52"" jaargang.
Woensdag 20 Juli 1898.
N°. 9681.
VROUWENSTRÏJD.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
UITGEVERH. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
1
Awjksehkstspbxjï vom Schiedam, por kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
n franco PM post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
BUREAU: BOTERSTRVAT ÏO, Uelephoon Wo. 123.
AnTEïtTjcrrrïpnijgvan 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.58
Iedere gewone regel meero jq
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 19 Juli '98.
Gisteren was te Parijs ten tweeden male do
zaak-Zola aan do orde, en zooals te begrijpen
is, waren er zeer strenge maatregelen genomen
om de rust te bewaren; door de politie en
door gendarmes te voet en te paard werd de
orde gehandhaafd. Alle troepen waren gecon
signeerdvan elders %varen geen troepen ont
boden. Slechts aan degenen die van toegangs
kaarten waren voorzien, werd toegestaan om het
plein voor het paleis over te steken; overigens
lieerschte niet veel opgewondenheid. De bevol
king van "Versailles scheen weinig belang te stel
len in het proces. De treinen uit Parijs echter
brachten vele reizigers aan, onder wie Dérou-
lède en Marcel Habert, die terstond door veel
belangstellenden werden omringd.
Picquard kwam om acht uur, vergezeld door
twee inspecteurs van den veiligheidsdienst.
Om 11 uur begon het publiek in grooten
getale queue te makenbehalve de dames Zola
en Labori was toen nog niemand aanwezig van
degenen die met bet proces iets te maken had
den. Toen ovenwei de zaal voor het groote pu
bliek werd geopend, was deze reeds vol.
Achtereenvolgens kwamen de generaals Bil
lot, Gonse en de Pellieux (deze laatste in bur-
gerkleeding). Do heer Ribot zag zich den toe
gang weigeren daar hij geen kaart had.
De komst van Zola (om 11 uur) ging onop
gemerkt voorbij.
De couloirs werden bewaakt door gendarme
rie en politie en overigens werden de maatrege
len gehandhaafd, welke bij de eerste zitting te
Versailles reeds waren getroffen.
Zola en Perreux hadden zich bij hun advo
caten gevoegd. De advocaten van den krijgs
raad (da heeren Ployer, Delacaze en Delegant)
bevonden zich in het praetorium. waar men
voorts nog opmerkte generaal De Luxer en de
overige leden van den krijgsraad die de aan
klacht hebben ingediend, allen in uniform.
Labori was buiten het gebouw het voorwerp
van een vijandige betooging. Men riep „Weg
met Zola!" „Weg met de verkochte verraders!"
Vlak voor het paleis echter betoonden de
nieuwsgierigen zich tamelijk onverschillig.
Kapitein LebrunRenauld kwam in gezel
schap van eenige officieren der garde républi-
caine.
Om tien minuten voor twaalven opende de
vooratter van bet Hof, mr. Périvien, de zit
ting. Het openbaar ministerie werd waargeno
men door den procureur-generaal Bertrand. Ko
lonel Picquard was aanwezig tusschen twee in
specteurs van den veiligheidsdienst.
Toen de deuren der zaal geopend werden,
was deze reeds propvol. Er heersclite een bui
tengewone hitte.
Nog voordat de jury was samengesteld begon
mr. Labori met conclusion te nemen, waarin
hij zegt dab de krijgsraad als civiele partij niet
ontvankelijk kan worden geacht in zijn aan
klacht, het lichaaam in zijn geheel even weinig
als de leden afzonderlijk. Tevens verklaarde hij
dat Zola niet de onbevoegdheid van den be
schuldiger zou pleiten om do nietigverklaring
van de dagvaarding te verkrijgen, die verjaring
van de aanklacht tengevolge zou hebben.
DOOR
nERDlAXN HEIBERG.
46)
»Mijn vrouw en ik zagen elkaar vragend aan.
