vrouwenstriId! 52"" jaargang. Vrijdag 15 Juli 1898. I\k 96/7. Eerste Blacl. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. uitgeverTh. j. c. roelants. FEUILLETON. BUITENLAND. AïOSTraMsirrapJtus toot Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nommers- 0 02 BUREAUBOTEBSTRAAT TO, Telephoon Ho. 123. AnvBETEirriEPKijg: van 15 gewono regels met inbe grip van cene Conrantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. rw.WB «rem TT.'Wfcri Algemeen overzicht. Schiedam, 14 Juli '93. De zaak-Dreyfus heeft plotseling een. zeer ern stige wending genomen; er is verandering ge komen in den toestand, wat wel het duidelijkst blijkt uit de arrestatie van majoor Esterhazy. Dinsdagmiddag kwam de rechter van instruc tie Bcrtulus met den onderchef van den veilig heidsdienst Hainard huiszoeking doen bij den majoor. Zij vonden dezen niet thuis, maar wel Mme. Pays, Esterhazy's maitresse, die hen kalm ontving en behulpzaam was bij het zoeken. Een groote massa papieren werden in beslag geno men. Mme. Pays werd eerst ongerust toen Bertu- lus vroeg hoe laat Esterhazy thuis zou komen, en verklaarde te zullen wachten, toen zij als tijd negen uur aangaftoen zij hoorde dat zij met haar amant gevangen zou worden genomen, barstte zij in tranen uit. Intusschen vernam Esterhazy in een boule vard-café dat de justitie te zijneut bezig was; hij moet toen beweerd hebben„O, dat is maar een huiszoeking voor den vorm; ik weet het." Toen hij thuis kwam werd hij gearresteerd. De majoor viel bijna in zwijm en kon van ont roering niet sprekenhij begreep dat het ernst was. Bertulus nam hem een kort verhoor af, in den loop waarvan Esterhazy moet gezegd hebben „Als do zaken zóó staan, dan zal ik ook spre- TT- -olgens naar de Santé, zijn min- Lazare overgebracht. Esterhazy en zijn maitresse nu egens valschlieid in geschrifte; t den majoor als dader, Mme. j.oya o-ia üiuucjjiichtige, te laste gelegd het tele com, geteekend „Speranza.", dat door kolonel l'icquard, toen deze te Algiers was, werd ont vangen. Die aanklacht moet het parket reeds lang in portefeuille hebben gehad, en men merkt thans op dat de vervolging van den majoor dan van hooger hand moet tegengehouden zijn. eD verdediging van Esterhazy en diens vrien din zal gevoerd worden door mr. Tézénas. Eenigo uren voordat het boven verhaalde ge schiedde, had de justitie zich aangemeld ten huizo van Piequard, maar dezen niet thuis ge troffen. Niettemin werd, met schending der wet die de tegenwoordigheid van den persoon in quaestie eischt, tot huiszoeking overgegaan. Woensdagmorgen had nog een tweede huiszoe king plaats. tor en oud-minister van justitie Trarieux, Deze Piequard dineerde dien middag hij den sena- liet hem niet naar huis gaan, maar schreef zelf den volgenden brief aan den heer Sarrien „Mijnheer de minister van justitie. „Met groote droefheid verneem ik dat men DOOR IIERMAMHE HEIBERG. 42) «Bat wil ik dan ook niet doen," ging hij voort. «Daarentegen acht ik het mijn heiligen plicht je voor de gevaren die het leven en vooral zulk een leven bevatten, welgemeend te waarschuwen, ge varen die je in je onschuld en onervarenheid zelfs niet vermoedt tnaar die mij, den man van leeftijd en ondervinding, groot en dreigend voor oogen staan, en waaraan ik niet zou willen dat je werd blootgesteld wanneer het vermeden kon worden. Het is zoo gemakkelijk te spreken v an zulk een Sameritaansch werk, en hot is zoo moeilijk ten uitvoer te brengen. Je opvoeding, je aristocratische gewoonten, de