52"° jaargang
Dinsdag1 25 October 1898.
N°. 9764.
DE GELDDUIVEL.
mf /ïMèzL
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
UITGEVERTlOrcrROELANTS.
MEMORIE VAN ANTWOORD
BUITENLAND.
'tsMM
GOURJil'
iBOirsaMENTsiiujg voor Schiedam, per kwartaal
omliggende plaatsen, p. kwart.
franco por post, p. kwartaal.
Afzonderlijke nommeru.
1 0-.90
- 1.05
- 1.30
- 0.02
BUREAU; BOTEJaS'ïJItAA'ff ÏO, Teïcjjhoom Wc. 123.
Advertentieprijs: van 1—5 gewono regels met inbe
grip van eeno Courantf 0.52
Iedere gewone ïegel mooro.fo
Bij abonnement wordt korting verleend.
van Burgemeester en W et li ouders
op het verslag van het onder
zoek der gemeent e-b e g r o o-
ting voor 1899 inde af-
deelingen uit den
gemeenteraad.
Vervolg.)
Uitgnven,
Hoofdstuk III.
Volgn. 107. Onderhoud van huizen, torens,
poorten en dergelijke.
De toestand van de glazen dakbedekking
der koopmansbeurs laat ontegenzeggelijk veel
te wenschen over. Door de gebroken ruiten
telkens zoodra mogelijk door nieuwe te doen
vervangen, zullen we trachten aan de bezwa-
ien van tocht en lekkage zooveel mogelijk tege
moet te komen.
Afdoende verbetering is alleen te verkrijgen
door het maken van een geheel nieuwe bedek
king. De aanzienlijke kosten daaraan vei bonden,
houden ons terug daartoe het voorstel te doen.
De noodzakelijkheid van wijziging in de
plaatsing en de inrichting van het urinoir in
dat gebouw komt ons niet dringend voor.
Volg, 408. Dag- en weekgelden der weik-
lieden en bedienden in dienst der gemeente,
mitsgaders, verdere kosten der fabricage.
Het bedrog voor het onderdeel van dezen post
sDiverse dag- en weekgelden", thans op de
begrooting voorkomende, is overeenkomende
roet dat hetwelk hiervoor in vorige jaren (1S9G,
1897) werd uitgetrokken. Voor het jaar'1898
werd een geringer bedrag geiaamd bij het
vermoeden, dat de inrichting van den gemeente
lijken reinigingsdienst zulks zou toelatende.
noodzakelijkheid van het behoud van liet vroeger
gestelde bedrag is echter gebleken.
De post van f 650.voor bet aanschaffen
van materialen ten behoeve van andeie ge
meentelijke diensten, is uitgetrokken, omdat ten
behoeve van deze diensteu meer en meer ge
bruik wordt gemaakt van de voorraden en
magazijngoederen door den dienst der gemeente
werken bij openbare aanbesteding ingeslagen
Er is hier dus geen verhooging van uitgaven
voor de gemeente, maar slechts een zuiverder
aanduiding van het doel, waarvoor de gelden
worden besteed,
In plaats van aan verschillende leveranciers
woidt thans door de Gasfabriek enz. aan de
Gemeente uitbetaald. Dit vormt een post van
inkomsten staande tegenover het bedrag van
f650,— hier uitgetrokken.
Volgn. 112. Kosten ter zake van bet innen
van renten wegens inschrijvingen op de groot
boeken der nationale schuld.
We erkennen gaarne dat deze post wel wat
hoog geraamd is.
Volgn. 113. Erfpaehtsrecht.
De toelichting tot dezen post behoeft nog de
aessasfi 'm-ww—
'DOOR
S. WÖRISIIÖFFEP.
41)
„Peter had maar twee glazen bier gedron
ken j hij weet alles wat er met hem gebeurd is.'
„Jawel, dat is gemakkelijk to zeggen. Maar
alle heksen ter wereld zouden mij toch geen dub
belen kroon uit den zak tooveren."
Terwijl de mannen op die wijzo hun hart
lucht gaven, had het kleine Hongaarsche paard
den weg om het meer in vliegende vaart afge
legd, on nu zag Anna BurHin de equipage van
Moldt op den straatweg aankomen. In langza-
men stap reed zij or naar toe. Voordat Itutli
bedacht kon zijn op deze overvalling, keek Anna
reeds met een onbeschaamden blik in het rijtuig.
„Noem mij niet kwalijk, juffrouw Assmanti,
riep zij uit. „Maar ik kon niet vermoeden dat
u eenig leed kon wedervaren. U weent f"
Heb jonge meisje wischte haar oogen af.
„Mijn zustor is zeer ziek," antwoordde zij ont
wijkend.
