52"e jaargang.
Vrijdag 26 Augustus 1898.
NJ. 9713.
Eerste Blad.
MADELEINE.
M j»m=*3k
FEUILLETON.
&gse$\
jLBOSMBnwriFMM voer Schiedam, per kwartaal f 0.90
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
KRONINGSBRIE VEN.
Naar gebeurtenissen in den oorlog van 1870/71,
DOOR
5>
BUITENLAND.
a omliggende plaatsen, p, kwart. - 1.05
a franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerso.o2
BUREAU'ROTEKSTKAAT 70, Telephoon No. 123.
AnTEBTSHTrEPEus: ran 1—S gewone regels mot inbe
grip van ecno Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
By abonnement wordt korting verleend.
Amsterdam, 24 Augustus 1898.
Als men in de Amsterdamsclie dagbladen
leest dat de versieringen goed opschieten en dat
dit of dat belooft bijzonder mooi te zullen wor
den, dan moet men die verzekeringen voorloopig
onder benefice van inventaris aanvaarden. 13e
oorzaak ligt daarin, dat de architecten en ove-
rigo ontwerpers der versieringen aan de lieeren
van de pers de teekeningen hebben laten zien
en daarbij de verzekering gaven, dat dit nu
eens bijzonder mooi zou worden.
Als trouw kroniekschrijver van liet wordings
proces der Amsterdamsclie versieringen voor
do inhuldigingsfeestea laat ik me echter noch
door een teekening noch door een ontwerper
suggerccren, maar grijp in liet volle menschen-
lcven zooals dit zich op de straat aan mij ver
toont.
Naatje Eendracht op den Dam, die reeds zoo
veel oranje-feesten beeft bijgewoond heb ik
niet eenmaal een reusachtig patertje langs den
kant" om haar voetstuk zien dansen i Naatje
Eendracht dan zit nog altijd in haar hooge
schutting en alleen een rand van houtwerk, in
Dorische, Ionische of Corinthische orde het
zal wel de laatste zijn komt er even boven
uitkijken. Zij zelf staat daar nog in haar liard-
steenen schuchterheid ze moet van hardsteen
zijn want anders was zij in dezen regen? chtigen
zomer reeds lang verweerd en wacht op het
kleed dat men haar zal aantrekken.
Op het Kommandantshuis, zoo hoog als do
„Swalluw" volgens het Amsterdamsclie lied in
do lucht vliegt
„Waer cliij uw foetsel komt soecken"
houwt men de tribune voor de buitenlandscho
journalisten; als 't een beetje gaat lierfstenkan
men daar wel eens een verkoudheid opduiken.
Laat ik, nu we hot toch over de collega's heb
ben, mededeelen, dat de gemeente bezig is op
het Frederiksplein een tweede tribune te bou
wen, rechts van de Utreclitsche straat, waaruit
men den stoet heerlijk kan zien opdagen. Deze
tribune is bestemd voor do binnenlandsclie jour
nalisten en is verkregen dank zij de goede zor
gen van hot comité voor de ontvangst der bin
nenlandsclie journalisten.
Do officieele weg ziet er precies nog hetzelfde
uit als verleden week. Alleen is men in „De
Bocht" begonnen met tusschen de rcuzenhengel-
stokken gekleurde glaasjes te hangen. In do
Utreclitsche straat werkt men dapper met de
glazenwasscherij, en een schilderstuk, een kogge-
schip voorstellende, dat aan twee beschilderde
sparren, die elkander kruisen, wordt bevestigd,
toont aan dat de decotatieve kunst in deze
straat voorzit.
Naar de toebereidselen te oordeelen wordt
hot om de fontein op het Frederikspleiii bijzon-
HANS WACHffiNHDSËN,
Madeleine aarzelde nu want ook de dokter was
naar hen toe gekomen.
ïObï, j'y étais avec Madame la Baronne I" gaf
zij vastbesloten toe. Haar broeder, de kolonel,
wenschte haar nog inderhaast te zien voordat hij
Duitschland binnenmarcheerde. Je l'accompagnais.
