52 jaargang. ondag 14 en Maandag 15 Augustus 1898. ISk 9703. Eerste Blad VROUWENSTRIJD Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVER: H. J C. ROELANTS. BUITENLAND. Aboiwkiisiwspbijï voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAUBOTER9TKAAT 70, Tclephoon Pio. 123. Ar»vanTi!TrrEPRijBvan 15 gewone regels met inbe grip van eeno Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Al; ;eme«n overzicht. Schiedam, 13 Augustus '98. In de laatste dagen zijn er nog wel eens oogenblikken geweest dat men er aan twijfelde of de onderhandelingen omtre'it de vrede wel zoo goed gingen als wenschelijK was. Maar die vrees is thans voorgoed geweken. Gistermiddag te vier uur is het v re d e s p r ot o c o 1 te Washington on derteekend. Te half een 's middags ontving de heer Jules Cainbou de volledige volmacht der Spaansche regeering waarop hij reeds lang wachtte, en nu volgde de onderteekening spoedig. De staaatssecretaris van buitenlandsche za ken te Washington heeft vervolgens aan de bla den een uittreksel doen toekomen uit het pro tocol- Kaar de heer Day in dat uittreksel mede deelt, bevat het protocol o. dat Spanje zijn souverciniteit over Cuba opgeeft2o. dat Porto-Rico en de andere Spaan sche Antillen, en de Ladronen naar keuze van de Vereenigde Staten, aan de Unie zullen over gaan; 3o. dat de Vereenigde Staten de stad, de baai en de haven van Manilla zullen bezet ten tijdens de beraadslagingen over het vredes verdrag, dat dc quaestie van liet gezag en het bestuur over dc Philippijnen zal uitmaken; 4o. dat Cuba, Porto-Rico en de andere Spaansche Antillen dadelijk ontruimd worden, en dat com missarissen, binnen tien dagen te benoemen, binnen dertig dagen na de onderteekening van het protocol te Havanna en San Juan zullen bijeenkomen om de bijzonderheden van de ont ruiming te regelen; 5o. dat de Vereenigde Sta ten en Spanje elk hoogstens 5 gemachtigden zullen benoemen om een vredesverdrag voor te bereiden en te sluiten, zij zullen uiterlijk 1 Sep tember te Parijs bijeenkomen6o. dat onmid dellijk na het onderteekenen van het protocol de vijandelijkheden geschorst zullen worden; een bevel in dien zin zal zoo spoedig mogelijk door de beide regeeringen eezonden worden aan de militaire en maritieme commandanten. Van Amerikaansche zijde is dit reeds ge schied. De minister van oorlog Alger zond aan de bevelhebbers te land, zijn collega van marine Long aan de vlootvoogden bericht van de on derteekening van het protocol met bevel on middellijk do vijandelijkheden te staken. Al zal het nu wellicht nog geruimen tijd du ren vóór de vrede definitief gesloten is, er be hoeft niet aan getwijfeld te worden dat de di plomaten het over de hoogst belangrijke nog 1e regelen punten wel eens zullen worden. Dan is het aan Spanje om, getreden uit Je rij der groote en koloniale mogendheden, te streven naar inwendige versterking, naar bevor dering van den binnenlandschen welvaart. D00B HERMAK* HEIBERG. 68) In plaats van te antwoorden greep Lncite naar het papier dat zij in het boek had gevonden en zeide; «Laat mij in plaats van een antwoord je voorlezen wat je geschreven hebt, Imgjor!" En Lucile las: .Ingehouden liefde gelijkt een vuur dat worstelt om tot vlam te worden. Evenals daar onder naar buiten dringenden rook, vreese- lijke dampen en verstikkenden walm het voorwerp tot asch verteert, zoo hier langzamerhand onder gloeiende pijnen de ziel." Imgjor sloot eerst de oogen. Haar wangen wer den doodsbleek. Toen boog zij het hoofd, reikte haar stil de hand en zeide .Morgenmiddag dan, Lucile, verwacht ik het bezoek van den graaf. Wij zullen dan tot resul taat komen." Lucile zag bevreemd op. Die woorden hadden zulk een somberen klank. Maar toen zij een vorschenden blik wierp op Imgjor's gelaat en daar een uitdruk king van zachte goedheid en kalme berusting ont moette, liet zij haar gedachten varen. Nog eenige oogenblikken, en toen scheidden beiden na een liefderijk afscheid van elkaar. Dan is het ook aan de "Vereenigde Staten, ie toonen, dat het bezit de sterke beenen die al leen de weelde vermogen te dragendat het de verkregen voordeden wil gebruiken iu den dienst van beschaving en vooruitgang zonder zich over te geven aan schitterende droómen van