|52"'e jaargang. N°. 9738. Zaterdag'24 September 1898. DE GELDDUIVEL Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Kennisgeving. FEUILLETON. wMs UITGEVER: H. J. C. RÖELANTS. jNATIONALE MILITIE. Kennisgeving. BUITENLAND. BINNENLAND. SCI govm I AïOskhmsktsmujs vosr Schiedam, per kwartaal 1 f 0.90 b omliggende plaataan.p.kwart. 1.05 franco per post, p. kwartaal. -1.80 j Afronflerlijke nomaerso.02 De burgemeester van Schiedam, Gezien art. 26 der wet betrekkelijk de nationale Ifmlitie van 19 Augustus 1861 (staatsblad no. 72), ge- piijïigd bij de wet van 4 April 1892 (staatsblad no. 56) B Brengt bij deze ter kennis van de daarbij belang- fhebbemlen, dat het inschnjvings-register van 1898, |l|oor do lichting van 1899, en de daaruit opgemaakte jfalphabetische naamlijst, van lieden, gedurende acht magen, op de gemeente-secretarie tei iexing zuilen liggen. j En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 23sten September 1898. De Burgemeester van Schiedam VERSTEEG. Inrichtingen welke gevaar, schade oi lilndcr hunnen veroorzaken. Burgemeester en -wethouders van Schiedam, Gezien het verzoek: io. van de firma A. DIRKZWAGER om vergunning ftot uitbreiding harer branderij aan de Noordvest ho. 9U93, kadaster sectie A no. 558/559, door pluat- fsing daarin van een stoomweiktuig van 4 paardenkracht Jen ketel met een verwarmingsoppeivlak van 4 50 M2, pter vervanging van het bestaande stoomwerktuig met ifltstsl m 2o.' van J. VAN NOQRTW1JK. om vergunning tot |nitbreiding zijner branderij aan de St. Anna Zuster straat no. 7, kadaster sectie A no. 1307, door pliat- ifsing daarin van een stoomwerktuig van 2 paardenkracht !én ketel met een verwaiirungsoppervlak van 2 M', ter Êvervanging van het bestaande stoomwerktuig met ketel, Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Doen te weten dat voormelde verzoeken met de bijlagen op de secre- Earie der gemeente zijn ter visie gelegd; dat op Vrijdag den 7den October as., d fmiddags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal fwordeu gegeven om bezwaren tegen het toestaan van gdie verzoeken in te brengen en die mondeling of schrif- f lelijk toe te lichten; en ffe dat gedurende drie dagenvóór hot tijdstip Hierboven fgenoemd, op de secretarie der gemeente, van de èschi ifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, |kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be- Ihoort, den 23sten September 1898. Burgemeester en mothouders voornoemd, VERSTEEG De secretaris, VERNEDE. Algemeen overelclit. Schiedam, 23 September '98. Het is geen gemakkelijke tegenpartij, die Fransehe generale staf. Terwijl de zaken voor MgaaraainTiLAjuijW'iiiiiiiirnwirt mwi iM»imiign»n.—xjuawnii» DOOR S. WÖRISHQFFER. §16) De ottde heer greep de hand van zijn klein zoon. „Maar ook liob dreigondsto kunnen is nog Igeen moeten, Erik. Bedenk toch welke uitweg je foverblijft I Doe aanzoek om de hand der vrouw Javier harb je tegemoet vliegt, en je kunt veilig die ongelukkige twaalf duizend tlialers voor altijd vergeten. Is het niet een wenk der "Voorzienig heid dat beido gebeurtenissen samenvallen?' Erik glimlachte. „Dat geloof ik wel niet, groot vader. Haal toch ook niet nog den invloed, van Geheimzinnige machten in de zaak. Ik trouw in geen geval met deze mevrouw Burklin in geen geval." „Zeg dat niet zoo beslist, Enk. Je denkt nog vel eens over de zaak na. De beleefdheid alleen dwingt je morgen naar de stad te rijden en t© lyragen hoe do dame het maakt „Ik zal er niet heen gaan, grootvader, verlaat daarop. Laat zij mij maar voor een ongclikten |beer houden dat is haar zaak." En toen do oude heer zweeg, voegde Lij er j?ik: „TT oordeelt over deze dingen van hot stand- ipunb uwer tachtig jaren uit, grootvader. U heeft |föds lang uw idealen laten varen en weot alleen de »Dreyfusards" zoo goed liepen de revisie door de regeering ingeleidalles wijzende op de overwinning van het Jichtterwijl het leger zelfs in verzet begon te komen legen de mannen die zijn naam misbruikten om eigen vaiantwoordelijlsheid, eigen willekeur te dek. ken blijkt het dat de staf met alleen