Zij wilde het."
sNu, met Djitschland had het nog zoo'n haast
nietMaai hoe kwam je dan in dat gevecht
verdwaald 7" vi leg Plessmann.
ïMadame wilde haar broeder uit den strijd halen
toen het reeds fini was hij heette zwaar gewond
te zijn. Wij reden in een rijtuig op den straatweg,
begeleid door een garde. Het rijtuig werd ons door
gewonden afgenomen ils se jetlaienl ld dedans
en wij stonden radeloos op den weg. Toen kwamen
er Duitsche soldaten aan la Baronne prit la fuite
en ik ik zag een officier allemandce Mon
sieur la' zij wees op den luitenant, sik wilde
om zijn bescherming vragen, en toen je voyais
qu'il était blessa a la tela. Hij verloor zijn balance
en toen hield ik hem droit, totdat de soldaten hem
naar de weide voerden. Alorsik rende naar Forbach
ea vond la Baronne in de gare. Zij snelde juist
met eenige officieren in een waggon en ik haar na.
der mooi. Wat 't moot woidon weet ik nog niet,
maar het komt mij voor, dat men liier vooral
aan de Koningin een goede impressie wil geven
door decoratief werk.
Toen ik me toch zoo dicht hij liet Paleis voor
Volksvlijt bevond, besloot ik voor de tweede
maal de gouden koets eens te gaan zien.
De eerste maal toen. ik haar zag was vóór dc
opening der tentoonstelling en daar men toen
nog bezig was den bole op het gevaarte te plaat
sen, vergenoegde ik me met een hoekje in oranje-
letters gedrukt, aan te nemen, waarin alles
goeds van de ontwerpers en de firmafe die cr
aan hadden meegewerkt, werd verteld. Uit dat
boekje is door mijn collega's getrouw geput
we hebben 't zoo druk in deze dagen en zoo
is het gekomen dat de gouden of liever do ver
gulde koets tot een uniek meesterstuk werd
verheven.
Nu ik haar voor de tweede maal zag, vroeg
ik mijzelven af, welke stijl den vervaardigers
voor den geest heeft gezweefd. De karos is een
product uit de achttiende eeuw en de Fransclio
gezant, die indertijd Utrecht binnenreed, om
over den vrede to onderhandelen, deed dit in
een koets, door de stift voor de nakomelingschap
bewaard. Het boekske spreekt alleen maar van
karossen uit de zeventiende eeuw, o. a. van die
van Adriaan Pauw, waarmee deze in 1646 Mun
ster binnen toog.
Lode wijk XIV en zijn eeuw gaven aan de
karos hun cachet en de vervaardigers hebben
nu met een flauwe herinnering aan de Utreclit
sche koets wat ornamenten bijeengebracht zon
der in stijl te zijn en ook zonder aan dit stuk
van Nederlandsche kunstindustrie een negen-
tiende-eeuwsch karakter te voegen.
Wat me vooral bij een nadere bezichtiging
hinderde, was het ldl-acadcmischo dat aan de
beschildering der paaeelen eigen is. Zooals men
weet is liet scliilderwerk van prof. N. van der
Waay, hoogleeraar aan 's Bijles Academie voor
Beeldende Kunsten. Het mist ook door zijn
flets koloriet elk decoratief karakter, en nu
moge in liet boekje met de oranjelotters verteld
worden, dat bij de Fransclio staatsiekoetsen het
zinnelijke te veel domineert en bij de Engclscho
liet stoffelijke te kenmerkend is, een staatsie
karos is geen muur, welke men met religieuse of
mystieke onderwerpen beschildert.
Wij weten niet waar de koets zal belanden,
maar dat do Koningin er eenmaal mee door de
Jordaan zal rijden, zooals de gevers droomden,
betwijfel ik zeer.
Want in de Jordaan, de karakteristieke buurt
van Amsterdam, is liet denkbeeld om een gou
den koets cadeau to geven ontstaan en gerijpt;
de „Oranjevriendenkring", die in de Wilieni-
straat zetelt, heeft met behulp van één eere
en van veel sub-comité's, de kwartjes daarvoor
in Amsterdam weten bijeen te trommelen; of
daarbij ook niet eenige rijksdaalders zijn ge
voegd der millionairs en scmi-millionairs die het
cero-comité vormden, zullen we overlaten aan
den historieschrijver der toekomst.
