n.
Grootvader! O grootvader!
taak gesteund door een oppersten raad van bij
stand, toezicht en advies, samen to stollen uit
personen van verschillenden politieke en gods
dienstige richting.
Als schakel tusschen overheid en bijzonder-
personen worden in het leven geroepen do „ra
den van voogdij", eenerrijds verband houdende
met de regeering, anderzijds in voortdurende
aanraking met de maatschappij in haar leven en
werking.
Een afzonderlijk wetsontwerp getiteld wet,
houdende beginselen en voorschriften omtrent
maatregelen ten opzichte van jeugdigo perso
nen, sluit zich aan bij het ontwerp tot wijziging
en aanvul ling van het Burgerlijk wetboek, op
het stuk van ouderlijke macht en voogdij en bij
dat tot wijziging en aanvulling van het wet
boek van Strafrecht, het wetboek van Strafvor
dering en eenige daarmede samenhangende wet
ten op liet stuk van straffen en de strafrechts
pleging ten aanzien van jeugdige personen.
Het in dat ontwerp neergelegde stelsel omvat
de drie vormen der dwangopvoedingde ver
pleging in rijksgestichten als hoofdvorm, die in
particuliere inrichtingen en in liet huisgezin als
nevenvormen. Het systeem beoogt het particu
lier initiatief te bevorderen, doelmatige aan
sluiting en samenwerking van particuliere met
staatszorg in het leven te roepen en aan de par
ticuliere bemoeiingen een zoo ruim veld open te
stellen als het gevoel van zijne verantwoordelijk
heid den staat slechts toelaat.
De Rijks-opvoedingsgestichten vormen de ba
sis dor in dat ontwerp voorgestelde regeling.
Het rijks-opvoedingsgesticht kan hetzij het
kind behouden totdat het of den 23-jarigen
leeftijd, of wel eerder geschikt worde geacht,
om in de maatschappij terug te kecren; hetzij
het kind na eenigen tijd aan par'.icnl-'nre han
den ter opvoeding toevertrouwen. Het ligt in
de bedoeling dat tot dit laatste zoo spoedig cn
zooveel mogelijk zal worden overgegaan.
Dregeering kan de verdere opvoeding der
to hm er beschikking gestelde jeugdige personen
slechts tegen behoorlijke waarborgen voor een
degelijke behandeling aan particulieren toever
trouwen. Het ontwerp zoekt deze waarborgen
vooreerst hierin, dat de regeering zich niet met
afzonderlijke personen, doch alleen met licha
men, met vereenigingen, stichtingen of rechts
persoonlijkheid bezittende instellingen in ver
binding stelt; voorts daarin, dat do regeering
bepaalde eischen voor de verpleging en oplei
ding stelt en harerzijds daarop toezicht doet uit
oefenen-
De tuchtschool maakt gelijk do Minister
voorts doet uitkomen eigenlijk geen deel uit
van het stelsel van dwangopvoeding. In dit ont
werp wordt de stichting dezer scholen bevolen.
D~ tuchtschool is mede de aangewezen in
richting om op te nemen de kinderen, wier vast
zetting voor bepaalden tijd ten verzoeke buimer
ouders of voogden door den burgerlijken rechter
is bevolen.
De kosten, welke de dwangopvoeding in en
buiten rijksgestichten en de maatregelen van in
ternering in een tuchtschool voor den Staat zul
len meebrengen, laten zich niet vooruit bereke
nen noch ook met eenige waarschijnlijkheid ra
men. De Minister wijst er op, dat de uitvoering
wel niet onaanzienlijke kosten na zich zal slee-
pen, maar anderzijds ook belangrijke uitgaven
zal besparen.
De wet bepaalt, dat in het ressort van ieder
gerechtshof een tuchtschool voor jongens en een
voor meisjes afzonderlijk moet gevestigd zijn.