kringen waarin je tot nu toe hebt verkeerd, de bescherming die je tot nu toe hebt genoten in den kring van je familie, dat alles moet ja nu verloochenen en afleggen om te worden als zij die je wilt helpen. Want zonder dat zouden tij je toch niet begrijpen, en je zoudt slechts een dier tallooze weldadige deftige dames zijn die de prooi zijn van afzetterij. Om zoo eene te zijn, be hoef je waarlijk ons paleis te Kopenhagen niet te verlaten. Ga eerst tot je zelf in, mijn kind, of je ook de kracht in je voelt om ten uitvoer te leg gen wat je je hebt voorgenomen." Door deze woorden, zoo vol liefde, geheel ont roerd en bijna overwonnen, dead Itngjoreon wan ten tweeden male, met schending der regels dei- instructie in strafzaken, huiszoeking komt doen bij den kolonel Piequard in diens afwezigheid en zonder dat hij daarvan in kennis is gesteld of in rechten werd bijgestaan. „Tegenover die daad van willekeur die vooral ernstig wordt door het belachelijk karakter dei- tegen kolonel Piequard ingestelde vervolging, maak ik gebruik van het feit dat hij heden avond bij mij middagmaalde, om hem te mijnent een schuilplaats aan te bieden. Indien zijn ar restatie moot plaats vinden, wensch ik, 0111 hem onnoodige kwellingen te besparen, dit men hem onder mijn dak kome halen. „Dit zegt u in voldoende mate, mijnheer de Minister, hoezeer deze gebeurtenissen mij ont roerd hebben. Het recht is ontheilig»!, de ge rechtigheid geschonden. Ik voel mij ongerust en droevig." Wat Trarieux in dezen brief reeds voorzag, is inmiddels geschiedPiequard isge ar re s- t. e e r d. Mr. Labori, die nu als IVquard's raads man optreedt, had evenwel gistermorgen reeds op het parket, namens Piequard, de verklaring afgelegd dat deze zich ter beschikking der ju stitie stelde. Picquard's mede-aangeklaagde, do advocaat Leblois, bevindt zich op vrije voeten. De besehuldiging tegen Piequard omvat het mededeelen van stukken, die de buitenlandscho veiligheid van den Staat raken, ran iemand die niet bevoegd was kennis daarvan 1e nemen. Volgens de „Soir" is Piequard in hechtenis genomen nadat hij weigerend geantwoord had op de vraag van den rechter van instructie of hij toestemde in een verhoor over het dossier en de aanklacht buiten tegenwoordigheid van zijn raadsman mr. Labori. Maar niet onmoge lijk is het dat de minister gezwicht is voor den drang van vele Kamerleden. Groote opgewondenheid verwekte nl. bij do anti-semieten en de nationalisten de arrestatie van Esterhazy. Men wilde de regeering inter- pelleeren, maar deze gaf te kennen dat zij niet zou antwoorden op een interpellatie- Daarop ging een grooto deputatie bij Sarrien aandrin gen op de arrestatie van Piequardde minister antwoordde dat do regeering haar plicht zou doen. Onder levendige protesten der rechter- en der uiterste linkerzijde las Sarrien later in de Kamer het besluit tot sluiting der zitting voor. ,,'tls schandelijk! Ge hebt liet dus noodig ons buiten do deur te zetten. Ge wilt niet spreken'" schreeuwden de anti-semieten. Maar Deschanel zwaaide zijn bel, en Samen las het besluit. On der hevig rumoer werd de zitting opgeheven. De bladen, zoowel de gematigde als do conser vatieve en de radico-soeialistische, erkennen alie dat do zaak-Dreyfus meer en meer verontrus tende afmetingen aanneemt. De „Figaro" ziet geen uitweg, omdat er eenerzijds geen wettig middel is om de voorstanders dor revisie te be letten die te eischen, en anderzijds de zaken er zóó bij staan dat de revisie zou gelijken op de vernietiging van den generalen staf. Do „Siccio" opent een inschrijving om den hopige poging om haar houding van krachtig verzet tegenover den graaf te bewaren. «Daar ik den wil heb om het te doen", zoide zij zich oprichtend, «zal de noodige kracht mij wel niet ontbreken."