De chemi". de fer zou immêdialemcnt achter ons
vernield worden.
ïMag ik ook wat zeggen?" hoorden Plessmann
en de dokter de stem van den luitenant die zich
onbemerkt half opgericht had. nik herinner het
mij nu beter. De juffrouw verzwijgt in haar be
scheidenheid de waarheid. Op den straatweg liggend
tusschen Dmtsche en Fransche gewonden, kwam
ik na den zwaren schok aan het hoofd tot be
wustzijn. Ik voelde de mogelijkheid om mij op te
richten en zocht met inspanning tusschen verbrijzelde
affuiten en wapens de verbandplants op. Toen hief
zich voor oiij een gewonde Turco ik zie dat
satansgezicht nog op de knieën op; hij had
nog de kracht zijn chassepot op mij te richten om
mij de zware steekbajonet in de borst te stooten.
Toen pakten twee armen mij van achteren aan,
trokken mij terug, ondersteunden en geloidden mij
totdat een ziekendrager mij overnam. Zij was niet
de eenige die na den strijd zoo barmhartig uit
de stad met verkwikkingen op het slagveld kwam,
en ik ben gelukkig haar weer te zien om haar
mijn dank te betuigen. Want zonder haar zou dat
knarsetandende wilde dier mij, weeriooze, hebben
neergestooten."
Hij zonk weer achterover toen hij de hand naar
haar wilde uitstrekken.
ïBravo, Madeleine 1" Plessmann legde het ver
legen voor zich uit ziende meisje zijn hand op
den schouder. »En waarheen ging je toen met de
barones 7"
li Rechtstreeks met het spoor naar Courcelles. O,
het was een vreeselijke fuite, een vluchtDe ba
rones wilde immers haar eigendom redden, comme
je vous dis. Zij was toute éreintde van angst en
elle se couchaii la soir après notre arrivée. Den
volgenden morgen het was nog half donker
I Duizenden zijn reeds ter bedevaart naar le
koets gegaan en hebben baar mooi gevonden en
duizenden zullen bet na dezen doen, en zoo is
er voor de kijkgrage Amsterdammer thans ook
gratis veel te zien. De schilder, die arabc-ken op
een eerepoort, schildert, gevoelt zich grooter en
bekwamer nu hij dit „coram populo" doel en de
man die geheimzinnige blanke draden van paal
tot paal op den Dam spant; acht zich priester
in deu dienst der godin „Elect.rn", nu hij mede
werkt aan bet verlichting-qiroces van een klem
onderdeel der groote feestviering.
Zoo wordt men langzamerhand interessant,
zoo heft de feestviering den meuseli op en kuit
hij zijn gewicht gevoelen, en wij, die het publiek
moeten voor-, in- en toelichten, gevoelen met den
dag meer de groote verantwoordelijkheid, welke
op ons rust.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 25 Augustus '98.
Spanje verkeert waarlijk in een toestand waar
uit redding bijna onmogelijk schijnt. Wil men
ten nieuw bewijs van deze waarlijk niet moei
lijk te bewijzen stelling, dan sla men een blik
op liet staatje dat de Madrileensche correspon
dent der „Köln, Ztg." geeft van de militaire
overbevolking van Spanje, die nog drukkender
en dreigender zal worden wanneer de koloniale
legers naar liet moederland lerugkeeren.
De mindere militairen leveren nog hel minste
bezwaar op. Indien do regeering maar, zooals
zij voornemens is to dot n, hun de achterstallige
soldij uitbetaalt wel tc verstaan, als zij daar
voor geld kan vindondan kunnen de „meli-
nekes" kalmpjes naar hun haardsteden worden
teruggezonden.
Maar erger zijn de officieren, die men zich
niet zoo gemakkelijk van den hals kan schuiven.
