1898.
N°. 9775.
Tweede Blad.
uitgeverThTT c. roelants.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
BUITENLAND.
EEN WERK DER BESCHAVING.
iBommiiBirasPMJï voer Schiedam, pet kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per poet, p. kwartaal. 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
BUREAU i BOTEW8TE1AAT SO, 1 «leplvoon No. 123.
Advbbtbntibpkijb: van 1—5 gowono regola mot inbo-
grip van cono Courantf 0.52
Iedoro gowono regel moor0.10
Bij abonnement wordt korting vorleend.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 5 November '98.
Gistermorgen hiehl de Fransche minister
raad een vergadering daarin werden o.a, Jules
Legrand, afgevaardigde voor Basses-Pyrcnécs,
tot onderstaatssecretaris van binnenlandsche
zaken en Mougeot, die voor Haute-Marne in de
Kamer zit, tot idem van post- en telogiaaf-
wezen benoemd en werd de minister van oorlog
gemachtigd aan den President der Republiek
Ter teekening voor te leggen de benoeming van
generaal Brault tot chef van den geneialer staf
van het leger, in de plaats van generaal Iteno-
nard die tot commandant van het 11de leger
corps is aangewezen.
'sMiddags trad het ministerie daarop voor
de Kamer. Om ruim half vier weid de zitting
door Deschane! geopend. De zaal was gevuld,
en or was een levendige stemming.
Onmiddellijk nam de premier het woord om
zjjn verklaring te lezen.
3>Tot bet bewind geroepen door bet ver
trouwen van den heer President der Republiek",
aldus begon Charles Dupuy, szijn wij ons
bewust van de moeilijkheden der taak die wij
aanvaarden en van de verantwoordelijkheden
die er uit voortvloeien.
»In overeenstemming met de motie van 27
October bevestigen wij liet overwicht van
het burgerlijk gezag dat het grondbeginsel
is van den republikeinschen staat, en ons
vertrouwen in het leger als trouw bewakei
van de wetten der Republiek. Wij zullen
het nationale leger niet ten prooi laten aan de
campagne van beleedigingen waaraan het is
blootgesteld. Wij zullen het plaatsen boven een
solidariteit welke het in blinde polemieken te
laste gelegd wordt, maar die het niet kan deren.
aWij meenen dat het nog te meer recht
heeft op de zorg en de bescherming der pu
blieke macht, omdat het niet nuttig kan ar
beiden aan de beveiliging van het vaderland
dan in kalmte en stilte.
»Niet minder rust en arbeid viaagt de ar
beid der justitie. Onze plicht is het de uit
voering barer vonnissen te verzekeren. Welke
ook de persoonlijke meeningen zijn, dit zal het
zekerste middel zijn om de gemoedeien eri de
gewetens gerust te stellen, die verontrust zijn
door een zaak welke n'iet langer beslag mag
leggen op de belangstelling van het land."
In onze dagen heeft de kring dor wetenschap
pen zich. verbazingwekkend uitgezet. Vooral do
groote ontwikkeling dor exacte natuurweten
schappen en de hooge vlucht der techniek heb
ben een nauwelijks ovexzienbaa- aantal begrip
pen doen ontstaan.
De behoefte waaraan een Encyclopaedic, een
Konversations-Lexicon heeft te voldoen, is aan
zienlijk uitgebreid; het aantal onderwerpen die
besproken moeten worden, is veel grooter ge
worden; het aantal dergenen die, het onmisba
re van dergelijko pakhuizen van wetenschap en
kennis inziende, encyclopaedicën gebruiken, is
steeds toenemende.
Op welke wijze moet nu de omvangrijke taak
die een Konversations-Loxicon, in onze beschaaf
de wereld to vervullen heeft, worden volvoerd?
Om die vraag te beantwoorden, dient eerst
eens andere te worden gesteld en beantwoord:
Wie gebruikt een Konversations-Loxicon?