„De barones 1 Maai' ik heb toch den baron
gisteravond nog in do hoofdstad gezien. Hij
scheen zeer opgeruimd to zijn."
Als geëlectiiseei'd richtte Ilntli zich op.
sileeft u mijn zwager gezien, mevrouw Buik-
lin? Weet u dat goed?"
„Dat zou ik denken. Maar waarom is u aan
do wetenschap van dat feit zooveel gelegen, juf
frouw Assmann Er zijn toch op Moldt, naar
volgende aanvulling, waardoor zijne verhooging
met f20.duidelijk zal worden »en overeen-
skomstig akte dd. 20 April 1898, voor oene
oppervlakte van de rivier de Nieuwe Maas,
ïvóor de gemeente, ter grootte van 40 A,"
ïOok deze betaling moet geschieden telken
sjare op 1 Mei, te beginnen 1 Mei '1897, en
>voor 't eerst te betalen 1 Mei 1898, en wel
svan 18981902 f20.per jaar,
ïvan 19031907 -40.— per jaar,
ïvan 19081926 - 80.— per jaar."
Hoofdstuk V,
Volgn. 120. Onkosten voor nacht- en stille
wachten.
Bij ons College is in overweging of de onder
het onderdeel van dezen post wedde van den
torenwachtei" uitgetrokken gelden, voor liet
doel waartoe zij moeten dienen met op andere
meer nuttiger wijze, kunnen vvoiden besteed.
Zoolang hieromtrent niet beslist is achten
we het wenschelijk den post te behouden.
Hoofdstuk VJ,
Volgn. '138. Kosten van den reinigingsdienst,
liet antwoord, dat in de le afdeeling reeds
gegeven werd op de in die afdeeling gedane
vraagswaar de opbrengst van dezen dienst
vei antwoordt wordt", is juist.
Op de vraag van een lid der 2e afd. omtrent
verhooging van de loonen der mindere werk
lieden, kunnen we mededeelen, dat die loonen
in dit jaar reeds tweemaal verhoogd zijn, eerst
van f7.op f 7.50, daarna van f 7.50 op f 8
en dat bij de Commissie voor den reinigings
dienst het voornemen bestaat die loonen, binnen
de grenzen door den Raad gesteld, geleidelijk
wellicht weder in het volgende jaar te
verbeteren.
Bij het in dienst treden van nieuwe werk
lieden wordt aanvankelijk f7.--, iu\3 maanden
bij voldoenden dienstijver f7.50 en na 6 maan
den als voren f 8.per week toegekend.
Met betrekking tot den uitgesproken wen°cli
tot aanschaffing van een paar flinke sproei
wagens verwijzen wij naar liet door ons aan
gevoerde onder volgn, 96.
Hoofdstuk IX,
Volgn. 167. Rente van de bijzondere geld-
leeningen.
Ter wille der duidelijkheid komt liet ook
ons gewenscht voor dat uit de omseh rij ving
van de geldleening, vermeld sub 3 van dezen
post, blijkt dat met deze leening ïdie" bedoeld
wordt, welke nog in dit jaar zal worden aan
gegaan.
Inkomsten.
Hoofdstuk I.
Volgn. 1. De mededeeling van de Voorzitters
der afdeelingen, dat nu de teruggaaf van
18000.ter zake vau liet te kort in de
gemeentekas, onlangs heeft plaats gehad en dus
ten bate van den dienst van 1898 komt, de
f8000,onder volgn. 47 moeten vervallen,
ik wil hopen, geen familietwisten voorgeko
men?"
Ruth vond eigenlijk die vraag onbegrijpelijk
onbescheiden, en zoo behandelde zij dio ook.
„Hoe komt u op zoo'n gedachte, mevrouw
Burklin
„Omdat u met zoo blijkbare verrukking hoor
de dat de baron neem mij niet kwalijk
nog loeft. Dacht u aan een. ongeluk, juffrouw
Assmann?"
Ruth liet haar kalmen, roinen blik rusten
op liet spottend lachende gelaat der andere. „Ik
vrees dat ik u ophoud, mevrouw Burklin. Goe
den dag."
„Terwijl u toch zoo erg graag iets naders had
willen hooren van mijn ontmoeting mot den
baron, niet waar?"
„Volstrekt niet, mevrouw."
„Werkelijk niet? Nu, misschien is ook het
hecle verhaal maar een fabeltje. Ik ben niet
eens in de hoofdstad geweest.'
Eu met een sclmlten lach wierp zij haar paai <3
om. „Goeden dag, juffrouw Assmann. Jk beveel
mij in uw verdere welwillendheid aan.
Het rijtuig reed verder, on Ruth droogde
haar tranen. Een onaangename ontmoeting!
