52"'° jaargang.
Vrijdag 7 October 1898.
N°. 9749,
Tweede Blad.
Brieven uit Zwitserland
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
UITGEVER,H. J. C. ROELANTS.
Asohotksktbj»him voor Schiedam, per kwartaal 1 f0c90
omliggende plaatsen, p. kwart -1.05
franco per post, p. kwartaal. 1.30
Afeonderlijke nommera- 0.02
BÏ/HEA.U s 15 WTEïtSTSl AT 70, Teïepïsoon Mo. 123.
Abvebtboteepeïjs: van 1—5 gowono regels met inbo-
grip van ceno Courantf 0.52
Iedere gewone regel meoro.io
Bij abonnement wordt korting verleend.
;^TC3ES^J2ö»s»iKSMasE!apTOi!aEOTKaeESESSEBt5aE3aBn
gtaatsbcgrooilng £899.
Financiën.
Heer wordt aangevraagd f 1,613,217. ,.Meer"
wordt geraamd voor: lcosten van de Grootboe
ken der Nationale Schuld enz. f 1500, kosten
van 's Rijks schatkist ƒ15,000, kosten van ad
ministratie der directe belastingen enz. f 128,243
kosten van administratie van liet zegel enz.
ƒ181,810. Uitkeeringen, verschillende uitgaven
enz. 1,368,925. „Minder" voor kosten van het
muntwezen f 26,000, kosten der eerediensten
7000, kosten van den pensioenraad, pensioe
nen enz. f 49,261.
De postuitkeering aan de gemeenten, krach
tens de wet van 24 Mei 1897, geraamd op
12,190,000 zal bij suppletoir© begrooting zijn
te verhoogen mot een bedrag dat volgens de
beschikbare gegevens te ramen is op ongeveer
f 1,222,000.
In aanmerking genomen dat voor bet accres
der bevolking do bedoelde uitkeeringen aan do
gemeenten voor 1899 hooger moesten worden ge
raamd 148,000, dan blijft or, onafhankelijk
van de uitkeering aan de gemeenten, een meer
dere aanvraag van ƒ243,217 van welke som een
bedrag van 200,000 wordt aangevraagd ter
uitvoering van een bedijlringsplan,^dat verband
houdt met het maken van een nieuwe haven
voor Philippine en het aanleggen van een ka^
naai tusschen die gemeente en den Braakman.
Gelden worden aangevraagd voor vermeerde
ring van heb personeel en tralctemente-verhoo
gingen bij heb agentschap van liet ministerie
van financiën te Amsterdam, wegens toeneming
der werkzaamheden, die bij de invoering van de
Borgtochtenwet nog zullen vermeerderen; nl.
voor2 aan te stellen 2de klerken a 500 ieder
voor elk der beide adjunct-commiezen 150 meer
eu voor den lsten Merk 200 meer. Een bedrag
van 22000 wordt aangevraagd ten einde ook
in 1899 den aanmaak van muntbiljetten van
rameh-papier krachtig te kunnen voortzetten.
Een bedrag van 15,000 wordt geraamd tot
beveiliging tegen inbraak en brand van do gel
den en geldswaarden aan het Rijk toebekoorend
iu 16 betaalmeesterskantoren, daar in den loop
van 1899 de schildwachten voor die kantoren
zullen worden ingetrokken.
Als herinnering aan het jaar waarin H. M.
de Koningin de Regeering heeft aanvaard, zul
len een aantal gouden en zilveren standpennin
gen worden aangemunt met heb jaartal 1898.
Gelden worden aangevraagd voor de instelling
van een nieuwe inspectie der directe belastingen,
zoomede met het oog op de belangrijke toene
ming van de bevolking te 's-Gravenhage, voor
de instelling van een derde belastingkantoor,
beide te VGravenhago.
Ook zijn gelden aangevraagd voor een promo
tie van de ambtenaren van den waarborg en jle
belasting der gouden en zilveren werken. Het
aantal verificatem-s der 3e categorie wordt van
30 op 48 gebracht, terwijl heb aantal eommie-
zen-verificateurs van 165 tot 137 wordt vermin
derd. Wegens aanmerkelijke vergrooting van het
aantal commiezen, te Rotterdam met het oog op
P i 1 a t u s.