De Rijksopvoedingsgestichten zijn gevestigd
voor jongens te Alkmaar, aan den Kruisberg
bij Doetichem en te Avereest; voor meisjes te
Montfoort.
Het opperbeheer berust bij den minister van
Justitie.
De verpleegden in de tuchtscholen ontvangen
gewoon lager onderwijs en verrichten handen
arbeid.
Toen, vast besloten, met kloppende slapen,
verliet hij de deur, ging al tastende in het
duister naar zijn slapenden kleinzoon en tikte
hem op den schouder
Word wakker, ventje!
Zijn stem klonk heel teeder. Het kind kwam
verschrikt overeind, de oogen wijd geopend in
den valcn nacht, nieuwe kwellingen verwach
tend. Maar de grootvader hernam 'net bijna
liefdevolle stem r
Sta op ventje, kom, sta. op. Je gaat met mij
mee. Ik zal je wat moois laten zien. Kom vlug
wat, ventje1
Toen stond liet arme schepseltje verwonderd
op, nog meer verbaasd zijn grootvader zoo tee
der te hooren. De oude sloeg een versleten
wollen doek om, sloot de deur goed en zij gin
gen op weg in de nachtelijke stilte. De nacht
was blank en liefelijk. Voortdurend schakeerde
de wind met schaarsche doch heerlijke kleuren
het uitspansel. Langzaam dreven dampen voor
uit, kwamen t-ot elkaar en verspreidden zich
weer; dan volgden dichte klompen aan metaal
gelijk, zwarte spiralen zuiver omzoomde, groote
witte holen, toovergrotten, soms een egale uit
gestrektheid als water met stillen glans. Geen
sprankje blauw was zichtbaar.
Donkere voorwerpen verhieven rich op de
wijde velden. De hoornen als gordijnen suisden
in bewogen spraakalle boerderijen waren m
rust, zonder licht. De oude hield het kind zacht-
kens bij de hand: de rulle wegen doofden het
trillen der voetstappen en niemand, niemand
zag hun geheimzinnige schaduwen voorbijgaan.
Het kind met zijn schuw doch teeder hart ge
noot een huiverende vreugde. Tusschenbeide
keek hij den grootvader aan, drukte hem on
willekeurig de vingers. In het halfduister, op de
vale velden, kwam in hem zulk een onbestemd
Aan de verpleegden in de hks-opvoedings-
gestichfcen worden lager one?1,. en vakonder-
richt verstrekt.
In de tuchtscholen en Vijks-opvocdingsge-
stichteu is dc oplegging der navolgende disci
plinaire straffen veroorloofd
lo. onthouding van liet schrijven of ontvan
gen van brieven, van bezoek of van andere voor
rechten
2o, do verstrekking van water en brood in
plaats van het gewone voedsel;
3o. opsluiting in een cachot;
4o. gewone sluiting in do boeien.
De Koninginnen.
Zooals reeds gemeld werd, woonde H. M. do
Koningin Donderdag de manoeuvres bij op de
heide bij Laren. Daaromtrent meldt de „Utr.
Ct." liet volgende
„Het 3e regiment huzaren, onder bevel van
kolonel \V. E- A. Wupperman, besloot gister-
voormiddag zijn wapenoefeningen in het Gooi
land met een manoeuvre op de heide tusschen
Laren en Craailoosch© Brug.
De uitstekende houding van het geheelo regi
ment en vooral de onberispelijke zwenkingen der
escadrons in galop met getrokken sabel maakten
de bewondering gaande van het vrij talrijk pu
bliek.
Ten 10 uur v.m. ongeveer verscheen H. M.
de Koningin op de heide te paard in wit pické
amazone met stroohoed, begeleid door mejouk-
vrouwo Yan de Poll, den opperstalmeester ba
ron Bentinck, overste jhr. v. d. Poll en graaf
Dumoncoau.