Zou de zoo vreemd uittartend optredende
dame werkelijk Hans Adam ontmoet hebben
Maar in ieder goval dacht Ruth er geen
oogenblik aan dat bij vrijwillig den dood zou
hebben gezocht.
„Hij scheen in opgeruimde stemming te zijn.
had mevrouw Burklm gezegd. „In opgeruimde
stemming," terwijl Cecilia, bijna vau angst stierf.
Het was of het jonge meisje Erik's minack-
en ons College daarentegen uit den dlonst van
1898 wenscht te beschikken over een gelijk
bedrag ten bate der begrooting voor 1899,
wordt door ons voor zooveel noodig hier
bevestigd.
Met het denkbeeld van een lid der le afd.
om liever de onvootziene uitgaven voor 1899
met 18000.te verminderen, kunnen we ons
hoezeer zelf in beginsel gekant tegen het
beschikken over een gedeelte van het svermoe-
delijk" batig slot eener rekening in dit bij
zonder geval niet vereenigen.
Waar het hiervoor genoemde te kort in de
gemeentekas door groote bezuiniging in der tijd
geheel gedekt is kunnen worden door de »ge-
wono" inkomsten, zien we er niet alleen geen
bezwaar in, doch achten het zelfs rationeel, de
gemelde ontvangst van f8000.— als gewone
inkomsten te beschouwen en te besteden voor
wei ken die reeds lang uitvoering eischten, doch
waarvoor tot dusver, ook als gevolg van de
aangevoerde bezuiniging, de noodige gelden
ontbraken.
Onder volgn. 100 werd door ons aan ge
noemde f 8000.dan ook reeds eene bestem
ming gegeven.
IIoornsTUK II.
Afdeeling I.
Volgn. 2. 40 Opcenten op de hoofdsom der
belasting op de gebouwde eigendommen.
Ous oordeel over het al of niet onbillijke
dezer belasting .wenschen we op ie schorten
tot na afloop der nieuwe schatting van de
huurwaarde dier eigendommen.
Zoodra die taxatie bekend zal zjjn, willen we
gaarne overwegen of de billijkheid gebiedt, bij
mogelijke belasting-bezuiniging, de genoemde
belasting daarvoor allereerst >n aanmerking te
doen komen.
Afdeeling II.
Volgn. 5. Uilkeeiing van het Rijk overeen
komstig de nrtt. 1 en 2 der wet van den 24n
Mei 1897 (Stbi. no. 156.)
De veYïnelding dut het hoofdgeld f 2 95 be
draagt berust werkelijk op eene vergissing.
Zooals terecht is opgemerkt, en trouwens ook
uit het vermoedelijk bevolkingscijfer in verband
met liet uitgetrokken totaalcijfer van den post
blijkt, beloopt de uitkeering f 3.06 k per in
woner.
Afdeeling III.
Volgn. 7. Plaatselijke directe belasting naar
het inkomen.
Als antwoord op de verschillende vragen en
opmerkingen, waartoe de bespreking van dezen
post in de afdeelingen heeft geleid, verwijzen
wij naar bet door ons hiervóór medegedeelde
naar aanleiding van de in de afdeelingen ge
voerde salgemeene beschouwingen."
{Slot volgt).
tend schouderophalen zag, of zij heon nogmaals
hoorde zeggen„Misschien is Hans Adam op
dit oogenbhk wel een uitstapje aan 't maken."
Had hij niet inderdaad golijk?
En Ruth zuchttediep.
Thuis gekomen het zij eerst een uurtje voorbij
gaan, voordat zij, kalmer geworden, zich naai
de kamer harer zuster begaf.
„Geen beslicht, Cilli?"
Een hoofdschudden was het antwoord.
„Bhjf bij me, Ruth1 Wat zeide Wolfram je?"
nHjj wil zelf naai' de stad rijden, Cilli; je
moest je volstrekt met ongerust maken."
De jonge vrouw sloot de oogenhot werd zóó
stil in het vertrek dat men duidelijk hot gonzen
van een enkele verlate vli-g kon hooren.
Denzelfden dag reisdo Hans Adam 's avonds
van do hoofdstad rechtstreeks naar huis. Hij
had een coupé voor zich alleen genomen dat
was een van zijn bijzondere liefhebberijen
en nu lag hij met halfgesloten oogen -in den
hoek van hot coupé en rekende.
Zóóveel hiervoor en zóóveel daarvoor maar
wat deed het or toe, de vijfhonderd thalers dio
hij voor dezo reis van huis had medegenomen,
waren wog; dat stond volkomen vast. Waarom
dus er eerst nog lang over na to denken waar ze
gevlogen waren? "Vleugels hebben nu eenmaal
toch alle geldstukkendat wist niemand beter
dan hij. Bovendien lag er ook zooveel rampzaligs
vóór hem, dat heb waarlijk zelfmoordend werk
zou zijn geweest, nog bovendien voorbijgogano
zorg door een loep te bekijken.
