52"" jaargang. Vrijdag 4 November 1898. N°. 9773. Eerste Blad DE GELDDUIVEL. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. uitgeverTh, j. c. roelants. (Kennisgeving. BUITENLAND, EEN HERINNERiNGSDAG. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggondo plaatsen, p, kwart. -1.05 franco por post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0,02 BOTfiEAU: BOTEBOTliAAT ÏO, Tclcplioon STo. 123. ggraM^ganin^^^mBBMBgaiflWEasgaBawBagBBBWc wnrttsrsaciiffiawM AevEnTENTrcp-Rus: van 1—-5 gewone regels met inbe grip van ceno Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- o.lO Bij abonnement wordt korting verleend. 3-V Inrichtingen welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien het verzoek van B. A. J. WITTKAMPF, om vergunning tot oprichting cener gislpaHerij met gaskrachtmaehine van 21/g paai den kracht, in hetpand aan do Lange liaven nr. 3!kadaster sectie C nr. 792 Gelet sp óe bepalingen der Hinderwet; Doen te weten dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secie- tarie der gemeente is ter visie gelegd; dat op Donderdag den 17<?e» November as., des middags ten 12 ure, ten raadhusze gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van dat verzoek in te brengen en die mondeling of scbnf- telijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten vyn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 'Jden November 1898, Burgmeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Heden is het vijftig jaren geleden, dat de Grondwet van 1848 werd afgekondigd. Immers bij publicatie van Koning Willem II den 14n October van dat jaar was bepaald, mlat twintig dagen later, alzoo op den 3en Novem ber, ten klokke twaaü ure, in eene plechtige openbare zitting van den Iloogen Raad der Nederlanden, van de provinciale hoven en van de arrondissements-rechtbanken, de twaalf wetten, onder Nos. 59 tot 70 in het sStaats- blad" opgenomen, door de griffiers zullen worden voorgelezen en alzoo plechtig afgekon digd, en dat deze Onze publicatie op hetzelfde tijdstip van de puijen der raadhuizen van de steden en gemeenten zal worden afgelezen, nadat een half uur te voren door liet luiden der klokken de plechtige afkondiging in de openbare zittingen van den Iloogen Raad dei- provinciale gerechtshoven en rechtbanken en het aflezen dezer publicatie zal zijn aange kondigd." DOOR S. WÓfilSIIÖFFER. 50) Het werd na, deze woorden, zeer stil tussclien de twee mannen; eerst in het hotel vroeg Wol fram den baron of hij onmiddellijk na het diner dacht te vertrekken. „Wij sparen daardoor drie of vier uren uit," voegde hij er bij. Hans Adam zag hem niofc aan. „Wil je dan vandaag al weer weg?" riep liij. „Niet moge lijk." „Natuurlijk, hoste vriend. Ik hob liier niets meer te doen." „Maar men wil toch, wanneer men nu een maal hier is', ook cons de stad bekijken en zich oen beetje amusceren. Laat ons eens samen, er op uit gaan, Erik, zooals vroeger toen wij bei den nog de uniform droogen. Och, wat waren dat heerlijke dagen." Wolfram betaaldo zijn rekening. „Dat waren het, Hans, maar dat zijn het nu niet meer. Ga je mee?" _„Neen, neen, in geen goval; maar jij moest hier blijven. Wat kunnen, nu een paar vroolijko avonden kosten? Op zijn hoogst honderd thaler," „Die ik ovenwei boter weet te gebruiken, Hans. Bodank dat ik moet oppassen voor schul den." „Je bent een echte kniesoor geworden!" Als Hans Adam nu naar huis ging, dan moest Wecilia al die bijzonderheden hooren, dan wacht- 'ten hem tranen en flauwten, misschien zelfs .En aldus geschiedde. Daarmede was een nieuw tijdvak geopend voor volksontwikkeling en al laat ook bij menigeen de periode van 1848 tot 1898 geen zeer bevredigenden indruk na, slechts in enkele opzichten is het aan de grondwet van 1848 te wyten, dat in bepaalde richting niet