En het antwoord daarop luidt beperkend:
Gewoonlijk geen vakman, want hij bezit bijna
altijd boeken die zijn vak betreffen.
Daaruit vloeit vanzelf voort do eiscli, dat een
dergelijk werk niet bestemd mag zijn voor vak-
inenschen. Immers, een vakman zal heb alleen
raadplegen op een gebied waarop hij zelf leek is.
Daar evenwel de verklaringen en beschrij
vingen de hoofdzaken behooren to geven in dui
delijke verstaanbare taal, daar voorts do keuze
dezer hoofdzaken alleen aan een vakman kan
worden toevertrouwd, komt men tot dezon
eischEen encyclopaedic» moet geschreven worn
den door vakmannen ten behoeve van leekon.
Van ontzaglijk belang is verder de bereke
ning der grootte' van de verschillende gedeel
ten. Wanneer in den aanvang te groote ruimto
wordt gebruikt, dan lijdt hot vervolg daaron
der; of er moet dan op een ongeschikte plaats
worden gespaard, of hot werk wordt zóó uitge-
Na deze inleiding, waarin het ministerie als
zijn voornemen aangeeft niet alleen liet leger
maar ook de justitie te zullen verdedigen, spreekt
de verklaring over de andere vraagstukken die
de aandacht en de waakzaamheid van een groot
volk eischen on de grootheid en de bloei van
het vaderland. In de eerste plaats wordt dan
genoemd de tentoonstelling van '1900.
»Franktijk" zoo gaat de veiklaring voort
nmag niets nalaten om de positie te hand
haven die het door zijn ioyauteit, zijn kracht
en zijn vaderlandsliefde heeft verworven. Het
moet zijn best doen om die positie te versterken,
waaraan een kostbaar bondgenootschap in de
oogen der gansclie wereld wijding geeft."
Over de buitenlandsche politiek wordt gezegd
dat zij nbezield zal zijn door de welbegrepen
belangen van het land, er op uit zal zijn haar
pogingen aan te passen aan de waarde van
het doel en zal steunen op het Parlement dat
volledig op de hoogte zal worden gehouden."
Wat de algemeene richting van het Kabinet
betreft
»Wij zijn een Kabinet van vereeniging tus-
schen de republikeinen, en wij zijn besloten te
steunen op een repubhkeinsche meerdeiheid.
Dank zij die vereeniging, rekenen wij er op
een voortdurende politiek van vooruitgang en
hervormingen door te voeren.
^Republikeinen en democraten, doordrongen
van de volheid der verwachtingen die da demo
cratie in zich kan bevatten zonder te vervallen
in gevaarlijke utopieën, maar evenzeer over
tuigd dat voor actie en succes een scherp en
vrijwillig omlijnd program nooüig is, zullen wij
het Parlement vragen met ons de quaesties ter
band te nemen die in het gemeen erfdeel der
repubhkeinsche pat tij zich aan aller geest
opdringen als de meest urgente,"
Gevraagd woidt afdoening der begrooting
voor 't eind van 't jaar aangekondigd worden de
voortzetting der belastinghervorming, o. a. de
inkomstenbelasting van Peytrnlvoorts de
wettelijke regeling der arbeiderspeiisioneeiing,
een aantal voor den landbouw belangrijke
wetten enz.
Eindelijk wordt handhaving van het beslaande
oeconomische (protectionistische) stelsel beloofd.
De gehoele verklaring werd vrij koeltjes ont
vangen en alleen de passage over het oecono-
misch stelsel werd met applaus begroet. En
toen de minister uitgesproken had, interpel
leerden Mirman en Iiouannet de regeei ing ter
stond over haar algemeene politiek. Mirman
vroeg of de regeering het werkslakingssyndi-
breid dat zijn bruikbaarheid zeer quaestieus
wordt voor verschillende lagen der bevolking.
Van even groot gewicht is de keuze der plar
ton. Deze mogen nooit dienen tot opluistering
iedere plaat moet, door aanschouwelijke voor
stelling, den tekst ontlasten.