Met Hemelvaartsdag hadden wij vacantie, en
hebben toen dien dag waar genomen, om we
derom eonen kiemen tocht te maken. Met twaalf
personen zijn wij Woensdagmiddag naar den
Pilatus vertrokken.
Om kwart over tweeën gingen wij por spoor
tot Luzern. Daar was het mooi weêr, terwijl
wij met motregen waren weggegaan; omdat wij
in Luzern ruim drie kwartier tijd hadden, gin
gen wij do stad in om een en andor te bezich
tigen; wij brachten o. a. een bezoek aan het
bekende „Lowendenkmal".
Van Luzern gingen wij per stoomboot over
de Yicrvvaldstattersee naar Hergiswil. De Vier-
walstlittorsee heeft weder cene geheel andere
ldeur van water dan de Zürichersee. Het water
is donkerblauw on op enkoio plaatsen lichtgroen.
Als men heb afgebeeld zag, zon men niet kun
nen geloovon, dat zulk water werkelijk bestaat.
Het moer is prachtig mooi, mot de hoogo groene
bergen aan de oevers en do verspreide dorpjes.
In do verte lag Luzem in do zon. Het was een
tooveraclitig gezicht, wij hebben dus over het
meer een verrukkelijk tochtje van bijna een uur
gehad. In Hergiswil moesten wij ons nog van
etenswaren voor 's avonds en den volgenden
cle groote uitbreiding van de scheepvaarbbewe-
ging en de handelsinricktingen aldaar en ten
einde te gemoet be komen aan de klachten over
te veel diensturen van de ambtenaren der in
voerrechten is 20,000 meer uitgetrokken voor
toelagen aldaar en op enkele andere standplaat
sen.
Yoorgesteld wordt hst traktement van de ad-
sistent-deurvvaarders der directe belastingen te
Amsterdam, die langer dan 5 jaren in clienst
zijn, van ƒ800 tot 1200 te verhoogen.
Op oen belangrijke uitbreiding van het kan
toorpersoneel aan sommige directies en vele in
spectiën der directe belastingen is bij de begroo
ting gerekend.
Een regeling is iu overweging om de percents
gewijze beloomng der ontvangers te vervangen
door vast traktement en vaste vergoeding voor
bureaukosten. Het is de bedoeling de belooning
der rijksklerkeu voorbaan te regelen onafhanke
lijk van de bureaukosten der ontvangers.
Gelden zijn uitgetrokken voor verbouwing
van een woonhuis bij de kantoren van het
Grootboek te Amsterdam tot kantoren, enz.,
voor den dienst der belastingen, voor het in
richten van eene woning in het douanegebouw
to Vlissingen, voor veranderingen in heb belas
tinggebouw aan de Boompjes te Rotterdam;
voor het stichten van commiezen-woningen te
Glanerbragge eu te Veenebrugge, voor meerde
re huur van vaartuigen voor ambulant toezicht
op de Maas en voor huur van een stoomboot
voor buitengewoon toezicht op de Wester-
schelde.
Ter voorziening in do vacatures van 3 land
meters, zal in 1899 een examen worden gehou
den. Eveneens zullen examens worden gehou
den voor de betrekking van surnumerair der
registratie en domeinen en van landmeter en
adspirant-landmeter van heb kadaster.
l)e Haven te Scheveningen.
Een onzer Haagsche correspondenten, schrijft
ons:
Bij ons, Hollanders, is naar men zegt de
beurs de gevoelige plek. Het is ditmaal te hopen
dat dit werkelijk blijken zal als men bij de
Tweede Kamer en bij de Prov. Staten van Zuid-
Holland zal aankloppen om een crechet ten be
hoeve der Schevemngsche „Bommenhaven". Oa-
bekookter voorstel dan dit havenplan. is nooit
door den Haagschen gemeenteraad aangenomen.
Ik zou dit malle besluit, in Juni jl. genomen,
niet oprakelen, indien niet clozer dagen, een bro-
chuie 'fc licht had gezien, waarvan volgens het
titelblad de heer G, Benedictus, badgast, de
schrijver is.
