Zaterdag 23 Juli 1898.
N°. 9684,
52,ie jaargang.
VROU WENSTRIJD
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
Ken nisgev i n g.
Kennis ge ying.
FEUILLETON.
UITGEVERH. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
AiOiiirsirBiraaPEiJS voor Schiedam, pmr kwartaal f 0.90
a omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco p«r post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerso,02
BUREAUBOTERSTBMT JO, Teleplioon Mo. 123.
ADVERTwmsraus: van 1—5 gewone regels met Inhe-
grip van eene Courantƒ0.52
Iedere gewone regel meero.lO
Bij abonnement wordt korting verleend.
Waarschuwing tegen verspilling van
het water der waterleiding.
BURGEMEESTER EN" WETHOUDERS VAN SCHIEDAM
vestigen bij vernieuwing de aandacht der ingezetenen
op de verspilling van het water der drinkwaterleiding,
welke in de laatste tijden weder zoo aanzienlijk toe
neemt, dat het gehalte van het water daaronder nood
wendig moet lijden.
Zij noodigen de ingezetenen daarom dringend uit
nauwlettend te doen toezien, dat bij het schrobben en
spoelen in of vóór hunne woningen, geen water worde
verspild, en dat do kranen der waterleiding in hunne
panden goed sluitend zijn, opdat niet meer water aan
het buizennet worde onttrokken dan voor het gebruik
noodzakelijk is.
Overtuigd dat indien geen waterverspelling plaats
heeft, behoorlijk gezuiverd water tot eene voor het
gebruik voldoende hoeveelheid kan worden aangevoeld,
vertrouwen zij dat in het belang van alle inge
zetenen ieder waterverbruiker tegen waterver spilling
voor het vervolg stieng zal waken.
Schiedam, 22 Juli 1898.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
VISSER, l.-Ii.
De secretaris,
VEKNÈDE,
Inrichtingen welhe gevaar, schade oi
hinder hunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op lieden aan
de firma J. J. MELCHKRS Wz, en haie rechtver
krijgenden vergunning verleend is tot oprichting eener
Stoom-Kislenmakerij in het pand aan den Noordvest-
singel no. 81, kadaster sectie J1 no. 232 on plaatsing
daarin van een stooinweiktuig van 15 paardenkracht
en ketel met een verwarmingsoppervlak van 17 Ai1
Schiedam, den 21 sten Juli 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
VERNÈDE.
Algemeen overzicht»
Schiedam, 22 Juli '98.
Do Amerika-ansche regeering wil aan. Europa
laten, zien dat do Vereenigde Staten niet met
zich laten gekscheren. Aan Europa wil zij dat
toonen, en in de eerste plaats aan Spanje.
De „New-York Herald" ontving dienaangaan
de een mededeeling uit Washingt-c die door
een ,,officieuse" kennisgeving ten volle is be
vestigd.
DOOR
RER9IAMM HEIBERG.
49)
»Ja, ja, juffrouw, dat wil ik wel gelooven," viel
moeder Ohlsen haar bij. Wanneer slechts meer
menschen zoo dachten en handelden als u, dan
zou 't zeker eerder mogelijk zijn. Maar nu enfin,
het moet toch ook een heerlijk gevoel voor u zijn,
zoo bemind te worden en zooveel dank te oogsten."
iDank 1" antwoordde Imgjor met een zweem
van bitterheid, nik heb dien nooit verwacht en
zelden gevondenmaar wel ondank, nijd, afgunst
en achterklap. Zoo heb ik mij zelf allengs uiterlijk
tot een koele houding gedwongen, tot een bijna
onverschillig optreden. Ik onderdrukte de trillingen
van mijn week hart, medelijden, ontroering en
tranen over de dikwijls vreeselijke ellende ik deed
het reeds daarom otndat de menschen zulke week
heid in 't geheel niet begrepen. Wanneer ik nu
ook maar niet verongelijkt word, wanneer de on
dankbaat beid niet-nog in iets ergers verkeert,
dan ben ik ai blij. Juist nu is er weer iets gebeurd
dat de gemeene inborst van sommige menschen
doet blijken, iets wat eindelijk ook in mij het be
sluit heeft doen rijpen, ditmaal aan mijn veront
waardiging uiting te geven. Maar daar verte! ik
u een volgenden keer wel eens van."
