Dinsdag 2 Augustus 1898.
N°. 9692.
Tweede Blad.
52*"' jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
uitgeverTITj. c. roelants.
Bi S M A R C K. t
BINNENLAND.
tf-V-
Srif'M
ABOinrBMBSTSPKui to« Schiedam, pet kwartaal i f 0.90
ti omliggende plaatseD.p. kwart. 1.05
franco per poet, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerg- O 02
BUREAU j BOTER STRA AT 70, Telephoon No. 123.
AirVEETEsmPEijBvan 1—5 gewone regels met inhe-
grip Tan eene Courantf ÖRt
Iedere gewone regel meer
Bij abonnement wordt korting Terleend.
Bismarck is Zaterdagavond overleden.
Eerst Gladstone, nu Bismarck zoo gaat
heen die oude generatie van mannen, wier woord
als krachtige donder over de wereld klonk, zon
der wie men zich de wereld zoo moeilijk kan
voorstellen.
In Duitschland laat Bismarck een ledige plaats
die door niemand vervuld kan worden. Op hem,
laatst overgeblevene van het drietal machtige
figuren die het oude Duitsche Rijk deden her
rijzen uit den baaierd van grootere en kleinere
vorstendommen; op hom, den krachtigste der
drio, wiens groote werk, het broederlijk-vereeni
gen van wat vroeger vijandig tegenover elkander
stond, voor het oog der bewonderende wereld
helder uitblonk in den grooten strijd tegen den
erfvijand; op hem, den niet-onmisbare en toch
gemiste, den in kluizenaar verkeerden ijzeren
kanselier, trok zich heel de liefde en vereering
samen van het Duitsche volk dat, zijn kracht
en aanzien door eenheid bewust, in hem zag de
incarnatie van het Duitsche beginsel, van den
Duitsclien stam, van het groote, éóae Duitsch
land.
Lang heeft do krachtige natuur van Bismarck
weerstand geboden aan de stormen des levens
soms wierp ziekte hem neer op zijn leger; me
nigmaal, vooral in den laatsten tijd, werden
angstige blikken, gericht naar het stille Frie-
drichsruh. Nog langen tijd heeft de groote staats
man hen overleefdzijn koninklijken, door z ij n
arbeid ook keizerlijken, meester Wilhelm I en
zijn trouwen medewerker Moltke. Nü is ook deze
man van ijzeren kracht en onverzettelijken, niets
en niemand ontzienden wil zijn plaats gaan in
nemen in de wereldgeschiedenis,die over hem
haar oordeel zal vellen, beter dan ons nog moge
lijk is. Het roer van staat is sinds lang in an
dere handen overgegaan, niet mèt zijn wil. Mo
gen zij die hem vreesden, zij op wie zijn hand
zwaar rustte, hun wrok het zwijgen opgelegd
hebbenGeen die dan niet het heengaan zal be
treuren van den staatsman wiens leven was een
strijd voor de grootheid zijns vaderlands.
Den lstci April 1815 op het landgoed Schön-
bausen uit een oud-adellijk geslacht geboren, be
zocht Otto Eduard Leopold von Bismarck, na
zijn voorbereidende studiën to Berlijn to heb
ben voltooid, de universiteit to Göttingen,
waar hij in do rechten studeerde, en trad reeds
in 1835 in staatsdienst. Later, in 1838, bezocht
hij nog de landbouw-acaclemie te Eldena.
In 1846 begon zijn openbare loopbaan, toen
hij, reeds dijkgraaf to Schönhausen, door de rid
derschap van den kreits Jerichow werd afgevaar
digd naar den Saksischen provincialen landdag
te Merseburg.
In die qualitcit had hij ook zitting in den
eersten en tweeden Vereenigden Landdag to
Berlijn, waar hij zich deed kennen als een warm
conservatief-monarchist. Met bijtenden spot be
streed hij de eischen der liberalen; in heftige
bewoordingen keurde hij 's Konings concessies
in het rumoerige jaar 1848 af. Was het wonder
dab zijn tegenstanders in hem het beeld zagen
van den trotschcn jonker? Kon het uitblijven
dat de aandacht des Konings op hem werd ge
vestigd
In Mei 1851 trad Bismarck in de diplomatie,
als eerste secretaris van legatieweldra was hij
reeds gezant van Pruisen bij den Duitsclien
bond. Krachtig bestreed hij in die betrekking
de pogingen van Oostenrijk om Pruisen te over
vleugelen.