- «Oho! Oho! Niet zoo driftig, mijn kind", zei de graaf met een spottenden glimlach. «Wij allen hebben den wil om te leven, en hoevelen bezwijken toch niet in den harden onvcrbiddelijken strijd om het bestaan I" «Des te meer reden voor de zedelijk en materieel sterken om de bezwijkenden bij te springen, hen te steunen en door eigen voorbeeld te bemoedigen I En dan, wat mij aangaat, ben ik immers geen product der omstandigheden waarin ik leef, maar door geboorte en bloed verwant aan de armsten der armen, een proietariërskind als zij. U weet, graaf, waar het bloed niet gaan kan, daar kruipt het. Wanneer ik uitvoer wat ik voornemens ben, dan volg ik daardoor de stem der natuur die ons menschen steeds weer, dikwijls tegen onzen wil, terugvoert naar datgene waartoe wij oorspronkelijk bestemd geweest zijn. Uitwendige omstandigheden dringen nooit tot de kern door; zij blijven kleven aan de oppervlakte." Graaf Lavard vloog bij deze woorden het bloed naar het hoofd. De vriendelijke uitdrukking ver dween van zijn gelaat en maakte plaats voor die van ergernis. Men zag dat het hem moeite kostte zich te beheerschen. Toch deed hij het. Zijn oog rustte onderzoekend op het gelaat dor stoute spreekster, toen hij met zacht trillende stem ant woordde «Je neemt een wel wat koenen aanloop op de nieuwe omstandigheden wanneer je je nu al voelt als een proletariërskind, en mij den naam ontzegt brief van mr. Demange met dien van Alfred Dreyfus aan zijn advocaat overal te doen aan plakken naast de rede van den minister van oorlog Cavaignae. Volgens verschillende bladen hebben Tra rieux, Labori, Loblois en andere vrienden van Zola Dinsdagavond langdurig beraadslaagd over deu nieuwen keer dien de dingen nemen, en de gedragslijn die zij in het proces-Zola te volgen hebben. Een der eerste voorvechters voor de revisie, die eeuigsrius op den achtergrond is getreden, de heer tkiieurer-Kestner, laat thans ook weer iets van zich hoeren. De „Memorial des Vo-ge.%" had beweerd dat de lieer Scheurer uit de rij van Dreyfus' verdedigers was getreden; maar thans schrijft de senator aan hetzelfde blad„Heden als gisteren ben ik een verdediger der verdrukte onschuld; mijne overtuiging toch is niet ver zwakt door de al of niet officiecle tegenstanders der zaak die ik voorsta." Men is te Washington niet zeer gerust over den stand van zaken om Santiago. De berichten blijven uit; van overgave van Santiago is nog geen sprake. Integendeel, volgens de telegrammen van Shafter, die de regeering gisteren gepubliceerd heeft, is de wapenstilstand tot heden verlengd op verzoek van generaal Toral, die zijn regee ring wilde raadplegen over het aanbod der Ver- eenigdo Staten om het garnizoen van Santiago na de overgave der stad naar Spanje terug te zenden. Toral had, met machtiging zijner regcering, voorgesteld zich terug to trekken en de stad en de haven met de geheele krijgsvoorraad, bene vens de Oostelijke provinciën van Cuba, aan de Amerikanen over te gevenmaar dezen heb ben geweigerd Toral te laten terugtrekken. Wei geren de Spanjaarden nu te capitulecren, dan z.d generaal Shafter, naar hij aan zijn regce ring seinde, hedenmiddag de stad laten beschie ten door al de kanonnen waarover