N°. 9770.
52"° jaargang,
Dinsdag1! November 1898,
Tweede Blad.
ISÜNLAiir
s
i»
feiiiijreraTM^aiVi
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER"ff. J. c. RQBLANTS.
en
'g-
iu.
ilk
is,
\s-
en
in
r-
os
3n
A
■jSanrrP'—-i
SOK
^wmravasTSPnurB vaar Schiedam, par kwartaal f 0,90
it omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.80
Afzonderlijke nommers. 0.02
BïmEAUBOTEKSTmAATT SO, Telephoon Wo. 123.
ADVERTEirrrapaijs: van 1—5 gewone regels mot inhe-
grip van eeno Courantf 0.52
Iedere gewone regel moer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
ha MtMlicjgsLhaJgaX.-to «Jtglri.fDA'JZ?
W.jL" 1 Lu
Staatsbogrooting 1890.
Algemeene beschouwingen.
Het afdeelingsonderzoèk in de Tweede Ka
mer heeft aanleiding gegeven tot clc volgende
beschouwingen en opmerkingen.
Van verschillende zijden wercl betoogd, dat
de Minister van Financiën in zijne rede tot. aar-
bieding der Sbaatsbegrooling over 1SÜ9 van don
bnancieelen toestand geen duidelijk beeld geerc,
In die rede mist men een algemeen overrienb
van den staat der geldmiddelen. In afwijking
met de millioeneu-redo van heb vorige jaar heelt
de minister m plaats van vijf, de laatste zes
jaren bijeengevoegd, lietwolk natuurlijk op de
einduitkomst eeu gunstig gevolg moest hebben,
omdat het jaar 1892 met een belangrijk over
schot sloot.
Uit de medegedeelde cijfers volgt, dat bin
nenkort eene nienwo leening van aanzienlijk be
drag gesloten zal moeten worden. Had de mi
nister een juist overzicht van den financieel en
toestand gegeven, dan zou daaruit gebleken zijl',
dat ook de regeering het zorgwekkende van den
staat van zaken inziet. Anderen kwamen tegen
dit oordcel op.
Zij betoogden, dat al de aangevoerd© cijfc±s
aan de millioenen-rede ontleend, juist zijn, eu
dat ook, naar 's ministers inzicht, de staat van
zaken zoo niet zorgwekkend, dan toch zoig-
eischend is, blijkt voldoende uit zijne opmer
king, dat de stérke toeneming van onderschei
dene middelen hot „lichtpunt in den toestand
der financiën is".
Sommige leden kwamen tot de conclusie, dat
de ajgemeene toesband der geldmiddelen het
roodig maakt naar het verkrijgen van even
wicht tussclien de inkomsten en de uitgaven
der Staatebegroofcing te streven.
Het hooge bedrag van het geraamde tekort
werd zeer bedenkelijk geacht. Erkend werd, dat
de uitkomst geheel anders zou zijn, indien de
herziening van het personeel en do nieuwe re
geling van de financieels verhouding tussohen
Rijk en gemeenten waren achterwege gebleven.
Hiertegenover wercl door andere, leden her
innerd, dat de nieuwo regeling noodzakeHjkwas
geworden om een einde to maken aan een toe
stand, dio op den duur onhoudbaar was. Er wa
ren voorts enkele leden die opnieuw aandron
gen op afschaffing van. het personeel als Rijks
belasting en afstand van dit middel aan de ge
meenten.
Velo leden konden zich niet voreenigen met
de wijze waarop de minister van Financiën be
proeft het geraamd© te kort van meer clan 111
milliocn tot ongeveer 11 millioon terug te bren
gen. In de tweede plaats kwamen vele. leden er
tegen op, dat de minister rekent op eeno be
sparing van 3,000,000 op de geraamde uitga
ven, daar de uitkomsten van de diensten van
1896 en 1897 geen reden geven om op zulk eere
besparing te rekenen.
Het tekort van meer dan 111 miU'cen had,
naar veler meouing, aanmerkelijk minder kun
nen zijn, indien bij de bepaling de>* uitgaven
meer rekening ware1 gehouden men den toestand
der financiën. Do voorafgaande beschouwingen
bleven niet zonder tegenspraak. Verschillende
verhoogingen, zoo betoogde men, werden voor
gesteld ten gevolg© van hot lofwaardig sticver>
om wenseholijke verbeteringen en hervormingen
aan te brengen.