niet overwonnen is, maar dat hij nog slagen weet uit te deeien. En wien zou hij eerder treffen dan Piequard, den man die alies weet, dien meu hardnekkig geweigerd heeft te hooren. Hem mociit niet de burgerlijke rechtbank oordeelende mili tate rechtspraak die Dreyfus zonder bewijs veroordeelde en Esterhazy op bevel vrijsprak, zal te beslissen hebben ol Piequard een falsaris is. Piequard wordt beschuldigd liet stadstele- giam, de oorsprong van zijn verdenking van Es terhazy, te hebben veranderd. Dit stuk, dab ge vonden is in een vreemde ambassade, luidt„Ik wacht voor alles een meer gedetailleerde verkla ring dan die gij mij gegeven hebt over de zaak in quaestie. Bijgevolg verzoek ik u mij die schrif telijk te geven opdat ik er over kan oordeelen of ik mijn relaties met het huis R... moet voort zetten of niet." Het adres luidde„Aan majoor Esterhazy, 27 me de la Bienfaisance, Parijs." Dat deze vervolging groot opzien heeft ge baard, spreekt van zelfook in den boezem der regeering. Eergisteren hebben Biisson, Samen en do prefect van politie langdurig geconfereerd over do quaestie der uitlevering van Piequard. Heb blijkt dat de minister-president en de minister van justitie niet vooraf in kennis waren gesteld van het nieuwe onderzoek tegen Piequard. De vervolging van den kolonel wegens het „petit bleu" is dan ook te beschouwen als een coup van het militair gezag om de herziening van het Dreyfus-proces te doorkruisen. Zelfs Chanoine kon er niet veel aan doen. Immers, Cavaignnc is het volgens de i/femps" geweest die het eerst een voorloopig ondeizoek had ingesteld naar het stadslelegram. Cavaignae gaf het dossier over aan Zurlinden, en deze stelde den ministerraad in kennis van zijn voor nemen om tegen Piequard een onderzoek in te stellen. Het verzet daartegen deed den minister Zurlinden zijn plan opgevenmaar weder gouverneur van Parijs geworden gaf hij er krach tens zijn bevoegdheid toch gevoig aan. Vandaar dat er eerst sprake was van deze vervolging, doch dat zij juist in de laatste dagen was tegengesproken. Moest nu het burgerlijk gezag Piequard los laten en overgeven aan de militaire autoriteit? 't Schijnt dat daarover nogal geharrewar is geweest, maar 't eind van 't lied is toch ge weest, dat gisteren de militaire gevangenis Cherehe-Midi haar poort voor den kolonel heeft geopend. Het door Zus linden verlangde onderzoek neemt nu zijn loop, en 't zal moeten blijken of de gou verneur van Parijs op grond daarvan een ver volging zal gelasten. nog maar het werkelijke, heb tastbare te waar- deorenmaar tl moet mij toestaan op heb punt van een mogelijk huwelijk waaraan ik overigens niet geloof, geheel voor mij zelf alleen te beslis sen. Yoorclat ik mij laat kluisteren in de boeien van een liefde-arm. huwelijk, zou ik, als eens oma voorvader, zonder tehuis en arm de wereld in willen gaan op nimmer-wederzien." Toen legde hij het geel geworden document met de talrijke handteekeningen en zegels weer in de cassette. „Laat ons nu beproeven nog eonige turn te slapen, grootvader, u vooral. Ik zal last geven u niet te storen. Bust maar on denk niet over ik zal dan slag wel te boven komen." Wjj zullen niet breedvoerig medodeelen wat de bladen van het gebeurde zeggen; natuurlijk is da Dreytus-peis woedend. Slechts cenigeop- meikmgea zijn belangrijk genoeg om ze afzon derlijk te vermelden. De j Temps" stelt voor, alle met de Dreyfus- zaak verband houdende zaken te verdagen tot dat het Hof van Cassatie beslist heeft over de herziening. De Ma tin", het dossier Dreyfus bespre kende, zegt, dat het valsche stuk-Ilenry noodig was, omdat in geen der stukken de naam Dreyfus voorkwam en het borderel het eeuige gerechte lijke bewijsstuk was. Vel wat fantastisch klinkt het verhaal der sFrance militaire". Een officier van gezondheid der marine, zekere dr. 11., zou Dreyfus vóór diens vertrek naar het Duivelseiland behandeld hebben en toen in het bezit zijn geraakt van een pakje papieren, dat in de kieeren van den veroordeelde genaaid was. Deze papieren zijn toen bij een notaris gedeponeerd, door dr. 11. van het opschrift