Wij hadden beiden eene en dezelfde gedachte, n.I.
deze arme, vreemde vrouw te helpen en onderzoek
te doen naar haar bloedverwanten in het buiten
land. Wij wilden dezen kennisgeven van haar
toestand en het der verlatene mogelijk maken
naar huis terug te keeren.
ïWij gaven ons voornemen te kennen en namen
een kleinen lazzaroni aan om ons naar het huis te
brengen waar zij woonde.
ïHet was geen huis, maar een hut, donker,
smerig, een woonstede der ellende. Maar die men-
schen die er woonden, bezaten een schat die allen
aardschen rijkdom overtreftedele harten en roede-
lijden met haar wier ellende nog dieper was dan
de hunne.
sik betrad aan de zijde mijner bevende vrouw
een halfdonkere, leege kamer, zag uit een smerig
bed een bleek, vermagerd gelaat zich. naar ons
Hij eindigde zijn conclusion aldus:
„overwegende, dat de krijgsraad geen civiele
rechtspersoonlijkheid bezit
„bijgevolg overwegende, dat hij niet in rech
ten kan optreden en zich dus niet civiele partij
kan stellen;
„overwegende dat het beweerde delict, dat
liet onderwerp van de hangende vervolgingen
uitmaakt in geen enkel opzicht een der leden
van den krijgsraad aantast;
„verklaart dientengevolge do actie van de le
den van den krijgsraad persoonlijk niet ontvan
kelijk."
Mr. Lascares bestreed de conclusion namens
de leden van den krijgsraad.
liet Hof verwierp deze conclusiën en gelastte
dat onmiddellijk zou worden overgegaan tot de
loting der jury-leden.
Maar mr. Labori ging onmiddellijk van deze
beslissing in cassatie, tevens coneludeerende dat
het Hof aan dit cassatie-beroep een opschortend
karakter zou toekennen.
Het openbaar ministerie concludeerde tot
verwerping dezer conclusiën, terwijl mr. Ligant
Zola en Perreux verweet, dat zij het debat ont
vluchtten, waarop Georges Clémenceau uitriep
„Wij zouden liet niet ontvluchten, indien gij
ons liet bewijs liet leveren."
Deze woorden werden beantwoord met de
kreten: „Weg uit Frankrijk! Er uit met de
Joden !'-
Een zóó hevig tumult ontstond nu dat het
Hof, dat zich teruggetrokken had om to beraad
slagen, weer binnenkwam. De president dreigde
met ernstige maatregelen.
Inlusschen hadden Zola en Perreux zich met
hun advocaten tor griffie begeven om bun voor
ziening in cassatie te onderteekencn tegen de
niot-toelating van conclusiën over den samen
hang der zaak-Dreyfus met de zaak-Esterhazy
vóór de loting der jury-leden.
Toen het Hof terugkeerde, besliste het dat
liet beroep in cassatie geen opschortende kracht
had. Hierop liet mr. Labori verstek gaan, en
verlieten Zola en Perreux onder het spottend
gelach van velo aanwezigen de zaal.
Daarop werd de zitting voortgezet en pleitte
tmi'. Ployer voor de leden van den krijgsraad.
Do procureur-generaal hield toen zijn requi
sitoir waarin hij heftig te velde trok tegen liet
doel van Zola die zijn trots in dienst heeft ge
steld van een afschuwelijke samenspanning.
Zola is reeds door de jury veroordeeld, het Hof
zal hem voor de tweede, voor de derde maal
veroordeelen opdat er ten vollo recht geschiede.
De „Auroro" heeft op Frankrijk een smet ge
worpen, het leger beleedigd en gesmaad. Men
heeft heb leger voorgesteld als den vijand van
Frankrijk. Aan die dingen moet een einde ko
men, weshalve de procureur-geuera -r toepassing
der wet eischte.
De wet werd toegepast. Na beraadslaging van
een kwartier deed het Hof uitspraak en veroor
deelde Zola cn Perreux tot een jaar gevangenis
straf en 3000 frs boete en hoofdelijk in de
kosten.