Wie is do heer C. B. Ik weet 't heuscli
niet. Hij verklaart van zichzelf dat hij noch
reedor, nocli visscher of ingenieur is. Hij ont
werpt geon havenplannen, hij is noch Hage
naar, noch Schweninger, noch bekend in de
Maassteden (Vlaardingen en Maassluis), die zij
delings bij 't Scheveningsche havenplan betrok
ken zijn. Mogen wij dit alles als juist aannemen
dan zou hieruit volgen dat wij met 'b oordeel
van eeu onpartijdige te doen hebben. Hoe dit
zij, de schrijver maakt tal van bebarbigonswaai--
d© opmerkingen en daarom hopen wij dab ziju
betoog er toe mogo bijdragen om zoowel de
Staten-Generaal als Provinciaal te weerhouden
gelden too te staan voor een werk, dat mot
dag voorzien.: voor een Hollander zoude hot
wel aardig zijn. geweest, ons toen eens onderweg
te hebben geziendon bergstok onder den arm,
in de esne hand een broodje en in do andere
een worst, waarvan, natuurlijk om beurten een
hap werd genomenzoo uitgerust begonnen wij
onzen tocht..
Het was een prachtige natuur, de weg was
wel zeer slecht, maar daartentegon dc omstre
ken en het uitzicht op heb meer overheerlijk.
Na ceno flinke mooie wandeling van een kleine
twee uur hadden wij het punt bereikt, waar wij
overnachten zouden, het was toen ongeveer acht
uur. Wij waren toen op ruim 1200 Meter, en
vonden daar de op de kaart aangegeven hutten.
Na wat gegeten te hebben, worden wij inge
kwartierd boven een koestal.
Veel hebben wij niet geslapen, want wij wer
den erg gehinderd door de bellen van diverse
koeien en geiten. Die beesten lieten ons geen
oogenblik rust. Nu en dan was alles stil en dan
plotseling begon zich een der beestjes zeker
„met permissie" oven te krabben, want clan be
gon hot gebel met vernieuwde woede, waarop
dan de een of ander riep„O hemel, daar is de
melkboer al" waarna natuurlijk de meeston in
een lach schoten en allen weer waldcer waren.
Onder al die bedrijven werd het eindelijk 4 urn-,
zoodat wij op moesten.
Buiten komend© deed zich een buitengewoon
slechts nutteloos, maar zelfs schadelijk te ach
ten is.
Heb is verklaarbaar dat sommigen, velen zelfs,
als zij voor de Mus gesteld worden tusschen de
belangen van liet „visschersdorp" en van do
„badplaats" Scheveningen aan eerstgenoemde
den voorrang toekennon. Maar onverldaarbaar
is 't, dat men voor veel geld iets zal gaan ma
ken dat de belangen der badplaats rechtstreeks
bedreigt zonder die van het visscbersclorp ook
maar eenigszms te chonen. De bommonhaven is
een onding, dit weten de Schovemngers zeer
goed, zijzeiven hebben 't bovendien jarenlang
luidkeel» verklaard, van zulle lapwerk wilden zij
vroeger niet hooien, alleen een haven van flinke
diepte, cho zoowel voor laelschepen als stoom-
booten toegankelijk wezen zou, kon cle belangen
der visscherij bevredigen.
Maar zij zijn een ander liedje gaan zingen,
toen zij begrepen dat zij dit doel slechts langs
een omweg konden bereiken. De hoogero kos
ten voor de haven zelf waren zoo erg niet, maar
wèl erg was do eisch van het dop. van oorlog
dat een „diepe" haven noodwendig door een
fort van modernen houw on omvang zou moeten
beschermd worden. Dat fort was reeds dadelijk
een millioenenlcwostie.
En nog zwaarder woog de bedenking dat men
door den bouw van een fort aan den Haag heb
onschatbaar voordeel ontnemen zou een „open"
stad te zijn. Een fort te Scheveningen geeft aan
een eventueelen vijand het recht met slechts dat
fort, maar ook den Haag te bombardeoren. Het
is natuurlijk krankzinnig zulk een bevoorrechte
positie op te offeren, dubbel krankzinnig waar
men hierdoor den Haag als zetel der Hoogo
Regeering in oorlogstijd wellicht onhoudbaar
maakt.