verovering en heerschappij. De staatssecre taris Day, de leider der buitenlandsche aange legenheden, heeft reeds getoond dat zulke droo- men geen vat op hem hebben. En dat dan de Spaansch-Amerikaan»che oor log de laatste zij, dien de geschiedenis der ne gentiende eeuw te vermelden zal hebben Het valt niet te loochenen dat Engeland het toekijken heeft in China. Eerst met den Niu- tschwang-spoorweg, daarna met de lijn Pe kingHan-Kow is dit iu de laatste dagen ten duidelijkste gebleken. Donderdag jl. ontving de „Times welks cor respondent voor de regeering een waar „enfant terrible" is, uit Peking liet volgende telegram „De Belgische gezant deelde Woensdag aan het Tsung-li-Yamen mede, dat de Russische en de Franseho gezant gemeenschappelijk met hem het Tsung-li-Yamen dringend verzochten, niet te letten op de poging van den Britschea gezant om de ratificatie van het verdrag over de lijn PekingHan-Kow tegen te werken." En reeds daags daarna meldde Beuter uit Peking„Bij Keizerlijk besluit wordt de Bel gische lecning voor den bouw der lijn Peking Han-Kow ondanks het verzet van den Britschea gezant definitief goedgekeurd." Te erger is dit omdat deze spoorlijn uitloopt in het dal van den Yang-tse-Kiang, liet gebied waar de Britsche belangen het grootst zijn. Dat de toon der beschouwingen der Engcl- sclie bladen gedrukt en mismoedig is, laat zich begrijpen. De „Daily Chronicle" bijv. resumeert aldus „In het Verre Oosten is het de oude geschie denis. Lord Salisbury is naar het vasteland ver trokken Rusland dwingt China onze hulp te weigeren, en op Balfour rust de taak in het Lagerhuis zoo goed mogelijk de regeering te verdédigen. Van het standpunt van den debat ter houdt hij zich flinkvan liet gezichts punt der Britsche belangen uit bezien, weet hij echter niet het minste aan te voeren." En zoo of nog sterker uit zicli de wre vel en de ontstemdheid der Engelsche pers over de herhaalde nederlagen die de Britsche politiek in China lijdt. Intusschen is gisteren het Parlement geslo ten met eeu troonrede, waarin over China het volgende wordt gezegd. O O O De wijzigingen die gekomen zijn m de betrek kingen van andere landen met het Chineesche rijk aangaande grondbezit aldaar, hebben mij (de Koningin) er toe geleid regelingen te tref fen volgens welke do haven Wei-Hai-Wei en ze kere punten in de nabijheid van de kolonie Hongkong mij door den keizer van China wer den in erfpacht gpgeven. Ik hoop, dat deze re- In groote ontroering beklom graaf Dehn den volgenden middag op den door Imgjor bepaalden tijd de trap naar lianr wor.ing, en ook zag hij dadelijk haar naar wie zijn hart sedert j.iar en dag verlangde. Toen hij nu haar hand vatte en die in diepe ontroering aan zijn lippen bracht, voer het jonge meisje een huivering door de leden, en eerst vond zij geen woorden. Maar daar zij niet week wilde worden, daar zij aan dit gesprek het karakter wilde ontnemen dat graaf Dehn voornemens was er aan te geven, zeide zij met zachten drang in haar toon .Ik verzoek u niet klem, graaf Dehn, mij dit weerzien niet moeilijk te maken, en veeleer bet mij te vergemakkelijken. Ik ben door het verplegen van zieken mijn krachten zeer kwijt geraakt, zoo zeer dat ik niet in staat ben Hier hield zij op haar handen grepen naar de leuning van een stoel en de woorden begaven haar. En bij, zeer aangedaan, wilde haar ondersteu nen, Maar door haar wil kreeg zij haar kracht terug en zeide, terwij! zij hem door een gebaar uitnoodigde om tegenover haar plaats te nemen, thans op vasten toon .Zeg mij als 't u belieft wat u tot mij voert. Ik weet het: de beleefdheid, de attentie die men aan een lid eener bevriende familie verschuldigd is, in de eerste plaats. Maar er is ook nog iets anders, dat hoorde ik uit Lucile's woorden. Ik zal aandachtig naar u luisteren en gelukkig zijn, dat verzeker ik u, wanneer ik in geval u een wensch heeft dien kan vervullen. Ik vergat noot en zal het nooit vergeten, wat ik u te danken heb. Ik was toen ziek en blind. Ik was daarom nameloos onbeleefd en onbillijk jegens u, graaf Dehn, ofschoon gelingen zullen bijdragen tot handhaving van zijn onafhankelijkheid en beveiliging van zijn rijk en de ontwikkeling van den uitgebreiden handel tusschen de bevolking van