De huzaren riepen na afloop der manoeuvre
overluid, Leve de Koningin
Een compagnie voetvolk van het garnizoen te
Naarden met de stafmuziek was opgesteld aan
den Noordwestelijken kant der heide, en voerde
met grooto vaardigheid eenige handgrepen uit
voor Hare Majesteit.
Onderscheidene officieren van andere wapens
en van do Rijschool te Amersfoort woonden de
manoeuvre bij, w Ike door prachtig weder werd
begunstigd".
Iahuidigingsfeesten.
Bij den intocht van II. M. de Koningin
zullen, naar gemeld wordt, naast liet portier
van het koninklijk rijtuig Indische generaals
rijden. Oolc de 73-jarige generaal Van der
Heijden is daartoe uitgenoodigd en heeft die
uitnoodiging aangenomen.
De 125 man van het 3e Reg. huzaren, te
's-Giavenhage in garnizoen, die tijdens de feesten
te Amsterdam zullen optreden tot ondersteu
ning van de maatregelen tot handhaving der
orde, zullen staan onder bevel van den majoor
Bolle van dat korps.
Het programma voor de feesten te Apeldoorn
is thans ais volgt samengesteld
31 Augustus: GodsdienstoefeningenPlanten
van een herinneringsboom.
6 September: Openbare muziekuitvoeringen
Feestelijke bijeenkomsten in Tivoli, 't Loo en
Volkshuis.
25 SeptemberVersiering der Gemeente.
11 Va1 Komst van H. M. de Koningin (station
Apeldoorn). Muziekvereeniging »de Harmonie"
aan 't station, le muziekcorps op de. Markten
2e muziekkorps aan het begin Loolaan. 14tyi
Volksspelen 24 Matinee op liet gereserveerd
terrein; Matinee op het feestterrein, 8—-10
Concert in Tivoli door »de Harmonie"; Concert
op 't Loo door le k«rps; Concert in 't Volks
huis door 2e korps. Sta Bezoek door de Feest
commissie aan de illuminatie. 9—11 Vertoooing
lichtbeelden op 't feestterrein.
26 September8Va Opstell ;n der kinderen
aan de kerk der Ned, Herv. gemeente. 9Vs
denken aan wonderen op, zooals soms huist in
het meest duister xnenschenbrein. Hij voelde
zich zeer gelukkig in een kinderlijke bekoring,
plotseling reeds heel de boosaardigheid van den
grootvader vergetend.
Zij vermeden de nabijheid der boerderijen en
maakten liever een omweg. Toch ontmoetten
hun honden, die hen in de diepe stilte vervolg
den met him geblaf. Toen huiverde de oude,
ging nog meer het veld in en zeide om den
kleine aan to moedigen
Je zult zien morgenochtend zal je heer
lijk eten, hoor!
Ja grootvader, zei het ventje verrukt zich
vleiend tegen den ouden man, met oneindige
vreugd om de teederheid, die nu in zijn jong,
eenzaam leven was getreden.
Onvermoeid liepen zij verder. Een boschje
lag voor hen. Zij traden het binnen. Het pad
was hobbelig, zeer rul met plassen waarvan het
water opspatte als zij er in trapten; dieren
schrikten voor hen, vloden angstig in het lage
hout en het kind kreeg de gewaarwording van
ontelbare, overal verspreide levende wezens, liet
zijn droomende gedachten waren in het wollig
duister onder de hoornen, in de lichte openingen
van het valige rijshout, in trillende schaduwen,
in het fluisterend zuchten der toppen. Telkens
als een takje hem het gelaat raakte, sidderde
de oude en sommige boomen, dio op menschen-
gedaanten geleken, ontroerden hem diep. Toen
stond hij stil, keek rond, tastte rond. En eens
klaps steeg uit de ruige struiken een gekreun
op. De haren rezen den oude te berge, hij stond
als versteend en sperde de strakke oogen wijd
open. Maar een donker lichaam schoot te voor
schijn, toen twee wollige vleugels, geluidloos
het was een uil f
Zij kwamen weer in het veldnu was het een
Aubade, aanbieding oorkonde, muziek sde Har
monie." 10 Optocht der kinderen naar het feest
terrein met 3 muziekkorpsen. 10—12 Kinder
spelen met '2 muziekkorpsen. 124 Optocht
met 2 muziekkorpsen. 79 Concert in Tivoli
door het 1e muziekkorps en op *t Loo door het
2e muziekkorps. 91/2 Vuurwerk.