Een tweede voorname vraag is: Mag zulk
oen werk zich plaatsen op partij-standpunt?
Nu is zoogenaamde „objectiviteit" nauwelijks
ba bereiken bij onderwerpen die in ecnig vel
band staan met den menschelijken wil, met zijn
gemoedsleven. Maar voor zoover objectieve op
vatting mogelijk is, moet men er aan vasthou
den, daar de gebruikers in het werk geen over
tuiging verlangen te vinden, maar vóór alles
feiten.
Wanneer men nu het beleende Meyer's Kon
versations-Lexicon, waarvan eerst kort geleden
een nieuwe uitgave in 17 groüte deelen bij het
Bibhographisch.es Institut te Leipzig en Wee-
nen voltooid is, toetst aan bovengenoemde
eischen, dan mag veilig worden getuigd dat
„Meyer's Konversations-Lexicon" met iedere
nieuwe uitgave dit ideaal naderbij is gekomen,
en dat bet in zijn nieuwste uitgave onder al
zijn mededingers, als geheel beschouwd, thans
de eerste plaats inneemt.
In de eerste plaats toch spreekt de behande
ling in 't algemeen voortdurend van ernstdgen
arbeid van vakmannen, die heb noodzakelijke
hebben weten te scheiden van bijzonderheden.
Op weinige uitzonderingen na is in de twee
de plaats de behandeling doordrongen van het
bewustzijn dat zij ten nutte van leeken moet
zijn. Met succes is gestreefd naar levendige ver
klaringen en, waar het meer uitvoerige verhan
delingen betreft, vindt men artikels _dio rich
aangenaam laten lezen en in goed Duitsch ge
schreven zijn. Hier en daar is de opvatting en
beschouwing der dingen nationaal getint.
Ten derde zijn abstracte beschouwingen zoo
veel mogelijk vermeden. Waar zij evenwel on
vermijdelijk zijn, heeft men ze toch zoo eng
mogelijk begrensd en voor een zoodanig© behan-
caat-Guéranl zal vervolgen en of het de door
militaire chefs begane vergrijpen tegen do dis
cipline wil tegengaan.
Daardoor werd natuurlijk Déioulède in 't
diepst vau zijn patriotisch hart getroffen; hij
ging zóó te keer dat hij twee keer tot de orde
moest geroepen worden.
De Freycinet veikiaaide onder toejuichingen
dat hij de wet zou doen eeibiedigen, ook door
het leger.
Daarop begon Mirman over de zaak-Dreyfus,
de vei volging tegen de professoren die zich ten
gunste der revisie hadden uitgesproken, enz.
en/. Do Kamer werd ongeduldig, daar Mirman
nogal scheen te zaniken hier en daar werd
ook gemompel gehoord.
De minister-president maakte er zich gemak
kelijk van af. Over de zaak-Dreyfus zeide hij
alleen onder een langdurig applaus Wij staan
tegenover de justitie. Wij zullen haar vonnissen
doen eerbiedigen, het licht zal komen en wan
neer de justitie spieekt, zullen wij ons buigen."
Naclat Rouannet den steun der socialisten
toegezegd had, daarbij vragende welke maat
regelen de regeering dacht te nemen om een
hei haling der jongste incidenten te voorkomen
en de vrijheid van spreken en schrijven te ver
dedigen, nam de Kamer met 429 tegen G4
siemmon een motie van vertrouwen van La-
poite aan.
Daarop diende Peylral de begrooting in,
waarna Brunet en de Mun over de Fashoda-
quaestie ti achtten te interpelleeren. Maar Del-
cassé was daar niet van gediend en kon geen
dag bepalen voor de behandeling dier inter
pellatie.
Evenmin was de regeering ingenomen met
het voorstel van Gerville-Róaehe dat alle re-
visie-piocessen behandeld moeten worden door
de Veieenigde Kamen van het Hof van Cas
satie. Hij vroeg de urgentie voor dit vootstel,
De minister \an justitie Lebret bestreed dit
voorstel, en Dupuy noemde liet onmogelijk de
zaalt-Üieylus weer aan de berechting van de
stiafkamer te onttrekken.