Nadat zij van de oude vrouw was heengegaan
Wet de verklaring, dat zij in den namiddag zou
Daaruit blijkt dan dat, wat ook het lot mogo
zijn van Cuba, de Pliilippijnen, de Ladronen
en Carolinen, de Amerikanen Porto-Rit» zullen
behouden. De regeering is vast besloten het
eiland tot een sterk marine-station to maken,
waaruit men West-Indië, de Caraibisehe zee en
het toekomstige Panama-kanaal kan behecr-
schen, liet eiland zal bovendien do Vereenigde
Staten een vergoeding moeten opleveren voor
de belangrijke oorlogskosten.
Omtrent de Pliilippijnen beeft men nog geen
besluit genomen; bet zal van den loop der ge
beurtenissen afhangen. De Eadronen zonden
echter wellicht door de Amerikanen behouden
worden om als kolenstation dienst te doen.
Bovendien beoogt- Mc Kinley met bet orga-
niseeren van het eskader van Watson niet
slechts Spanje schrik in te boezemen, maar ook
Europa een indruk te geven van de macht ter
zee van Amerika. Het plan is bovendien Ma
drid te dwingen toe te stemmen in alle eiscken
die liet Amerika zal behagen te doen.
Intusschen is er een stilstand gekomen in de
krijgsverrichtingen dio wel eenigszins den in
druk bevestigt dat er onderhandelingen tus-
sehen de strijdende partijen worden gevoerd.
De Regentes van Spanje moet vóór den vrede
zijn en ook de ministerraad zou hebben mge-
zien dat er niets anders opzit.
Do Amerikanen evenwel geven andere rede
nen op voor de staking van den krijg.
De expeditie naar Porto-PJco bijv. onder ge
neraal Miles zou reeds vertrokken zijn, indien
het departement van marine niet in gebreke
was gebleven om een geleide van oorlogssche
pen mede te geven. Daardoor is generaal Miles
nog te Siboney opgehouden.
Het deel der expeditie naar Porto-Rieo dat
van Tampa op weg zou gaan, is, naar aan den
minister van oorlog werd bericht, reeds ver
trokken. Er zouden nog eenige dagen mee been
kannen gaan voordat de schepen, uit Key-West
vertrekken.
De breuk met de Cubaansche opstandelingen
schijnt nu een voldongen feit to zijn. Eergiste
ren werd uit Santiago aan het „Evening Jour
nal" te New-York geseind dat, volgens eon
brief van Cahxto Garcia (die natuurlijk niet
dood is, zooals werd beweerd) aan generaal
Shafter, de opstandelingen niet meer met de
Amerikanen zullen samenwerken, maar zelf
standig, evenals vóór de komst der Yankees.
Daarom zal Garcia met zijn Cubaansche benden
het gebergte intrekken.
Van de Pliibppijnen heeft hot Duitsche
stoomschip W u o t a n, dat uit Cavita te Hong
kong is aangekomen, eenig nieuws aangebracht.
De tweede Amerikaansche versterkingsexpe-
ditie kwam den 16den, de rest den 17den aan.
De Amerikanen zullen geen voorwaartsche be
weging maken, voordat generaal Merritt, de op
perbevelhebber, is aangekomen. Deze wordt over
tien dagen verwacht. Manilla wordt nog steeds
door de inboorlingen omsingeld.
Ook in een telegram uit Manilla wordt dc
verwachting uitgesproken dat er vóór de aan-
terugkomen om haar voor te lezen, sloeg Inogjor
den weg in naar een ander deel der voorstad
Oesterbro.