De tentoonstelling van vrouwenarbeid en de
omgeving der Koninginnen.
sVooruitgang" had eenige opmerkingen ge
maakt over de samenstelling van dc omgeving
der Koninginnen in verband met de afwezig
heid Hunner Majesteiten b(j de opening der
tentoonstelling van vrouwenaibeid, naar aan
leiding van een artikeltje in de groene »Am»ter-
dammer"; de tentoonstelling zal wel »ie rood"
geweest zijn, meen ie het blad. Vooruitgang"
wenschte voorts in de omgeving der landsvorsten
meer vrouwen en mannen uit het volk. Enkele
bladen hebben over dit ultra-democratische
denkbeeld hunne opinie gezegd, zoo b.v. de
^Hollander."
Dit blad zeide
Over dit denkbeeld is nog heel wat te rede-
neereu liet kan stof geven tot allerlei be
schouwingen, voorloopig zouden we meenen
aüeen geschikt voor de binnenkamer.
Intusschen zij ons een opmerking veroorloofd.
Zij is deze.
De tentoonstelling voor Vrouwenarbeid zouden
wij niet ste rood" willen noemen, maar wel
achten wij dat zij niet zonder temlenz, zonder
een bepaalde richting is. Hoe loffelijk ook het
streven zij van velen, die deel genomen hebben
aan de totstandkoming der tentoonstelling, zoo
kan toch moeilijk ontkend dat het feminisme
door deze tentoonstelling gepropageerd wordt.
En nu moge men over die moderne, met de
overtuiging van de meerderheid der natie strij
dende richting denken als men wil, toegegeven
zal toch worden dat in de opening der Tentoon
stelling door de Koningin-Üegenies of door de
Koningin persoonlijk het gevaar zou beslaan om
in het feminisme ook een vNed. nationale"
richting te zien.
En sDe Standaard" laat zich als volgt uit
nln enkele bladen kwam de vraag ter sprake,
of het goed was, dat het Hofpersoneel steeds
uitsluitend uit mannen en vrouwen van adelijke
geboorte wordt samengesteld.
Men sprak de vrees uit, dat de Koningin op
die wijs ïliaar volk" niet leerde kennen.
Dit laatste is metterdaad een punt van ge
wicht, en er ligt niet de minste onkieschheid
in, dat het in de pers aan i'e orde kwam.
Slechts zouden we ons de opmerking willen
veroorlooven, of men niet beter zou doen, met
de Hofhouding hierbij te laten rusten.
Het denkbeeld om alle rangen en standen
aan het Hof op te nemen, zou er toe leiden,
dat ook een boerin en een werkster tot de
bestendige omgeving van de Koningin zou moeten
behooren, en zoo iets ook maar te denken, is
immers onzinnig.
Ook de Koningin moet geheel vrij blijven,
om haar omgeving uit zulk een stand te kiezen
als haar positie het meest nabjj komt.
Die vrijheid veroorlooft elk burger zich, en
in niets mag diezelfde vrijheid aan de Koningin
betwist worden.
Maar iets anders is de vraag, of liet goed
is, zoo de Vorstin des lands het volk nooit
anders leert kennen, dan gelijk het zich voor
doet, sgezien door de bril der Hofhouding".