De urgentie van het voorstel werd uitge
sproken.
Daarna werd de zitting, die o. m. door groot
vorst Wladimir van Rusland en de groothertogin
van Leuchtenbcrg werd bijgewoond, opgeheven.
In jlen Senaat deed de minister van justitie
voorlezing vau de veiklaring die levendig werd
toegejuicht.
Intusschen schijnt de zaak Dreyfus Maandag
a. s. in behandeling te worden genomen dooi
het Hof van Cassatie. Diusdag zullen de ex-
doling zorg gedragen, dat leeken, mits zij hun
gewo-on versland goed gebruiken, in staat zijn
haar te volgen er m ziclx op to nemen.
Wat de verdeeling der ruimte betreft is
„Meyer's" beter geslaagd dan een zijner mede
dingers. Yan het begin af is met behoorlijke
zuinigheid to werk gegaan, zoodat de innerlijke
beteekenis der onderwerpen den omvang der
verschillende verhandelingen of verklaringen be
paalt.
Evenzoo voorbeeldig is do keuze en de uitvoe
ring dor platen. Iedere afbeelding spaart tekst
uit; er is er geen die alleen tot verluchting
dient.
Een zesde verdienste is dat het werk den
juisten middenweg bewandelt Meyer's Konver-
sations-Lexicon gaat met zijn tijd mede, maar
heb doet dit met bezadigdheid; het dringt niet
driftig voorwaarts en hecht beteekenis aan wat
nog aan twijfel onderhevig is; maar evenmin
neemt liet een verloochenende houding aan te
genover het door vroegere geslachten overgele
verde, alleen omdat het oud is.
Eindelijk levert de heldere en duidelijke, ho
mogene opvott.ng hot bewijs dat zij die dit
groote werk geleid hebben, wel is waar allen
vooruitgang nauwlettend hebben gadegeslagen,
maar zich daarbij hebben weten te stellen boven
den strijd van afzonderlijke groepen van men-
sctien.
Uit volle overtuiging mag dan ook gezegd
worden dat dit Konversations-Lexicon in zijn
nieuwsti uitgave een voortreffelijke voiks-ency-
clopaeclie is, die beantwoordt aan de eischen
die wij kunnen en mogen stellen.
Waar begeerte naar kennis, belangstelling in
de wereld om ons heen heerscht, daar is in
onzen tijd van behoefte aan en noodzakelijk
heid van ontwikkeling een dergelijk werk on
misbaar. Wie eenmaal door gebruik er de hooge
vaarde van heeft leoren begrijpen, voor dien is
het een dierbare vriend geworden. Inderdaad,
is het een getrouwe helper op elk gebied van
ons familie-, ons staats-, ons geestesleveneven
ministers van oorlog, de generaals Mercier, Billot,
Zurüniie en Chanoine en Cavaignac, worden
vpihoord,
De drie eerste dagen der week zullen steeds
aan het onderzoek worden gewijd, zoodat men
verwacht dat het lang zal duren. Naar men
verzekert is Droylus' terugkeer naar Frankrijk
noodzakelijk, daar hij geconfronteerd zal wor
den met Du Paty de Ciam en Lobrun-Renault.
Wat de vervolging tegen Picquard betreft
zal het onderzoek leidde lot niel-ontvnnkelijk-
verklaring; de schriftkundigen moeten uitge
maakt hebben dat bet petit bleu" niet van
zijn band is.
Frankrijk beeft zooveel toegegeven in de
l'ashodn-quacstie als het kon doen. Na ampel
de zaak besproken te hebben, beeft de regce-
i ing besloten ile expeditie-Mai clmnd niet te
Fashoda te laten blijven. Anderzijds verluidt
uit Kaïro dat Marehand aan het hoofd zijner
expeditie naar Dseliibouti zal trekken.