Daar woonde oen weduwe, een waschvrouw, met
haar dochter, welke laatste, door Imgjor vele weken
in het ziekenhuis verpleegdzich voor haar
toewijding daardoor dankbaar had getoond dat zij
een brief, die afschuwelijke lasteringen bevatten,
aan den chef-dokter had gericht.
Nadat Imgjor twintig minuten geloopen had,
bereikte zij een vuile, door een zwerm kinderen
bevolkte en voor een deel nog onbebouwde straat.
In het midden der straat tegenover een achter
de rooilijn liggend, door een grooten tuin omgeven
huis bevond zich een tapperij, en daartegen
leunde eon klein, vervallen, nog uit een vroegeren
tijd stammend huis, waarin de weduwe Holm met
haar dochter en een stiefdochter woonde.
Het ongenoegen tusschen Imgjor en Thora Holm,
de vroegere zieke, was daardoor ontstaan, dat gene
het onhartelijke, onverschillige meisje, die haar
moeder, welke af en toe kwam, slecht had bejegend,
tot beterschap had trachten te brengen. Ook toen
Thora het ziekenhuis verliet, had Imgjor haar nog
maals dringend aangespoord om voortaan voor haar
arme, oude moeder een betore dochter te zijn, te
werken en fatsoenlijk te worden. De menschen
leden gebrek, en derhalve had Itngjor aan haar
vermaning ook de verklaring toegevoegd dat zij
alleen dan materieel iets voor haar wilde doen,
wanneer Thora de bewijzen had geleverd dat zij
de gestelde eischen had vervu'd.
jDe freule," zooals Imgjor door de geheele lagere
bevolking van Kopenhagen kortaf werd genoemd,
stond bekend voor haar weldadigheid, en zelden
wendde zich iemand tot haar zonder hulp te vinden.
komst van Merritt niets zal geschieden. De Ame
rikaansche troepen zijn thans Ü000 man sterk.
De opstandelingen grijpen telkens de Spanjaar
den ia Manilla aan, waarop deze antwoorden
met een buitensporige verkwisting van ammu
nitie.
Hoop op een goedo uitkomst koesteren de
Spanjaarden niet meer, zegt dat bericht. Do
ve uilig kan niet verdedigd worden, en de levens
middelen raken op, zoodafc de Spanjaarden zich
wel zullen moeten overgeven.
Nog wordt in dit telegram de meoning uit
gesproken dat de Pliilippijnen onder vreemde
heerschappij zullen moeten komen. Want do
verschillende stammen, met name de Visayo's
en do Tagalo's zullen wel nooit ineensmelten,
terwijl de inboorlingen toch ook niet willen
terugkeeren onder Spaanscke heerschappij.
De birmenlandsche toestand van Spanje is
natuurlijk van dien aard, dat verwikkelingen
steeds to vreezen zijn.
Vooral voor de Carlisten is men bevreesd,
en volgens de jongste belichten heeft de regee
ring, overtuigd van het bestaan van een Carlis-
tisch complot om de rust te verstoren, in den
nacht van Woensdag op Donderdag huiszoekin
gen laten doen bij enkele Cariisten. De Carlis-
tischo bladen zuilen waarschijnlijk verboden
worden.
Nog altijd dreigt ook een ministerieele crisis,
cn reeds geruimen tijd is er sprake van een na
tionaal ministerie.
Het boet thans dat de crisis voor de deur
staat. Generaal Polavieja die zich buitenslands
bevond, is overhaast naar Madrid gereisd waar
been hij ontboden was. Hij wordt beden in do
Spaiuusche hoofdstad terug verwacht. Men denkt
dat de generaal zich zal belasten met bet minis
terie van oorlog in het te vormen nationaal Ka
binet.
Over generaal Weyler loopen al heel gekke
geruchten.
