fr' f 52"° jaargang. Zondag30 én Maandag 31 October 1898. N°. 9769. P-' Tweede Blad. •V t Keizer Napoleon V Van vrouwen en mannen. 1- w' w Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H.~J. C. RQELANTS. w 4 'V r A; f Ir r ii BUITENLAND. i h* M>1 $1 V** kr Aboswsmmtsmujs voor Schiedam, pet kwartaal 1 f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAUBOTERSTRAAT 70, Tcleplioon No. 123. Ar.TERTKNTiEi'P.us: van 1—5 gawono regels met inbe grip van acne Courantf 0.52 Iedere gcwono regel meero.lO Bij abonnement wordt korting verleend. Mw t \:*r s V. fc*»' j nr K' «V' - *4 F Heb zou dwaas zijn fco beweren dab Rusland erg trotsch is op zijn. bondgenoot. Het kan in .Rusland zeker, evenmin als elders ter wereld, ■een aangenamen indruk maken dat Frankrijk bij machte is noch de geheele Dreyfus-zaak op ,'een of andere wijze van de baan te schuiven noch die ernstig en eerlijk onder de oogen te zien, en er zoo een eind aan te maken.Men krijgt den indruk dat de regeering der Republiek geen kans heeft gezien alle stuwende krachten in cén 'richting te leiden, zoodab voortdurend heb ge vaar bestaat van door plotselinge gebeurtenis sen ven-ast te worden. Dit rekenen met onbokendo grootheden heeft jets verontmstends, en al denkt de publieke opinie er in Rusland niet aan, alle wenschen van den licht-prikkelbaren bondgenoot to deelon on vooral zich bijzonder warm te maken voor den lievelingswensch der Franschon, de „i-evancho", zou men toch, om zelf gerust te kunnen zijn, er op willen vertrouwen dab ook de bondgenoot rustig en bedaard is. Maar dit bewustzijn ontbreekt, en evenzoo woj'dt het vertrouwen gemist, dab men tot nu toe koesterde in de kracht van den bondgenoot. Wanneer een generale staf zijn schild zoo slecht voor smetten weet te bewaren als de Fransoho wanneer voortdurend een militair moreel pana ma dreigt, dab feitelijk voor het Tweevoudig Verhond van veel meer beteokenis is dar. ver scheidene financieele panama's, dan schijnt Rus land veel meer de gevende partij te zijn dan gezond staatsmansbeleid wel goed kan keuren. Geen. wonder, dab de ontwikkeling der din gen in Frankrijk in Russische kringen aan dachtig wordt gadegeslagen. Daarbij komt nog een overweging. Indien Frankrijk na 3 870 niet een republiek was geworden, dan zou het bond genootschap zeker veel vroep-er gesloten on zijn diensten bewezen hebben. De republiek heeft slechts scheidend gewerkt en de toenadering vertraagd; de monarchie zou haar verhaast en bovendien Frankrijk's waai-de als bondgenoot ■verhoogd hebben. Tegenover do ruggemergste- ring waaraan Frankrijk tegenwoordig lijdt, komt de monarchie, die ook maatschappelijk in Frankrijk zeer goed thuis zou zijn, veel gun stiger uit. Do bodem is in Frankrijk welbereidwie zal de man der toekomst zijn? Dit waagt men zich ook te St. Petersburg af, en menigeen wijst geheimzinnig naar het Westen, naar Peterhof, heb schoone, met wouden bedekte landgoed van den Czaar, waar ook de kazerne is der garde- uhlanen, waar ook hun commandant, prins Louis Napoleon Bonaparte, in garnizoen ligt. De kleinzoon van den koning van Westfalen, des grooten Napoleon's broeder Jerome, is nu 34 jaar oud en bekleedt den rang van kolonel der Russische garde. Wel vertelt men menige meer of minder fraaie geschiedenis van hem, dit tot hot gobied der „chronique scandaleuse" behoort, maar hier over is men liet eons: dat hij een kranig offi cier is, wien de cavalenedienst niet alleen