52"" jaargang. Vrijdag 30 September 1898. N°. 9743. Eersfe Blad DE GELDDUIVEL. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FM [JILIiBTON. UITGEVER: II. J. C. ltOEIANTS. BUITENLAND. ft) ABOjtBHMiiifïSPBUB roti Schiedam, per kwartaal I n n omliggende plaatsen, p. kwart. I franco per post, p. kwartaal. (Afzonderlijke nommera. f 0,9O - 1.05 - 1.30 - 0.02 BritKll KOTKKimiAAT Telepliooi» No. 123. ADTEBTBHTrErKijB: ran 15 gewone regels met inbe grip van eono Courant Icdero gowono regel meer Bij abonnement wordt korting verleend. f 0.52 - 0.10 Algcuicen overzicht. Schiedam, 29 September '98. De Daily News" beeft het eerste van jen peeks onthullingen over den achtergrond der jaak-Dreyfus gepubliceerd. Gisteren deelden wij iaaruit reeds kort mede, hoe het Londetische ilail een verklaring geeft van het geheimzinnig iftreden van Ca-imh-Périer als president der 'ransche republiek. Het loont wel de moeite eens dit tweede ledeeite v.n. het artikel het eerste gedeelte een niets nieuws behelzende kmakterschets an Esterlmzy wat breedvoeriger weer te even. Want wat er waar is van de gebeurtenissen mals do j Daily News" die verhaalt, en waar- jpedo keizer Wilhelm, Casimir Périer, de Dnit- cbe gezant graaf von Munster, de oud-ministers upuy, üunotaux en generaal Mercier, generaal e Boisdeffie, kolonel von Schwaï tzkoppen, kolo- el Sandhetr, kolonel tlenry en majoor Ester- azy bekend heeten te zijn, wat er waar is ah die feiten, is voor ons niet te beoordeden, aar zeker is het dat de onverklaarbare woor- vvaarin Gasimir Périer zijn ontslag nam als *n reaiilent der Fransche Republiek, door het erhaal der dDaily News" heel wat begrijpelijker orden. Het strekt zich uit over het tijdperk tusschen U December 1891, de dng waarop Dreyfus j/eioordeeld werd, en 15 Januari 1895, toen Casimir-Périer altrad. De President gaf zijn ïesluit daartoe te kennen in een schrijven waarin |iet volgende voorkwam: »Het presidentschap der Republiek, ontbloot tan handeling en eontióh', kan slechts uit het rertrouwen des volks de zedelijke kiacht putten, ander welke het niets beteekent. liet is noch tan het verstand noch aan de rechtvaardigheid iftu Frankrijk dat ik twijfelmaar men i s si* in geslaagd, de p u b I i e k e o p i n i o Sip een dwaalspoor te brengen. Ik geef er inij niet aan over bet gewicht der op foij rustende zedelijke verantwooi(lelijkheid te pergelijken met de onmacht svaaitoe ik ;edoemd ben Wellicht zal ik, door mijn fcabt neer te leggen, hun plicht hebben gungewezen aan hen die te zorgen hebben voor di waardigheid van hut gezag en Nor den goeden naam vnrt Frankrijk sit de wereld." Oio woorden waren toen onverklaarbaar; naar zij ontsnappen niet langer aari ons be- iripsvermngen, wanneer wij ze in verband irengne met de zaak-Dreyfus en met de ont- mliingen der »Daily News", die hierop neer komen. In 't midden van December 1894 zond giaaf Ikm Munster, de Duitsche gezant te Parijs, aan DOOR S. W'ÓRIMIÖFFER. Hij wendde zich nu naar de liutten die bet eest aan gevaar waren blootgesteld, en beide [teren gingen van deur tot deur om de mou tten aan te sporen tot vertrekken. Stompzinnig ten mannen en vrouwen daarmet bleeke go- chten keken zij door de bloote ramen naar uiten naar liet woeden van den storm. In zoo'n eva\ kon men slechts de banden in den schoot eggen en afwachten wat God zou beschikken. Slechts weinige mensehen lieten zich bewegen ia woning te verruilen voor een tijdelijke toe lacht op Moldt. Een onbepaalde gewaarvvor- booide de anno drommels aan de plaats dio uu aardsche woonplaats uitmaakte. Die verla- R beteekendehaar opgeven en voor altijd ver ezen» Een treurige stoot klom met moeite den heu- el opvrouwen met kleine kinderen, grijsaards, en het leven, zooals altijd, het hoogste goed scheen; een troep gevangenen, met ketens n handen en voeten, die men naar de govan- nis in do stad bracht, wellicht niet alleen om voor den dood door verdrinking, maar ook den vreedzamen omtrek voor hun uitspattin- 11 te behoeden. Gendarmen in sterken getale «tA»»ajerar a^r.-ve 'rrvrrraga ~cx tcer-rs?