meer gedaan is dan gekund had. Gewichtige veranderingen werden door de nieuwe Grondwet gebracht in de inrichting onzer staatsinstellingen, welke vooral oorzaak zijn geweest, dat de belangstelling in en de invloed vau het volk in de zaken van Staat wiessen. En niet zonder reden. Het duidelijkst springt dit wel in het oog bij de wijze, waarop onze volksvertegenwoordi ging gekozen werd vóór en na '1848. Voor dien lijd, eene Eerste Kamer met door den Koning voor het leven benoemde leden; daarna, zooal geen rechtstreeksche, dan toch een getrapte verkiezing wortelend in den wil van het volk, dat liet kiesrecht bezat. Vóór 1848, eene Tweede Kamer, gekozen door de Staten der gewesten, gevormd op hun beurt door ridderschap en steden; nd dien tijd een rechtstreeksche verkiezing, door de kiezers, bleef ook hun aantal gering. Een principieele wijziging, welke die van 1887 buiten kijf overtreft in gewicht. Dit alles raakt den volksinvloed waarbij die sedert 1848 op de samenstelling dei' ge meenteraden geoefend niet te verwaarloozen valt; van de volksbelangstelling legt het voldoen aan de behoefte eener gewenschte openbaarheid van het in lands- en stadsbelang gesproken en geschreven woord, onmiskenbaar getuigenis af. De beraadslagingen van de gekozenen in land, gewest en stad geschieden thans overal in het openbaar; vóór 1848 was dat slechts met die van de Tweede Kamer het geval. En men onderschatte het gewicht hiervan niet. Want al is ook het aantal hoorders op de publieke tribune in de raadzaal van stad en land gei ing, de zoo noodige openbaarheid wordt voldoende bezorgd door de bladen en de officieele verslagen bovenal, die voor geringen prijs in ieders handen kunnen komen. En er waren veranderingen in bet regeerings- stelsel van niet minder gewicht. De autonomie der gemeenten werd een voldongen feitvan gezagsaanmatiging in den inwendigeu dieost der gemeenten afstand doend, stelde de Staat zich in den vervolge tevreden met een beperkt toe- meer of minder duidelijke verwijtendan dreig de een explicatie met den bankdirecteur en de strijd op leven cn dood tegen Enk's bekrompen opvattingen van recht en geweten en zulke chngcn stelt een verstandig mensch zoo lang mo gelijk uit. En de baron bleef te Erankfort, nadat hij dagelijks eon telegram naar huis had gezonden, totdat zijn geld op was; toen eerst keerde hij terug, vermoeid en in de slechtste stemming die men zich maar kan voorstellen. Ditmaal had Rutli den. weg voor hem geëf fend; toen hij kwam wist Cecilia reeds alles. Zij lag, nauw nog ademhalend en bleek als een doodo, op haar rustbedhaar blik vol wanhoop was schuw en angstig. „Ach Hans, Hans!" Én toen weende de ongelukkige vrouw, iets waarvoor hij t bevreesd was. „Hans, hoe graag zou ik het ongelukkige geld hebben ver loren, alles, alles, alleen om jou het leven aan genaam te kunnen maken." Hij boog zich over haar heen en kuste haaa- wasbleok voorhoofd. „Dab weet ik immers, liefste. Je moogfc je daarover geen oogenblik opwinden." „Zie je) Cilh," bracht Ruth in heb midden, „Hans denkt er juist zoo over als ik, en boven dien hebben wij nu immers het geld gekregen onder welken rechtstitel dan ook. Dat is toch in ieder geval de hoofdzaak." „Natuurlijk, Cilli, natuurlijk," haastte de ba ron zich te zeggen, „Onze zorg is nu immers weggevaagd." „Je moest eens opstaan," zeide Ruth. „Je moest wat in de huiskamer komen. Het sneeuwt vandaag voor de eerste maal, en de wind jaagt uit het de bet vei te, waar rootingsstelsel zicht In heele onder recht verleend, teerd. Er mag ook nog na vijftig jaren verheuging zijn over eene zoo werkelijk liberale grondwets wijziging als in 1848, die liet mogelijk heeft gemaakt, dat wij onder hare vigeur bijna een halve eeuw leefden. dit onmisbaar bleef, kwam eene alge wijziging het beheer over Indië kwam contióle van de Staten-Generaalhet van amendement werd aan dit college de vrijheid van onderwijs gedecre Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 3 November '98. 