als plicht, maar ook als renob en ontspanning geldt. In den Kaukasus heeft liij een goede leerschool doorloopen, uitmuntend Russisch geleerd en door zijn ijver in den dienst zich menigen vriend i In het „Berliner Tageblatt" wordt door dr. Gorber hot feminisme behandeld, en wel van een zeor eigenaardig standpunt. Gedurende zijn verblijf aan de badplaats Nauheim liad hij op gemerkt, hoeveel bloeiende, gezonde vrouwen zich daar bevonden, tot gezelschap en verple ging van. haar zieke eclitgenooben, allen mannen in de la-acht van hun leven, althans de beado door hem aangegeven voorbeelden. Deze waarnemingen deden hem denken aan de uitspraak van ICraffb-Ebing op het laatste internationale congres van geneeskundigen te Moskou, die de steeds toenemende verlamming van de groote zenuwcantrae besprak, en als oor zaak daarvoor aangaf„de beschaving en do gevolgen van een losbandig leven". Als het voor naamste bewijs daarvoor voert liij aan, dat deze ziekte hoofdzakelijk de mannen treft. Hiermede wilde hij niet te kennen geven, dat da vloek en de zegen dor beschaving niet aan vrouwen ten deel vallen. Wat haar echter "tot dusverre over liet algemeen bespaard is ge- Heven, dat is eigenlijke strijd om het bestaan, gewonnen. De onder den vrocgeren comman dant wel wat lui geworden garde-uhlanen der Czarine heeft de prins flink wakker geschud; daarvan weet de rijschool mee te praten. Ofschoon hij, naar gezegd wordt, door de ex- keizerin Eugenie wordt ondersteund, leeft de prins hoogst eenvoudig. Hij munt alleen uit door een paar mooi<- paarden en door onberis pelijke kleeding. liet schijnt hem vrij ie staan de vreemde orden die hem verleend zijn, niet te dragen; ook Russische orden ziet men nooit op zijn parade-uniform. Als troonpretendent is de prins nooit opgetre den, ook te St. Petersburg natuurlijk niet. Hij stelt zicli tevreden met zekere bevoorrechte po sitie, met zijn titel van Keizerlijke Hoogheid, dien de „Almanach do Gotha" hem zelfs met weigert, en met zijn dienst als cavalenst. Men kent hem militaire deugden en capaciteiten toe die niet gering mogen geschat worden. Zijn verhouding tot heb Russische hof is goed, zon der van buitengewone warmte te getuigen. Louis Napoleon Joseph Jeromo heeft mgeeu geval zijn tijd verknoeid. Sedert Napoleon I is hij do eerste werkelijke soldaat uit heb huis Bo naparte. Als achterneef van den grooten Na poleon en als schitterend hoofdofficier of ge neraal der Russische cavalerie zal hij voor vele Fransclien ook al houdt de toekomst do be loften van het lieden niet steeds een voor worp van eerbiedige belangstelling zijn; zoo dra hij het oogenbhk gunstig acht, zal hij steeds een poging kunnen wagen. Zal dat oogenbhk komen en zal dan de reke ning sluiten, zooals die thans door de belang hebbenden is opgemaakt Dat is een vraag waar op eerst dan liet antwoord zal kunnen gegeven worden. Yan Russische zijde aangemoedigd wordt de prins niet, schoon hem de gevoelens te St. Pe tersburg voor de Fransche republiek niet onbekend kunnen zijn; dat in de Russische hoofdstad de Orleansen weinig vrienden hebben, is allerminst een geheim. Maar doet Victor Napoteon, zooals onlangs werd gezegd, afstand van zijn rechten aan zijn jongeren broeder, on springt Louis Napoleon eens als Napoleon V over de grenzen van Frankrijk, dan zullen hem wel de garde-uhlanon van Peterhof niet volgen, maar aan hartelijke wensclien voor zijn succes zai het in de Russi sche hoofdstad niet ontbreken. Wie weet? D© „oneven" Napoleon's hebben 'b allen een heel eind gebracht. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 29 October '98. Be waarheid op weg. Voor het Hof van Cassatie werd gisteren de behandeling der revisie-aanvra ge voortgezet. Onmiddellijk na de opening dor zitting om 12 uur gaf de voorzitter, mr. Loew, het woord aan mr. Bard om zijn rapport te ver volgen. De rapporteur meent dat er niet de minste twijfel mag blijven bestaan omtrent Dreyfus' schidd of onschuld, althans bij menschen die te goeder trouw zijn; de overigen komen er niet op aan. Een volledig onderzoek is daarvoor noodig. Mr. Bard leest voor oen schrijven van generaal Zurlinden waarin deze niet alleen ont kent dat het tegen Dreyfus uitgesproken von- "r het steile bergpad, dat ieder moet beklimmen, dio zich een door de zon beschenen plaats wil veroveren. In dezen zin moeten wij verstaan, wat Krafft-Ebing „beschaving" noemt, „En moeten ook," zoart dr. Gorber, „de vrou wen uit do hoogere standen nu en dan eens lij den onder de gevolgen van het vroolijke leventje dat haar man vóór zijn huwelijk geleid heeft, dan lijden zij toch altijd minder, omdat het zielctegif bij haar niet, zooals bij de heeren dor schepping, nog versterkt wordt door liet gif van inspaimendeu arbeid, van alcohol en van tabak. En juist in al die uitwassen der beschaving ligt het gevaar. Dus baant datgene, wat do man vóór heeft op de wouw, en wat zij ook voor haar gdslachb eischb, meer arbeid en meer ge not, den weg voor de ziekten, die zoo menigen man in de kracht zijns levens, nog levond, bij de dooden wei-pen, „Hoe vaak hoort men levenslustige, jonge meisjes zeggen: „Hè, was ik toch maar een manZij vergelijken haar leven met dat van hare broeders en vrienden, gevoelen zich door het lob verongelijkt, en smachten naar bevrij ding uit de ©ngbegrensde kalmte van het ouder- Uy- nis door eenig vermoeden van diens onschuld is verzwakt, maar integendeel meent dat er nieuwe bewijzen van zijn schuld zijn opgeko men. Ook spreekt de rapporteur over het stuk, waarin voorkomen do woorden: „Gette canaille de 1)...", dat met vier andere stukken in het dossier zat. Mr. Bard vraagt zich af, welke stuk ken dat waren. Heb Hof dient die te kennen om met volle kennis van zaken te kunnen oor- deelen, hetgeen het nu niet kan. Mr. Bard neemt conclusie. De raadsheer-rapporteur concludeert dat er niets overblijft van de beschuldiging tegen Dreyfus zoodat hij de vraag stelt of er geen voldoende grond is om het vonnis van 1894. ie casseeven, zonder verwijzing naar een nieuwe rechtbanken eenvoudig de onschuld van Drey fus te constateeren. Evenwelde militaire autoriteiten zijn nog niet overtuigd, de overgelegde stuhJcen vertoonen te veel leemten om aan het te vellen oordeel al hei vereischto gezag te geven en uit eerbied voor de overtuiging van degenen die Drey fus te goe der trouw schuldig achten, adviseert de rappor teur tot een volledig onderzoekin te stellen door hel Hof van Cassatie zelf. Nadab mr. Bard het Hof nog gewezen had op zijn schoone en verheven, maar moeilijke en netelige taak, kwam mr. Mornard aan 't woord. De advocaat, die de aanvraagster, mevrouw Lu cie Dreyfus, in rechten bijstaat, leest hierop zijn conclusion voor die hij te laat aan mr. Bard had gezonden dan dat deze ze nog in zijn rapport kon beantwoorden. Zijn conclusion strekken om een onderzoek te gelasten tenein de te oordeelen over do tegenspraak in