Terwijl sommigen beweerden dat de regee
ring voornemens was den generaal in hechte
nis te doen nemen, spraken anderen dit niet
alleen tegen, maar meenden dat zijn medewer
king zal worden gevraagd, ingeval een nationaal
ministerie tot stand komt, omdat Weyler groo
ten invloed heeft op een groot aantal officieren,
met name op die welko van Cuba komen.
Er wordt ook gesproken van een militair Ka
binet aan het hoofd waarvan generaal Weyler
zou staan.
De generaal heeft eenige malen een onder
bond gehad met de Koningin-Regentes, waarin
hij krachtig heeft geprotesteerd tegen do be
schuldiging als zou hij deelnemen aan een sa
menzwering. Hij verklaarde vóór alles soldaat
te zijn, en dat hij moedig de instelling van het
koningschap zal verdedigen.
Dit alios zijn evenwel Ion eenenmale onbe
trouwbare berichten; want de censuur laat al
leen door wat dor regcering naar den zin is.
Woede, omdat Imgjor de waarheid had gezegd,
ergernis, omdat zij zich teleurgesteld zag in haar
hoop op een rijke ondersteuning, hadden Thora
Holm aangedreven tot deze gemeene lastertaal. Dat
zij en geene andere den brief had geschreven, daar
van was het bewijs geleverd. Het bevreemdde en
hinderde Imgjor dat zij den chef-dokter, met wien
zij afgesproken had elkaar om dezen tijd hier te
treffen, nog niet zag. In zijn tegenwoordigheid
wilde zij hef meisje dwingen haar laagheden terug
te nemen en om vergiffenis te vragen.
Maar terwijl zij daar nog eenige oogenblikken
besluiteloos bleef staan, drongen uit de open deur
van het huis der weduwe plotseling jammerende
kreten van smart tot haar door. Zóó ontzettend
klonk het geschreeuw, dat Imgjor onwillekeurig
ineenkromp. Die schrik maakte echter ook een
einde aan haar aarzeling. Zij snelde haastig voort,
trad het huis b'mnen en werd hier getuige van een
waarlijk ontzettend tooneel.
De vrouw, een grof-beenig, rood-harig wijf, en
Thora, in een slonsigen rok, mishandelden in het
portaal een jong meisjede stiefdochter der
vrouw.
Terwijl Thora de ongelukkige met de eene hand
aan de haren vasthield en haar met de andere
vol onbarmhartige ruwheid op het hoofd sloeg,
bediende de oude vrouw zich van een leeren karwats
en bracht haar stiefkind daarmede bloedige striemen
toe op het toch reeds gewonde lichaam.
In een oogenblik was Imgjor tusschen haar in,
rukte gloeiend van toorn den arm der oude vrouw
neer en plaatste zich, nadat dit met even groote
kracht als onbevreesdheid geschied was, met een
dreigend cn gebiedend gelaat vóór het kind, dat
ineenkromp van pijn.
Er loopen te Parijs ernstige geruchten over
de zaak-Dreyfus. Men verwacht een nieuwe ge
beurtenis, ditmaal eene cte een beolisseuden in
vloed zal oefenen. Mea spreekt in de politieke
wereld en in do couloirs van iiet Paleis van Ju
stitie zeer geheimzinnig over do zaak, en zelfs
in de met Estcrliazy door dik en dun gaande
bladen, is geen sprake meer van de invrijheid
stelling van den majoor en diens vriendin, Mme.
Pays.
Do „Figaro" deelt, onder uitdrukkelijk voor
behoud echter, mede dat ten huize van Esler-
hazy's vriendin stukken in beslag zijn genomen
van het allergrootste belang, en dat Estcrliazy
zelf bereid zou zijn onthullingen van dien aarcl
te doen, dat het geheele geheim der zaak-Drey-
fus plotseling aan den dag zou worden gebracht.
Die „coup de theatre" wordt voor Zaterdag
tegemoet gezien.
De „Malin" op baar beurt maakt, eveneens
onder voorbehoud, melding van het Woensdag
avond te Parijs loopend gerucht van de arres
tatie van een officier, die een overwegende rol
had gespeeld in do instructie der zaak-Dreyfus
in 1894.