hij beschikt; do vloot zal dan aan het bombardement mee doen. Treurig is het gesteld niet den gezondheids toestand der Am erikaansehe troepen de gele koorts is nu werkelijk uitgebroken. Onder het personeel van den transportdienst moeten veer tien gevallen van de gevreesde ziekte geconsta teerd zijn, en een telegram uit Washington aan de „Now-York Commercial Advertiser" zegt zelfs dat er reeds een honderd gevallen zijn voor gekomen. In officiecle kringen te Washington is men daarover wel eenigszins bezorgd; want de ver moeienissen en liet regenachtige en stormach tige weer moeten de Amcrikaansche troepen in een deeniiswaardigen toestand hebben gebracht- De oorlogsraad heeft gistermiddag een lang durige vergadering gehouden op het Witte Huis. Do ministers van oorlog cn marine namen er aan deel, cn men gelooft dat vooral ook be sproken is de gezondheidstoestand van liet leger vóór Santiago. waaraan je lippen tot nu toe gewoon waren. Je waart en bent in mijn oogen freule Lavard, en voor de wereld zal je het ook steeds blijven.'1 «Een maatschappelijke leugen antwoordde Imgjor met toenemende bitterheid, «waarvan u zelf in het bijzijn van vreemden den sluier heeft weggerukt." «Geen vreemden I" antwoordde hij scherp. «Die daar tegenwoordig waren, toen de toorn over je hardnekkig verzet mij die harde woorden in den mond legden, waren intieme vrienden van mijn huis, waarin ik volkomen vertrouwen stel." «Ook Piestö?" vroeg Imgjor. «Want hem heeft graaf Knut, zeer zeker met uw medeweten, even eons het geheim mijner duistere geboorte onthuld." De giaaf beet zich op de lippen. IIij voerde een zwaren strijd om niet weer met zijn oude drift los te barsten. Imgjor wenkte afwerend met de hand. «De macht, hem en de wereld het zwijgen op te leggen, is ons ontnomen. Ik sta gebrandmerkt daar als dia ik ben of wel niet ben want nog hoorde ik alleen toespelingen, beschuldigingen, en ik wil alles weten, wil bewijzen dat is mijn recht I U heeft mijn vader een schurk genoemd, den raan wiens vrouw mijn moeder van edele geboorte is ge worden, Nu, zij was een Lavard, en ik ben haar dochter I Als ooit iemand, dan heb ik een natuurlijk recht om rekenschap te vorderen over al wat tus- schen dien tijd en het heden ligt. Ik kon mijn levonsweg niet zelf kiezen, anders zou ik reeds toen een anderen weg hebken ingeslagen en waarschijnlijk geen anderen dan dien ik thans besloten ben te gaan. Hot zigeunerbloed moet toch ook een edelen druppel hebben bevat, dia in mij is overgegaan en die er tegen in opstand komt dat men de najje- De oorlogsraad zou, naar verluidt, overhellen naar het denkbeeld om Santiago stormender hand te laten innemen. De troepen zouden vervolgens naar hooger gelegen plaatsen wor den gezonden, terwijl troepen die immuun zijn voor de gele koorts, gebruikt zouden worden om de stad te bezetten. Ook van de Philippijnen zijn de berichten nu niet zoo heel rooskleurig voor de Amerikanen. Volgens brieven uit Cavita. van 9 dezer te Hong kong ontvangen is onder de Asuerihuansi he troepen dy-enterie uitgebroken. Ook wordt er weer veel kwaads verteld van de Duitschers, Dezelfde brieven zoggen dat de Duitschers zich niet de Spanjaarden verbroederd hebben, en dat herhaaldelijk Duilsche officieren in de loopgraven worden gezien. De correspondent der Verccnigde Amerikaan- seho Pers te Manilla bericht dato 9 dezer liet volgende incident „Verleden Woensdag meldden do opstande lingen dat de Duitsehe kanonneerboot Irene in do Subig-baai, ten