de schriftkiuidigen-verkkiringen van 1894 en van 1897, en voorts te onderzoeken of bij het pro- ces-Dreyfus in raadkamer geheime stukkon zijn overgelegd. De advocaat verdeelt de „nieuwe feiten" in vier groepenlo, tegenstrijdigheid in de ver klaringen der schriftkundigen2o. het door Heury vervalsclite document en de andere stuk ken die volgens Cavaïgnac op dit stuk betrek king hebben3o, de betrekkingen tusschen Es- terhazy en de officieren van den generalen staf die zijn gedragslijn naar omstandigheden aan gaven, en die zulle een invloed hebben geoefend op de tegen hem geopende instructie; 4o. de mededeehng van geheime stukken aan den krijgsraad van 1894. Mr. Mornard verzoekt het Hof een aanvul lend onderzoek in te stellen, waarbij dan over gelegd moeten worden de dossiers van lo. de instructie tegen Picquard en Leblois 2o. heb voorloopig onderzoek tegen Picquard wegens vervaardiging van het „petit bleu"3o. liet onderzoek dat goleid heeft tob Picquard's ontslag; 4o, den raad van onderzoek omtrent Du Paty de Clam6o. de stukken, die bedoeld worden in den brief van generaal Zurlinden over de geheime stukken. Om kwart over ééneu werd de zitting ge schorst, en daarna begon de procureur-generaal te spreken. M r. M a n a u neemt requisitoir. Allereerst betoogde de vertegenwoordiger van liet Openbaar Ministerie dab liet Hof van de revisie-aanvrage langs volkomen wettigen weg kennis had gekregen. Niemand kan die nu meer aan heb Hof onttrekkendit rechterlijk college huis. Zij moesten het, land van haar verlangen maar eerst kennen; niet alleen zijn door de zon beschenen bergtoppen, maar ook zijn diepe, vreoselijke afgronden. Zij hebben geen vermoe den ervan, welken invloed een zoo langen tijd beschermde en streng bewaakte jeugd op heb leven van den mensch heeft, en wat het zeggen wil, als de ouders met trouwe zorg lichaam en ziel behoeden voor de donkere machten des le vens Zeker, dat is een onwaardeerbaar voorrecht. Maar waarom moot dab voonecht alleen den meisjes ten deel vallen, en blijvon de jongens daarvan verstoken? En wanneer de ouders ver standig genoog zijn, zich te bepalen tob „be hoeden", en niet het huis en het gezin tot een gevangenis maken voor opgroeiende, ja voor vol wassen kinderen, zouden dan jongens of meisjes wel zoozeer klagen en smachten naar bevrij ding? Heel goed bekomt de meerdere wij beid den veelbenijden broeders en vrienden echter niot. Van die vrijheid maken zij al een zeer sleokt gebruik. Hoor maar, wat dr. Gorber daarvan vertelt zou het zelf niet kunnen doen zonder willekeu rig te handelen. Aan u is het aldus sprak nu-. Manual de leden van heb Hof too de. gemoedoren tob kalmte terug te brengen, en uw arrest, boa dit ook uibvalle, zal voor allen moeten zijn de uit spraak van waarheid en gerechtigheid. Gehoor gevende aan ons geweten zullen wij u zeggen, mijne heeren, wat wij van de zaak denken. Voort do herziening uit of boioidt daaitoe al thans den weg. Hierop zette do procurciu--goneraal uiteen dat „heb vonnis herzien" met wil zeggen „de on schuld van Dreyfus" proclameeren. „Daartoe heeft het Hof het recht niet", zegt inv. Manau. „Het heeft alleen het recht te zeg gen dat er nieuwe feiten bostnan of nieuwe, bij de veroordeeling onbekende stukken, die in slaat kunnen zijn de onschuld van den veroor deelden aan te toonen, en, zoo die feiten be staan, de zaak te renvoyeeren naar een nieuwen rechter. Alleen wanneer Dreyfus dood was, zou het Hof