En daarom stelde men te Scheveningen zijn
eisehen allengs lager. Men veiklaarde zich inet
de bommenhaven, vroeger voor lapwerk en erger
dan dit uitgekreten, tevreden, natuurlijk met
de stille hoop dab, dit eenmaal verkregen zijnde
en geheel onvoldoende blijkende, heb grootere
werk toch ondernomen zou worden om cle uit
gegeven nullioenon met geheel nutteloos te doen
zijn. Nu heeft de Haagsche gemeenteraad het
sluwe plan niet doorzien of althans, tub kiezers
vrees, niet verijdeld, maar gelukkig is Ilijkshulp
mede nog noodig voor den aanleg der „buitcn"-
haven en bovendien wordt van do Provincie een
subsidie gevraagd en dit laatste is evenmin als
heb veel aanzienlijker crediob, van don Staat ge
vraagd, tob dusver gevoteerd.
"Wie nu onze staatsbegroobing ook maar vluch
tig doorloopt, komt terstond tot de conclusie
dat het met de landsfmanciëu allerminst schit
terend staat. Iedereen weet bovendien dat vele
milhoenen eerlang zullen noodig zijn om ook
zelfs maar een deel van de sociale ontwerpen
der regeenng le kunnen uitvoeren. In deze om
standigheden mag men nog wel hopen dat on
danks pressie en manoeuvres van vel© zijden de
benoodigde sommen niet zullen verleend wor
den.
Op verdienstelijke wijze toont cle heer B. aan
hoe weinig de argumenten van cle Schevening
sche havencommissie met clo werkelijkheid stroo-
ken. De sbrandmuur, door de gemeente ge
bouwd en de hoofden, welke Delfland deed aan
leggen, beide na den geweldigen Decemberstorm
van 1894, hebben do Schoveningsclie vissehers
schouwspel voor. Ongeveer twee honderd meter
beneden ons was een chchlo wolkenmassa saam-
gepakt, die een geheel nevelmeer vormde, waar
boven de toppen der bergen als ontelbare eilan
den uitstaken. Het laat zich begrijpen dat men
zoo lots moot gezien hebben, om zich daar eeno
voorstelling van te kunnen maken. Is er zoo'n
nevelmeer, dan rijden verscheidene extra trei
nen, om heb groot aantal toeschouwers naar
hoog gelegen punten te brengen. Om half zes
gingen wij op weg. Spoedig begonnen wij m cle
sneeuw to komen, die nog tamelijk laag lag.
Verscheidene onzer, die nog nimer eenon berg
tocht mede gemaakt hadden, waren wel bang
oin over zoo'n schuinliggcn'd sneeuwveld te loo-
pen, niettegenstaande men slechts in dc voet
stappen van den voorman te volgen heeft. Ge
vaar bestaat op zulk eenen tocht niet, als men
bij oventueelo uitglijding maar nooit zijne stok
loslaat, en dit is nu iets wat de meostea verge
ten. Bij eon gezamenlijken borgtocht heeft éón
de leiding; van dezen hangt natuurlijk veel af,
hij moet de voetsporen maken, den weg kiezen
enz.
Hoe hooger wij kwamen, des to dikker lag
do sneeuw. Op pl. m, 1600 meter gingen wij
over een groot sneeuwveld 'at naar een hotel
voert op pl. in. 1700 meter. Yan daar af ging
het langs een steilen rotswand naar boven.
Om 10 uur hadden wij den top bereikt, daij
in hun bedrijf zwaar getroffen, aldus wordt
verzekerd. Maar reeds iu het verslag van hot
College voor de Zeevisscherij van 't jaar 1883
staat: „de reeclors van Schoveningen gaan er
meer en meer toe over den haring, met hun
plathoomvaartuigen bemachtigd, rechtstreeks
naar Ylaarelingen to brengen". Dit is natuurlijk,
waar cle bommen voor do haringvangst tegen
woordig te groot en te zwaar zijn om met hun
lading zooals vroeger op hot strand te loopen.
Sedert 'S3 is dat „havenen" to Ylaardingon of
te Maassluis nog vrij wat gebruikelijker gewor
den, terwijl bovendien heb aantal kiclschepcn,
do zgn loggers, (voor welke de bommenhaven,
als zij tot stand komt, geheel onbruikbaar is)
steeds toeneemt en eindigen zal mot de ver
ouderde bommen geheel te overvleugelen. In
1882 bezat Scheveningen 195 hommen en 19
loggers, thans bezit Scheveningen 228 bommen
eu 82 loggers. Alzoo meer dan het viervoud
van cle loggers tegenover een slechts geringe ver
meerdering der bommen.