Men heeft er aanvankelijk over gedacht door
een legcruitbreiding en reorganisatie de kolo
niale officieren in dienst te houden. Maar dat
kost geld, veel geld, en dat is er niet. Toch kan
een reorganisatie van liet officierskorps niet
uitblijven, zegt de reeds genoemde correspon
dent, en hij toont dit aan door cijfers die waar
lijk schrikwekkend zijn.
Spanje toch bezit 5 veldmaarschalken, 42
commandeercndo generaals, 75 luitenant-gene
raals, 177 brigade-generaals en 47 andere offi
cieren met den rang van generaal. Daarbij ko
men nog 211 generaals der reserve, vor
mende te zamelt 557 generaals. Nog erger staat
het met de marine, die 79 actieve en 63 reserve-
officieren met den rang van generaal telt. En
dat over een vloot die twee slagschepen rijk is.
Begrijpelijk is liet op die wijze, voegt de cor
respondent er dan ook spottend aan toe, dat
zelfs elk sloepje in bet park van Axanjuez on
der bevel van een admiraal staat.
Maar even begrijpelijk is liet ook dat men
reeds vrees heeft geuit voor een pronunciamento.
zagen wij reods de Pruisische ulanen op de heuvels
en wij vluchtten weer, la Baronne in doodsangst
hierheen. Het was een matin horrible!"
Juist keerden Benedetti en Lulu, ieder met een
gevulde mand, als een paar apen die hun meester
ontsprongen zijn, gevolgd door een hospitaalsoldaat,
dien da dokter belast had met de requisitie in de
apotheek, vandaar terug, stralend van vreugde
over hun buit. Tegelijk rapporteerde een soldaat
dat in het huis rundvleesch en aardappelen waren
opgedischt.
»Kotn, Madeleine!" Plessmann vatte haar arm.
ïVoorloopig behoor je nu bij ons. Wij zullen zien
hoe het je bij ons smaakt. Wijn hebben wij onder
weg genoeg gevonden an eetlust zal je na je slaapje
op den hooizolder ook wei hebben."
Treurig zag de luitenant het meisje na, toen de
dokter zijn patiënt toevertrouwd had aan den
ziekenverpleger. Toen Madeleine in de boerderij de
kamer links van het portaai binnentrad, zag zij
de twee jongens reeds bij de met een grof laken
overdekte tafel staan, gereed om bij het beschei
den maal te bedienen. Zij namen beiden met grap-
pigen eerbied bun avontuurlijke hoofddeksel af voor
de ongewone gast, uit wie zij nog niet wijs waren
geworden en barstten toen in ondeidrukt lachen uit.
sBenedetti" Piesrnann hief dreigend de hand
op. ïDeze jonge dame is ons door den majoor
als verpleegster toegevoegd. Je krijgt een muilpeer,
als je geen eerbiod voor haar hebt I"
III.
Eenige dagen waren voorbijgegaanin dien tijd
was de ambulance-colonne grooter geworden, en
menige op marsch neergevallene werd aan haar
toevertrouwd. Aanhoudend rukten de Duitsche
troepen voorwaarts naar Metz.
Onder een zoo groot, aantal opjier-officieren zijn
er steed-, velen die mceueu dat hun met de
pi.ials wordt gegeven in don staat die hun
volgens eigen oordeel toekomt.
En als er d.ui nog een leege portonioiinaie
bijkomt
D.uileuboven i- de oecotiomische toestond van
Spanje hoogst treurig. De handel kwijnt, en met
Cuba eu l'orto-Ilieo ziet de nationale industrie*
zich twee barer beste afzetmarkten ontnomen.
En nu hebben in Ciudad Real nog 2000 mijn
arbeiders liet werk gestaakt.
Wellicht zien ook daarom velen den redder
in don Carlos. Nieuwe berichten omtrent de
fails et gestes van den Pretendent schijnen cr
op te wijzen dat deze zich tot den een of ande
ren coup de theatre voorbereidt. Hij zou nl. aan
keizer Frans Jozef verkocht hebben het ver
maarde kasteel van Frolisdorf, do residentie van
wijlen den graaf van Cliambord.