Ten aanzien van de hervormingen zalven
werd hot volgende in het midden gebiachc.
Vooreerst kwam van verschillende zijden de
wettelijke verzekering van werklieden tegen do
gevolgen van ouderdom, ziekte en invaliditeit
ter sprake.
Het had sommigen bevieemd, dat va a d©
zaak en van bet verslag der Staatscommissie
in de Troonrede geeneiiei meldiüg wordt ge
maakt. Andoren verklaarden aan zulle eeno ver
melding weinig waarde ie hechten. Van moe,,
belang was hot huns inziens tc vernemen, of de
regcering de zaak thans leiachtig zou aanvat-
ten. Zij drongen er met klem op aan dit te doen.
In de tweede plaats word do aandacht geves
tigd op heb feit, dab reeds sedeit verschcidcae
Jaren op de programma's van verschillende po
litieke richtingen voorkomt do v\ ettelijke rege
ling van hot arbeidscontract. In do derde plaats
werd door verscheidene leden met nadruk aan
gedrongen op herziening der armenwet. Xn de
vierde plaats kwam do regeling van den werk
tijd on van de loonen van werklieden ter
sprak©.
<uBe wensch naar wettelijke regeling van het
loon vond bij verscheidene ledon krachtige be-
strijding.
In de vijfde plaats kwam do Zondagsrust ter
sprake. Eonigo leden achtten de medcdeeliugon, I
omtrent dit onderwerp bij de behandeling van
het Adres van Antwoord op de Troonrede dooi
de regeering gedaan, onbevredigend.
Met het oog op de weuschclijuheid van het
verkrijgen eenor meer bevredigende begrooting
voor 1899 en op de quaestie hoe in do uitgaven
voor sociale hervormingen behoort te worden
voorzien, werd vrij uitvoerig gehandeld over de
mogelijkheid van versterking der middelen en
van beperking der uitgaven.
Ton aanzien vaii het eerste punt betoogden
vele leden dab bet onmogelijk zou zijn verhoo
ging der belastingen te verkrijgen zonder her
ziening van liet tarief van invoerrechten in pro
tect! onistischen geest. Verder drongen velo le
den aan op verhooging van de invoerrechten op
artikelen die ook door de binnenhmclsclie nij
verheid kunnen worden vervaardigd. Anderen
verklaarden niet tegen verhooging van sommi
ge invoerrechten te zijn, mits daarbij met mot
protectionistische bedoelingen werd gehandeld
en de verhoogiugen niet betroffen artikelen van
dagolijksch gebruik. In de tweede plaats werd
cp herziening der successie-belasting aangedron
gen. Veriiooging dei successierechten weid dom
andere loden met nadruk bestleden.
In de derde plaats werd van verschillende zij
don de heffing ecner tabaksbelasting aanbevo
len, wolko door amdero leden weer werd bestre
den.
Er waren ook leden die verklaarden geen be
zwaar te hebben tegen verhoogmg van den ac
cijns op bier van hoog alcohol-gehalte en tegen
eene ruime veriiooging van den accijns op het
gedistilleerd. Verder werd nog gewezen op de
omnogelijldicid van het keffen eener belasting
op de transactiën ter beurze en invoering van.
een accijns op lucifers en van lieffmg eener
speciale belasting op piano's.
Ten aanzien van de directe belastingen werd
betoogd, dab do vrijstelling van den land
bouw in do bedrijfsbelasting diende te ver
vallen en eene algomeene inkomstenbelasting
behoorde te worden ingevoerd. Hiertegen werd
door andoren aangevoerd, dat het aanslaan van
landbouwers in eeno inkomstenbelasting onuit
voerbaar is, terwijl men tegen invoering eener
algomeene inkomstenbelasting bovendien grooto
bezwaren had.
Aangedrongen werd op veischerping der con-
trólo op de inkomstenbelasting. Sommigen
wonschten zwaarder boete te stellen op te lage
aangifte. De mutatierechten weuschten sommi
gen op liet oude bedrag terug te brengen, het
geen door anderen weer werd bestreden.