Dat de haven-commissie zulke cijfers ver
zwijgt is begrijpelijk, maar erger is dat do cij
fers, die zij wel geeft, onbetrouwbaar zijn. Zij
schreef dato 28 Mei 1898 aan don gemeenteraad
dat de onkosten voor eon bom met ladiug van
400 tonnen, to Vlaai-dingen binnenkomende om
den haring te verkoopen, gemiddeld ƒ824 per
jaar bedragen, toiwijl deze kosten te Schovenin
gen slechts 438 zijn, alzoo een verschil van
386, makende voor de 230 te Scheveningen
thuis bchoorende bommen een verschil van
„ruim anderhalve ton" gouds.
Indien wij nu die cijfers van onkosten voor
waar aannemen dan leert ons echter do eenvou
dige vermenigvuldiging van 386 met 230 dat
de schade zou bedragen niet ruim 14 ton gouds
maar slechts ƒ88,780, zoodafc de commissie
hierbij de kleine vergissing van 62,000"
maakt. Maar ook de betrouwbaarheid dier on-
kosten-rekening wordt door den lieer B. geheel
omvergostooten, waar hij in bijzonderheden aan
toont welke groote verschillen er bestaan in do
wijze waarop men te Vlaardingen on te Sche
veningen zijn lading haring van de hand zet,
verschillen die op cle onkostenrekening grooten
invloed hebben. Men leze de brochure om te
weten „lioe" de commissie aan haar cijfers komt
en hoe groot de onjuistheid dier cijfers door do
gebezigde kunstmiddeltjes zijn moet.
De zinledige beworino- dat ook de bloeiende
Scheveningsche nettenfabricago ten ondergang
gedoemd is, als er geen haven komt, wordt
mede aan de kaak gesteld. Voor een nettenfa-
briek is „land" noodig, geschikt terrein om net
ten te drogen, te „zonnen" enz., terrein als de
Scheveningsche duinen of wel als de heide, ge
lijk nabij Goor, waar ook een bloeiende netten-
fabricage is. En niemand rekent toch Goor tot
de havenplaatsen.
De schrijver eindigt met een „Caveant Con-
sules". Het is inderdaad zaak dat men waak
zaam zij. De Scheveningsche agitators hebben
den gemeenteraad dor Residentie mcdegesleept
tot een besluit, dat voor de badplaats Scheve
ningen gevaarlijk en voor den Haag noodlottig
worden kan. Moge de Provincie zich niet laten
misleiden om door een subsidie van tonnen do
zaak harerzijds te steunen. En moge vooral de
volksvertegenwoordiging zorgen dat 's lands geld
niet verkwist wordt aan een schadelijk work,
wil zeggen bet HOtel „Pilatuskulna" op 2070
meter. Wij gingen, om tot het hotel te komen,
door een tunnel die in de sneeuw was gegraven.
Dezo lag hier nog van 3 tot 5 meter hoog.
Na eerst den top de „Esel" 2123 M. nog be
klommen te hebben, gingen wij met cle helft
van ons gezelschap de anderen bleven in heb
hotel naar een anderen top, de „Tamlishorn"
2133 M. De weg, die met eon hek was afge
schoten, liep langs steile rotsen, dio tot op 300
a 400 M., soms nog meer, recht naar beneden
liepen. Nu eu dan als de nevel weg trok, had
den wij een prachtig gezicht.
Om 12 uur waren wij bij do anderen terug.
Daarna namen wij don terugtocht weer aan, eu
wel langs den anderen kant. Bovenaan begon
nen wij to „rutschen", dat natuurlijk cloor som
migen met eou benauwd gezicht gedaan werd.
Maar, benauwd of niet, allen kregen in heb
eind de kunst goed te pakken. Zoo kwamen wij
eindelijk weer beneden terug. Wij namen do
boot weer naar Luzem en welgemoed te half
elf 's avonds stapten wij Zürich weer binnen,
in een photographic, die wij onderweg hadden
laten maken, de herinnering bewarend aan dit
heerlijke bcrgtochtje.