Degelijke vorsten dulden dit nooit; zagen
steeds, buiten de Camarilla om, door eigen
Ci,gen en stelden zich daartoe in persoonlijk
contact met al wat in den lande, op allerlei
gebied, ïdeidend" en ïtoongevend" was.
Eerst nu als bleek, dat de Hofhouding ten
onzent hieraan in den weg stond, zou er bil-
golvende helling waarlangs struikgewas zich
slingerde en toen. zij weer afdaalden, aan de
andere zijde, hingen de wolken minder donker
om de maan en was de vlakte minder duister.
Eindelijk bereikten zij een poel. De plek was
volkomen eenzaam, er groeiden slechts enkele
schrale elzeboomen en wat verwelkt riet. De
waterplassen, als grijze zijde, wisselden af met
doodsche plekken zeewier, kikvorschen klaagden
eentonig.
Daar stond de oude stil. De wind floot har
der, nieuwe dampen stegen op uit het nachtelijk
Westen, rondom zwegen alle honden. Toen deed
hij langzaam zijn wollen doek af. En plotseling
rolde hij dien om de armen van het kind.
Wees niet bang, ventje... Wacht maar!
Toen hij daar stond met rijn vastgebonden
armen, hief liet kind schuw de zachte oogen
naar den grootvader. Deze trok hem met vrien
delijke woorden mede. Plotseling aan den rand
van den poel, boog hij zich voorover, het som
bere gelaat werd woest en op do tengere schou
ders van het kind vielen twee geweldige handen
neer. Toen eensklaps alles begrijpend, "tortte
het kind op de knieën, droevig als een overmees
terd hert, hief zijn ernstig bleek gelaat op en
groote tranen stroomden hem langs de wangen.
De oude tilde hem op met ijskoude vastbe
radenheid, en in rijn grenzelooze verbijstering
drong het kind rich tegen zijn grootvader aan,
kuste hem overal op het lichaam om hem te ver
teederen en snikte:
Ik heb niets gedaan, groot va heelemaal
niets!
Maar reeds had de oude rijn voet gezet tus
schen het riet, terwijl het kind rijn Hefkoorin-
lijke oorzaak van klacht zijn, omdat hierdoor
s beide* Oranje én Nederland schade zouden
lijden,"
Hierop nu repliceert sVooruitgang" weer.
De plaatsvervanging-CooIen.
In den Katholieken Kring te 's-Hertogen-
bosch besprak de heer W. A. Coolen, notaris
te Helvoirt, gisterenavond zijn plan betreffende
vrijwilligers bij de militie. Behalve vele leden
van den Katholieken Kring en de beide Katho
lieke kiesvereenigingen in die stad, waren
aanwezig liet bestuur der rnilitie-vereeriiging
uit Boxtel en verschillende toehoorders uit
Tilburg, Vucht, Hedikhuizen, Nieuwkuik,
St. Michiels Gestel enz.
Op eene vrnitgIn dien van 60 vrijwilligers
5 zouden worden afgewezen, die misschien
door toevallige omstandigheden sedert de voor-
loopige privé-onderzoeking zijn ongeschikt ge-
warden, kan men dan voor deze vijf nog meer
andere vrijwilligers aanbieden, of kan men een
grooter aantal vrijwilligers ter keuring aanbie
den, dan het contingent vordert, ten einde tegen
eventueele afkeuringen gedekt te zijn?" deelde
de heer Coolen mede, dat de laatste weg moest
wodren ingeslagen door b.». waar 60 vrijwil
ligers noodig zijn er 65 ter keuring aan te bieden.
Nog werd de vraag gesteld wat behoort ge
daan te worden als er zich meer vrijwilligers
aanmelden dan noodig zijn om het contingent
te dekken. De spreker achtte het, voor het geval
dat werkelijk de lust om het vaderland te die
nen zóo groot zoude zijn, de beste weg om onder
de vrijwilligers een loting te houden, wie als
zoodanig in aanmerking komen.