En de baron sloot zijn oogen en sliep vast
Algemeen overzicht.
Schiedam, 24 October 1898.
Allengs heeft het geschil tusschen Engeland
en Frankrijk over Fashoda zulke ernstige afme
tingen aangenomen dat het alle andeie quaesties
verdringt.
Er is genoeg dat deze week de belangstelling
eischt op het gebied van buitenlandsche aan
gelegenheden. In Frankrijk: het bijeenkomen
der Kamers, en de behandeling der herziening
van het proces-Dieyfus; in Duitsehlandde
verkiezingen voor den Pruisischen Landdag; in
Engeland: de vervroegde ministerraad, die, vol
gens de >Press Association", vermoedelijk
Woensdag wordt gehouden; in het Oosten: de
ontruiming van Kreta. En middelerwijl is in
Spanje een ministerieelo crisis op te lossen,
vraagt keizer Wilhelm's Oostersche reis de aan
dacht, om van minder belangrijke feiten niet
eens te gewagen.
Maar noch de Fransclie Kamerzitting van
morgen, en wat er wellicht op de Place de la
Concorde zal gebeuren, noch de zitting van
Donderdag en Vrijdag van het Hof van Cassatie,
zijn zoo de aandacht waard als liet Fashoda-
vraagstuk.
Want hoe men het ook trachtc te loochenen,
het valt niet te ontkennen dat aan weeiszijden
van het Kanaal de toon steeds scherper en
vijandiger wordt. Zóó gespannen is de toestand
dat het ministei ie-Bi isson of althans de minister
president zelf, wanneer het Diosdng den strijd
zal moeten aanbinden tegen cesarisme, anti-
semietisme alsmede tegen de d»or de prefecten
verplaatsingen verbitterde gematigde republi
keinen, misschien alleen in het bewind zal worden
gehandhaafd, omdat met het oog op het ge
schil niet Engeland een kabinetscrisis al zeer
ongelegen zou komen.
Met meer reden mag dit gezegd worden,
nu het aangekondigde geelboek, dat gisteien
verschenen is, een zoo gunstig getuigenis aflegt
van het diplomatiek beleid van den minister
van buitenlandsche zaken Delcassé.
Het geelboek bevat 37 stukken, beginnende
met de tusschen Ilanotaux en sir Edmond
Monson, den Britsehen gezant, in het laatst
van 1897 gewisselde stukken. De voornaamste
punten uit het geelboek zullen wij kortelings
aanstippen.
In 't laatst van '97 antwoord e Monson op
een voorstel om Frankrijk's rechten op de
noordelijke en oostelijke oevers van bet Tschad-
meor te erkennen, dat volgens een vroegere
verklaring van sir Edward Grey (onder lord
Roseberry minister van buitenlandsche zaken)
Engeland nooit zal goedkeuren dat een andere
mogendheid een positie aan den Nijl inneemt.
Ilanotaux antwoordde hierop met een vroeger
reeds gemaakt voorbehoud te herhalen.
totdat hij moest uitstappen, cn nu eenzaam in
de doodstille, donkere straten der kleine stad
stond. Zijn zoekende blik vloog over het plein
vóór het station.
„Geen rijtuig!" Dat was het juist wat hij
vvenschto.
Zijn handkoffer bleef bij den portier in bewa
ring, en Hans Adam ging met haastige schreden
de straten langs. Nu zuchtte hij zijn sigaar
vloog over het plaveisel, en zijn jaskraag ging
omhoog
Een koude, onaangename, gure nacht.
Nu kwamen de laatst©, afzonderlijk staande
huizon en ©ven verder het allerlaatste, een klom
huis tegen de helling van den heuvel aan, ter
breedte van slechts vier vensters met een dak
venster, maar begroeid meteen dicht, groen weef
sel en beschaduwd door overoude "hoornen. Ver
welkt© bladeren ritselden onder de voetstappon
achter de heg hieven asters en stamrozen haar
laatste kleurige bloemen omhoog.
Hans Adam strekte de. hand uit; maar na.
een oogenbhk liet hij haar weer zinken. Zou hij
werkelijk Hoppen?
Daar blafte bimion een hond en vloog tegen
do deur aan. Het was Tiberius, de ulmerdog,
dien hij zelf had grootgebracht. Het beest her
kende hem; het moost door zijn springen en
zijn geblaf heb geheele huis wakker maken,
„Koest, Tiberius, koest!"
Boven in het huis ging een raam open.
„Is hier iemand van Moldt?"
„Jawel, Willibald! Zeg, doe eens open?"
„Hans Adam! Ben jij het, Hans?"
Wvrdt 'vervolad.)