* en den Keizer een uitvoeriz rapport over het proces-Dreyfus. Het rapport, dat aan den Keizer persoonlijk was gericht, werd afzonderlijk ge- cacheteerd maar met andere stukken aan den gewonen koerier van het gezantschap toever trouwd. Dezen weid het in den trein op Fransch grondgebied ontfutseld het werd gephotogra- feerd en weer in den zak van den koerier teruggebracht, zonder dat deze iets had gemeikt. Het spionage-bureau te Berlijn kwam eenigo dagen later te weten dat een photogiafie van het bewuste rapport op liet Fransche ministerie van oorlog beiustte; aan de authenticiteit viel niet te twijfelen en men begreep hoe men die phoiografie bad kunnen machtig worden. De Duitsche regeering gelastte graaf Munster terstond zijn paspooi t aan te vragen, daar het beginsel van exterritorialiteit geschonden was en die schending in het onderhavige geval beschouwd moest worden als een beleediging den Keizer persoonlijk aangedaan. liet moet een buitengewoon tooneel zijn ge weest dat toen, omstreeks 1 Januari 1895, op bet Elysée werd afgespeeld, Casimir-Périer, verbluft door de onverwachte mededeelingeri van den gezant en diens kalme, doch tevens besliste houding was buiten zich zelf. Hij bood veront schuldigingen aan en gaf er zijn woord van eer op als Hoofd van den Staat dat hij dergelijke handelingen afkeurde; hij beloofde van zijn autoriteit als President gebruik te znllen maken om een hei haling van dergelijke leiten te be letten. De gezant beloofde aan zjjn Keizer "het onder houd te zullen mededeelen en alles in'tweik te stellen, opdat het incident geen andere ge volgen zou hebben. Graaf Munster stelde een uitvoerig rapport op, zond dit aan den Keizei en het ging hiermede als met het rapport over het pioces-Dieyfus, Den I2den Januari 1895kwam graaf Munster iu den namiddag onverwacht op het Elysée en verklaarde aan Casimir-Périer dat Duibch- land om die nieuwe beleediging te wreken, lei stond zijn troepen zou beginnen te mobih- seeren, indien geen onverwijlde en voldoende satisfactie werd gegeven. IJet was een dramatisch tooneel. Aari de hevigste wanhoopten prooi wieip graaf Munster zich in een fauteuil en verweet Casimir Pei ier dat hij hem onteerd had in de oogen des Keizers, aan wien lij de plechtige belofte van den Presi dent had overgebracht Casimir-Périer zat naast den gezant, zóu ontdaan dal hij niet wist wat te aatvvooiden. De zoozeer gevleesde oorlog scheen niet te vermijden. Toen aarzelde de President met en bood den Keizer als satisfactie zijn ontslag aan. »Twee dagen later", besluit de »Daily News" deze eerste onthulling, a-cbreef Casimir-Peiim zijn ontslag-aanvrage. Het Fiansche publieij begreep de lettenen van dit aftreden niet. Thans weet men ze." begeleidden den troep. Uit Je rijen klonk wee- nen cn vloeken. „Herinner je jo nog?" vroeg Wolfram. „Zoo was het ook al eens in onze jongeusj.ueu." „Zeker. Toen kwam de springvloed ook 's nachts." „En liet water steeg in het huis van den do minee tot aan de zoldertrap. Ik zelf ben er met mijn vader in een schuit heen gevaren en heb de Assniann's allerlei gebracht waaraan zij gebrek hadden. Cecilia was twee jaar oud Ruth oen zuigeling." „Dio beide lieve, prachtige kinderen...Weet je wat ik een tijdlang hoopte en waarschijnlijk achtte, Erik?" „Neen!" antwoordde de aangesprokene kortaf, bijna afwerend. „Maar daar is Anton Gunther's huis, dat moeten wij nog bezoeken. Er brandt licht." „Gunther is op zee," antwoordde de baron. „Als het hem niet gelukt is ter rechter tijd liet strand te bereiken, ziet men hem wol nooit weer." Voor de blikken der beide lieeren lag een mas sief, uit gehouwen steen on baksteeuen opge bouwd huis met een plat dak, een klein, foraeh huis, met groot weerstandsvermogen, dat van boven omgeven was door een ijzeren hek. Een uitbouw van hetzelfde materiaal, in den vorm van een kompashuisje, bevond zich aan de zijdo der zee, terwijl de deur uitkwam op do dorps straat. Nu begon het daglicht weg te stervenbrul lend en loeiend sloeg het witte schuim op het strand; als hergen en dalen verschoven de gol ven, nu een» wegvloeiend, dan zich weer zoo Intinschen zijn de gemoederen in Frankrijk door het besluit van het niinisterie-lh isson tot kalmte gekomen. Nieuwe gebeurtenissen doen zich niet voor. Het is thans een tijdpcik vau