'b Wordt donker aan don zuidelijken en wes telijken hemel. Dikker worden de wolkenmas sa's die zich dreigend opstapelen, 'tis of men. reeds flauw in de verte den donder hoort grom men, of hier en claar ziek even een hellicht© lijn af teekent Het was reeds weer afgedreven, heb nood weer; er waren weer blauwe plekken gescheurd in den wolkendeken, de zon gluurde alweer eens om een hoekje met een geruststellenden glim lach. Men dacht reeds niet meer aan oorlog. Frank rijk scheen immers tot toegeven geneigd, Mar- chand had lüb eigen beweging Fashoda veria ten. Alles scheen „pour le mieux dans le meil- leur des mondes". Maar kijk, daar wordt eensklaps de Egypti sche quaestie, dio oude twistappel tussclien de beido mogendheden aan weerszijden van het Kanaal, door een geheimzinnige hand in do ver gaderzaal der volkeren gegooid, en zonder dat wen weet vanwaar heb komt, is eensklaps heb Egyptische vraagstuk do brandende quaestie van hot oogenblik geworden. In alle goed onderrichte kringen to London wordt de toestand voor zeer ernstig gehouden; in regceringskringen vooral. Hetzelfde geldt voor do City, schoon de kooplieden en de finan ciers zich zeer lang tegen een pessimistische op vatting hebben verzet. Wil dit nu zeggen dat Londen in een oor logszuchtige stemming verkeert? Zeker, do jin- go-geest noemt toe in sterkte; maar van een eigenlijke bellikoze stemming mag men niet spreken, eerder van een vast en desnoods met het zwaai-d in den vuist door te zetten besluit om Frankrijk geen schadeloosstelling too te staan, daar het met opzet gedaan heeft wat drie jaar geleden een onvriendschappelijke daad is genoemd. En het zijn. geen hollo dreigementen, wan neer de bladen een vastberaden en voor Frank rijk beslist vijandigen toon aanslaan. Neen, hot Engelsche volk steunt de regeering in haar krachtig protest tegen de aan Frankrijk gewe- de warrelende vlokken tegen do ruiten dan is het zoo behagelijk bij de kachel." De barones schudde het hoofd. „Ik kan niet, Ruth. Adcle blijft hij mij. Jij en Hans moeten, elkaar maar gezelschap houden. Hij zal je wel wat willen voorlezen." „En misschien komt de directeur van do bank wel," voegde Ruth er bij. „Hij wenscht je te spreken, Hans." De baron vocldo een oogenblik een kevigo pijn in 'b hoofd. „Is Willibald hier geweest?" vroeg hij met verholen onrust. „Driemaal zelfs. Hebben jullie wat met el kaar?" „Neen, niets. Het is een gewoon bezoek." Maar d© knieën van den baron weigerden, nu hij opstond, toch bijna hun dienst, noe lang zou hij in staat zijn den misleiden inan te be driegen Er moest raad geschaft worden, het kostte wat het wilde. En Hans Adam wist ook reeds hoe, zijn gedachten waren rusteloos bezig; hij zond nog denzelfden middag een bediend© të paard naar de stad en Ret hem vragen of de kandelsraad Lissauer al van zijn reis was "te ruggekeerd. De gold- Het antwoord luidde bevestigend, man was met genoegon bereid den baron den volgenden morgen te ontvangen. Hans Adam glimlachte reeds weer. Een beet- jo den Mophisto spelen, daar hield hij wel van, en hij hacl dat ook vaak met groote handigheid gedaan. Nu kwam het er op aan een uitgesla pen vos te verschalken; dat moest gelukken, ook al zouden alle bezwaren ter wereld zich te gen zijn plan verzetten. Indien hij eerst maai- de gedachte aan Wil- Marchand mag niet naar zegt de ten onvriendschappelijke daad, en het bewust zijn dab do natie achter haar mokt en dreigt, maakt liet voor do regeering bijna onmogelijk loc te geven. Krachtig uit zich het nationaal gevoel in Engeland. De geïllustreerd© bladen zijn kwistig met de