Verschillende incidenten deden zich voor bij
het vertrek van het publiek. De la-eten „Leve
Frankrijk! Weg met Zola!" werden beantwoord
met „Leve Zola! Levo do Republiek!"
De oud-president Casimir Perier kon zich
slechts met moeite aan manifestaties onttrek
ken-
toewenden, sprak eer paar woorden stond ver
baasd, keek met :a<-hten toen, met een
kreet van droefheid die mij door de ziel sneed,
strekte de arme zieke vrouw de armen naar mij
uit, riep mijn naam zij was het, Erica, het
was je moeder
De stem van den graaf trildehij trachtte zijn
ontroering te bedwingen.
ïMijne moeder herhaalde Imgjor dof, en
toen boog zij op eens het trotsche hoofdals ge
broken 2onk het in de trillende slanke handen,
en tusschen de tengere vingers parelden tranen,
de eerste waarmede Imgjor het droevig lot harer
arme ongelukkige moeder beweende.
»Ja, je moeder, mijn zuster, de markiezin de
Novilles", sprak graaf Lavard in diepe ontroering.
iBesef daaruit mijn smart en mijn diepe schaamte
tegenover mijn niets vermoedende vrouw die ik
van deze treurige geschiedenis nog niets had mee
gedeeld. Vrecselijker en sneller dan ik voor mogelijk
had gehoudenwas het ongeluk mijner arme,
misleide zuster in vervulling gegaan.
rSpaar het mij je alles te vertellen wat zij mij
in die smartelijke ure toevertrouwde, een verhaal
dat zelfs menschen met een steenen hart tot
mededoogen zou bewogen hebben en ik was
haar broeder I Was dat mijn schoone, trotsche
Erica Was dat de bloem die mijn jeugd getooid
had, de paarl in mijn levensring. Zij die den reeds
vroeg ouderloozen knaap met haar iiefde had ge-
Een verwarde kloppartij ontstond er. Stok
slag-en werden uitgedeeld, en de gendarmerie
moest cenige charges uitvoeren. Aan de officie
ren worden ovaties gebracht, terwijl verschil
lende personen op tafeltjes voor de cafó's ston
den te oveeren. Eenige arrestaties vonden plaats.
Waaarschijnlijk zullen vier duels het gevolg
zijn van den dag van gisteren, nl. tusschen
Déroulède en Ilubbard, Paquin en Déroulède,
Hubbard cn Habert, en Guériu en Brócliard.
Intusschen heeft de „Siècle" weer een opzien
barend nieuwtje gebracht over de zaak-Dreyfus.
De hertogin van Orleans zou nl. onlangs aan een
diner te Brussel met een Franseh royalist van
aanzien gesproker: hebben over de smet die op
Frankrijk's naam wordt geworpen door de hard
nekkigheid waarmede do Republiek Dreyfus,
wiens onschuld aan de hoven van Oostenrijk
en Denemarken bekend is, in ballingschap
houdt.
Het blad voegt hieraan toe:
„Wij tarten den hertog van Orleans zelf thans
te herhalen dat hij nog gelooft aan de onfeil
baarheid der krijgsraden en do schuld van ka
pitein Dreyfus."
Hierop heeft de heer André Buffet aan de
bladen geschreven, dat hij, bij bezigheid vair
den hertog van Orleans, het (..oor de „Siècle"
aangevoerdo logenstraft. Hij verzekert dat de
hertog niet van opinie is veranderd, en besluit
dan aldus
„Zeven. Pranscho officieren bobben Dreyfus
veroordeeld. Dat is voldoende.
„Ik zal er bij voegen dat mgr. de lrertog van
Orleans steeds zal weigeren te gelooven, dat de
republikeinen die gisteren aan het bewind wa
ren, zoo goed als zij die op dit oogenblik regee-
rerr, Dreyfus irr bet. bagno zouden Laten, indien
zij den gerirrgsten twijfel koesterden omtrent
zijn sclruld-"
De aanplakking der „Siècle" is op het laatste
oogenblik mislukt door de weigering van den
opper-aanplakker Dufayel om het werk to be
ginnen. Yves Guyot schrijft hierover in de
„Siècle"„Dat voert ons terug naar den goe
den ouden tijd van het Keizerrijk, naar den
24sten Mei en den 16den Mei."