Enkele leden verklaarden veel bezwaar te
zien in belangrijke veriiooging der belastingen,
daar deze reeds hoog zijn opgevoerd.
Mot betrekking tot do mogelijkheid van be
perking der uitgaven werd in de eerste plaats
gehandeld over "de uitbreiding van het ambte-
nnarspersoneel en de verhoogingen van traele
menten. In do tweede plaats werd van verscliil-
lende zijden gewezen op de grooto uitgavon voor
de stichting van Rijksgebouwen.
Voorts werd betoogd, dat de uitgaven vooi
Oorlog niet in verhouding staan tob do resul
taten, die daarmede verkregen werden.
Door eenigc leden werd aangedrongen op her
ziening der kieswet, waarbij tevens het stelsel
van proportioneel© vertegenwoordiging weul
aanbevolen. Anderen meenden, dat het mindei
wonscholijk was reeds nu tot eene herziening
over te gaan.
Aangedrongen, werd op spoedige regeling der
administratieve rechtspraak.
D© aankondiging in de jongste Troonrede van
een voorstel tot afschaffing der tollen op do
Rijkstand- en waterwegen vond een onverdeel
de instemming.
Van verschillend© zijden worcl nader aange
drongen op wettelijke regeling van den tijd.
Gevraagd werd, of oen voorstel betreffen de
de regeling der levende strijdkrachten, waartoe
de invoering van don persoonlijken dienstplicht
den weg moest banen, spoedig te gemoet gezien
kon worden.
Gewezen werd op de systematische ontdui
kingen der wet op den peisoonlijken dienst
plicht (systeem. Gooien) en gevraagd werd of de
Regeering van mecning is, dat do oprichting
van vereenigingen als de1 bedoelde, geacht moot
worden in strijd met do wet te zijn, en zoo niet,
of zij dan eeno wijziging van do militieweb op
dit punt zal voorstellen,
In de tweede plaats kwam de vraag ter spra
ke of aan dergelijke vereenigingen subsidicn uit
de Gemeentekas mogen woidon toegekend.
Door eenige leden werd aangedrongen op her
ziening der provinciale wet, welke herziening
uoodig is ton einde dc regoling der provinciale
belastingen in overeenstemming te brengen mot
de herzieno Grondwet.
Gevraagd werd, welke do plannen der Hegec-
ring zijn ten aanzien van do herziening van de
wet van 22 Frimaire an VII en van do wet
van 20 April 1895 („Stbl." no. 155).
Eenige leden venschten de aandacht der Re-
gecring te vestigen op do niededceLiugen van
benoemingen lob Rijksbetrekkingen in do dag
bladen. in de eerste plaats betoogde men, dat
behoorlijk gewaakt dient te worden tegen voor
barige medecleeling en in de tweede plaats ver
langd© men, dat. tegenover allo dagbladen ten
opzichte van doze zmik dezelfde gedragslijn zou
worden gevolgd eu geen bevoorrechting van en
kele bladen zou plaats vinden.
Ton slotte werd de opmerking gemaakt, dat
de verschillende hoofdstukken der Staatsbogroo-
ling over 1899 later aan do leden der Kamer
zijn rondgedeeld dan in de laatste jaren hot
geval was.
Veriiooging van de accijnzen op gedistilleerd
en wijn.
Blijkens het voorloopig verslag in do afdeelin-
gen der Tweede Kanier meenden sommige le
den dat het niet aangaat tor dekking eener mis
rekening aan het geheele volk nieuwo lasten op
te leggen. Waar herstel der misrekening moge
lijk is, schoen heb hun billijker de wettelijke
regeling der uitkeeringen aan de gemeenten te
wijzigen, eu haar meer in overeenstemming met
dc oorspronkelijke raming te brengen. Hierte
genover werd aangevoerd dat thans op dio re
geling niet kan worden teruggekomen.
Ook meendo men dat ten onrechte verband
wordt gelegd tusschen de quaestie cler uitkee
ringen en de voorgestelde verhooging van be
lasting.