Hij was daardoor te Frankfort geen „persona
grata", weshalve men hem als gezant naar St.
Petersburg zond; daar trachtte hij een vriend
schappelijke verhouding met Rusland tot stand
te brengen. Korten tijd was hij nog gezant te
Parijs, totdat in 1862 de Koning Bismarck tob
minister-president en minister van buiteuland-
scho zaken benoemde.
Een krachtige hand alleen kon toen de teu
gels van het bewind voeren; krachtig heeft
Bismarck ze ook gevoerd. Strijdende met do
misnoegden in den lande, strijdende tegen Oos
tenrijks streven naar de hegemonie, gingen de
eerst© jaren van. zijn bewind, geen gemakke
lijke jaren, voorbij.
In het binnenland was het de legorliervor-
ming, ontworpen door von Roon, die een con
flict tusschen de volksvertegenwoordiging en de
Kroon in het leven had geroepen. Maar de man
die in een commissie-vergadering, het eeuwig
vruchteloos redeneeren moede, dorst zeggen dat
groote vraagstukken als de Duitsche eenheid
niet door redevoeringen en moties, maar alleen
„door bloed en staal" konden worden opgelost,
schroomde er ook niet voor don Landdag te
ontbinden en het bewind te voeren zonder mede
werking der volksvertegenwoordiging. In het
volgende voorjaar eisclite de Landdag deswege
van den Koning Bismarck's ontslagde Koning
weigerde.
Tegenover Oostenrijk ging het om de leiding
der Duitsche zaken. Bismarck eischte dat Oos
tenrijk die met Pruisen zou doelen of ander;,
ontbinding van den Bond. Een door Oostem-ijk
te Frankfort bijeengeroepen vorstenconferentie
mislukte. Pruisen's koning bleef op aandringen
van zijn minister weg, daar Bismarck van her
vorming van den Bond alleen wilde weten op
deze voorwaarden volkomen gelijkstelling van
beide groote mogendheden in den Bond, het
recht van veto tegen eiken bondsoorlog tot ver
dediging van niet-Duitsch gebied en een bij al-
gemeene en rechtstreeksche verkiezingen be
noemde vertegenwoordiging van het Duitsche
volknaar welke voorwaarden Oostenrijk geen
ooren had.
De spanning was dus reeds groot; maar
toen de Sleeswijk-Holsteinsche quaestie de aan
dacht dringend vorderde, stond Oostenrijk toch,
dank zij Bismarcks bemoeiingen, aan de zijde
van Pruisen.
Na den Deenschen oorlog ontbrandde de strijd
in den boezem van den Bond feller dan ooit.
Den 9n April diende de Pruisische gezant te
Frankfurt het voorstel in om eon parlement van
het Duitsche volk bijeen to roepen voor de her-
vorming van den Bond, en den lOn Juni het
Bismarck daarop het ontwerp voor ecu nieuwen
Bond, met uitsluiting van Oostenrijk, volgen.
Daarbij kwamen de aanspraken van den erf
prins Friedrich von Augustenburgeen Prui
sisch leger rukte in Holstein, Oostenrijk be
schouwde dit als een „casus belli", klaagde Prui
sen, dat zich reeds van Frankrijks onzijdigheid
verzekerd en in Italië een bondgenoot verwor
ven had, aan bij den Bondsdag, waarop Prui
sen antwoordde met de verklaring dat het den
Bond ontbonden achtte.
Het pleit was beslistin Juni 1866 brak de
oorlog met Oostenrijk uit, die te goed bekend
is dan dat wij daarbij, ook in zijn gevolgen,
zouden behoeven stil te staan.
In de volksvertegenwoordiging wist Bismarck
zich in dezen tijd door een verzoeningsgezinde
houding den steun to verzekeren van een deel
der oppositie, die zicli tot nationaal-liberale par
tij vereenigde.
Den 7den Februari 1868 kwam te Berlijn de
Noord-Duitsche Bond tot standvan 24 Fe
bruari tot 16 April vergaderde de volgens het
algemeen direct stemrecht gekozen constitueo-
rende rijksdag. De Koning van Pruisen werd
hoofd en legerbevelhebber van den Bond, Bis
marck bondskanselier.
In 1866 en 1867 vereischto de Luxemburg-
sche quaestie Bismarcks ^aandacht; in Fran
krijk begon zich de vijand te openbaren.
Thans bleef echter nog het zwaard in de
scheede rusten; maar toen het drie jaar later
getrokken werd, toen was het Duitsche zwaard
ten strijde gewet.
Het verloop, de uitslag en de gevolgen van
den grooten oorlog zijn bekend. Aan Frankrijk
kostte de oorlog twee provinciën en een groote
oorlogsschatting. Koning Wilhelm werd te Ver
sailles uitgeroepen tot Keizer van het herrezen
Duitsche rijk; Bismarck, reeds in den graven
stand verheven, werd erfelijk prins en rijks
kanselier.
In Duitschland zelf ontstond nu een nieuwe
felle strijdtegen do katholieke hierarchic. Tij
dens het leven van den strijdvaardigen Pius IX
werd die met verwoedheid gestredeneerst
onder Leo X luwde de strijd.
In de jaren van 1874 tot 1879 valt te memo-
rceren dat na veel moeite aan de regeering een
zevenjarig budget voor het leger werd toege
staan, en dat Bismarck zich vooral toelegde op
bescherming van handel en nijverheid.
De aanslag van 11 Mei 1878 op het leven van
den Keizer, toegeschreven aan socialistische woe
lingen, leidden tot de socialistenwet, die eerst
na ontbinding van den rijksdag kon worden
aangenomen.
Wat do buitenlandsche staatkunde betreft,
had Bismarck Oostenrijks vriendschap weten
te herwinnen; in 1879 werd het verhoud ge
sloten, dat door de aansluiting in 1883 van Ita
lië een Drievoudig Verbond werd- Ook te be
trekkingen met Rusland, in 1879 en 1880 eeni-
germat© gespannen, werden beter toen in 1881
Alexander III den troon beklom en deze een
jaar later aan von Giers de leiding der buiten
landsche zaken opdroeg.
De drie-keizers-bijeenkomst te Skiermewice
bevestigde de goede verstandhouding, die Bis
marck ook in het dreigende jaar 1886, toen Rus
land den Battenbergcr uit Bulgarije liet verja
gen, wist te handhaven. Ook de met Frankrijk
in hetzelfde jaar dreigende strijd werd bezwo
ren. Niettemin maakte Bismarck van den on-
vasten politicken toestand gebruik om, zij het
ook eerst na ontbinding van den rijksdag, uit
breiding van het Duitsche leger te verkrijgen.
Van de innerlijke aangelegenheden des rijks
verdienen in deze jaren vermeldingde ontwa
kende koloniale politiek en de arbeidswetgeving.
Een ware triomfdag was Bismarcks zeventig
ste verjaardag. Het gelieele volk droeg bij tot
een „Bisinarekspende", die 2,750,000 mark be
droeg. Daaruit werd voor hem het in 1830 groo-
tendeels vervreemde erfgoed Schönhausen te
ruggekocht cn de rest werd door den jubilaris
tot een Schónliausen-fonds voor onvermogende
studenten bestemd. Bovendien ontving hij een
onnoemlijk aantal geschenken van allerlei aard.
Keizer Wilhelm I stierf den 9den Maart
1888, en zijn opvolger, Friedrich III, toonde
reeds spoedig lust zijn eigen weg te volgen; de
regcering van den „Weisen Kaiser" is echter
te kort geweest, dan dat het tot een ernstig con
flict kon komen. Wel was dit het geval, toen
Wilhelm II den troon beklommen had..
Nog te versch liggen deze gebeurtenissen in
hot geheugen, a;ui dat er lang bij behoeft stil
gestaan te worden. Do arbeidswetgeving had
reeds zekere spanning teweeggebrachtandere
redenen voegden zich bij deze: den 20sten
Maart 1890 verleende de Keizer Bismarck op
diens aanvrage op de meest eervolle wijze zijn
ontslag; de Keizer schonk hem den titel van
hertog van Lauenburg en benoemde hem tot
generaal van de cavalerie.