Groot-llri- tannië en China zal bevorderen. Voorts zegt dc troonrede De betrekkingen met andere mogendheden blijven altijd vriendschappelijk, llare Majesteit heeft met de diepste droefheid de vijandelijkhe den tusschen Spanje en de Vereenigde Staten aanschouwd, twee naties, aan welke haar rijk door vele banden van toegenegenheid en tra ditie verbonden is. De onlangs geopende onder handelingen geven vrij goede redenen om ,e hopen, dat dit betreurenswaardig conflict, wel dra, een einde zal nemen door het sluiten van een eervollen en blij vendon vrede. Dc troonrede maakt melding van de ontrui ming van ThessaliS en de conventie met Frank rijk betreffende West-Afrika, waardoor defini tief de strijdvragen betreffende de rechten op grondgebied worden geregeld, in afwachting van de ratificatie dcor dc Fransehe Kamers- De beide regeeringen hebben haar ambtenaren in structies gegeven om hun optreden te beperken binnen de streken die volgens de conventie zijn erkend als aan dc beide landen respectief te bc- hooren. De Koningin bedankt het Lagerhuis voor de ruime credietcn die het heeft toegestaan voor de verdediging des Ilijks. De gevraagde offers waren gevoelig, maar niet grootcr dan de eisehen van den tegenwoordigen tijd vorderen. Tusschen Weenen. Buda-Pcsfc en Ischl, waar Keizer Frans Jozef zich bevindt, is het een voortdurend heen- en weer getrek van Oosten- rijksche en Hongaarsche ministers. Daarvoor is reden genoeg. De inwendige be roeringen in Oostenrijk, de strijd tusschen Duit- schers en Slaven, is mede een gevaar voor de betrekkingen tot Hongarije. Want het Vergelijk is nog steeds niet her nieuwd, en aan een wettelijke regeling dezer quaestie in den Oostenrijkschen Rijksraad valt, dank zij de obstructie der Duitschers zoolang Badeni's beruchte taalwetten voor Bohemen nog gehandhaafd worden, niet te denken. De Oostenrijksche regeering is nu wel ge neigd om de grondwettige vereischten ter zijde te schuiven, en bij Keizerlijk besluit het Ver gelijk met Hongarije in het leven te roepen maar daarvan wil de Hongaarsche regeering niets weten. Vandaar geruchten, dat baron Banffv, de 'Hongaarsche ministerpresident, wenscht af te treden. Nog gisteren verluidde in regeerinöakringen te Buda-Pest dat Builffy naar Ischl zou gaan om den Keizer een bemiddelend voorstel voor te leggen. Mocht dit echter niet de goudkeu ring van den monarch wegdragen, dan zou hij zijn ontslag aanvragen. Gisteren zou hij te Weenen komen om met zijn Oostenrijkschen collega, graaf Thun, een en ander te bespreken. Het wekte daarom opzien, ik nooit ophield uw karakter hoog to achten. Beeös in dat opzicht heb ik zeer veel goed te maken, misschien zóó veel dat ik mijn schuld nooit kan afdoen. Aanvaard deze bekentenis met de bede mij te vergaven. En nu? Ik luister!" Na dia woorden sprak graaf Dehn zeer lang, hij kwam terug op de gebeurtenissen op Ttankholm. zette, steeds wijzende op haar, Imgjor, ais het middelpunt van al zijn gedachten, al zijn hande lingen, de redenen uiteen, waarom hij op reis was gegaan, hoe hij geen dag had doorgebracht zonder aan haar gedacht te hebben, en dat hij nu, door verlangen om haar weer te zien, voortgezweept, hierheen, naar Kopenhagen, was gekomen. sik vermag slechts ééns lief te hebben, freule. U heb ik Hef gehad van de eerste ontmoeting af. Ik zal ook nooit een ander meisje huwen. Dat alles wilde ik u zeggen en u vragen ot u, die ik zóó lief heb, niet een klein weinigje van mij kan hou den. Ik wilde u vragen mij te volgen naar mijn landgoed, daar een geluk te vinden, dat inweder- zijdsche overeenstemming wortelt, maar ook in de beoefening van bet goede en de uitoefening onzer plichten jegens lijdende medemenschen zijn bevre diging vindt. In ieder geval ik smeek, ik ba- zweer ugeef uw tegenwoordige geëmanci- peerdheid prijs. Vergenoeg u met de ervaringen die u verzameld heeft, die u geleerd moeten hebben, dat niet wij de wereld kunnen regeeren, maar slechts een werktuig zijn om binnen bepaalde grenzen mede te werken aan de orde der dingen. Doe het ook om uw ouders, die waarlijk verdienen door u ontzien te worden, te bewijzen dat u niet ondankbaar is. Uw pleegvader dat is duidelijk zal inwendig en lichamelijk kwijnen, wanneer u een openbare