Gisteren heeft do rechter van instructie Ber-
tulus het dossier der zaak-Esterhazy naar zijn
huis laten brengen. In den namiddag heeft hij
Esterhazy en Mme. Pays te zamen verhoord.
De overgave van Santiago aan de Amerika
nen is op plechtige wijze geschied.
Generaal Shafter en de brigade-commandan
ten met den generalcn staf werden door cava
lerie begeleid, generaal Toral door den genera-
len staf en honderd uitgezochte soldateir, Ter
begroeting werd op de trompet geblazen. Toral
gaf aan Shafter zijn degen over, welke deze
laatste hem teruggaf. De in één linio vóór de
verschansingen opgestelde Arnerikaansche troe
pen waren van de plechtigheid getuigen. Gene
raal Shafter met een escorte en generaal Toral
reden door de stad ter officieele inbezitneming,
die in bet paleis van den gouverneur plaats
had. Des middags werd in tegenwoordigheid
van 10,000 personen de Arnerikaansche vlag gc-
heschen, na een plechtigheid, die met de uït-
koesterd En nu zoo deerniswaardig, nu zoo neer
gezonken, nu zoo verwelkt en bedauwd met tranen
van bittere smart; door den man die daze bloem
afgebroken, aan haar geur zich bedwelmd had,
onder den voet getreden en zonder meedoogen
geworpen bij die aan den weg sterven Wanneer
bij mij daar te gemoet ware getreden met den
kouden glimlach op zijn gelaat, wanneer ik daar
met mijn hand zijn keel had kunnen omklemmen.
ikik zou hem geworgd, vermoord, vernield
hebben dien
In den borst van den graaf woedde een storm,
waarvan hij niet in woorden uiting vermocht te
geven, maar een blik op Imgjor's doodsbleek ge
laat, die met angst en schrik naar hem keek, bracht
hem tot bezinning.
ïVergeef mij, Imgjor," stamelde hij, ihot is je
vader van wien ik spreek 1 Wat hij je moeder heeft
aangedaan, weet niemand zoo goed als ik die haar
toen heb gezien en aan haar borst heb geweend,
zooals zij daar lag in haar ellende, zoo bleek, zoo
krank, zoo stervensmoede."
Na een kort stilzwijgen waarin hij zijn ont
roering bedwong, ging graaf Lavard op anderen
toon voort
ïVan Parijs werd zij naar Nizza gebracht waar
hij haar in een hotel onder dak bracht en toen
dagelijks naar Monte Carlo ging om haar vermo
gen aan de groene tafel te offeren. Het ging
verloren tot op den l&atsten cent. Dit het hotel
voering van vaderlandsche liederen door mu
ziekcorpsen en saluutschoten besloten werd.
Generaal Slrafter keerde daarop terug naar
het kamp en liet do stad aan het gemeentebe
stuur over onder oppertoezicht van generaal
Mac Kibben, die voorloopig tot militair gouver
neur werd benoemd. Twee Amerikaansclro in-
fuHterie-regimentan blijven in de stad om de
rust te bewaren.
Do Spanjaarden kampeeren tot bun insche
ping naar Spanje buiten de Arnerikaansche
linies.
Dat de onderhandelingen zoo lang geduurd
hebben, blijkt thans geweten to moeten worden
aan de slechte vertaling van generaal Toral's
brieven door onervaren tolleen, waardoor mis
verstanden ontstondenook nu nog schijnen
alle voorwaarden der capitulatie niet geheel dui
delijk to zijn.