Velen waren van oordeel dab heb niet noodig
is thans tot accijnsverhooging over te gaan. Een
tekort van anderhalf inillioen was volgens eoni-
gen niet van zóóveel beteekenis, dat dadelijk
tot een blijvende versterking der middelen zou
moeten worden besloten. Anderen meenden dat
genoemde som op de begrooting voor 1899 was
te bezuinigen. Ook word opgemerkt dat het
oogenblik van indiening slecht was gekozen.
Andere leden waren daarentegen van gevoe
len, dat, waar do gewone middelen niet toerei
kend geacht worden om de gewone uitgaven te
dekken voor veriiooging dor inkomsten spoedig
behoort te worden gezorgd, ook met het oog om
de nooclige sociale hervormingen tob stand to
brengen.
Gewaagd wercl overlegging van een specifie-
ken staat van de som die, naar do thans be
kende uitkomsten, over 1898 aan elke gemeente
uitgekeerd zal moeten worden.
Voor versterking der middelen gaven ver
scheidene loeien de voorkeur aan herziening der
invoerrechten boven accijnsverhooging. Daarbij
zouden tevens represaille-maatregelen kunnen
worden veiordend tegenover de grooto nadeden,
welke onze nijverheid ondervond ten gevolge
van de hooge rechten die door Duitschland en
België worden geheven.
Ook werd de voorkom- gegeven aan verhoo
ging der successierechten ol aan verzwaring van
do belasting op buitenlandsche bieren of aan
een beursbelasihig of aan een belasting op speel
kaarten.
Anderen konden zich daarentegen met de
mcening der Regeering, dat in de gegeven om
standigheden accijnsverhoogingen op wijn en ge
distilleerd het minst bezwaailijk zijn, vereeni
gen.
Tegen do voorgestelde verhooging van. den
wijnaccijns werden velerlei bezwaren geopperd,
en betwijfeld werd of er wol verbetering der
middelen door verkregen zou worden.
"Voorts word opgemerkt clab d© verhooging
voor den wijnhandel zeer drukkend zal zijn en
minder juist werd geacht, dat wijn een weelde
artikel is, gelijk do Minister zegt. Men mooud©
dat het gebruik daarvan veeleer behoort te wor
den aangemoedigd, ten einde op die wijze het
drinken van gedistilleerd tc doen verminderen.
Ook vreesde men dat de voorgestelde accijns
verhooging tot represaille-maatregelen van de
zijde van Frankrijk aanleiding zal geven ©n ge
meend werd dat do vervalsching van wijn in de
hand zal worclon gewerkt.
Verbetering zou daarentegen veria-ogen wor
den door verlaging van heb hoogst© toegelaten
alcoholgehalte.
Van verschillende zijden werd voorts de bil
lijkheid betoogd van zwaarder heffing van op
flesschen aangevoerd© wijnen dan van fustwij-
uan. Gevraagd werd een opgave, afzonderlijk
vermeldende de hoeveelheid flessohen wijn dio
over de Duiteclie, over de Belgische grens en
per scheepsgelegenheid wordt aangevoerd.
Andere ledon waren van oordeel dat de voor-
gestolde geringe veriiooging van den wijnaccijns
geen aanleiding behoeft te geven lot liet oppe
ren van zoovele bezwaren, en het kwam hun
hoogst onwaaischijnlijk voor dat een veriioo
ging van 4 cent per flcscli tot vermindering van
liet gebnuk zou leiden. Ook vreesden zij niet
voor represaille-maatregelen van Franse-hé zijde.
Door haoger belasten van flossóhonwijn, zou
men h. i. iiet invoeren op fust in de hand wor-
ken en daardoor liet vorvalsdien van wijn hier
te lande bevorderen.
Ter zake van de veriiooging van den accijns
op gedistilleerd werd in de eerste plaats van
verschillend» zijdo gewezen op do zonderlinge
wijze waarop do Minister over hot dool der ver
hooging spreekt, in de AI. v. T., waaruit zou
moeten worden opgemaakt dat do veriiooging
evenzeer moot dienen tot vermeerdering van de
opbrengst van den accijns als tot vermindering
van het gebruik van sterken drank, terwijl toch
slechts een van dio beide gevolgen mogelijk is.
Deze veriiooging zal, meende men, op heb ge-
biuik geen noemenswaardigen invloed hebben.
