
zouden vermeerderen,
Ook de heer R e g o u t meende do ondervinding
in Limburg opgedaan had 'tzijus inziens bewezen,
dat de opbrengst van de lijn nogal zou meevallen.
Na verdediging door den Minister van Wa
terstaat werd het wetsontwerp aangenomen
met 34 tegen 7 stemmen.
Bij dc behandeling van het wetsontwerp tot voor
ziening in de verdediging van de Noordzeekust in
Noord-Holland, tusschen de Heldersche en Honds-
bossche zeeweringen, lichtte de heer Roüll zijne
te dezer zake ingediende nota toe, tot verdere ont
wikkeling van zijne stelling omtrent de onjuistheid
van het beginsel waarvan de Regeering z. i. is uit
gegaan met betrekking tot de verplichtingen vau
het Rijk tegenover do provincie Noord-Holland. Uit
het feit dat de Koegras-zanddijk voor rekening van
den lande is aangelegd, volgt nog geenszins het
uitsluitend onderhoud door het Rijk.
Uitvoerig beujfert spreker dat in tegenstelling
met den regel (dat het Rijk lj3 en de Provincie -/3
in de verdedigingskosten bijdraagt) in het onder
havige geval het Rijk en da provincie slechts
'/j zal betalen. Hij zag gaarne dat gebroken werd
met het beginsel van centralisatie van polderbesturen
en een algemeene waterscbapsregeling werd tot Btand
gebracht.
De heer Rutgers van Rozenburg verde
digt de door de Regcering gemaakte regeling, die
gegrond was op de afwezigheid van solvable belang
hebbenden.
De heer Breebaart is voor het ontwerp en
meent dat men omtrent do financieele gevolgen ge
rust kan zijn.
De Minister van Waterstaat beoogt ver
volgens dat met deze zaak niet langer gewacht mocht
worden en het voor de Regeering plicht was deze
aangelegenheid tot oplossing te brengen en wel door
eene wettelijke regeling. De oprichting van een wa
terschap, zou zoo 't al mocht bezwaarlijk door
de Staten-Generaal worden ten einde gebracht.
Hij doet uitkomen dat de Staat de eenige belang
hebbende is by het onderhoud van den Koegrasdijk.
De kosten door het Rijk te dragen zijn billijk.
Volstrekt is niet toegegeven aan den zin van dé
Prov. Staten.
Voor eene opgave van kosten in de stukken
gevraagd kan de Minister do verantwoordelijkheid
niet op zich nemen.
De heer Roéll bleef volhouden dat de kostenver-
deeling niet voordeelig voor den Staat was.
Het wetsontwerp werd met 32 tegen 3 stemmen
aangenomen.
Interpellatie over dovervuiling
van Delflands boezemwater.
De heer Fransen v. d. Putte trok zijno
interpellatie om overlegging van stukken in, er op
wijzende dat sedert zijne aanvrage bet rapport der
Prov. Comm. aan Gedep. Staten" van Zuid-Holland
was verschenen en vooral omdat hem gebleken is
uit het verschenen maar nog niet gepubliceerde rap
port van de staatscommissie, dat art. 3 van de ver
gunningsvoorwaarden van 188G voor het gebruik
van de zeesluis is ingetrokken, hetgeen aanvankelijk
reeds goede gevolgen heeft gehad." Hij wenschtc in
het najaar mededeelingen omtrent de resultaten van
dezen maatregel te vernemen.
V ec-i n vo er in België.
De Minister van Euitenlandsche
Zaken deelde mede dat Nederland zich op verzoek
van België bereid heeft verklaard een Nederlandscben
deskundige af te vaardigen om met een Belgischen
deskundige voorwaarden vast te stellen voor vrijen
vee-invoer.
Do Kamer is uiteengegaan.