Dit kasteel was liet eigendom der gravin van
Cliambord die liet weder geërfd bad van de her
togin van Angoulênie, de ongelukkige dochter
van Lodewijk XVI. Het is dus een familie-goed
du- Bourbons, vol van herinneringen aan deze
dynastie, eu mei! mag aannemen dat don Car
los zich cr niet van zou ontdoen als Siij niet
dringend en voor een belangrijk doel geld noo-
dig had.
Onder die omstandigheden zullen de Cortez
den 5den September bijeenkomen. Zullen dan
de hartstochtelijke stemmen van partijhaat
zwijgen, en zal er slechts één gedachte zijn die
allen bezieltde opheffing van liet temcergo-
worpeu vaderland
Dezelfde dagbladcorrespondent spreekt ook
over de offers die de oorlog- op Cuba. Spanje
heeft gekost. Tot nu toe hebben de kosten be
dragen 2000 millioen; maar veel ernstiger is
liet verlies aan inensclienlevens. 't Geringste aan
deel in dat verlies bobben de vijandelijke kogels
gehad. Van de 200,000 man, die naar liet eiland
zijn gezonden, zijn 2 generaals, 70 officieren en
1400 man gesneuveld; een generaal, 85 officie
ren en 750 man zijn aan huil verwondingen be
zweken, terwijl 46*" officieren en S200 man van
lmn kwetsuren herstelden.
Maar veel grooter is liet aantal slachtoffers
i uil ziekte en gebrek. Volgens officieele cijfers
zijn 350 officieren en 13500 man gestorven aan
gele koorts, terwijl aan andere ziekten (waar
schijnlijk het gevolg van slechte voeding) 130
officieren en 40,000 man bezweken zijn.
De berichtgever der „Köln. Ztg." meent even
wel dat die statistiek onvolledig is, en dat er
minstens 100,000 mail omgekomen zijn.
Intufgglu zijn reeds de eerste troepen van
Cuba te G'orunna gearriveerd. Er werd niemand
aan boord der Alicante toegelaten uit vrees
Voor overbrenging der gele koorts. Do Regentes
zond den repatrieerenden soldaten een telegram,
waarin zij hen gclukwensclite, met huil dapper
heid en bon wolkom heette in 't vaderland. Dit
telegram werd aan de troepen voorgelezen.
Madeleine had zich verstandig in haar toestand
weten te schikken. Zij bood overal en met kennis
van zaken haar hulp voor het leggen van ver
banden. De troep kende haar reods als eeno
Elzassche die zich vrijwillig had aangemeld als
verpleegster, en betoonde haar daarvoor dankbaar-
hoid. De twee Berhjnsche deugnieten wedijverden
er in haar van dienst te zijn, terwijl zij zelf bij
het oprukken in den haar bekenden omtrek der
groote vestingwerken, die in de verte voor haar
oprezen, heimelijk haar oogen den kost gaf om,
zooals zij Plessmann nog eens plechtig had ver
zekerd, de belofte te vervullen die zij de barones had
gegeven.
Ongelukkig was luitenant Von Herboth die reeds
den eersten avond geen rust had op zijn bed,
's morgens naar zijn regiment verlangde, toen om
Madeleine riep om hem een nieuw verband aan
te leggen, haar dankbaar de hand kuste, eindelijk
evenwel zelf zijn verband afrukte, zich geschikt
voor den dienst verklaarde en, toen niemand hem
kon zeggen -.vaar hij zijn regiment kon vinden,
zeide zich bij een of ander regiment te willen
voegen dut bij Wörth of Spicheren officieren had
verlorenen die waren er genoeg.
Zwaar viel hem het afscheid van Madeleine voor
wie hij, toch reeds een gevoelige natuur, een ware
vereering toonde. Hij drukte haar staeds de hand
waar hij haar maar zag; hij bedankte haar steeds
weer in geestdriftige bewoordingen en verzekerde
haar hoe zwaar hem het afscheid van naar, zijn
levensredster, viel; maar dat de dienst hom riep.
iVordt vervolgd.)