lust en afwachting. Het is aan het Hof van Cassatie de zaak weder in een nieuwe phase te brengen. Voorloopig onderwerpt de procureiit'-genenm! Manau het dossier aan een nauwkeurig undoi- zoek, waarna hij het zal door/enden aan den president der Kamer voor strafzaken, den lieer Loevv. [Iet gerucht gaat in het Palms dat de piesident van het Hol Mazoiu zelf de openbare zitting der kamer van strafzaken zal piesuleercn. Wat Esteihazy betreft, schrijft de lieer Cony- beare in de Daily Clunnicle", naar aanleiding der zgn. bekentenis van den majoor in de Observer", dat liet hem bekend is hoe met name m het borderel genoemde stukken aan Von Schvvaitzkoppen zijn verkocht door Ester- hazy zelf. Deze verklaart dat zij in 1894 aan IJuitsehland zijn vei kocht. »Laat hij de volle waarheid zeggen", gaat Conybeare voort, »en hij zal bekennen dat hij alleen ze heeft verkocht met nog honderd zestig andere. Laat hij ook toegeven dat zijn diensten als spion, door von Schwarlzkoppen betaald met maandelijksche emolumenten van 2000 franc3tot de maand September van 1899 rijn voortgezet." Conybeare verzekert dat het borderel door Estorhazy uit volkomen vrijen wil weid ge schreven, en aan Von Sch wat Uk opperi gezonden; de concierge van den laatste onder-chepte hot document eu stelde het ter hand aan de Fransche autoriteiten of wol belastte deu agent Genest daarmede. Het borderel zou dus niet nop bevel" zijn geschreven maar het zou aantoonen dat Ester- liar.y spion in Duitschen dienst is geweest. Gisteren is den minister van justitie het rapport ter hand gesteld van den commissaris van politie over de afzetterij, waaraan de »bi ave majoor" zich tegenover zijn neef Christiaan heeft schuldig gemaakt. Omtrent zijn overeenkomst met den uitgevei Fayard, deelt deze aan een vertegenwoordiger der »Agence Nationale" mede, dat hij in het begin van dit jaar een contract had gesloten met Esteilmzy, waarbij de majoor zich vei- pliciitte tegen betaling van een honorarium van ongeveer tweehomleid duizend francs bij hem een boek te laten verschijnen getiteld: Achter de schermen van de Dreyfns-zaak." De voot- lede van het boek die de majoor hem had gezonden, was echter totaal ongeschikt geweest voor publicatie; onlangs was hem evenwel de spoedige toezending van hol eeisto hoofdstuk toegezegd. In ieder geval zou Fayai d zich kiacli- teriszijn contract verzetten tegeu iedere Fransche uitgave van JNterhazy betiellende de zaak- Dreyfus. In de iiTemps" beklaagt de marie van Villa- d'Avniy, de heer Gast, zich erover dat hij met bij kolonel Picquaul, zijn schoon broeder, is toe gelaten. Zelfs mocht do kolonel zijn zuster niet ontvangen. hoog als eeu huis opheffend, al« monsters die elkaar bestreden oin in een ontzettende omar ming te verstikken en te vergaan. Woest seha- teulen en krijsditen de meeuwen op de razende golven; over den diepsten afgrond eu de hoog ste koppen scheerden zij heen, al» ware het woeden der elementen een vermaak en de on- heilbreugonde storm hun liefste speelmakker. In het ijzeren huisje op liet dak verscheen een licht. De vlam boog wel een weinig, maat hield toch stand tegen den hevigen aanvalde wanden moesten dicht genoeg sluiten om lede ren. ook den sterksten indringer af te weren. De baron klopte aan de deur. en vervolgens traden beide mamien het huis binnen. Slechts twee kamers waien er, en in de voorste stond de ladder die naar het dak leidde. „Goeden avond, moeder Gunther," sprak de baron een oude vrouw, die hen tegemoetkwam, vriendelijk aan. „Wij wilden u vragen met ons naar liet kasteel te gaan. Het water zou tot hier toe kunnen stijgen." De oude vrouw schudde het hoofd. Zij was een magere, gespierde verschijning niet bruin vel er, dicht, ij-grauw haar; haar diepliggende oogen stonden kalm en onbevreesd; haar ldee- ding was even net als het geheele huis. „Ik dank de hoeren," zeido zij op bedaarden toon, „en ik heb ook al mijn twee kleinkinder- tjes aan de hoede van juffrouw lluth toever trouwd; en wat de koe eu de schapen aangaat, die zijn ook al in de stallen van Moldt voor het water beschermd. Maar ik zelf moet hier blij ven." „En waarom, moeder Katharina „Om tuiju zoon, mijnheer. Anton is