De tram, die te half vier uui alhier aankomt
geraakte hedenmiddag uit de rails en vergeefs
waren aanvankelijk de pogiugen om hem weder
op de behoorlijke plaats te helpen. De volgende
tiam, die op den wissel stond te wachten, is
toen doorgereden, waarop de machine van dezen
tram de gederailleerde wagens weder in liet
spoor trok.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd s
13 Juü. C. Visser, 28 jaar en T. Molenaar,
23 jaar, VV. Eik mans, 63 jaar, eu N. Gage-
stein, 53 jaar.
Geboren
11 Juli. Stephanus, zoon van M. Tettelaar
en S. Pluym, Jaeobaslraat.
12 Juli. Petrus Hendrikus Antonms, zoon
van H. den Drinker en G. A. M. F. Wasman,
Emmastraat. Geesje, dochter van W. C. J.
van der Velden en B. Lugtenburg, Ileerenstraat.
Adrianus, zoon van H. Schouwenburg en
J. van der Voorden, Oude dijk.
Overleden
11 Juli. Een levenloos kind (zoon), van S
Poort en A. J. van der Sluis, Kleine Baan.
13 Juli. Arend Verberk, oud 2 maanden,
Adrianastraat.
Bevorderd van de 2e naar de 3e klasse
Hoogere Burgerschool 3 jarige cursus te Rot
terdam A. Blitz, alhier.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd
13 Juli. Adrianus Schilder en Leentje Borst.
Bernardus Hendricus Schapers en Christina
Romijna van der Pijl.
Geboren
12 Juli. Nicolaas, zoon van W. v. Os en H.
v. d. Lugt, Ziesv. Laan. Maria, dochter van
W. G. Wilden hoer eu D. Haddeman, Dijksteeg.
13 Juli. Maria Johanna, dochter vau B. L.
A. de Jong en E. M. Lens, Schied. weg.
Overleden
12 Juli. Jacob Manui, oud 73 jaren, echt
genoot van Tona de Kok, Qalgkade,
In Frankrijk wordt de 100-jarige geboortedag
herdacht van den grooten geschiedschrijver Michelet,
overleden in 1874. Gisteren is in tegenwoorgigheid
van Michclet's weduwe bet graf van den historicus
op Pere-Lacbaise met bloemen getooid, waarbij rede
voeringen werd uitgesproken.
Vonnissen van het Kantongerecht
te Schiedam.
Zitting van 13 Juli 1898.
Wegens straatschenderij
B. J. te Schiedam, tot f3 boete subs. 2 dagen
hechtenis.
Wegens een trekdier op den openbaren weglaten
staan, zonder de noodige voorzorgsmaatregelen tegen
het aanrichten van schade te hebben genomen:
D. J. en W. C. L. beide te Schiedam, ieder tot
f2 boete subs. 1 dag hechtenis.
Wegens verwekken van nachtrumoer:
A. S. te Vlaardingen, tot f6 boete subs. 3 dagen
hechtenis.
Wegens openbare dronkenschap:
H. D. en B. G. S. T. beide te Schiedam, ieder tot
f 1 boete subs. 1 dag hechtenis.
Wegens zonder daartoe gerechtigd te zijn loopen
op hooiland in Juni
G. J. L. B. en J. V. beide te Schiedam, ieder tot
f3 boete snbs. 2 dagen hechtenis.
Wegens spoorweg-overtreding
J. S., P. W., beide te Vlaardingen, ieder tot f 1
boete subs. 1 dag hechtenis.
Wegens overtreding der boterwet:
S. S. te Vlaardingen, tot f4 boete subs. 2 dagen
hechtenis. C. R. te Vlaardingen, tot fö boete sues.
2 dagen hechtenis.
Wegens overtr. van het Provinciaal Reglement:
M, v. d. B. to Overscbie, tot fl boete subs. 1 dag
hechtenis.
Wegens politie-overtreding
F. v. d. V. te Schiedam, tot f 1 boete subs. 1 dag
hechtenis. Th. K., J. W. H. K.,W. W.enM.v.d.T.
allen te Schiedam, ieder tot f 0.50 boete subs. 1 dag
hechtenis. J. B. en C. P. beide te Schiedam, ieder