Was vóór den aanvang der rede den spr.
een welkom toegeroepen door den voorzittet
van den Krb g, den heer J. W. R. van Gulick,
na afloop werd hem dank gezegd door de
lieeren jhr. de la Court en Servaisdoor den
eerste namens de kiesvereeuiging Noordbrabant
en de Katholieke kiezersvereeniging 's-Herto-
genbosch, door den heer Servais namens den
Kathcdiekeu Kring. (Nbr.)
Tentoonstelling van Kleederdraehten.
Deze belooft een buitgewoon succes te worden.
Zelfs de ontwerpers hadden niet gedroomd een
7.00 rijke verscheidenheid van kleederdraehten
uit ons land bijeen te krijgen.
Zoo levert bijv. Marken 22 verschillende
kleederdraehten, terwijl wij niets anders kennen
dan een mannen- en een vrouwenkleeding. Men
zal half Aug. in bel Stedelijk Museum echter
ook kunnen zien een biuidspaar van Marken enz.
In het geheel denkt men 250 verschillende
kleederdrachten bijeen te krijgen. Hieronder
zijn costumes die men uit vreemde landen
afkomstig gelooft, zoo bijzonder vreemd zien ze
er uit. Daar ook de types der bewoners van
ons kleine landje sterk uiteenloopen, zullen de
poppen, die bestemd zijn om de kleederen te
dragen, met veel zorg gemodelleerd warden.
Opdat er niets aan de uitrusting der poppen
zal ontbreken, komen uit alle streken bewoners
over, die de poppen zullen aankieeden, naar
het behoort.
H. M. de Koningin zal naar wij vernemen,
de tentoonstelling rnet een bezoek vereeren.
PaetJagogiek.
Uit bet jaarverslag van de Vereeniging voor
paedagogiek blijkt, dat liet bestuur bestaat uit
de heerenC. H. den Hertog (Amsterdam),
Toorz,; J. Verduys, (id,), vice voorz.A. M. Kol-
lewijn Nz., (Amersfoort), 2e seer.C. A. C.
Kruyder, (Deventer), peuningm.; II. Bouman,
(Amsterdam) en D. de Groot (Utreclitj. De lieer
F. Gediking (Den Haag) heelt voor zijn benoe
ming ais le secretaris bedankt, weshalve de
afgetieden titularis, de lieer J. Th. Schiphorst
gen verdubbelde en zijn lippen drukte op den
ruwen kiel en zacht en klagend smeekte in on
samenhangende klanken.
Eindelijk boog de man voorover, duwde het
kind onder het donkere water, de armen en boe
nen bewogen rich heftig, luchtbellen spatten
uiteen in liet schuimende wier. Eenmaal nog
verscheen schrikaanjagend het droevig dunbe-
haard hoofd met de zwarte mondspleet- De
oude man knarste met de tanden en in een aan
val van haat dompelde hij het lichaam weer
onder, drong het nog dieper in den modder,
hield het vast zooals men een gevangen muis
in een kuip met water houdt.
Langzamerhand werd het water weer kalm,
het lichaam verstarde, de laatste luchtblaasjes
kwamen aan de oppervlakte.
Maar om geheel zeker te zijn, bleef do oude
nog eenige minuten voorovergebogen, den rech
terarm in den modder.
De treurwilgen en do kikvorschen vervolgden
hun nachtelijken zang, een onzegbare plechtig
heid lag rondom; eindelijk stond de man op,
trok het lijk uit den poel, wikkelde den doek af
en met woesten blik, tevreden over zijn werk,
bekeek hij met zijn halfblinde oogen zijn klein
zoon het blauwig gelaat, de oogen gesloten in
den eeuwigen vrede, den droomenden glimlach,
heel de schim die overgebleven was van het
ellendig schepsel dat te veel brood at in de hut.
Doch door een spleet in de wolken gluurden
drie kleine sterren uit het diepst der oneindig
heid.