voorzien»Na mijn dood ie openen". De »Franee militaire" gelooft dat het zijn nut zou hebben, dr. B, te vragen om open baarmaking van den inhoud van dat pakje, omdat daar de sleutel van de Dreyfus-zaak kan liggen. Belangrijk is ook de meening van Guérin, die minister van justitie was tijdens Dieyfus' veroordeeling. Reeds eenige dagen geleden ver meldden wij dat Guérin verklaard had dat generaal Mercier geheel op eigen verantwoor delijkheid had gehandeld. De oud-minister is bovendien van meening, dat waar Piequard Esterhazy heeft aangewezen als den schrijver van liet borderel, waar zonder voorkennis van Drey fus en zijn verdediger stukken aan de rechters zijn meegedeeld, de nietigverklaring van liet proces van 1894 noodzakelijk is. Esterhazy is te Londen aan het station Cha ring Cross waar hij op het puut stond den trein naar Parijs te nemen, geïnterviewd door een verslaggever der »Daily Chronicle" die den majoor ondanks zijn vermomming hei kende. De majoor klaagde dat men hem over booid had geworpen. Hij had Cavaignae en De Pel- lieux gewaarschuwd voor het valsche stuk van Heniy. Kolonel Sandherr, Henry en hij waren de eenigen geweest die van de zaak-Dreyfus op vle hoogte waien. Cavaignae had dom gehandeld door hem te vervolgen, want dat bracht de vervolging van Du Paty met zich. Generaal Billot had den majoor reeds zijn pensioen aangeboden, maar deze had geweigerd. Esterhazy wist nog niet welke houding hij zou aannemen en welk gebruik hij zou maken van de papieren die in zyn bezit zijn. Wellicht zou hij een boek schrijven, waarin het volle licht zou worden verspreid over de zaak Dreyfus. Een beetje gauw dan maaranders behoeft het misschien niet meer 1 ADVBnTKrrnsi'iujs: van 1—6 gcwoiia regels met inbe grip van cono Courantf 0.52 Iedere gewouo regel meer- 0.1O EHfR.EA.TIBOTERSmAAÏTo, Teïephoon No. 123. Bij wordt !:orticS verleend, ©ementfde Mededeel in gen. Lord Salisbury is van zijn vacantie-reis in Engeland toiuggekecul. Het jaarverslag over den toestand der so- ciaal-deinociatiscbe partij in Duitsciiland wijst op de groote vermeerdering van liet aantal uitgebrachte stemmen vergeleken bij 1893. De finnncieele toestand der partij, der partijbladen en periodieken is over het geheel gunstig. Verschillende Duitsche bladen beantwooiden op scheipe wijze de beschuldigingen in Busch' dagboek over fiismaick. Zij verwijten Busch grove onjuistheden. Er zijn er zelfs die op officieels rectificatie aandringen van verschil lende gebeui tenissen waarin nog levende per sonen zijn betrokken. Volgons de „Politische Correspondeuz" heeft do Ifcaliaansche legeermg reeds heb initiatief ge nomen tot een gedachtenwisseliug tusschen do verschillende gouvernementen over do bestrij ding van hot anarchisme. De „Italia" zegt dat in October een interna tionale conferentie zal worden gehouden. Uit Lissabon wordt bericht dat er een anar chistische samenzwering tegen het leven van koning Karei ontdekt en verijdeld is. Generaal Toral, die ziek is, adiniiaal Cervera en generaal Augustin zijn te Madrid aangeko men. De beide laatsten hebben zich laten inter viewen, maar vertelden niets nieuws. Het ministerie van buitenlandsche zaken te Londen denkt Zaterdag van generaal Kitchener zelf berichten uit Fnslioda te ontvangen. Dan zal het bljjken of de expeditie-Marchand zich daar bevindt en, zoo dit zoo is, of er dan moeilijkheden ontstaan. Te Pretoria heeft men naar de »Daily Mail" bericht, de verzekering ontvangen dat Portugal er niet aan denkt de Delagoa-baai te verkoopen. De »Times" verneemt uit Poking dat Ilang- ,Tu-Mei,de man aan wien de jongste liervormings- besluiten te danken waren, van hot hof ver bannen is. De Keizerin-Weduwe hoeft weer het bewind aanvaard, woont alle vergaderingen van den ministerraad bij en onderteekent alle be sluiten. Zoodoende is het regentschap hersteld, en wordt de terugroeping van Li-Hung-Tschang verwacht. Een telegram uit Shanghai zegt nog nllet gerucht gaat dat de Keizer van China dood is. Bijzonderheden worden niet gemeld. Men boweeit dat de poorten van Peking ge sloten zijn." miJ „God geve het, mijn jongen, God sta je al toos bijEn, nieb waar, tusschen ons blijft aUes bij het oude, ook in ons hart?" „Ook in ons hart, zeker, grootvader." Zij scheidden, en Erik ging met langzame schreden naar zijn eigen kamer- liet was of er lood op zijn voorhoofd drukte; hij voelde een doffe zwaarte, die voorloopig niet scheen te wil len wijken. Welk een onverwacht, hopeloos nood lot had de hand over hem uitgestrekt 1 Daar kwam hij toevallig aan zijn "borstzak en het ritselde in de plooien van zijn jas. Dat was de geheimzinnige brief die aan Rutli gericht was. Erik' voelde hoe het bloed weer naar zijn harb stroomde, hoe het leven als het ware in hem te rugkeerde. Hij haalde den brief te voorschijn. Zou hij lezen? Een inwendige stem zoido: Neon! Heel dui delijk klonk hetNeen 1 Maar nog een andere overweging was er naast die eerste. Mevrouw Burklin kende den inhoud van den brief, en in ieder geval zou die in haar hand een wapeii wor den. Was het dan niet noodig in dit opzicht op de hoogte to worden gesteld? Hij zag in den geest de zwarte oogen met den spottenden blik en aarzelde niet langer. Wan neer de brief een voor hem onaangename of on- gowcnschto boodschap bevatte en daarvan was hij ten volle overtuigd dau was zeker wel geen oogenblik beter geschikt om die te ontvan gen dan thans. Waar zware hagelslag hot graan heeft verwoest, daar kan genist een stonn op steken hij vmdt niets meer om be vernielen. Hij hield liet papier open tusschen de bevende vingertoppen- Erik keek naar de onderteekenmg, en het was alsof heb Kern plotseling lichter om liet hart werd. „Handelsraad Lissauer" Iloo kwam die magere oude lieer met zijn zenuwach tig trillende lippen on zijn gouden bril er toe aan de "bedeesde Ruth te schrijven? Erik trad dichter naar de lamp toe en las de nu niet juist buiteugowoou langen brief van den geldman „Zeer geachte juffrouw 1 „De brief van uw schoone blanke hand ligt op mijn liart; ik heb dien duizendmaal gekust, maar op zijn inhoud kan ik mij ondanks mijn grooto vereering niet inlaten. Meer nogik wil het met. U was zoo goed mij mede te deelen dat "baron Moldt, uw zwager, door eon zijner sekuld- eischers lievig in liet nauw gebracht en tot wan hoop gedreven werd welnu, die schuldeischor ben ik zelf. Ja, ik zelf, sclioono Ruth; ik heb van de schuldvorderingen van mijnheer den ba ron er zooveel opgekocht als er maar te krijgen waren, en wel om in. het bezit van hot kasteel te Sfnfttsbegrooting voor 1S99. Aan do heden in de Tweede Kamer uitgespro ken redo van den Minister van Financiën tot geraken. Ik zelf wil op Moldt wonen eii ik wil zoo lang aan. uw voeten om genade smeeken, vereerde juffrouw, totdat u er in toestemt do meesteresse van Moldt te worden. Waarom be antwoordt n mijn aanzoek met een zoo beslist „neen", waarom vliedt u mijn nabijheid Word de mijne, en ik log een vorstelijk vermogen aan uw voeten neerik beloof u een leven te Parijs, te Rome, te Wiesbaden, zooals u maar verlangt. IJ zal uw eigen equipage, uw eigen bedienden hebben en over mijn persoon als over den eer sten uwer slaven in allo opzichten te bevelen hebben. „Wat kan het u schelen, schoone Ruth, wan neer hij te gronde gaat? Waarom komt u zoo levendig voor hem op Ik ben jaloerscli op dien „Hans Adam". „Uw allerdienstwilligste Handelsraad Lissauer." Het bloed kookte in Erik's aderen; met een driftige beweging wierp hij den brief ver van zich. Wat was dat een schandelijk brutale, fri vole toon De bankier schreef, als wist hij dat zijn macht ver genoeg ging om do zachtmoedige JEuth een doodelijken schrik aan te jagen, ja, om haar do wet to stellen. Hij naderde haar niet als een smcokebng, maar als iemand die een genade toe staat. Zijn bij elkaar gewoekerd vermogen was nu groot genoeg om ook cons den lust tc doen ontstaan naar andere genietingen,hij wilde een riddergoed veroveren en het schoonste meisje uit den omtrek de zijne noemen. Welk een gedach te Ruth de vrouw van clezen man! Wordt vervolgd.) .tl k-,, W Wf "M? ,JvS i T.W rr, 4v Vtn 'v"v'tV 5>

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1