De Matin" voegt er aan toe dat de rechter
van instructie Bertidus gerechtelijk beslag heeft
laten leggen op stukken betreffende Esterhazy,
ebde kolonel Ilenry geweigerd bad te zijner
kennis te brengen.
Eindelijk moet Esterhazy's advocaat, mr. Tc-
zénas, volgens de „Soir", gisteravond toen bij
bet bureau van don rechter van instructie Ber-
tulus verbet, waar bij een verboor van. zijn
cliënt bad bijgewoond, de volgende verklaring
hebben afgelegd:
„Wij zijn nu nog in een tijdperk van kalmte,
maar binnen eenige dagen zal een periode van
ontroering beginnen.
„Binnen acht-en-veertig uur zal zich een ge
beurtenis voordoen, maar niet die welke mr.
Bertulus verwacht."
Vage geruchten, door bun grooten ernst te'
twijfel verlokkend! Maar opmerkelijk is bet,
dat geruchten van geheel gelijko strekking van
zóó verscliillende zijde komen.
Het ministerie wil in ieder geval oolc con eind
maken aan de zaak-Dreyfus. In den Donderdag
gehouden ministerraad moeten allo ministers
het eens zijn geworden over de middelen om
een eind te maliën aan de agitatie ten gunste
van den banneling van liet Duivelseiland.
Zola is middelerwijl nog altijd zoek. Men
meende dat hij te Amsterdam was, waarbeen bij
dan via Luzcm zou zijn gereisdmaar hij is er
niet te vinden.
Het „Petit Journal" zegt dat bot Maandag
jl. bij verstek gewezen vonnis te Médan betee-
kend is aan den burgemeester. Toen de deur-
waarder aan Zola's villa belde, werd hem ge
antwoord dat bevel was gegeven niets nan to
nemen. Daarop beeft de deurwaarder liet vonnis
aan den burgcmecstei betcekend, die het ex
ploit in couvert ten huize van Zola heeft doen
bezorgen.
Men heeft zich afgevraagd of heb vonnis niet
sO, jullie furiën!" kwam het met moeite uit
haar van verontwaardiging hijgende borst.
Nu snelden ook reeds bezoekers der tapperij toe,
en dezen drongen, door Imgjor luid en met aan
drang aangemoedigd, de vrouwen die zich juist
gereod maakten voor den strijd tegen de verdedigster
van het kind en zich als razend gedroegen, achter
in het portaal terug.
sDe freule! De freule!" hadden do mannen
uitgeroepen, en ook later trokken zij partij tegen
vrouw Holm en iiaar dochter.
Het geschiedde evenwel niet uit eenig medelijden
met de mishandelde, en ook niet uit eenige vijand
schap jegens de Holm's, maar uitsluitend in de
hoop, dat hun tusschenkomst wellicht niet onbe
loond zou blijven.
Maar ook van andere zijde nog gewerd Imgjor
hulp. Door den menschenklomp heendringend ver
scheen de geneesheer, dokter Stede, en achter hem
trad ook de in dit kwartier op post staande politie
agent te voorschijn.
In een oogenblik tijds waren zij door Imgjor
op de hoogte gebracht, en even spoedig beheerschte
Icogjor ook den toestand.
nik dank je, mannen, dat je mij geholpen hebt.
Hier, hier is geld. Deelt dat onder elkaar ...1"
riep zij uit, terwij! zij den kastelein, die mede
aanwezig was, een Deenschen daalder gaf. sMaar
gaat nu heen 1 Ik heb iets met deze familie te
bespreken wat niet geschikt is voor jullie ooren."
En het kind, dat bevend naast haar was komen
staan, eerst medelijdend naar zich toe trekkend
en toen in de bescherming van den politie-ogent
overgevend, beval zij de waschvrouw en haar
dochter naar de woonkamer te gaan.
Wordl vervolgd.)