Hij zou aldus de expeditie onder Leontied
die door Merielik van Abes^ymii wordt gesteund
tegemoet gaan.
Tot het besluit der regeering heeft volgens
de ochtendbladen te Parijs vooral de overweging
bijgediagen dat Fashoda weliswaar een punt
is van strategisch belang, maar zóó moerassig
dat de Fiansche troepen gevaar zouden loopen
door ziekten om te komen.
Hoe is nu dit besluit der Fiansche regeering
waardoor het eigenlijke geschilpunt weggeno
men, in Engeland opgenomen
Lord Salisbury, die gisteravond mede aan/at
aan liet gastmaal dat de City in Mansion House
ter eere van loid Kitchener gaf, deelde in zijn
toast op den Sirdar mede dat hij juist dien dag
de kennisgeving had ontvangen, dat de bezetting
van Fashoda waaideloos was voor Frankrijk,
hetwelk besloten bad de bezetting op te geven.
Hij kon echter niet zeggen dat daarmede al
de oorzaken van het geschil waren wegge
nomen; waarschijnlijk wel uiet, maar de quaeslie
bad thans niet langer haar acuut en eenigszins
gevaarlijk karakter.
Die woorden geven den toestand dunkt ons
vrij goed weer.
Inderdaad, al is het acute, het oogenbiik-
kelijk dreigende weggenomen, achter Fashoda
staan andere, veel belangrijker vraagstukken
op hun oplossing te wachten. In de quaesties
over het Nijlbekken, do Delagoa-baai en West-
Afnka hoopt de Fransche regeering op een
schadeloosstelling en een uiterlijk succes tegen
over haar toegeven in zake Fashoda.
zoo bij hot zooken naar feiten uit de oude of
do meuweie geschiedenis. Van de toestanden in
bedrijf on verkeer in onzen tijd, al wat behoort
op het terrein van uitvindingen en ontdekkin
gen, van nijverheid on techniek geeft heb een
beeld, terwijl heb bij den arbeid, bij lezen en
schrijven, in het gesprok, in één woord bij allo
geestelijk leven hot geheugen ter hulp komt door
twijfel weg te nemen cn een duidelijk inricht in
iedere zaak to geven.
En aan dezelfde uitnemende zorg waarmede
do uitgevers dit werk hebben tob stand ge
bracht, is ook de voortzetting ervan to danken.
In een afzonderlijk deel dab tot aanvulling en
tevens als register dient, is heb werk verrijkt
met ongeveer 25000 artikels, die deels nieuw©
onderwerpen behandelen, dcols nieuwe feiten,
veranderingen en verbeteringen behandelen «vU-
ke gedurende heb verschijnen van het groote
werk aan den dag zijn gekomen; ook worden
daarin aangegeven waar namen, feiten en on
derwerpen te vinden zijn, die niet afzonderlijk
konden behandeld worden.
Maar de zorg dor uitgevers om een volledig
werk to scheppen, hoeft ook een der eigenaar
digheden van dit Konversations-Lexicon in 'b
leven geroepende zoogenaamde jaarlijksche
supplementen, dl© het werk voor een te vroeg
veronderen moeten behoeden.
Uit alles maakt do uitgave van heb Bibliogra-
phischcr Institut tot w,.n vver! da.. rijn schep
pers, en in 't algemeen Duitscv and, heb land
der boeken, tot een eer is. Dat een zoo groot ka
pitaal in geld en geestkracht besteed kon wor
den aan dit werk, is op zichzelf een bewijs van
heb succes der vorige uitgaven. Dat succes is
clan ook voortdurend geklommen. De tweede
uitgave had een oplage van 53,000 exemplaren;
do derde uitgave reeds eene va154,000; do
vierde levert een totaal op van 206,000 exem
plaren, terwijl vermoedelijk van de nieuwste, de
vijfde uitgave dit cijfer woder aanmerkelijk hoo-
ger zal zijn.