zijn onschuld kunnen uitspreken. Daar om zal noch in het requisitoir noch in liet ar rest een meenmg over Droyfus' schuld of on schuld worden uitgesproken. Na een woord van lof voor mr. Bard's rap port entameert de procureur-generaal dan clo juridische strijdvraag. Twee nieuwe feiten wor den in den brief van don minister van justitie, genoemd, die aan do vereischten der web van 1895 schijnen ia beantwoorden. Zijn zij van dien aard, dat zij Dreyfus' on schuld kunnen doen blijken? Tot het onderzoek dier twee feiten wil mi'. Manau zich beperken, ofschoon bij de bcstudeering van hot omvang rijk dossier er hem meerdere zijn gebleken. Die tweo nieuwe feiten zijn de door Henry in 1896 gepleegde valschheid in geschrifte en de verkla ring der deskundigen van 1897 in hot proces- Esterhazy. Het m i s d r ij f van Henry. De procureur-generaal gaat do geschiedenis van heb door Henry valschelijk opgemaakte stuk na, en zot uiteen hoe na heb bekend wor den van dat misdrijf de vraag is opgerezen of Henry niet een valsche getuige was geweest. Had hij niet liet meest bijgedragen tot liet over Dreyfus gevelde vonnis Was Dreyfus wol een veirader eu hadden de verstandige en eerlijke mannen, dio sedert eenigen tijd zijn verdedi ging op zich hadden genomen, die zich door de afschuwelijkste lasteringen, welke alleen hen ontecren van wie zij afkomsiio- waren, niet had den laten ontmoedigen, niet gelijk met krachtig te protesteeren tegen het vonnis van den krijgs raad van 1894 Ten laatste werd de quaestie op volkomen wettige wijzo aanhangig gemaakt. Den 3den September jl. diende mevrouw Dreyfus, do „waardige ongelukkige" vrouw van den veroor deelde, de revisie-aanvrage in bij den minister van justitie, die ze doorzond naar het Hof. Is nu het valsche stuk-Henry, schoon twee jaar na Dreyfus' veroordeeling opgemaakt, van dien aard dat heb de onschuld van den veroor deelde kan aantoonen? Mr. Manau ontkent dat heb de bewijzen van 1S94 van kracht laat. Want, waren die vol doende, waarom moest dan nog een valsch be wijsstuk worden gemaald. Terloops gispt de procureur-generaal scherp het plan oin voor Henry een standbeeld op te richten en zet dan uiteen dab Henry zijn mis drijf pleegde omdat hij vooral er belang bij had „In schouwburgen, in bierhuizen en op nog erger plaatsen daar laat een groot deel der rnaimelijke jeugd zijn reinheid en zijn idealon, zijn geestdrift en zijn vermogen om hef te heb ben, maar erger nog, zijn la-acht en zijn ge zondheid. En als de jeugd dan „uitgeraasd" is, wat sommige menschen nog altijd voor onont beerlijk houden, dan gaan de jongelui met ge knakt© vleugelen den levensstrijd te gcanoet, die juist door werkzame, krachtige, karakters met zulle een geweldige, niets ontziende kracht ge streden wordt, en ook vaak gevoerd moet wor den. Op misbmikte nachten, volgen dagen van harden arbeid, en omgekeerd, na de opwin ding van den denkenden, werkenden, plannen makenden geest, komt cle opwinding der zin nen, en zoo hameren arbeid en genot onophou delijk los op het tecdere zenuwgestel, totdat do een of andere snaai- breektMen moot wel bij zonder gelukkig zijn, als men daaraan ontkomt. „En aan wien of wat do schuld? Ja, vraag liever wie of wat geen schuld heeft. Bloed, tem perament, eigen en geëerfd karakter, streven, eerzucht en begeerte naar roem; liet leven zelf is do schuld, en de dood is de verzoening!" („Hbl.") $3 fr

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 5