vaderlandschc kiemen, met platen en portretten over Egypte cn Fashoda, in do oersto plaats natuurlijk van den Sirdar. In do bladen wil men van geen lang ondorhaudoleu weten; de zaak moot nu in 'b reine komen, Fashoda toragkeoron, Daily Telegraph", dan wanneer do onb- ruinnng van Fashoda is toegezegd. Er gaan zelfs stemmen op d'ie rondweg den oorlog aan bevelen. En waar Frankrijk dreigt met do hulp van Rusland, daar rekent men in Engeland, in go- val van eon conflict, op Diutschland's steun, terwijl men het allerminst zeker acht dat Rus land zijn bondgenoot zal bijspringen. Evenwol, dab Engeland in Duitscldand een vriend zal vinden, is lang niet zeker, vooral niet wanneer de reis van keizer Wilhelm naar hot Oosten de vriendschapsbanden tussclien Turkije on het Dnitsche rijk nader nog heeft toegehaald. Want wat er m Egypte geschiedt, interes seert den Sultan in hoogo mate; zelfs wordt hem het voornemen toegeschreven om op grond zijner souvereme rechten in de Fashoda-quaes- tie tusschenbeide te konion. Een te Konstantinopel gehouden minister raad zou zich in dien zin hebben uitgesproken dat alleen de Sultan heb recht heeft in deze quaestie te heslissen. Daarbij zou de Turksche regeering het minst te spieken zijn op Engeland; de Khedive nl. zou zich bij zijn bezoek te Konstantinopel over de Engelsehen hebben beklaagd cn als zijnmeo- mng hebben te konnen gegeven dat Frankrijk evenveel recht heeft om Fashoda te bezetten, als Engeland Ivarbhonm, en dat de Sultan de eigenlijke souverein dier streken is. Men schijnt in ieder geval den Khedive in het geschil te betrekken. Marchand wil hem aan 'b eene oor trekken, het andere komt niet uit do vingers van don Brilschen diplomatieken agent lord Cromor dio volgens dc „Birming ham Post" hom er toe zou bewogen hebben, een bezoek te brengen aan koningin Victoria. dab Engeland niet don cer- Nu is liet zeker steil slag zal geven, en aan den anderen kant, hoezeer ook gekwetst in zijn eigenliefde, is de Fashoda-quaestie van te gering materieel be lang voor Frankrijk om daarvoor oen moord- dadigen en in ieder geval zeer kostbaren oorlog te beginnen. De „Temps" zet in een artikel dat zeer de aandacht heeft getrokken, uiteen dat Engoland's houding daarom juist zoo onverdedigbaar is, omdat Frankrijk volstrekt niet van plan is zon der eonige basis in Fashoda te blijven „zwe ven". Een oorlog zal Frankrijk om zulke rede nen nseb ontketenen; maar heb blad waar- hbald's angstig gelaat van zijn hart had. ge wenteld, dan kwam het overige vanzelf wel te recht. Wat beteekent anderhalf jaar ook? Men slaat zich er zoo goed mogeüjk doorheen, totdat die korte tijd verstreken is, en kan dan later uit rusten. Lissauer had zeer levendig don baron ver zocht hem te bezoeken, hij wilde dus eens pol sen, eens rondkijken en uitvorschen en zoo mo gelijk te weten zien te komen hoe de zaken voor hem stonden. Dab kon de goede man in. ieder geval beproeven; misschien zou reeds een half, een los gesproken woord voldoende zijn om hem toegevend te stemmen. Misschien I Een wissel zonder borgen, een vordering die de schuldenaar nog met had ge accepteerd. Laat in den namiddag Rot Rutli het rijtuig voorkomen om naar do stad te rijden. Zij had verscliillende boodschappen te doen en had ge durende de afwezigheid van den baron het huis niet verlaten; nu stond zij in haar nauwslui tend, donkergrijs, met bont omzoomd kostuum, frisch als een roos, in Cecilia's kamer en trok haar handschoenen aan. „Heb je nog een of ander© boodschap voor mij te doen, CilR?" De baiones bracht haar zakdoek aan Raar lippen, „Wil je mijn poeders nog eens klaar la ten maken in de apotheek, Ruth, Of zal ik den knecht sturen?" „Neen, geef het recept mpar hier. Ik rijd er toch voorbij." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1