De vraag is wat er tlrnns zal geschieden-
Want te Washington gelooft men dat on
danks den val van Santiago men verder dan
ooit van den vrede verwijderd is. Er is nog
geen enkele stap gedaan om de bemiddeling
van eenigen gezant to verkrijgen. Een der Arne
rikaansche ministers verklaarde dat liet ver
wonderlijkste van den toestand thans is, dat
Spanje het ernstige van zijn rampspoed niet
schijnt in te zien.
Daardoor zit er voor de Verccnigdc Staten
ïriets anders op dan den oorlog zoo spoedig
mogelijk met kracht cn geweld tot een einde
te brengen, en om dat te bereiken zal onmiddel
lijk voortgang worden gemaakt met de expeditie
naar Porto-Rico en de uitzending van het es
kader onder admiraal Watson naar Spanje. Er
zijn bevelen van Washington gekomen om haast
te maken met de toebereidselen, zoodat Wat
son in liet eind dezer weck naar Spanje kan ver
trekken.
Gisteren is te Washington een Kabinetsraad
gehoudenna afloop daarvan werd mede ver
zekerd dat president Mc Kinloy nog niets had
gehoord van vredesonderhandelingen. De Arne
rikaansche regeering verwacht dan ook dat de
vrede niet tot stand zal komen dan nadat Ha
vanna gevallen is; men zegt evenwel dat pre
sident Sic Kinley do operation tegen Havanna
wil uitstellen tot het najaar.
De „Potit Bleu" verneemt daarentegen uit
Londen dat er reeds in 't geheim vredesonder
handelingen worden gevoerd, zoodat er op het
oogenblik een stilzwijgende wapenstilstand be
staat. De Vereenigde Staten bereiden zich ech
ter voor om den oorlog te kunnen voortzetten,
indien deze onderhandelingen mislukken. Span
je zou de Arnerikaansche regeering verzocht
hebben het stilzwijgen te bewaren over de on
derhandelingen.
We-ilieht geschiedt dit uit vrees voor bin-
ncnlandsche onlusten.
Een der CarlistiscLo leiders, baron de San-
garren, moet nl. aan een vertegenwoordiger der
„New-York Herald" verklaard hebben dat, in
dien de liberalen een duimbreed van het grond
gebied van Spanje afstaan, de Carlisten de wa
pens zullen opvatten tegen dc- regeering om
Spanje's eer te redden en een „federale monar
chie" te stichten naar het voorbeeld van het
Duitsche rijk. „Wij wachten slechts op een
toeken van don Carlos," zou de Sangarren er
hebben bijgevoegd.
In do provincie Huelva is de bevolking op-
waar hij een belangrijke som schuldig was, ge
vlucht en met gevangenschap bedreigd, ontkwamen
zij gelukkig naar Italië. Allen nood deelde zij zon
der te klagen met hem, want zij had haar man
lief en haar trotsche geest was nog niet gebroken.
Destijds hield hij haar zelf nog vast. Hij beproefde
zijn oud beroep weer, verzamelde spelers om zich
heen en leefde van hun gold dat hem spoedig
weer in toenemende mate toevloeide. Maar zijn
geluk duurde niet lang. Nogmaals op valscb spelen
betrapt, moest hij weer vluchten en zij mot hem.
Nu ging het snel bergafwaarts. De laatste toevlucht
van den avonturier washet circus. De rijkunst
die hij vroeger beoefend had, moest hem nu als mid
del van bestaan dienen. Je arme moeder 1 Wat heeft
zij in dien tijd niet geleden 1 En dat was toch
slechts de leerschool voor nog harder beproevingen.
Haar geld was verkwistbaar schoonheid ver
dween haar gezondheid was geknakt. De markies
verwaarloosde haar en hij eindigde er mede haar
te mishandelen. "Van al het droevige dat nu volgde,
kan ik voor je kuische oogen den sluier niet weg
rukken. Het was eenvoudig verschrikkelijk. En nu
lag zij daar, verlaten in de ure van den hoogsten
nood, prijsgegeven aan de ellende, vreemd onder
vreemden
»Arme moeder 1" kwam het van Imgjor's lippen.
Wordl vervolgd.)