wei kzaambeid, die met zulke voor dat Thun, die B.nnffy's plannen kende, nog Don derdagavond naar Isclll is vertrokken. Jndu'duad is Banffy gisteren op zijn reis naar 1-uld te Wienen aangekomen, waar hij confe reerde met, Goluchow-dd en Kailay. Men twijfelt, echter te Weenen sterk aan de waarheid der geruchten als zou hut Kabinet- Banffv weiischen af te treden In Duitschland trekt het zeer de aandacht dat de bladen die behooren tot de aanhangeis van den vorigeu Oostenrijkschen minister-presi dent graaf Badeni, hevige verwijten richten tot den minister van bulteulaiidsclie zaken, graaf Goluehowski, tegelijk met een aanval van de „Figaro" op dezen staatsman. GenifDgilc Mcrfedceltngcn. De Kamer van inbeschuldigingstelling heeft zonder m te gaan op de rechtsvraag de onmiddellijke invrijheidstelling gelast van Es terhnzy en mme. Pays. Meikwaardig is dat de „Jour" tegelijkertijd schrijft „Majoor Esterhazy is een slachtoffer van ze kere schelmen der verraderspers. Dat is vol doende om hem sympathiek te doen schijnen voo! vele lieden die het goed meenen. De krom me sprongen en lichtzinnige handelingen van dezen officier hadden hem aangewezen voor ae bende- Wij zouden niet verbaasd zijn, wanneer de militaire autoriteiten hem streng behandel den en uit den dienst ontslagen, ja wij gcloo- ven dat het de voorkom- zou verdienen, wan neer dit slachtoffer eener internationale samen zwering niet meer tot het leger behoorde. Op een andere plaats, in een ander land, zou hij zijn vermogen «omstandigheden kunnen ordenen eu zich aan zijn gezin wijden." Iljónisterne Bjbrnson heeft een aanklacht in gediend tegen de „Mtinchener Nachrichten", die hem voor leugenaar had uitgemaakt. Zijn doel is daarbij een proces uit te lokken waarin de schilder von Lenbach zal moeten getuigen dat do rijkskanselier Von ITohenlohe hem in derdaad gezegd had overtuigd te zijn van Drey fus' onschuld en Esterliazy's schuld. De Berlijnsche correspondent der „Ind. Be'- go" wil evenwel weten dat de Duitsche regee ring dit proces zal trachten te beletten uit vrees voor verwikkelingen met Frankrijk. Naar de „Liberie" ineent te weten, zullen de Fransehe Kamers tegen 10 October a.s. worden bijeengeroepen. Als opvolgers van Curzon in liet anders taats- secretariaat van buitenlandsche zaken wordt thans naast" den Boeren-hater Wyndham ook genoemd Austen Chamberlain, thans civiel lord der admiraliteit. Ilct Engelsche Middellandsche-Zee-eskader, samengesteld uit 18 schepen, is gisteren van Gi braltar vertrokken om Livorno, Spezzia en Cas- tellamara te bezoeken. Waarschijnlijk gaat het daarna oefeniiuren houden in volle zee. u en uw familie onaangename dingen gepaaid gaat, voortzet. Ook de voorti olfolijke giavin lijdt onder deze voorvallen meer dan zij wel laat blijken. Alleen de vrees, als stiefmoeder partijdig te schijnen, hniidt haar er van af zich an Iers te toonen en krachtiger haar invloed op u te duon golden, freule. Wuarlijk, wij zouden allen van haar kunnen leeren Imgjor had in diepen ernst naar hem geluisterd niet eens een uitdrukking van afwijzing of verzet had zicli op haar gelaat vertoond. Zij had zijn woorden opgenomen met een gezicht alsof een vriend haar van zijn leed vertelde, in vriendelijke gedachten verzonken hoe zij zich daartegenover zou gedragen. Zij reikte hem met een aandoenlijken blik do hand toe, drukte die vast en zeide elk wist, waarde graaf Dehn, dat u juist zóó zou spreken. Daarom valt het mij gemakkelijk, u terstond kalm te antwoorden. In de eerste plaats nogmauls dank! Wanneer mijn achting voor uw persoon nog kon stijgen ik spreek niet van een ioeneiging in anderen zin, en u zal zoo dadelijk bo- grijpen om welke redenen ik dat moet nalaten dan zoude u aan uw woorden geen anderen inhoud hebben kuunen geven die in staat zoude zijn mijn gevoelens meer te versterken. Maar mijn antwoord luidtik wil nog eeu poging doen om op eigen voeten te staan. Gelukt die, dan moet ik mij zeil trouw blijven," nAcliwaarom spreekt u zóó, freule? Zijn wij andersdenkenden dan werkelijk niets?" viel graaf Dehn haar in de rede, die het eerste oogen- blik alleen toegaf aan de smart over zulk een be oordeeling van zijn persoon. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 5