Noorden van de baai van Manilla, weigerde toe te laten dat- zij de Span jaarden op Grande-eiland aanvielen. Admiraal Dewoy zond de oorlogsschepen Raleigh en Concur d daarheen om een onderzoek in tc stellen. Bij het biinienkomen van de baai opende dc Raleigh het vuur op de forten, waarop de Irene het anker lichtte en den anderen toegang uitstoomde. De Spaansche bezetting, meer dan 500 man sterk, gaf zich over. Bij ziju terugkeer voor Manilla verklaarde de bevelheb ber van de Irene dat hij uit menschlicvend- heid tusschenbeide was gekomen. Hij bood aan de vluchtelingen uit te leveren die hij aan boord had. Admiraal Dewey nam dit aanbod niet aan." In liet laatste telegram van Dewey wordt hiervan echter geen melding gemaakt; het spreekt alleen over de approviandeering der troepen. De reeds genoemde correspondent meldt nog, dat de gouverneur van Manilla een proclamatie heeft uitgevaardigd, waarbij zelfbestuur wordt aangeboden en den opstandelingen die zich bij de Spanjaarden aansluiten voordeden worden toegezegd. Aguinaldo antwoordde dat deze voor stellen te laat komen- Omtrent de verstandhouding der Amerikanen met de opstandelingen meldt Reuters corres pondent te Manilla „De Amerikanen en de opstandelingen te Ca vita treden onafhankelijk van elkander op. ïïet blijkt moeilijk te zijn een gemeenschappelijke actie vast te stellen. Men begint ook te twijfe len aan den duur en do uitgestrektheid van Aguinaldo's invloed. De Mohammedanen in het Zuiden van den archipel erkennen zijn gezag niet; Lufon en andere eilanden wenschcn waar schijnlijk Aguinaldo en do Amerikanen slechts te gebruiken, totd.it de Spanjaarden verdreven zijn. De Amerikanen stellen de operaties uit totdat, zij sterk genoeg zijn om ook de opstande lingen ten onder te kunnen brengen, wanneer deze onhandelbaar blijken te zijn." dachtenis mijns vaders in mijn tegenwoordigheid beschimpt. Niet eens zijn naam ken ik 1 Alles heeft men voor mij geheim gehouden. Waarom Omdat hij een man van burgerlijke afkomst wasen omdat de dochter oener Lavard ailoen als een vrouw van adel geboren en opgevoed kon worden. Man heoft mij niet gezegd dat mijn vader dood is, en zoo blijft mij, wanneer ik hier niet de ge- wensclite opheldering krijg, alleen over mij tot de autoriteiten te wenden, om mijn waren naam en zijn verblijf te weten te komen, liet behagehjk leven dat u mij gegeven heeft, kan voor mij niet het hart vervangen waaraan u mij ontrukt heeft de naam en de bezittingen van uw trotsch huis doen mij niet vergeten dat ik een vader heb, die beide mist en zijn dagen in eenzaamheid en armoede voortsleept. Hem geldt mijn eerste ge dachte, hem zij mijn eerste zorg. Deze arme be hoort mij toe, en mijn ganschen schat van liefde bied ik hem aan. 0, zeg mij wie hij is en waar ik hem vind, en gaarne wil ik mijn naam met den zijnen, gaarne mijn rijkdom met zijn armoede ruilen I De wereld zal echter van deze weder-ver- andering der freule in een eenvoudig burgermeisje niets te weten komen, ja de door u zoo hoog gehouden eer van uw huis zal, voor zoover m ij betreft, altijd onaangetast blijven. Dat zweer ik u!" Imgjor was al sprekende in vuur geraakt. Haar heerlijke schoonheid was nooit zoo krachtig uitgekomen als op dit oogenblik. De natuurlijke adel die op haar gansche wezen zijn stompe! had ingedrukt, werd nog aantrekkelijker door den edelen gedachtengang die hier zoo onverholen aan den dag kwam. Haar hart had gesproken. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 3