Sedort woonde hij, eerst mokkend en onte
vreden, later meer verzoend, op zijn landgoed
Friedrichsruh.
De liefde van het Duitsche volk bleek den
grooten staatsman op schitterende wijze op zijn
reis in 1892 naar Weenonhet was een waro
zegetocht. In 1893 toonde de Keizer eenigo toe
nadering tot den raadsman van zijn grootvader,
en in het begin van 1894 bezocht Bismarck
den Keizer ter gelegenheid van diens vijf-en-
twintig-jarig militair jubileum te Berlijn. In
November 1894 stierf Bismarck's vrouw, Johan
na von Puttkammer: de zwaarste slag die den
grijsaard kon treffen.
Schitterend huldigde het Duitsche volle den
stichter der Duitsche eenheid op diens SOsten
verjaardag, den lsten April 1895.
Bismarck laat twee zoons na, Herhert en Wil
helm, en eene dochter, gehuwd met Cimo von
Rantzau.
Nu is liet geschiedNog voor weinige dagen
scheen de ernstige ongesteldheid van prins Bis
marck een overdreven geruchtonverwacht
droeg do electrische vonk de mare de wereld
rond, dat Bismarck gestorven was. Wat do mis
dadige hand van een Cohen-Blind die don 7den
Mei 1866, van een Kullmann, die den 13den
Juli 1874 een aanslag waagden op het leven
van den staatsman, wat op jeugdigen leeftijd
zeer ernstige krankheden niet vermochten, dat
is thans gelukt aan ouderdom en ziekt©: do
eik, die ver uitstak boven heel het trotsche
Duitsche woud, ligt neergeveld.
Rustig en kalm was het scheiden. Vrijdag
was de toestand van den lijder nog betrekkelijk
bevredigend, en ook 's prinsen lijfarts, professor
von Schweninger had, geen onmiddellijk gevaar
verwachtend, Friedrichsruh verlaten.
In den voormiddag van Zaterdag las de prins
nog zijn couranten en sprak over politiek, at en
dronk. Een acute zwelling der longen deed plot
seling den toestand verergeren, en in den na
middag geraakte de kranke herhaaldelijk be
wusteloos. 's Avonds werden bedenkelijke ver
schijnselen geconstateerd, cn om elf uur trad de
dood in, kakn, zonder pijn
Prof. Schweninger, die juist was terugge
keerd, dr, Chrysander, baron en barones Merck
stonden met de geheele familie aan het sterf
bed. Bisn. .rck's dochter, gravin Rantzau, had
hem nog eens het doodszweet van het voor
hoofd gewisclit; haar golden zijn laatste woor
den „Dank je, mijn kind."
Vrede op het gelaat, als in kalmen slaap, ligt
de groote doodc daar neer.
Machtig is de indruk, dien het overlijden van
den kluizenaar van Friedrichsruh alom heeft
teweeggebracht.
Zaterdagavond laat nog ontving keizer Wil
helm to Bergen, in Noorwegen, het eerste on
rustwekkende bericht over Bismarck's toestand
al dra volgde de doodstijding. De Keizer was
diep ontroerd. De vlag van het keizerlijk jacht
Hohenzollern werd halfstok geheschen
de Zondagsche vlaggenparade werd afgecomman-
deerd.
Do Keizer heeft bevolen onmiddellijk naar
Duitschland terug to koeren. Hedenavond reeds
hoopt Z. M. te Kiel te komen.
Te Berlijn maakten extra-uitgaven der och
tendbladen het overlijden van prins Bismarck
bekend. De bevolking toonde zich smartelijk ge
troffen door de droevige gebeurtenis die, al
werd voor een uoodlottigen afloop gevreesd, nog
onverwacht kwam. Overal, op straten en plei
nen, op publieke plaatsen en in don huiselijkeli
kring, bespreekt men het historische feit met
ontroering cn smartelijken ernst.
Do openbare gebouwen en tal van particu
liere huizen vlaggen halfstok.
De bladen zijn verschenen met rouwrand, In
woorden, tintelend van warm gevoel, geven zij
uiting aan den rouw der natie over het scheiden
van den grooten staatsman en brengen hulde
aan de loopbaan en de persoonlijkheid van den
man, die zich onsterfelijk heeft gemaakt jegens
het Duitsche volk, aan zijn heldenfiguur, aan
zijn echt Duitsche verschijning.