buiten^ Belgische journalisten hebben gisteren tever geefs beproefd Lóón Bourgeois te interviewen. De mini-ter, die zich te Brussel bevond om do zitting van het congres van openbare kunst te sluiten, wilde niet liet minste loslaten; alleen gaf hij all zijn ineenmg tc kennen dat de opinie van liet buitenland over de zaak-Dreyfus geenzins, zooals beweerd is, kwaad heeft gedaan aan de revisie. Do nGaulois" heeft den minister van koloniën diens rneening gevraagd over Mareliand en de Fasiioda-quao.stie. Tromilot veikhuude dat men uit de vredelievende gezindheid en don wensch naar verzoening der Fransche regoering niet besluiten mag tot een politiek van pi ijsgovon. Tot nu toe hoeft men over de bezetting van Fa-hoda en do ontmoeting van Maicltand en Kitchener slechts één klok, de KngoEche, hooron luiden vooidat F'-aukrijk iets doet, inoet men de berich ten van Mareliand afwachten. Met de medfdöeling der Engels-olie depêche aan het Fransche ministerie van buitenland-die zaken zijn de diplomatieke stappen feitelijk ingeleid. Hier In Europa en met sun den Nijl moet de Fashoda-quaestie cn de daaraan ver bonden moeilijkheden geregeld worden, zetde de minixter. Do diplomatieke onderhandelingen konden echter eerst op doelmatige wijze worden geopend, wanneer Maichaml's lappmt aangekomen is. Tot Zoolang /ou de zaak moeten blijven rusten. Aan de bevelen die Mareliand vóór de laatste gebeurtenissen gezonden zijn, is overigens niets veinndeid. Jntu-sehen woidt aan de Figaio" een tele- giam uit Londen gezonden van dezen inbond: »Gij moet er op bedacht zijn dat dcEngelschc regeering zich zeer vastberaden zal toonen ten opzichte van Faslioda. en de di-cu-sie zal weigeren op het tenein van gelijke rechten van F.-arischon en Engelsclmn, daar Fa-hodu aan Egypte behooit. En tiet land steunt, blijkens de bladen, de regeer mg in baar rneening dat Mareliand zich moet terugtrekken en dat die terugtocht, na een onwettig v ooi uitrukken op Egyptisch gebied, niet de minste vergoeding billijkt. »In dit laatste opzicht gaat de Engel-clie pers wellicht verder dan de regeering. Toch is deze, steunende op de ondubbelzinnige verklaring van so- Ed want Giey in 1895, van oouleel dat Fiankrijk door Maiclmnd naar Eushoda te laten optrokken, een onviiemhchappelijke daad heeft gedaan, nadat het wat gewaai.-chuwd dat Enge land de aanwezigheid der Fiatwehe expeditie in liet Nyl-dal als een vei keerde houding zou beschouwen." Een nota in de stIVmps" maant tot voor zichtigheid, De Engelsche bladen beet liet daarin gaan vooit meer of minder tenden tieuze belichten te veispieideu over de gobeut- tenissen te Fushoda. De publieke opinie in Frankrijk kan niet kalm genoeg blijven, en zij op zeehij moet toch, wanneer hij in de duis ternis de landing-plaats zoekt, het licht op het dak -zien, niet waar?' De baiou schrikte. „Als hij dezen nacht thuis komt, moeder Katharina?" „Ja Drie dagen geleden is mijn arme jongen in zee gegaan ach, mijnheer, u kan u niet voorstellen, hoe zwaar het hem viel zoo voor de eerste maal na do begrafenis van zijn jonge vrouw weer weg te gaan. Anton huilde ids ecu kind." „Dat wil ik wel gelooven, moeder," troostte de baron haar goedmoedig. „Het is ongelukkig genoeg voor eten armen man; maar juist on dat hem die ciu-tige ramp heeft getruften, moet u toch uzelf trachten tc bewaren voor hem cn zijn kinderen. Kom met ons mee naar het kasteel De oude vrouw bleef bij haar weigering. „Mijn jongt li moet het licht zien," mijnheel- toen hij weg ging, vjotg hij mij er 0111. En bo vendien ja, dat kunnen de'hoeren niet be grijpen maar ik zou niet zoo iu veiligheid, zoo warm en beimgelijk willen zijn, tenvijï mijn zoon buiten met deu storm worstelt. Ik moet bij hem zijn, zoo veel ik kan." En noch Erik, noch Hans Adam verloren vor der een woordzij drukten do oude alleen zwij gend do hand. Mocht God haar in haar zware beproeving bijslaan 1 ,De floop is een flinke hoot, mijnheer," zeido zij nog tut afscheid. „Mijn Anton heeft haar reeds door ztxi inenigen storm gelukkig weer thuis gebracht." „Wij zullen liet beste hopen, moetjec Katha rina. Vaarwel1 Vaarwel 1" (IVVrdf vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1