Zij is zelfs niet groot genoog om een veriiooging
van den prijs per glas te rechtvaardigen. Een
grooter© veriiooging war© noodig om het drank
gebruik te bestrijden, en dit werd door sommi
gen aanbevolen uit een moreel oogpunt.
Gevreesd werd, dat do vorhooging do verval-
sohing in de hand zal werken en oon ander bo-
zwaar was dat vooral do mmgegocden zullen
worden getroffen. Dit werd door anderen be
streden en ter verdediging van liet w. o. werd
opgemerkt, dat bet liier eene belasting geldt
die alleen behoeft betaald te worden door hen,
die sterken drank gebruiken.
Tegenover do bezwaren van sommigen waren
er andere leden dio 't geenszins onbillijk achh
ten, dat do branders van wie de accijns gelie
ven wordt, niet voor den accijns gecrediteerd
worden, zoolang dio niet werkelijk voldaan
blijkt te zijn.
Yasco da Gama-Hnldo.
Als besvijs hoezeer de Portugeesclie legeering
op prijs stelt de hulde van Nederland aan
Portugal gebiaclit tijdens de Vasco da Gama-
feesten te Lissabon door de aanbieding van den
gouden kuiris en liet album aan Z. M. den
koning door den kolonel De Groot, eommandant
van ilr. Ms. Everts en, kan dienen, dat
blijkens een telegrapliiseh bericht uit Lissabon
hel Z. M. den Koning heeft behaagd de eere-
leilen van de Vasco du Gama commissie, Z Ex.
me. NV. H, de Beaufort, minister van buiten
landsche -zaken, en Z.Ex. jhr. J. A. Eoell,
minister van marine, te benoemen tot Groot
kruis in de orde van Vila Vicosa en Z.Ex. J. T.
Ciemer, minister van koloniën, tot Grootkruis
in de Christusorde.
Maai schappij tot bevordering der geneeskunst.
Het hoofdbestuur van do Nederlandscho
Maatschappij tot bevordering der geneeskunst
is voor liet jaar 1899 saamgesteld als volgt:
prof. B. J. Stokvis, voorzitter, dr. NV. Renssen,
onder-voorzitter, dr. Jb. van Geuns, secretaris
en vice-bibliobbecaris, dr. M. Juda, penning
meester, dr. C. E. Daniels, bibliothecaris en vieo-
secretaris, dr. M. NV. Pijnapjiel, onder-penning
meester, dr. Hendrik de Jong, dr. Jac. Baart de
la Faille, dr. J. A. M. T. Samies, dr. Th. vail
Kleef, prf. C. F. A. Koch.
Hot hoofdbestuur heeft benoemd: tot loden
der Commissie om een grondig onderzoek in te
stellen naar de inrichting van ziekenfondsen,
en vast te stellen, aan welke oiscken een zieken
fonds behoort te voldoen, de hoeren clr. J'. Zee
man, Amsterdam, C. Deldter, Zwammerdam, J.
NV. F. Donath, NVormervcor, dr. B. NV. Siemens,
ïïoogezand, M. do Vlieger, Ambt-Almelo; tot
loden dei' Commissie voor het examen in do
sclioolhygiëne, do heeren dr. Cli. Ali Cohen,
Gronmgon, dr. J. M. Baart de la Faille,
Utrecht, dr. N. Josephus Jitta, Amsterdam,
H, Timmer, Amsterdam, prof. C. NYinkler, Am
sterdam, en tot plaatsvervangend lid, dx, C.
van Tussenbroek.
Het hoofdbestuur deelt in het Tijdschrift nog
medo dat het een adres van hulde aan H. M,
de Koningin-Moedor verzonden heeft, wegens
het besluit om het Haar aangeboden nationaal
huldeblijk dienstbaar te maken aan de oprich
ting van een volks-sanatorium voor longlijders.
Nationale Vrouwenraad.
Te Utrecht heeft Zaterdag onder presidium
van de douair. gravin de Klerck van Hogen-
dorp, van 's-Gravenliago de bijeenkomst van
vrouwen plaats gehad, belangstellende in do op
richting van een natioualen vrouwenraad. Er
waren, zeer vele dames opgekomen, vertegen-