En ook do bladen van den vreemde zijn het
eens, dat de grootste figuur eoner geheele poli
tieke eeuw is heengegaan, dat van alle staats
lieden op wier schouderen de taak rustte het
werk van Napoleon I ongedaan to maken en to
hernieuwen wat diens nefast genie had vernield,
hij wellicht de ecnige is die ten volle zijn doel
heeft bereikt. Een welbesteed leven ligt achter
hem, en dat Duitschland nu is do eerste onder
de staten der wereld, dat het is één, krachtig,
rijk cn machtig, dat is Bismarck's werk.
En nu gaat hij rusten ter plaatse door hem
zelf aangewezenop Friedrichsruh, op den heu
vel tegenover het slot, nabij de „Hirschgruppe".
Congres tegen drankmisbruik.
Naar „De Tijd" meldt, zal in do eerste helft
der maand October e.k. te Utrecht gehouden
worden een Katholiek congres tot bestrijding
van het drankmisbruik in Nederland. Nader
zal de datum to gelijk met het program der
werkzaamheden worden bekend gemaakt.
Het standpunt, dat het congres zal innemen,
wordt bepaald door dozo twee stellingenlo.
liet gebruik van alcoholische dranken mag op
zichzelf geen kwaad heoton, maar 2o. voor ve
len, gelijk de ondervinding overal geleerd heeft,
is do matigheid onmogelijk, indien zij zich niet
van sterken drank of zelfs van bedwelmende
dranken onthouden.
Verder moeten op het congres vóór alles za
ken behandeld worden, welker bespreking kan
leiden tot onmiddellijke practi&che resultaten.
Daarvoor komen in aanmerkingdo oprichting
van vercenigingen ter bestrijding van drank
misbruik (in tc richten volgens plaatselijke be
hoeften), de medewerking van de pers (zoo dag
bladpers als periodieke geschriften, brochures
enz.) en van de school, de taak van den werk
gever in den strijd tegen het drankmisbruik,
de oprichting van volkskoffiehuizen of andero
gelegenheden waar het volle ontspanning zonder
alcochol kan vinden.
Het comité voor het congres bestaat uit do
heeren
Mr. Th. L. M. H. Borret, lid van den Raad
van State, president van den lioofdraad der
„Vcreeniging van den H. Vincentius Paulo
in Nederland", te 's-Gravenliage, voorzitter; dr.
G. H. A. Bauduin, professor aan het Groot-Se
minarie te Roermonddr. G. W. J. M. van Zin-
nieq Bergmann, pastoor te Tilburg; J. B. M.
van Besouw, industrieel, president van liet
„Kruisverbond", to Goorlomr. J. W. van den
Biesen, lid van de Eerste Kamer, te Breda;
Th. J. A. Bosman, plebaan der kathedrale kerk
tc HaarlemF. Tli, J. II. Dobbclmihi, lid van
de Tweede Kamer, te Nijmegen; E. J. B. H.
M. Engeringh, loco directeur-generaal der Maat
schappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen,
te Utrecht; jhr. mr. L. C. C. O. M. van Nispen
tot Sevenaer, lid van de Eerste Kamer, te Am-
hem; J. H. van de Pavert, lid van het dio
cesaan bestuur van het „Kruisverbond" in het
aartsbisdom Utrecht, te Arnhem; C. C. Prin
sen, pastoor te 's-HertogenboschJ. M. H.
Rief, secretaris van het centraal bestuur van
het „Kruisverbond" in het bisdom 's-Hertogen-
bosch, te Nijmegen; jhr. mr. Ch. Ruijs do
Beerenbrouck, secretaris van het „Kruisver
bond" te Maastricht, secretarisJ. Schets, pro
fessor aan het Groot-Seminarie te Hoeven; dr.
A. O. H. Tellegen, geneesheer-directeur van
het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen,
te 's-GravenliageR. S. H. Visser, lid van het
bestuur van liet „Kruisverbond", to Sneek;
J. F. Vlekke, directeur der Gastelscho Beetwor
telsuikerfabriek, te Oud-Gastel; mgr. W. M.